Richtlijn 1988/314 - Bescherming van de consument op het gebied van de prijsaanduiding van niet voor de voeding bestemde produkten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 88/314/EEG van de Raad van 7 juni 1988 inzake de bescherming van de consument op het gebied van de prijsaanduiding van niet voor de voeding bestemde produkten
Publicatieblad Nr. L 142 van 09/06/1988 blz. 0019 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 8 blz. 0080
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 8 blz. 0080
*****
RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 7 juni 1988
inzake de bescherming van de consument op het gebied van de prijsaanduiding van niet voor de voeding bestemde produkten
(88/314/EEG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
In samenwerking met het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat de programma's van de Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (4) voorzien in vaststelling van gemeenschappelijke beginselen betreffende de prijsaanduiding;
Overwegende dat Richtlijn 79/581/EEG van de Raad van 19 juni 1979 inzake de bescherming van de consument op het gebied van de prijsaanduiding van levensmiddelen (5) voorziet in de verplichting tot aanduiding van de prijzen voor levensmiddelen; dat de Commissie in de Resolutie van de Raad van 19 juni 1979 betreffende de prijsaanduiding van levensmiddelen en andere produkten voor courant huishoudelijk gebruik die zijn voorverpakt in vooraf bepaalde hoeveelheden (6) wordt uitgenodigd om een voorstel in te dienen betreffende de aanduiding van de verkoopprijs en de prijs per meeteenheid voor andere produkten voor courant huishoudelijk gebruik;
Overwegende dat het van belang is maatregelen te nemen die ten doel hebben de interne markt geleidelijk tot stand te brengen in een periode die uiterlijk op 31 december 1992 afloopt;
Overwegende dat de consument, door de aanduiding van de verkoopprijs en de prijs per meeteenheid van niet voor de voeding bestemde produkten, de prijzen gemakkelijker op het verkooppunt kan vergelijken; dat daardoor de markt doorzichtiger wordt gemaakt en de consument beter wordt beschermd;
Overwegende dat de verplichting tot aanduiding van deze prijzen in beginsel moet gelden voor alle aan de eindverbruiker aangeboden, niet voor de voeding bestemde produkten; dat deze verplichting eveneens moet gelden voor geschreven of gedrukte reclameteksten en prijscouranten, voor zover daarin de verkoopprijs van de produkten wordt vermeld;
Overwegende dat de verkoopprijs en de prijs per meeteenheid voor elke categorie produkten op specifieke wijze moet worden aangeduid om de last van het etiketteren voor de kleinhandelaar niet nodeloos te verzwaren;
Overwegende dat de Lid-Staten in staat moeten worden gesteld om voor produkten waarvoor de aanduiding van de prijs per meeteenheid zinloos zou zijn, een ontheffing van die verplichting te verlenen;
Overwegende dat het wenselijk is waar mogelijk de verplichting tot aanduiding van de prijs per meeteenheid te vervangen door normalisatie van de hoeveelheden voorverpakte produkten; dat er rekening dient te worden gehouden met de op communautair niveau geboekte vooruitgang op het gebied van de normalisatie van de reeksen hoeveelheden van in vooraf bepaalde hoeveelheden voorverpakte produkten en dat derhalve vrijstelling moet worden verleend voor de reeksen hoeveelheden die met dat doel zijn genormaliseerd;
Overwegende dat bij Richtlijn 80/232/EEG (7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/356/EEG (8), de voor bepaalde voorverpakte produkten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten zijn vastgesteld;
Overwegende dat de in deze richtlijn vastgestelde reglementering de voorlichting en bescherming van de consument ten doel heeft,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.Deze richtlijn heeft betrekking op de aanduiding van de verkoopprijs en van de prijs per meeteenheid van niet voor de voeding bestemde produkten die aan de eindverbruiker worden aangeboden of waarvoor reclame wordt gemaakt met een prijsaanduiding, ongeacht of zij los dan wel voorverpakt in vooraf bepaalde of variabele hoeveelheden worden verkocht.
-
2.Deze richtlijn is niet van toepassing op:
-
-produkten die worden gekocht met het oog op de uitoefening van een beroep of bedrijf;
-
-produkten die bij een dienstverlening worden verstrekt;
-
-verkopen van particulier aan particulier;
-
-verkopen op een veiling alsmede verkopen van kunstvoorwerpen en antiquiteiten.
Artikel 2
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
-
a)los verkochte produkten: produkten die niet vooraf worden verpakt en/of slechts in tegenwoordigheid van de eindverbruiker worden gemeten of gewogen;
-
b)per stuk verkochte produkten: produkten die niet kunnen worden gesplitst zonder de aard of de eigenschappen ervan te veranderen;
-
c)voorverpakte produkten: produkten die niet in tegenwoordigheid van de verbruiker worden verpakt, ongeacht het feit of het verpakkingsmateriaal het produkt geheel of slechts ten dele bedekt;
-
d)in vooraf bepaalde hoeveelheden voorverpakte produkten: zodanig voorverpakte produkten dat de in de verpakking aanwezige hoeveelheid een vooraf gekozen waarde vertegenwoordigt;
-
e)in variabele hoeveelheden voorverpakte produkten: zodanig voorverpakte produkten dat de in de verpakking aanwezige hoeveelheid geen vooraf gekozen waarde vertegenwoordigt;
-
f)verkoopprijs: de prijs die overeenkomt met een gegeven hoeveelheid van het produkt;
-
g)prijs per meeteenheid: de prijs voor een kilogram, een liter, een meter of een vierkante meter van het produkt, onder voorbehoud van artikel 6, lid 2, en artikel 10, tweede alinea.
Artikel 3
-
1.Op de in artikel 1 genoemde produkten wordt de verkoopprijs aangeduid overeenkomstig artikel 4.
-
2.Op de in de bijlage genoemde in vooraf bepaalde hoeveelheden voorverpakte produkten en de in variabele hoeveelheden voorverpakte produkten wordt eveneens de prijs aangeduid per meeteenheid, onder voorbehoud van de artikelen 7 tot en met 10.
-
3.Bij los verkochte produkten wordt de prijs per meeteenheid aangeduid. De Lid-Staten kunnen evenwel de voorwaarden vaststellen waaronder bij bepaalde categorieën van deze produkten de verkoopprijs per stuk mag worden aangeduid.
-
4.De verkoopprijs en de prijs per meeteenheid hebben betrekking op de eindprijs van de produkten overeenkomstig de door de Lid-Staten vastgestelde voorwaarden.
Artikel 4
De verkoopprijs en de prijs per meeteenheid moeten ondubbelzinnig, gemakkelijk herkenbaar en goed leesbaar zijn. Elke Lid-Staat kan nadere voorschriften voor de aanduiding van deze prijzen via met name affiches, rayonaanduidingen of etiketten vaststellen.
Artikel 5
In geschreven of gedrukte reclameteksten en catalogi waarin de verkoopprijs van de in artikel 1 genoemde produkten wordt vermeld, wordt de prijs per meeteenheid aangeduid, behoudens het bepaalde in artikel 3, lid 2.
Artikel 6
-
1.De prijs per meeteenheid wordt voor naar volume verkochte produkten aangeduid per liter of per kubieke meter, voor naar massa verkochte produkten per kilogram of per ton, voor naar lengte verkochte produkten per meter en voor naar oppervlakte verkochte produkten per vierkante meter.
-
2.De Lid-Staten mogen echter toestaan dat de prijs per meeteenheid betrekking heeft op decimale veelvouden of fracties van de in lid 1 genoemde eenheden, om rekening te houden met de hoeveelheden waarin bepaalde produkten gewoonlijk worden verkocht.
-
3.De prijs per meeteenheid van voorverpakte produkten heeft betrekking op de aangegeven hoeveelheid, overeenkomstig de nationale en communautaire bepalingen.
Artikel 7
-
1.Voor los of voorverpakt verkochte produkten waarvoor de aanduiding van een dergelijke prijs geen betekenis zou hebben, kunnen de Lid-Staten ontheffing verlenen van de verplichte aanduiding van de prijs per meeteenheid.
-
2.De in lid 1 bedoelde produkten zijn met name:
-
a)produkten waarvoor ontheffing geldt van de gewichtsaanduiding of de volume-aanduiding (met name produkten die per stuk worden verkocht);
-
b)diverse produkten die in één verpakking worden verkocht;
-
c)via een automaat verkochte produkten;
-
d)produkten die in één verpakking worden verkocht en bestemd zijn om te worden vermengd; e) verzamelverpakkingen als bedoeld in artikel 4, eerste alinea, van Richtlijn 80/232/EEG, indien zij bestaan uit afzonderlijke voorverpakkingen die overeenkomen met een van de waarden van een communautaire hoeveelhedenreeks.
Artikel 8
-
1.De verplichting tot aanduiding van de prijs per meeteenheid geldt niet voor de in bijlage I, punten 5, 8.2, 8.3, 8.5, 8.6, 9, 10 en 11, van Richtlijn 80/232/EEG genoemde produkten, wanneer deze worden verkocht volgens reeksen van nominale hoeveelheden van inhoud die in die bijlage zijn vermeld.
-
2.Van de verplichting tot aanduiding van de prijs per meeteenheid kunnen door de Lid-Staten worden vrijgesteld:
-
-de in bijlage I, punten 4, 6, 7, 8.1 en 8.4, van Richtlijn 80/232/EEG genoemde produkten, wanneer deze worden verkocht volgens reeksen van nominale hoeveelheden van inhoud die in die bijlage zijn vermeld;
-
-de in bijlage II, punt 3, van Richtlijn 80/232/EEG bedoelde produkten, wanneer deze produkten worden verkocht in vormvaste verpakkingen volgens de in die bijlage vermelde reeksen van capaciteitswaarden en niet zijn genoemd in bijlage I van die richtlijn;
-
-de in bijlage I van Richtlijn 80/232/EEG bedoelde produkten, wanneer deze produkten worden verkocht in vormvaste verpakkingen volgens de in bijlage III van die richtlijn vermelde reeksen van capaciteitswaarden.
-
3.De Lid-Staten kunnen ontheffing verlenen van de verplichting tot aanduiding van de prijs per meeteenheid voor de in de leden 1 en 2 genoemde voorverpakte produkten, wanneer deze worden verkocht in hoeveelheden die kleiner zijn dan de laagste of groter zijn dan de hoogste waarden van de communautaire reeksen.
Artikel 9
Bij de aanneming van communautaire maatregelen ter harmonisatie van de reeksen van hoeveelheden betreffende in vooraf bepaalde hoeveelheden voorverpakte produkten of bij herziening van eerder aangenomen reeksen van hoeveelheden, wordt artikel 8 door de Raad, op voorstel van de Commissie, gewijzigd.
Artikel 10
Bij wijze van overgangsmaatregel krijgen de Lid-Staten vanaf de datum van aanneming van deze richtlijn zeven jaar de tijd om de bepalingen van deze richtlijn betreffende de in de bijlage bedoelde in vooraf bepaalde hoeveelheden voorverpakte produkten toe te passen. Gedurende deze overgangsperiode mogen de ten tijde van de aanneming van deze richtlijn bestaande nationale maatregelen en gebruiken met betrekking tot deze produkten van kracht blijven.
Tot aan het einde van de overgangsperiode waarin het gebruik van meeteenheden van het imperiale stelsel krachtens de communautaire bepalingen inzake meeteenheden is toegestaan, bepalen de bevoegde nationale autoriteiten van Ierland en van het Verenigd Koninkrijk voor elk produkt of voor elke categorie produkten de massa-, volume-, lengte- of oppervlakte-eenheden van het internationale meetstelsel of van het imperiale stelsel waarin de aanduiding van de prijs per meeteenheid verplicht is.
Artikel 11
-
1.De Lid-Staten mogen vrijstelling verlenen van de verplichting om de prijs per meeteenheid aan te duiden voor voorverpakte produkten die door bepaalde kleine detailhandelszaken worden verkocht en door de verkoper rechtstreeks aan de koper worden overhandigd, voor zover de aanduiding van de prijs per meeteenheid:
-
-deze handelszaken overmatig zou kunnen belasten, of
-
-zeer moeilijk uitvoerbaar is wegens het aantal te koop aangeboden produkten, de omvang van de verkoopruimte en de inrichting van het verkooppunt, dan wel wegens de specifieke omstandigheden van bepaalde handelsvormen, zoals bepaalde bijzondere gevallen van ambulante verkoop.
-
2.De in lid 1 bedoelde vrijstellingen doen geen afbreuk aan de bij de kennisgeving van deze richtlijn krachtens nationaal recht geldende strengere verplichtingen inzake prijsaanduiding.
Artikel 12
-
1.De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk twee jaar na de aanneming aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
-
2.De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle bepalingen van intern recht mede, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 13
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Luxemburg, 7 juni 1988.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
M.BANGEMANN
-
(1)PB nr. C 8 van 13. 1. 1984, blz. 2, en PB nr. C 121 van 7. 5. 1987, blz. 9.
-
(2)PB nr. C 122 van 20. 5. 1985, blz. 148, en besluit van 18 mei 1988 (nog niet bekendgemaakt in het Publikatieblad).
-
(3)PB nr. C 343 van 24. 12. 1984, blz. 34.
-
(4)PB nr. C 92 van 25. 4. 1975, blz. 2, en PB nr. C 133 van 3. 6. 1981, blz. 2.
-
(5)PB nr. L 158 van 26. 6. 1979, blz. 19.
-
(6)PB nr. C 163 van 30. 6. 1979, blz. 1.
-
(7)PB nr. L 51 van 25. 2. 1980, blz. 1.
-
(8)PB nr. L 192 van 11. 7. 1987, blz. 48.
BIJLAGE
In bepaalde hoeveelheden voorverpakte produkten, bedoeld in artikel 3, lid 2
Verven en vernissen van punt 4 van bijlage I van Richtlijn 80/232/EEG, met uitzondering van verven voor kunstenaars en onderwijsdoeleinden;
lijm- en kleefstoffen van punt 5 van bijlage I van Richtlijn 80/232/EEG;
poets- en onderhoudsmiddelen van punt 6 van bijlage I van Richtlijn 80/232/EEG;
cosmetica, schoonheidsprodukten en toiletartikelen van de punten 7.1 tot en met 7.6 van bijlage I van Richtlijn 80/232/EEG;
wasmiddelen van de punten 8.1 tot en met 8.6 van bijlage I en van punt 3 van bijlage II van Richtlijn 80/232/EEG;
oplosmiddelen van punt 9 van bijlage I van Richtlijn 80/232/EEG;
smeeroliën van punt 10 van bijlage I van Richtlijn 80/232/EEG;
handbreigarens van punt 11 van bijlage I van Richtlijn 80/232/EEG.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.