Verordening 1983/623 - Sluiting van de Overeenkomst tussen de EEG, Noorwegen en Zweden inzake de voor 1983 geldende voorschriften voor de visserij in het Skagerrak en het Kattegat - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 623/83 van de Raad van 15 maart 1983 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, Noorwegen en Zweden inzake de voor 1983 geldende voorschriften voor de visserij in het Skagerrak en het Kattegat
Publicatieblad Nr. L 073 van 19/03/1983 blz. 0001
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 623/83 VAN DE RAAD
van 15 maart 1983
betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, Noorwegen en Zweden inzake de voor 1983 geldende voorschriften voor de visserij in het Skagerrak en het Kattegat
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europese Parlement (2),
Overwegende dat in de Overeenkomst van 19 december 1966 tussen Denemarken, Noorwegen en Zweden inzake de onderlinge verlening van visrechten in het Skagerrak en het Kattegat is bepaald dat elke partij de vaartuigen van de andere partijen visrechten verleent in haar visserijzone in het Skagerrak en een gedeelte van het Kattegat tot aan vier zeemijl zeewaarts gemeten van de basislijnen;
Overwegende dat in de Conventie van 31 december 1932 tussen Denemarken en Zweden met betrekking tot de voorwaarden voor de visserij in de maritieme zones die beide landen omgeven, wordt bepaald dat elke partij toegang zal verlenen aan de visserijvaartuigen van de andere partij in haar visserijzone in het Kattegat tot aan drie zeemijl vanaf de kust en in bepaalde gedeelten van de OEresund en in de Oostzee tot aan de basislijnen;
Overwegende dat in het kader van deze Overeenkomsten de Gemeenschap, Noorwegen en Zweden overleg hebben gepleegd over de voor 1983 geldende visserijmaatregelen in het door de genoemde Overeenkomsten bepaalde gebied;
Overwegende dat de drie partijen bij de afronding van dit overleg een Overeenkomst hebben geparafeerd;
Overwegende dat het noodzakelijk is een procedure vast te stellen waardoor de Gemeenschap in de mogelijkheid wordt gesteld de uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen na te leven;
Overwegende dat het in het belang van de Gemeenschap is deze Overeenkomst goed te keuren,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, Noorwegen en Zweden inzake de voor 1983 geldende voorschriften voor de visserij in het Skagerrak en het Kattegat wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
De tekst van de Overeenkomst is aan deze verordening gehecht.
Artikel 2
-
1.Voor de in artikel 1 van de in artikel 1 bedoelde Overeenkomst genoemde bestanden stelt de Commissie, op grond van de beschikbare gegevens, de datum vast waarop de vissersvaartuigen die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in een Lid-Staat, geacht worden het gedeelte van de TAC of het quotum dat beschikbaar is voor de Gemeenschap te hebben ontvangen.
-
2.Vissersvaartuigen die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in een Lid-Staat staken op de krachtens lid 1 door de Commissie vastgestelde datum het vissen op, het aan boord houden, aanvoeren of laten aanvoeren van een soort behorend tot een in lid 1 bedoeld bestand.
Artikel 3
De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de Overeenkomst te ondertekenen ten einde daardoor de Gemeenschap te binden.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 15 maart 1983.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
J.ERTL
-
(1)PB nr. C 97 van 17. 4. 1982, blz. 3.
-
(2)PB nr. C 149 van 14. 6. 1982, blz. 93.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.