Besluit 1982/886 - Sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noordatlantische Oceaan - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
82/886/EEG: Besluit van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noordatlantische Oceaan
Publicatieblad Nr. L 378 van 31/12/1982 blz. 0024 - 0024
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 1 blz. 0065
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 2 blz. 0044
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 1 blz. 0065
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 2 blz. 0044
++++
BESLUIT VAN DE RAAD
van 13 december 1982
betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noordatlantische Oceaan
( 82/886/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,
Gezien de aanbeveling van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,
Overwegende dat internationale samenwerking noodzakelijk is voor de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmbestanden in de Noordatlantische Oceaan ;
Overwegende dat de Gemeenschap heeft deelgenomen aan onderhandelingen die ertoe hebben geleid dat een van 18 tot en met 22 januari 1982 te Reykjavik gehouden Diplomatieke Conferentie haar goedkeuring heeft gehecht aan een Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noordatlantische Oceaan ;
Overwegende dat in dat Verdrag rekening wordt gehouden met de bepalingen die ten aanzien van anadrome visbestanden zijn opgenomen in het ontwerp-Verdrag van de Derde Zeerechtconferentie van de Verenigde Naties ;
Overwegende dat met het Verdrag een passend kader tot stand wordt gebracht voor internationale samenwerking op het gebied van de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmbestanden in de Noordatlantische Oceaan ;
Overwegende dat het Verdrag een bevredigend evenwicht tot stand brengt tussen de belangen van de staten waar zalm zijn oorsprong heeft en de belangen van staten in wier visserijrechtsgebieden de zalm wordt gevangen ,
BESLUIT :
Enig artikel
Het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noordatlantische Oceaan wordt namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd .
De tekst van het Verdrag is aan dit besluit gehecht .
Gedaan te Brussel , 13 december 1982 .
Voor de Raad
De Voorzitter
N . A . KOFOED
( 1 ) PB nr . C 238 van 13 . 9 . 1982 , blz . 106 .
( VERTALING )
VERDRAG INZAKE DE INSTANDHOUDING VAN ZALM IN DE NOORDATLANTISCHE OCEAAN
DE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN ,
ERKENNENDE dat zalmbestanden van oorsprong uit de rivieren van verschillende Staten zich in bepaalde delen van de Noordatlantische Oceaan vermengen ,
REKENING HOUDENDE met het internationale recht , met de bepalingen inzake anadrome visbestanden in het ontwerp-Verdrag van de Derde Zeerechtconferentie van de Verenigde Naties en met andere ontwikkelingen in internationale forums ter zake van anadrome bestanden ,
VERLANGENDL de verwerving , verwerking en verspreiding van wetenschappelijke gegevens over de zalmbestanden in de Noordatlantische Oceaan te bevorderen ,
VERLANGENDE de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmbestanden in de Noordatlantische Oceaan te bevorderen via internationale samenwerking ,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN :
Artikel 1
1 . Dit Verdrag geldt voor de zalmbestanden die trekken tot buiten de visserijrechtsgebieden van de kuststaten van de Atlantische Oceaan benoorden 36 * noorderbreedte , en wel voor hun hele trekroute .
2 . Dit Verdrag is niet van invloed op de rechten , aanspraken of zienswijzen van een Partij met betrekking tot de grenzen of omvang van de rechtsmacht over de visserij , en doet geen afbreuk aan de zienswijzen of standpunten van een Partij met betrekking tot het zeerecht .
Artikel 2
1 . Het vissen op zalm is verboden buiten de visserijrechtsgebieden van de Kuststaten .
2 . Binnen de visserijrechtsgebieden van de Kuststaten is het vissen op zalm verboden buiten de strook van 12 zeemijl gemeten vanaf de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zee wordt gemeten , behalve in de volgende gebieden :
a ) in het gebied dat ressorteert onder de Commissie voor West-Groenland : tot 40 zeemijl vanaf de basislijnen , en
b ) in het gebied dat ressorteert onder de Commissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan : binnen het visserijrechtsgebied van de Faeroer .
3 . De Partijen zullen de aandacht van Staten die geen Verdragsluitende Partij zijn , vestigen op alle kwesties met betrekking tot de activiteiten van de vaartuigen van die Staten die een nadelige invloed blijken te hebben op de instandhouding , het herstel , de vergroting of het rationele beheer van de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt , of op de tenuitvoerlegging van dit Verdrag .
Artikel 3
1 . Hierbij wordt een internationale organisatie ingesteld die de naam draagt van Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noordatlantische Oceaan , hierna te noemen " de Organisatie " .
2 . De Organisatie heeft ten doel via overleg en samenwerking bij te dragen tot de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt , en zal daarbij rekening houden met de beste wetenschappelijke gegevens die haar ter beschikking staan .
3 . De Organisatie bestaat uit :
a ) een Raad ,
b ) drie regionale commissies :
-
-een Commissie voor Noord-Amerika ,
-
-een Commissie voor West-Groenland , en
-
-een Commissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan , en
c ) een Secretaris ,
4 . De commissies zijn bevoegd voor de volgende gebieden :
a ) de Commissie voor Noord-Amerika : de maritieme wateren van de visserijrechtsgebieden van de Kuststaten voor de oostkust van Noord-Amerika ;
b ) de Commissie voor West-Groenland : de maritieme wateren van het visserijrechtsgebied voor de kust van West-Groenland ten westen van een lijn langs 44 * westerlengte zuidwaarts tot 59 * noorderbreedte , vandaar rechtwijzend oost tot 42 * westerlengte en vandaar rechtwijzend zuid ; en
c ) de Commissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan : de maritieme wateren ten oosten van de sub b ) bedoelde lijn .
5 . De Organisatie heeft rechtspersoonlijkheid en beschikt op het grondgebied van de Partijen en in haar betrekkingen met andere internationale organisaties over de handelingsbekwaamheid die nodig is voor de uitvoering van haar taken en het bereiken van haar doeleinden . De immuniteiten en voorrechten die voor de Organisatie , haar personeel en de vertegenwoordigers van de Partijen op het grondgebied van een Staat gelden , worden in overleg tussen de Organisatie en de betrokken Staat vastgesteld .
6 . De officiële talen van de Organisatie zijn het Engels en het Frans .
7 . De Organisatie zetelt in Edinburgh , of in een andere plaats indien de Raad daartoe besluit .
Artikel 4
1 . De Raad heeft tot taak :
a ) te fungeren als forum van de Partijen voor de bestudering , verwerking en uitwisseling van gegevens over kwesties met betrekking tot de zalmsbestanden waarvoor dit Verdrag geldt en over het bereiken van de doeleinden van het Verdrag ;
b ) te fungeren als forum voor overleg en samenwerking voor kwesties met betrekking tot de zalmsbestanden in de Noordatlantische Oceaan buiten de gebieden die onder de commissies ressorteren ;
c ) bij te dragen tot de coordinatie van de werkzaamheden van de commissies , en de maatregelen van de Partijen op grond van artikel 2 , lid 3 , te coordineren ;
d ) praktische regelingen voor de samenwerking met de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee ( ICES ) en andere bevoegde visserijorganisaties uit te werken ;
e ) aanbevelingen inzake het verrichten van wetenschappelijk onderzoek te doen aan de Partijen , de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee ( ICES ) en andere bevoegde visserij - en wetenschappelijke organisaties ;
f ) te zorgen voor het toezicht op en de coordinatie van de administratieve , financiële en andere interne aangelegenheden van de Organisatie , met inbegrip van de betrekkingen tussen haar organen onderling ;
g ) de externe betrekkingen van de Organisatie te coordineren ; en
h ) de andere taken te vervullen die haar voor dit Verdrag zijn opgedragen .
2 . De Raad is bevoegd om de Partijen en de commissies aanbevelingen te doen over kwesties met betrekking tot de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt , met inbegrip van de naleving van wetten en regelingen , maar mag geen aanbevelingen doen ten aanzien van het beheer van de zalmvangst in het visserijrechtsgebied van een Partij .
3 . In afwijking van lid 2 is de Raad bevoegd om op uitdrukkelijk verzoek van een commissie aanbevelingen aan die commissie te doen over voorschriften die de betrokken commissie krachtens dit Verdrag zou kunnen voorstellen .
Artikel 5
1 . Elke Partij is lid van de Raad en mag ten hoogste drie vertegenwoordigers in de Raad benoemen ; deze mogen op vergaderingen vergezeld worden door deskundigen en adviseurs .
2 . De Raad kiest een voorzitter en een vice-voorzitter voor een ambtsperiode van twee jaar . Zij zijn herkiesbaar , maar iedere functie mag slechts gedurende ten hoogste vier opeenvolgende jaren door dezelfde persoon worden vervuld . De voorzitter en de vice-voorzitter mogen geen vertegenwoordiger zijn van dezelfde Partij .
3 . De voorzitter van de Raad is de voornaamste vertegenwoordiger van de Organisatie .
4 . De voorzitter roept jaarlijks een gewone vergadering van de Raad en van de commissies bijeen op een door de Raad gekozen plaats en tijdstip .
5 . Op verzoek van een Partij , daarin gesteund door een andere Partij , roept de voorzitter buiten de jaarlijkse vergadering van de Raad vergaderingen bijeen op een door hem te bepalen plaats en tijdstip .
6 . De Raad legt de Partijen een jaarverslag over de activiteiten van de Organisatie voor .
Artikel 6
1 . De Raad stelt zijn reglement van orde vast .
2 . Ieder lid van de Raad heeft één stem .
3 . Behoudens andersluidende bepalingen worden de besluiten van de Raad genomen met een meerderheid van drie vierde van de stemmen van de aanwezige leden die voor - of tegenstemmen . Er kan niet worden gestemd wanneer er geen quorum van twee derde van de leden aanwezig is .
Artikel 7
1 . De Commissie voor Noord-Amerika heeft ten aanzien van het onder haar ressorterende gebied tot taak :
a ) te fungeren als forum voor overleg en samenwerking tussen de leden :
( i ) voor kwesties waarbij het erom gaat de zalmvangst in het visserijrechtsgebied van een lid zoveel mogelijk te beperken voor zalm van oorsprong uit de rivieren van een andere Partij , en
( ii ) ingeval de door een lid uitgevoerde of voorgestelde activiteiten van invloed zijn op zalm van oorsprong uit de rivieren van het andere lid , bij voorbeeld in verband met biologische interacties ;
b ) voorschriften voor te stellen voor de zalmvisserij onder de jurisdictie van een lid waarbij hoeveelheden zalm worden gevangen die van belang zijn voor het andere lid in wiens rivieren die zalm zijn oorsprong heeft , welke voorschriften ten doel hebben die vangsten zoveel mogelijk te beperken ;
c ) voorschriften voor te stellen voor de zalmvisserij onder de jurisdictie van een lid waarbij hoeveelheden zalm worden gevangen die van belang zijn voor een andere Partij in wiens rivieren die zalm zijn oorsprong heeft ; en
d ) de Raad aanbevelingen te doen inzake het verrichten van wetenschappelijk onderzoek .
2 . Elk lid zal ten aanzien van zijn vaartuigen en zijn visserijrechtsgebied de nodige maatregelen nemen om bijvangsten van zalm van oorsprong uit de rivieren van het andere lid zoveel mogelijk te beperken .
3 . De visserijpatronen van de zalmvisserij in het gebied dat onder de Commissie voor Noord-Amerika ressorteert , mogen niet worden veranderd op een wijze die ertoe leidt dat wordt omgeschakeld op visserij op zalm van oorsprong uit de rivieren van een andere Partij , of de vangsten van die zalm worden opgevoerd , tenzij die Partij daarmee instemt .
Artikel 8
De Commissie voor West-Groenland en de Commissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan hebben voor hun respectieve gebieden tot taak :
a ) te fungeren als forum voor overleg en samenwerking tussen de leden op het gebied van de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmsbestanden waarvoor dit Verdrag geldt ;
b ) voorschriften voor te stellen voor de in het visserijrechtsgebied van een lid uitgeoefende visserij op zalm die van oorsprong is uit de rivieren van andere Partijen ; en
c ) de Raad aanbevelingen te doen inzake het verrichten van wetenschappelijk onderzoek .
Artikel 9
Bij de uitoefening van de in de artikelen 7 en 8 vermelde taken zullen de commissies rekening houden met :
a ) de beste gegevens die haar ter beschikking staan , met inbegrip van de adviezen van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee ( ICES ) en andere bevoegde wetenschappelijke organisaties ;
b ) vastgestelde maatregelen en andere factoren , zowel binnen als buiten het onder de betrokken commissie ressorterende gebied , die van invloed zijn op de betrokken zalmbestanden ;
c ) de activiteiten van de Staten van oorsprong met betrekking tot de tenuitvoerlegging en de naleving van maatregelen voor de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmsbestanden in hun rivieren en visserijrechtsgebieden , met inbegrip van de maatregelen bedoeld in artikel 15 , lid 5 , sub b ) ;
d ) de mate waarin de betrokken zalmsbestanden zich voeden in de visserijrechtsgebieden van de respectieve Partijen ;
e ) de relatieve weerslag van de zalmvangst in de verschillende stadia van de trekroutes ;
f ) de bijdrage van Partijen die geen staat van oorsprong zijn , tot de instandhouding van de zalmbestanden die zich bij hun trek verplaatsen tot in hun visserijrechtsgebied , welke bijdrage bestaat in de beperking van hun vangsten uit dergelijke bestanden of in andere maatregelen , en
g ) de belangen van gemeenschappen die in bijzondere mate afhankelijk zijn van de zalmvisserij .
Artikel 10
1 . Partijen die als lid zitting hebben in de commissies , zijn :
a ) de Commissie voor Noord-Amerika : Canada en de Verenigde Staten van Amerika ;
b ) de Commissie voor West-Groenland : Canada , de Europese Economische Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika ;
c ) de Commissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan : Denemarken voor de Faeroer , de Europese Economische Gemeenschap , IJsland , Noorwegen en Zweden .
2 . De Raad zal in zijn eerste vergadering de samenstelling van de Commissie voor West-Groenland opnieuw bekijken ; hij kan deze samenstelling met eenparigheid van stemmen wijzigen .
3 . Een Partij die niet in lid 1 , sub b ) , is vermeld , kan , op eigen verzoek en na een eenparig besluit van de Raad , lid worden van de Commissie voor West-Groenland of van de Commissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan indien aanzienlijke hoeveelheden zalm in het onder de betreffende commissie ressorterende gebied van oorsprong zijn uit die Staat of indien die Staat jurisdictie over de visserij in dat gebied uitoefent .
4 . Partijen kunnen als waarnemers deelnemen aan de besprekingen van een commissie waarvan zij geen lid zijn .
5 . Ieder lid mag in de commissie ten hoogste drie vertegenwoordigers benoemen ; deze kunnen op vergaderingen vergezeld worden door deskundigen en adviseurs .
6 . Iedere commissie kiest een voorzitter en een vice-voorzitter voor een ambtsperiode van twee jaar . Zij zijn herkiesbaar , maar iedere functie mag slechts gedurende ten hoogste vier opeenvolgende jaren door dezelfde persoon worden vervuld . De voorzitter en de vice-voorzitter mogen geen vertegenwoordigers zijn van hetzelfde lid .
7 . Op verzoek van een lid van een commissie , daarin gesteund door een ander lid , roept de voorzitter buiten de jaarlijkse vergadering van de commissie vergaderingen bijeen op een door hem te bepalen plaats en tijdstip .
8 . Iedere commissie brengt geregeld bij de Raad verslag uit over haar activiteiten .
Artikel 11
1 . Iedere commissie stelt haar reglement van orde vast .
2 . Ieder lid van een commissie heeft één stem . Met betrekking tot de Commissie voor Noord-Amerika heeft de Europese Economische Gemeenschap bovendien het recht om voorstellen in te dienen voor voorschriften inzake zalmbestanden van oorsprong uit de in artikel 18 bedoelde gebieden en over die voorstellen te stemmen . Met betrekking tot de Commissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan hebben Canada en de Verenigde Staten van Amerika ieder het recht om voorstellen in te dienen voor voorschriften inzake zalmbestanden van oorsprong uit de rivieren van Canada , respectievelijk de Verenigde Staten van Amerika , die voorkomen voor de kust van Oost-Groenland , en over die voorstellen te stemmen .
3 . De besluiten van een commissie worden genomen met eenparigheid van stemmen van alle aanwezige Partijen die voor - of tegenstemmen . Wanneer geen quorum van twee derde van de ter zake stemgerechtigden wordt bereikt , vindt geen stemming plaats .
Artikel 12
1 . De Raad benoemt zijn Secretaris , die als administratief hoofd van de Organisatie fungeert .
2 . De Secretaris heeft tot taak :
a ) zorg te dragen voor de administratie van de Organisatie ;
b ) te zorgen voor het verzamelen en verspreiden van statistieken en rapporten over zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt ; en
c ) de taken te verrichten die voortvloeien uit andere bepalingen van dit Verdrag of die hem door de Raad worden opgedragen .
3 . De Raad stelt de arbeidsvoorwaarden vast voor de Secretaris en het personeel .
4 . De Secretaris benoemt het personeel overeenkomstig door de Raad goedgekeurde voorschriften ter zake . Het personeel is verantwoording verschuldigd aan de Secretaris , onder het algemene toezicht van de Raad .
Artikel 13
1 . De Secretaris stelt de leden van een commissie zo spoedig mogelijk in kennis van alle door die commissie voorgestelde voorschriften .
2 . Behoudens lid 3 worden de door een commissie krachtens artikel 7 , lid 1 , sub b ) of c ) , of artikel 8 , sub b ) , voorgestelde voorschriften bindend voor de leden 60 dagen na de in de kennisgeving van de Secretaris aangegeven datum of met ingang van een eventueel door die commissie vastgestelde latere datum .
3 . Ieder lid in wiens visserijrechtsgebied een voorschrift van toepassing zou worden , mag daartegen binnen 60 dagen na de in de kennisgeving van de Secretaris aangegeven datum bezwaar aantekenen . In dat geval wordt het voorschrift voor geen enkel lid bindend . Een lid dat bezwaar heeft aangetekend , mag dat bezwaar te allen tijde intrekken . Dertig dagen nadat alle bezwaren zijn ingetrokken , wordt het voorschrift bindend , behoudens het bepaalde in lid 2 .
4 . Ten vroegste één jaar na de datum waarop een voorschrift bindend is geworden , mag ieder lid in wiens visserijrechtsgebied het voorschrift geldt , dat voorschrift opzeggen door schriftelijke kennisgeving aan de Secretaris . De Secretaris brengt deze opzeging onverwijld ter kennis van de andere leden . Het voorschrift is voor alle leden niet meer bindend 60 dagen na de datum waarop de Secretaris de kennisgeving van de opzegging heeft ontvangen of met ingang van een eventueel door dat lid aangegeven latere datum .
5 . Een commissie mag dringende voorschriften voorstellen die in werking treden voordat de in lid 2 bedoelde periode van 60 dagen is afgelopen . De leden stellen alles in het werk om deze dringende voorschriften ten uitvoer te leggen , tenzij een lid binnen 30 dagen na de indiening van het voorstel door de commissie daartegen bezwaar heeft aangetekend .
Artikel 14
1 . Iedere Partij treft de nodige maatregelen , met inbegrip van het opleggen van passende sancties ter zake van overtredingen , om de naleving van de bepalingen van dit Verdrag te waarborgen en de voorschriften die bindend worden op grond van artikel 13 , ten uitvoer te leggen .
2 . Iedere Partij zendt de Raad jaarlijks een verslag over de maatregelen die zij op grond van lid 1 heeft getroffen . Dat verslag moet uiterlijk 60 dagen voor de jaarlijkse vergadering van de Raad aan de Secretaris worden toegezonden .
Artikel 15
1 . Iedere Partij stelt de Raad , met de door de Raad vastgestelde frequentie , in het bezit van de vangststatistieken over de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt en die zijn gevangen in de rivieren en het visserijrechtsgebied van die Partij .
2 . Iedere Partij zorgt voor de opstelling van alle andere door de Raad gevraagde statistieken over de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt en die voorkomen in de rivieren en het visserijrechtsgebied van die Partij ; zij stelt die statistieken ter beschikking van de Raad . De Raad bepaalt met eenparigheid van stemmen de aard en vorm van deze statistieken alsmede de frequentie waarmee zij moeten worden medegedeeld .
3 . Iedere Partij stelt de Raad in het bezit van alle andere beschikbare wetenschappelijke en statistische gegevens die door de Raad in het kader van dit Verdrag worden gevraagd .
4 . Op verzoek van de Raad stelt iedere Partij de Raad in het bezit van een kopie van de geldende wetten , regelingen en programma's , of eventueel samenvattingen daarvan , die betrekking hebben op de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt en die voorkomen in de rivieren en het visserijrechtsgebied van die Partij .
5 . Iedere Partij stelt de Raad jaarlijks in kennis van :
a ) alle sedert de laatste kennisgeving vastgestelde of ingetrokken wetten , regelingen en programma's inzake de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt en die voorkomen in de rivieren en het visserijrechtsgebied van die Partij ;
b ) de door de bevoegde instanties aangegane verplichtingen inzake de vaststelling of handhaving gedurende bepaalde perioden op haar grondgebied of in haar visserijrechtsgebied van maatregelen inzake de instandhouding , het herstel , de vergroting en het rationele beheer van de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt ; en
c ) de factoren op haar grondgebied en in haar visserijrechtsgebied die van wezenlijke invloed kunnen zijn op de omvang van de zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt .
6 . De in lid 5 , sub a ) , bedoelde kennisgevingen moeten ten laatste 60 dagen voor de jaarlijkse vergadering van de Raad worden toegezonden aan de Secretaris . De in lid 5 , sub b ) en c ) , bedoelde kennisgevingen moeten zo spoedig mogelijk worden toegezonden aan de Secretaris .
Artikel 16
1 . De Raad stelt een jaarlijkse begroting vast voor de Organisatie . Uiterlijk 60 dagen voor de vergadering van de Raad waarop de begroting zal worden besproken , zendt de Secretaris een ontwerp-begroting aan alle Partijen , samen met een overzicht van de bijdragen .
2 . De Raad bepaalt de jaarlijkse bijdrage van iedere Partij aan de hand van de volgende formule :
a ) 30 % van de begroting wordt gelijkelijk gedragen door alle Partijen ;
b ) 70 % van de begroting wordt door de Partijen gedragen in verhouding tot hun nominale vangsten van zalm waarvoor dit Verdrag geldt , in het kalenderjaar dat niet meer dan 18 maanden en niet minder dan 6 maanden voor het begin van het begrotingsjaar is geëindigd .
3 . De Secretaris stelt iedere Partij in kennis van de verschuldigde bijdrage . De bijdragen moeten uiterlijk vier maanden na de datum van kennisgeving worden betaald .
4 . De bijdragen worden betaald in de valuta van de Staat waar de Organisatie haar zetel heeft , tenzij de Raad anders beslist .
5 . De bijdrage van een Partij waarvoor dit Verdrag in werking is getreden in de loop van het begrotingsjaar , is voor dat jaar gelijk aan het gedeelte van de jaarlijkse bijdrage dat overeenkomst met het aantal voor dat jaar resterende gehele maanden vanaf de datum waarop het Verdrag voor die Partij in werking is getreden .
6 . Een Partij die haar bijdrage niet heeft betaald voor twee opeenvolgende jaren , heeft totdat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan , niet het recht om in het kader van dit Verdrag te stemmen , tenzij de Raad anders beslist .
7 . De financiële situatie van de Organisatie wordt jaarlijks gecontroleerd door onafhankelijke accountants die door de Raad worden gekozen .
Artikel 17
1 . Dit Verdrag staat van 2 maart tot en met 31 augustus 1982 te Reykjavik open voor ondertekening door Canada , Denemarken voor de Faeroër , de Europese Economische Gemeenschap , IJsland , Noorwegen , Zweden en de Verenigde Staten van Amerika .
2 . Dit Verdrag moet worden bekrachtigd of goedgekeurd .
3 . Tot het Verdrag kunnen toetreden : alle in lid 1 genoemde Partijen en , onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad , iedere andere Staat die jurisdictie over de visserij in de Noordatlantische Oceaan uitoefent of die kan worden aangemerkt als Staat van oorsprong met betrekking tot zalmbestanden waarvoor dit Verdrag geldt .
4 . De akten van bekrachtiging , goedkeuring of toetreding worden nedergelegd bij de depositaris .
5 . Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de nederlegging van de akten van bekrachtiging , goedkeuring of toetreding door vier Partijen , mits van die vier Partijen er telkens twee lid zijn van iedere commissie en dat ten minste één van de twee leden van elke commissie jurisdictie uitoefent over de visserij in het onder die commissie ressorterende gebied .
6 . Voor een Partij die het Verdrag bekrachtigt of goedkeurt dan wel tot het Verdrag toetreedt na de in lid 5 bedoelde nederlegging van de vereiste akten van bekrachtiging , goedkeuring of toetreding , treedt het Verdrag in werking op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag of op de datum van nederlegging van de akte van bekrachtiging , goedkeuring of toetreding , indien deze nederlegging op een latere datum heeft plaatsgevonden .
7 . De depositaris stelt alle ondertekenaars en toetredende Partijen in kennis van de nederlegging van alle akten van bekrachtiging , goedkeuring en toetreding en deelt de ondertekenaars mede op welke datum en voor welke Partijen dit Verdrag in werking treedt .
8 . De depositaris roept de eerste vergadering van de Raad en van de commissie zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit Verdrag bijeen .
Artikel 18
Voor de Europese Economische Gemeenschap is dit Verdrag van toepassing op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden .
Artikel 19
1 . Iedere Partij mag wijzigingen in dit Verdrag voorstellen , die door de Raad worden besproken . Een wijzigingsvoorstel wordt aan de Secretaris toegezonden ten minste 90 dagen voor de vergadering waarin het volgens de Partij moet worden besproken . De Secretaris zendt het wijzigingsvoorstel onmiddellijk door aan de Partijen .
2 . Een wijzigingsvoorstel kan slechts worden goedgekeurd met eenparigheid van stemmen van alle aanwezige Partijen die voor - of tegenstemmen . De tekst van een aldus goedgekeurd wijzigingsvoorstel wordt door de Secretaris doorgezonden aan de depositaris , die de Partijen daarvan onverwijld in kennis stelt .
3 . Een wijziging treedt voor alle Partijen in werking 30 dagen na de in de kennisgeving door de depositaris vermelde datum waarop de depositaris de akten van bekrachtiging of goedkeuring van alle Partijen heeft ontvangen .
4 . Een Partij waarvoor dit Verdrag bindend wordt nadat een wijziging overeenkomstig lid 3 in werking is getreden , wordt beschouwd als een Partij bij het gewijzigde Verdrag .
5 . De depositaris stelt alle Partijen onverwijld in kennis van de ontvangst van de akten van bekrachtiging of goedkeuring en van de inwerkingtreding van de wijzigingen .
Artikel 20
1 . Iedere Partij kan dit Verdrag met ingang van 31 december van ieder jaar opzeggen door de depositaris daarvan in kennis te stellen uiterlijk op 30 juni van hetzelfde jaar . De depositaris brengt de opzegging onverwijld ter kennis van de andere Partijen .
2 . Iedere andere Partij mag dit Verdrag met ingang van 31 december van hetzelfde jaar opzeggen door de depositaris daarvan in kennis te stellen binnen 30 dagen na de datum waarop de depositaris een opzegging als bedoeld in lid 1 ter kennis heeft gebracht van de Partijen .
Artikel 21
1 . De oorspronkelijke tekst van dit Verdrag wordt nedergelegd bij de Raad van de Europese Gemeenschappen , in het Verdrag " de depositaris " genoemd , die gewaarmerkte afschriften daarvan aan alle ondertekenaars en toetredende Partijen zal toezenden .
2 . De depositaris registreert dit Verdrag overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.