Verordening 1979/1253 - Opening, de verdeling en de wijze van beheer van een gemeenschappelijk tariefcontingent voor rum, arak en tafia van onderverdeling 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, uit de ACS-Staten (1979/1980)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31979R1253

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31979R1253

Verordening (EEG) nr. 1253/79 van de Raad van 25 juni 1979 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor rum, arak en tafia van onderverdeling 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de ACS-Staten (1979/1980)

Publicatieblad Nr. L 160 van 28/06/1979 blz. 0004 - 0005

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1253/79 VAN DE RAAD

van 25 juni 1979

betreffende de opening , de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor rum , arak en tafia van onderverdeling 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief , van oorsprong uit de ACS-Staten ( 1979/1980 )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 113 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat krachtens de op 28 februari 1975 ondertekende ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé , hierna de Overeenkomst genoemd , en inzonderheid het daaraan gehechte Protocol nr . 7 , de produkten van onderverdeling 22.09 C I ( rum , arak , tafia ) , van oorsprong uit de ACS-Staten , tot de inwerkingtreding van een gemeenschappelijke marktordening voor alcohol in de Gemeenschap met vrijdom van douanerechten worden toegelaten onder voorwaarden die de ontwikkeling van de traditionele handelsstromen tussen de ACS-Staten en de Gemeenschap enerzijds en tussen de Lid-Staten anderzijds mogelijk maken ; dat de Gemeenschap de hoeveelheden die met vrijdom van douanerechten mogen worden ingevoerd , jaarlijks vaststelt op basis van de grootste jaarlijkse hoeveelheden die uit de ACS-Staten in de Gemeenschap zijn ingevoerd in de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn , vermeerderd met een jaarlijks groeipercentage van 40 op de markt van het Verenigd Koninkrijk en van 13 op de andere markten van de Gemeenschap , welke groeipercentages gebaseerd zijn op de te verwachten interne consumptiebehoeften van elke Lid-Staat ;

Overwegende dat gelet dient te worden op de niveaus die de invoer van deze produkten in de Gemeenschap en in de Lid-Staten in de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn , heeft bereikt ;

Overwegende dat , aangezien de Overeenkomst op 1 maart 1980 verstrijkt , de omvang van het tariefcontingent moet worden vastgesteld op 8/12 van de hoeveelheid op jaarbasis ; dat de omvang van het tariefcontingent voor het tijdvak van 1 juli 1979 tot en met 29 februari 1980 derhalve op 117 404 hectoliter zuivere alcohol moet worden vastgesteld ;

Overwegende dat bovenbedoelde beginselen eveneens gelden voor de verdeling van het tariefcontingent ;

Overwegende dat met een systeem voor de benutting van het communautaire tariefcontingent , gebaseerd op een verdeling over het Verenigd Koninkrijk enerzijds en de overige Lid-Staten anderzijds , de toepassing van de in Protocol nr . 7 vastgestelde groeipercentages in overeenstemming lijkt te kunnen worden gebracht met de onafgebroken toepassing van de voor dit contingent vastgestelde vrijdom van rechten op alle invoer van de betrokken produkten in de Lid-Staten totdat het contingent volledig is benut ; dat deze verdeling , om zo goed mogelijk de werkelijke ontwikkeling op de markt van de betrokken produkten weer te geven , toegepast moet worden naar verhouding van de behoeften der Lid-Staten ;

Overwegende dat geschikte maatregelen dienen te worden vastgesteld om te waarborgen dat Protocol nr . 7 wordt toegepast onder voorwaarden die de ontwikkeling van de traditionele handelsstromen tussen de ACS-Staten en de Gemeenschap enerzijds en tussen de Lid-Staten anderzijds mogelijk maken ;

Overwegende dat het , in verband met het bijzondere karakter van de betrokken produkten en hun gevoeligheid op de markten van de Gemeenschap , dienstig is bij wijze van uitzondering een regeling voor het gebruik in te stellen die berust op een eenmalige verdeling over de Lid-Staten ;

Overwegende dat , aangezien het Koninkrijk België , het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie , elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Van 1 juli 1979 tot en met 29 februari 1980 mogen , rum , arak en tafia van onderverdeling 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief , van oorsprong uit de ACS-Staten , met vrijdom van douanerechten in de Gemeenschap worden ingevoerd binnen de grenzen van een communautair tariefcontingent van 117 404 hectoliter zuivere alcohol .

Artikel 2

1 . Het in artikel 1 bedoelde tariefcontingent wordt in twee gedeelten verdeeld . Het eerste gedeelte , ten belope van 81 789 hectoliter zuivere alcohol , is bestemd voor de consumptie in het Verenigd Koninkrijk . Het tweede gedeelte , ten belope van 35 615 hectoliter zuivere alcohol , wordt over de overige Lid-Staten verdeeld .

2 . De quota van elk van de Lid-Staten die krachtens lid 1 in aanmerking komen voor het tweede gedeelte belopen de onderstaande hoeveelheden :

  • ( in hl zuivere alcohol ) *

Benelux * 4 542 *

Denemarken * 2 446 *

Duitsland * 22 332 *

Frankrijk * 4 238 *

Ierland * 1 777 *

Italië * 280 *

Artikel 3

1 . De Lid-Staten beheren de hun toegekende quota volgens hun eigen regels ter zake .

2 . De uitputtingsgraad van het quotum van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden van de betrokken produkten , van oorsprong uit de ACS-Staten , die bij de douane ten invoer tot verbruik zijn aangegeven .

Artikel 4

1 . De Lid-Staten stellen de Commissie maandelijks op de hoogte van de invoer die daadwerkelijk op het tariefcontingent in mindering is gebracht .

2 . Het Verenigd Koninkrijk neemt de nodige maatregelen om te bewerkstelligen dat de hoeveelheden die onder de in de artikelen 1 en 2 vastgestelde voorwaarden uit de ACS-Staten worden ingevoerd , uitsluitend worden bestemd voor binnenlandse consumptie .

3 . De Commissie stelt de Lid-Staten regelmatig in kennis van de uitputtingsgraad van het contingent .

4 . Voor zover nodig kan , hetzij op verzoek van een Lid-Staat , hetzij op initiatief van de Commissie , overleg worden geopend .

Artikel 5

De Commissie treft , in nauwe samenwerking met de Lid-Staten , de nodige maatregelen om de toepassing van deze verordening te waarborgen .

Artikel 6

Verordening ( EEG ) nr . 157/76 van de Raad , van 20 januari 1976 , betreffende de in de ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé bedoelde vrijwaringsmaatregelen ( 1 ) is van toepassing op de in deze verordening genoemde produkten .

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1979 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 25 juni 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . LE THEULE

( 1 ) PB nr . L 18 van 27 . 1 . 1976 , blz . 1 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.