Verordening 1987/500 - Vangstmogelijkheden voor 1987 voor bepaalde visbestanden of groepen bestanden in het in het NAFO-Verdrag omschreven gereglementeerde gebied

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31987R0500

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31987R0500

Verordening (EEG) nr. 500/87 van de Raad van 16 februari 1987 tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 1987 voor bepaalde visbestanden of groepen bestanden in het in het NAFO-Verdrag omschreven gereglementeerde gebied

Publicatieblad Nr. L 051 van 20/02/1987 blz. 0003 - 0008

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 500/87 VAN DE RAAD

van 16 februari 1987

tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 1987 voor bepaalde visbestanden of groepen bestanden in het in het NAFO-Verdrag omschreven gereglementeerde gebied

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 11,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het volgens artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 170/83 de taak van de Raad is, op grond van wetenschappelijke adviezen en met name van het verslag van het Wetenschappelijk en Technisch Comité voor de Visserij, de instandhoudingsmaatregelen uit te werken die nodig zijn om de in artikel 1 van die verordening genoemde doelstellingen te bereiken;

Overwegende dat de Gemeenschap het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties, waarin principes en voorschriften voor de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de oceanen zijn opgenomen, heeft ondertekend;

Overwegende dat het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan, hierna »NAFO-Verdrag" genoemd, door de Raad bij Verordening (EEG) nr. 3179/78 (2) is goedgekeurd; dat dit Verdrag op 1 januari 1979 in werking is getreden;

Overwegende dat de Gemeenschap in het kader van het geheel van op haar rustende internationale verplichtingen een bijdrage levert aan de instandhouding van de visbestanden in de internationale wateren;

Overwegende dat de situatie op het gebied van instandhouding moet worden geëvalueerd aan de hand van relevante wetenschappelijke gegevens met het doel te komen tot instandhoudingsmaatregelen die zijn aangepast aan de biologische situatie van de bestanden en aan de te verwachten ontwikkeling daarvan, afhankelijk van de verschillende exploitatiemogelijkheden;

Overwegende dat men dient uit te gaan van de thans beschikbare biologische gegevens die door de internationale wetenschappelijke instanties zijn geanalyseerd en van de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken ten aanzien van het voor het beheer van de bestanden te volgen beleid;

Overwegende dat moet worden beoordeeld in welke mate de vissersvloten van de Lid-Staten de bevissing van de betrokken bestanden voor hun rekening nemen en rekening moet worden gehouden met de bijdrage die de Gemeenschap tot dusver heeft geleverd tot de instandhouding van die bestanden;

Overwegende dat het volgens artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 170/83 de taak van de Raad is het totale quotum dat per bestand of groep bestanden mag worden gevangen, het gedeelte daarvan dat voor de Gemeenschap beschikbaar is en de bijzondere voorwaarden die bij deze vangsten in acht moeten worden genomen, vast te stellen;

Overwegende dat de in deze verordening bedoelde visserijactiviteiten onderworpen zijn aan de controlemaatregelen vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2057/82 van de Raad van 29 juni 1982 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de activiteiten van vissersvaartuigen uit de Lid-Staten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 4027/86 (4),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren, mogen in 1987 in het gereglementeerde gebied als omschreven in artikel 1, lid 2, van het NAFO-Verdrag van de in bijlage I opgenomen soorten slechts de in die bijlage vermelde quota vangen in de aldaar genoemde gedeelten van het gereglementeerde gebied.
  • 2. 
    Bijvangsten van de in bijlage I vermelde soorten in de gebieden waarvoor bij deze verordening geen quotum voor de gerichte visserij is toegewezen, mogen per in bijlage I vermelde soort niet meer bedragen dan 2 500 kg of 10 gewichtspercenten van de totale vangst aan boord van het vaartuig, indien laatstgenoemde hoeveelheid groter is.

Artikel 2

De kapiteins nemen niet alleen de artikelen 3, 6, 7 en 8 van Verordening (EEG) nr. 2057/82 in acht, maar vermelden bovendien in het logboek de in bijlage II genoemde inlichtingen.

Overeenkomstig artikel 9 van die verordening melden de Lid-Staten eveneens alle vangsten van soorten waarvoor geen quota werden vastgesteld aan de Commissie.

Artikel 3

De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van alle vaartuigen die hun vlag voeren en voornemens zijn in het in artikel 1, lid 1, bedoelde gebied te gaan vissen of er zeevis te verwerken, zulks ten minste 30 dagen voor het begin van die activiteit of, in voorkomend geval, uiterlijk 20 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening. Deze gegevens omvatten:

  • a) 
    de naam van het vaartuig;
  • b) 
    het officiële nummer waaronder het vaartuig door de bevoegde nationale instanties is geregistreerd;
  • c) 
    de thuishaven van het vaartuig;
  • d) 
    de naam van de eigenaar of bevrachter van het vaartuig;
  • e) 
    een verklaring waaruit blijkt dat de tekst van de in het gereglementeerde gebied geldende voorschriften aan de kapitein is verstrekt;
  • f) 
    de belangrijkste soorten waarop met het vaartuig in het gereglementeerde gebied zal worden gevist;
  • g) 
    de deelgebieden waar het vaartuig zal vissen.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 16 februari 1987.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • L. 
    TINDEMANS
  • (1) 
    PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 378 van 31. 12. 1978, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. L 220 van 29. 7. 1982, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. L 376 van 31. 12. 1986, blz. 4.

BIJLAGE I

1,3.4.5 // // // // Bestand // Lid-Staat // Quota 1987 (in ton) // // 1.2.3.4.5 // Soort // Geografische gebieden // Gebied // // // // // // // // // // // // // Kabeljauw // Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan // NAFO 2 J + 3 KL // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // 68 560 (1) (2) // // // // Totaal EEG // 68 560 (1) (2) // // // // // // Kabeljauw // Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan // NAFO 3 NO // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // 26 400 (2) // // // // Totaal EEG // 26 400 (2) // // // // // // Kabeljauw // Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan // NAFO 3 M // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // 7 500 (2) // // // // Totaal EEG // 7 500 (2) // // // // // 1,3.4.5 // // // // Bestand // Lid-Staat // Quota 1987 (in ton) // // 1.2.3.4.5 // Soort // Geografische gebieden // Gebied // // // // // // // // // Pijlinktvis (Illex) // Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan // NAFO-deelgebieden 3 + 4 // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // 25 000 (1) (2) // // // // Totaal EEG // 25 000 (1) (2) // // // // //

  • (1) 
    Verminderd met de hoeveelheid die door vaartuigen uit de Gemeenschap is gevangen in NAFO-deelgebieden die binnen de nationale jurisdictie op visserijgebied vallen.
  • (2) 
    Voorbehouden aan de Lid-Staten die traditioneel in deze wateren hebben gevist.

BIJLAGE II

In het logboek te noteren gegevens

1.2 // // // Gegevens // Code // // // Naam van het vaartuig // 01 // Nationaliteit van het vaartuig // 02 // Registratienummer van het vaartuig // 03 // Thuishaven // 04 // Gebruikte soorten vistuig (dagelijks) // 10 // Soort vistuig // 2 (1) // Datum: // // - dag // 20 // - maand // 21 // - jaar // 22 // Ligging: // // - breedte // 31 // - lengte // 32 // - statistisch gebied // 33 // Aantal trekken per 24 uur (2) // 40 // Aantal uren dat per 24 uur met het vistuig is gevist (2) // 41 // Soortnamen // 2 (1) // Dagelijkse vangst per soort (in ton levend gewicht) // 50 // Dagelijkse vangst per soort voor menselijke consumptie // 61 // Dagelijkse vangst per soort voor verwerking tot vismeel // 62 // Dagelijkse hoeveelheid die per soort en per dag overboord is gezet // 63 // Plaats(en) van overlading // 70 // Datum/data van overlading // 71 // Handtekening van de kapitein // 80 // //

  • (1) 
    Code aan te vullen met de aanduidingen die zijn opgenomen in het tweede gedeelte van deze bijlage.
  • (2) 
    Wanneer er binnen een periode van 24 uur twee of meer soorten vistuig worden gebruikt, dienen de gegevens voor elk soort vistuig apart te worden vermeld.

FAO-afkortingen voor de belangrijkste soorten

1.2 // // // Afkortingen // Soorten // // // ALE // Rivierharing // ARG // Atlantische zilvervis // BUT // Atlantische botervis // CAP // Lodde // CAT // Zeewolf // COD // Atlantische kabeljauw // CRA // Krab // CRU // Schaaldieren // DOG // Doornhaai // FLW // Tongschar, steenschol // FLX // Platvis (niet nader gespecificeerd) // GHL // Kleine zwarte heilbot // GRC // Groenlandse kabeljauw // GRO // Bodemvis (niet nader gespecificeerd) // HAD // Schelvis // HAL // Atlantische heilbot // HER // Atlantische haring // HKR // Rode heek (Urophycis chuss) // HKS // Wijting (Merluccius bilinearis) // HKW // Witte heek // INV // Schelpdieren (niet nader gespecificeerd) // LOB // Kreeft // MAC // Atlantische makreel // // 1.2 // // // Afkortingen // Soorten // // // MEN // Atlantische menhaden (Brevoortra tyrannis) // MIX // Gemengde soorten // MOL // Weekdieren // PEL // Pelagische vis (niet nader gespecificeerd) // PLA // Schol (Hippoglossoides platessoides) // POK // Koolvis, zwarte koolvis // RED // Atlantische roodbaars // RNG // Grenadiervis (Coryphaenoides rupestris) // SAL // Atlantische zalm // SAU // Atlantische makreelgeep, geep // SCA // Sint-jacobsschelp, grote mantel // SHA // Haai // SHR // Garnaal // SKA // Rog (niet nader gespecificeerd) // SQU // Pijlinktvis // SWO // Zwaardvis // SWX // Zeewier // TUN // Tonijn // URC // Amerikaanse zeeëgel // USK // Lom // VFF // Vinvis (niet nader gespecificeerd) // WIT // Witje // YEL // Schar // //

FAO-afkortingen voor vistuig

1.2 // // // Afkortingen // Vistuig // // // OTB // Bodemottertrawl (zijtrawl of hektrawl, niet nader gespecificeerd) // OTB 1 // Bodemottertrawl (zijtrawl) // OTB 2 // Bodemottertrawl (hektrawl) // OTM // Zwevende ottertrawl (zijtrawl of hektrawl, niet nader gespecificeerd) // OTM 1 // Zwevende ottertrawl (zijtrawl) // OTM 2 // Zwevende ottertrawl (hektrawl) // PTB // Bodemspantrawl (2 vaartuigen) // PTM // Zwevende spantrawl (2 vaartuigen) // - // Garnalentrawl (nu opgenomen in de categorieën van de bodemottertrawl) // SDN // Deense zegens (snurrevod) // SSC // Schotse zegens // SPR // Spanzegen (2 vaartuigen) // SB // Strandzegens // PS // Ringzegens // GN // Kieuwnetten (niet nader gespecificeerd) // GNS // Kieuwnetten (staande netten) // GND // Kieuwnetten (drijfnetten) // LL // Beuglijnen (vast of vrij, niet nader gespecificeerd) // LLS // Beuglijnen (vast) // LLD // Beuglijnen (vrij) // LHP // Handlijnen en paallijnen // LHM // Handlijnen en paallijnen (mechanisch) // LTL // Sleeplijnen // FIX // Vallen (niet nader gespecificeerd) // FPN // Kompfuiken // FPO // Kubben en garnalenkorven // FWR // Barrières, vangstkeerschutten, schutwanden, weren, enz. // DRB // Schelpdierkorren // DRH // Handdreggen (bij voorbeeld harken en tangen) // HAR // Harpoenen // MIS // Diverse soorten vistuig // NK // Vistuig onbekend // //

OTM 2

ZWEVENDE OTTERTRAWL ( HEKTRAWL )

PTB

BODEMSPANTRAWL ( 2 VAARTUIGEN )

PTM

ZWEVENDE SPANTRAWL ( 2 VAARTUIGEN )

_

GARNALENTRAWL ( NU OPGENOMEN IN DE CATEGORIEEN VAN DE BODEMOTTERTRAWL )

SDN

DEENSE ZEGENS ( SNURREVOD )

SSC

SCHOTSE ZEGENS

SPR

SPANZEGEN ( 2 VAARTUIGEN )

SB

STRANDZEGENS

PS

RINGZEGENS

GN

KIEUWNETTEN ( NIET NADER GESPECIFICEERD )

GNS

KIEUWNETTEN ( STAANDE NETTEN )

GND

KIEUWNETTEN ( DRIJFNETTEN )

LL

BEUGLIJNEN ( VAST OF VRIJ, NIET NADER GESPECIFICEERD )

LLS

BEUGLIJNEN ( VAST )

LLD

BEUGLIJNEN ( VRIJ )

LHP

HANDLIJNEN EN PAALLIJNEN

LHM

HANDLIJNEN EN PAALLIJNEN ( MECHANISCH )

LTL

SLEEPLIJNEN

FIX

VALLEN ( NIET NADER GESPECIFICEERD )

FPN

KOMPFUIKEN

FPO

KUBBEN EN GARNALENKORVEN

FWR

BARRIERES, VANGSTKEERSCHUTTEN, SCHUTWANDEN, WEREN, ENZ .

DRB

SCHELPDIERKORREN

DRH

HANDDREGGEN ( BIJ VOORBEELD HARKEN EN TANGEN )

HAR

HARPOENEN

MIS

DIVERSE SOORTEN VISTUIG

NK

VISTUIG ONBEKEND // //

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.