Richtlijn 1984/231 - Wijziging van de Richtlijnen 69/169/EEG en 83/2/EEG inzake de harmonisatie van nationale wetgevingmet betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31984L0231

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31984L0231

Richtlijn 84/231/EEG van de Raad van 30 april 1984 tot wijziging van de Richtlijnen 69/169/EEG en 83/2/EEG inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer

Publicatieblad Nr. L 117 van 03/05/1984 blz. 0042 - 0043

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0168

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0168

*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 30 april 1984

tot wijziging van de Richtlijnen 69/169/EEG en 83/2/EEG inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer

(84/231/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 99 en 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat het van belang is het reizigersverkeer en het toerisme binnen de Gemeenschap te vergemakkelijken en daartoe de personencontroles aan de grenzen te versoepelen, zodat de burgers de positieve aspecten van de Gemeenschap op meer concrete wijze ervaren;

Overwegende dat het in dat licht gewenst is de vrijstelling van omzetbelastingen en accijnzen te verhogen, daar de reële waarde van het daarvoor bij Richtlijn 69/169/EEG (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 82/443/EEG (5), vastgestelde bedrag als gevolg van de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud in de Gemeenschap als geheel lager ligt dan de waarde van de oorspronkelijke vrijstelling;

Overwegende dat aan de Helleense Republiek een bepaalde termijn dient te worden toegestaan om in twee etappes over te gaan tot verhoging van de waarde van de vrijstelling ten gunste van reizigers uit andere Lid-Staten van de Gemeenschap;

Overwegende dat bij Richtlijn 83/651/EEG (6) aan Ierland een verlenging is toegestaan van de afwijking van Richtlijn 69/169/EEG voor wat betreft de waarde per eenheid van de goederen die met belastingvrijstelling mogen worden ingevoerd;

Overwegende dat onder het thans in Ierland geldende belastingstelsel de volledige toepassing van de belastingvrijstelling voor reizigers uit andere Lid-Staten van de Gemeenschap nog niet mogelijk is, gezien de mogelijk daaruit voortvloeiende economische gevolgen;

Overwegende dat het derhalve gewenst is Ierland te machtigen deze uitzonderingsbepalingen te blijven toepassen zolang het bedrag van de vrijstelling op het bij de onderhavige richtlijn vastgestelde niveau blijft;

Overwegende dat bij Richtlijn 83/2/EEG (7) aan Denemarken een afwijking is toegestaan van Richtlijn 69/169/EEG voor wat betreft de invoer van bepaalde produkten door reizigers met woonplaats in Denemarken;

Overwegende dat het thans in Denemarken geldende belastingstelsel er de volledige toepassing van de uit Richtlijn 69/169/EEG voortvloeiende geharmoniseerde regeling nog niet toelaat zonder gevaar voor ernstige economische gevolgen; dat het derhalve gewenst is

Denemarken te machtigen om voorlopig een afwijkende regeling te handhaven, met name gelet op de verhoging van de vrijstelling met ingang van 1 juli 1984; dat evenwel, om de aanpassing te vergemakkelijken, dient te worden voorzien in een geleidelijke aanpassing van deze regeling aan de geharmoniseerde communautaire regeling,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN

VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2, lid 1, van Richtlijn 69/169/EEG wordt »tweehonderdtien Ecu" vervangen door »tweehonderdtachtig Ecu met ingang van 1 juli 1984".

Artikel 2

  • 1. 
    In afwijking van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 69/169/EEG:
  • a) 
    wordt de Helleense Republiek gemachtigd tot en met 31 december 1984 een vrijstelling van 210 Ecu en van 1 januari tot en met 30 juni 1985 een vrijstelling van 250 Ecu toe te passen;
  • b) 
    wordt Ierland gemachtigd om goederen waarvan de waarde per eenheid meer bedraagt dan 77 Ecu, van de vrijstelling uit te sluiten zolang de vrijstelling 280 Ecu bedraagt.
  • 2. 
    Tijdens de periode waarin de in lid 1, onder b), bedoelde afwijking wordt toegepast, treffen de overige Lid-Staten de nodige maatregelen om de in Ierland ingevoerde goederen welke daar van de vrijstelling zijn uitgesloten, in aanmerking te doen komen voor ontheffing van belasting, overeenkomstig de procedure van artikel 6 van Richtlijn 69/169/EEG.

Artikel 3

  • 1. 
    In afwijking van Richtlijn 69/169/EEG mag Denemarken bij de invoer met vrijstelling van de hierna genoemde produkten, de volgende kwantitatieve beperkingen toepassen, wanneer deze produkten worden ingevoerd door reizigers met woonplaats in Denemarken na een verblijf in een ander land:
  • tot en met 31 december 1985, wanneer het verblijf minder dan 48 uur heeft geduurd en
  • van 1 januari 1986 tot en met 31 december 1989, wanneer het verblijf minder dan 24 uur heeft geduurd.

1.2.3.4.5 // // // // // // // van 1 januari 1985 t/m 31 december 1986 // van 1 januari 1987 t/m 31 december 1987 // van 1 januari 1988 t/m 31 december 1988 // van 1 januari 1989 t/m 31 december 1989 // // // // // // Sigaretten // 60 // 140 // 200 // 240 // of // // // // // Rooktabak waarvan de tabaksdeeltjes minder dan 1,5 mm groot zijn (»fine cut") // 100 g // 200 g // 250 g // 300 g // Gedistilleerde dranken en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22 % vol // Nihil // 0,35 // 0,35 // 0,7 // // // // //

  • 2. 
    Richtlijn 83/2/EEG wordt per 31 december 1984 ingetrokken.

Artikel 4

De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de bepalingen die zij voor de toepassing van deze richtlijn aannemen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 30 april 1984.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • C. 
    CHEYSSON
  • (1) 
    PB nr. C 114 van 28. 4. 1983, blz. 4.
  • (2) 
    PB nr. C 10 van 16. 1. 1984, blz. 44.
  • (3) 
    PB nr. C 57 van 29. 2. 1984, blz. 12.
  • (4) 
    PB nr. L 133 van 4. 6. 1969, blz. 6.
  • (5) 
    PB nr. L 206 van 14. 7. 1982, blz. 35.
  • (6) 
    PB nr. L 370 van 31. 12. 1983, blz. 62.
  • (7) 
    PB nr. L 20 van 14. 1. 1983, blz. 48.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.