Verordening 1979/1177 - Maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visstand die voor 1979 van toepassing zijn op vaartuigen die de vlag van Spanje voeren - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 1177/79 van de Raad van 12 juni 1979 tot vaststelling van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visstand die voor 1979 van toepassing zijn op vaartuigen die de vlag van Spanje voeren
Publicatieblad Nr. L 151 van 19/06/1979 blz. 0001 - 0008
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 1177/79 VAN DE RAAD
van 12 juni 1979
tot vaststelling van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visstand die voor 1979 van toepassing zijn op vaartuigen die de vlag van Spanje voeren
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,
Overwegende dat de Raad op 3 november 1976 een aantal resoluties inzake bepaalde externe en interne aspecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft aangenomen ;
Overwegende dat de Gemeenschap en Spanje hebben onderhandeld over een kaderovereenkomst inzake visserij ;
Overwegende dat de Commissie aan de Raad een voorstel heeft voorgelegd inzake de sluiting van deze overeenkomst ;
Overwegende dat de Gemeenschap en Spanje volgens de in de overeenkomst vervatte procedure overleg hebben gepleegd over de voorwaarden waarop de vaartuigen van beide partijen in 1979 de visserij mogen uitoefenen in de visserijzone van de andere partij ;
Overwegende dat aan het einde van dit overleg , de delegatie van de Gemeenschap zich ertoe heeft verbonden haar autoriteiten aan te bevelen voor de betrokken periode bepaalde maatregelen vast te stellen waarbij Spaanse vaartuigen worden gemachtigd de visserij uit te oefenen in de visserijzone van de Lid-Staten die onder de communautaire visserijvoorschriften valt ;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen als tussentijdse maatregelen zijn vastgesteld bij Verordening ( EEG ) nr . 586/79 ( 2 ) , in afwachting van hun opneming in het gemeenschappelijk landbouwbeleid door aanneming van een verordening op grond van artikel 43 van het Verdrag ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
In de visserijzone van de Lid-Staten , die zich tot 200 zeemijl uitstrekt en waarvoor de communautaire visserijregeling geldt , mogen vaartuigen die de vlag van Spanje voeren in het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 1979 , uitsluitend de in bijlage I genoemde hoeveelheden vangen overeenkomstig het bepaalde in deze verordening .
Artikel 2
1 . De visserij mag slechts worden uitgeoefend indien daartoe namens de Gemeenschap door de Commissie een vergunning is afgegeven die aan boord aanwezig is en de instandhoudings - en controlemaatregelen , alsmede de overige voorschriften inzake de uitoefening van de visserij in de in artikel 1 genoemde zones in acht worden genomen .
2 . Het aantal vergunningen dat mag worden afgegeven aan vaartuigen die de vlag van Spanje voeren , is vastgesteld in bijlage I , punt 3 .
Artikel 3
1 . Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning bij de Commissie moeten de volgende inlichtingen worden verstrekt :
a ) naam van het vaartuig ;
b ) registratienummer ;
c ) op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -cijfers ;
d ) haven van registratie ;
e ) naam en adres van de eigenaar of huurder ;
f ) brutotonnage en lengte over alles ;
g ) motorvermogen ;
h ) oproepnummer en radiofrequentie ;
i ) vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt ;
j ) zone waarin zal worden gevist ;
k ) vissoorten waarop zal worden gevist ;
l ) periode waarvoor een vergunning wordt gevraagd .
2 . Een vergunning is slechts geldig voor één vaartuig . Indien verschillende vaartuigen samen vissen , moet ieder vaartuig in het bezit zijn van een vergunning waarin deze vangstmethode wordt aangegeven .
3 . Voor de visserij als bedoeld in bijlage I , punt 3 , sub b ) , c ) en d ) , bestaat echter de mogelijkheid om op verzoek slechts één vergunning af te geven voor twee vaartuigen ; de identificatiegegevens van beide vaartuigen worden gezamenlijk in de vergunning vermeld .
Voor elk van deze soorten visserij delen de Spaanse instanties een lijst mee waarop ten hoogste het in bijlage I , punt 3 , laatste kolom , aangegeven aantal vaartuigen voorkomt , en vermelden daarbij voor welke vaartuigen een individuele of een groepsvergunning wordt aangevraagd , alsmede eventueel de aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning .
4 . Lid 1 is niet van toepassing voor de in bijlage I , punt 3 , sub e ) en f ) , bedoelde vergunningen , daar deze vergunningen genummerd en niet nominatief zijn .
5 . De kapiteins van vaartuigen met een vergunning moeten de in bijlage II vermelde bijzondere voorwaarden in acht nemen . Deze voorwaarden maken deel uit van de vergunning .
Bij het vissen op tonijn dienen slechts de punten 1 en 2 van deze bijzondere voorwaarden in acht te worden genomen .
6 . Een vaartuig mag slechts in het bezit zijn van één vergunning .
Artikel 4
1 . De kapitein van een vaartuig met een vergunning als genoemd in bijlage I , punt 3 , sub a ) , moet de in de vergunning vermelde gegevens mededelen aan de Commissie , via een radiostation van de Lid-Staten .
2 . Voor de andere soorten visserij , behalve het vissen op tonijn , kunnen de vergunningen ongeldig worden verklaard indien de Commissie op de vijfde en op de twintigste dag van elke maand niet beschikt over de door de bevoegde instanties van Spanje medegedeelde gegevens betreffende de vangsten per vaartuig en de aanvoer in iedere haven gedurende de daaraan voorafgaande periode van twee weken .
Artikel 5
1 . Het vissen met kieuwnetten is verboden .
2 . De vaartuigen mogen slechts het vistuig aan boord hebben dat nodig is voor de uitoefening van de visserij waarvoor een vergunning is afgegeven .
Artikel 6
1 . Als bijvangst mogen ten hoogste de in bijlage I , punt 2 , vermelde hoeveelheden worden gevangen .
2 . Vaartuigen die op tonijn vissen , mogen alleen tonijnachtigen vangen ; zij mogen uitsluitend tonijnachtigen aan boord hebben , alsmede als levend aas te gebruiken ansjovis .
Artikel 7
1 . De in bijlage I , punt 3 , sub e ) , bedoelde vergunningen zijn geldig tot 30 juni 1979 en de sub f ) bedoelde vergunningen in het tijdvak van 1 juli tot en met 30 september 1979 .
2 . De in bijlage I , punt 3 , sub b ) , bedoelde vergunningen zijn geldig in het tijdvak van 1 januari tot en met 28 februari 1979 en in het tijdvak van 1 juli tot en met 31 december 1979 .
Artikel 8
1 . De krachtens deze verordening afgegeven vergunningen zijn geldig gedurende ten minste twee maanden vanaf de eerste dag van een maand tot de laatste dag van die maand . De aanvragen worden uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de gewenste geldigheidstermijn ingediend .
In april 1979 kan de geldigheidstermijn echter ingaan op een andere dag . In dat geval worden de aanvragen , uitgezonderd voor de ansjovisvisserij , uiterlijk tien dagen voor het gewenste begin van de geldigheidsduur ingediend .
2 . De geldigheidsduur van de vergunningen kan worden verlengd op de in lid 1 , eerste alinea , omschreven voorwaarden .
3 . Vergunningen kunnen worden geannuleerd met het oog op de afgifte van nieuwe vergunningen . De annulering gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de vergunningen bij de Commissie zijn ingeleverd .
De nieuwe vergunningen worden afgegeven overeenkomstig het bepaalde in lid 1 .
Artikel 9
1 . De geldigheidsduur van de vergunningen verstrijkt zodra is geconstateerd dat de in punt 1 van bijlage I genoemde hoeveelheden zijn gevangen .
2 . Voor vaartuigen ten aanzien waarvan de in deze verordening opgenomen verplichtingen niet zijn nagekomen , wordt gedurende zes maanden geen vergunning afgegeven .
Artikel 10
1 . De visserij mag niet worden uitgeoefend in een zone binnen de ICES-afdelingen VI en VII ten zuiden van 56 * 30' noorderbreedte , ten oosten van 12 * westerlengte en ten noorden van 50 * 30' noorderbreedte .
2 . De in bijlage I , punt 3 , sub d ) , bedoelde visserij mag niet worden uitgeoefend ten oosten van 1 * 48' westerlengte .
Artikel 11
1 . Verordening ( EEG ) nr . 586/79 wordt ingetrokken . Bij de in artikel 9 , lid 1 , bedoelde constatering wordt rekening gehouden met de door Spaanse vaartuigen op grond van deze verordening gevangen hoeveelheden .
2 . De krachtens Verordening ( EEG ) nr . 586/79 afgegeven vergunningen blijven evenzeer van kracht als de vergunningen die zijn afgegeven krachtens deze verordening .
Artikel 12
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Zij is van toepassing vanaf 1 januari tot en met 31 december 1979 .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Luxemburg , 12 juni 1979 .
Voor de Raad
De Voorzitter
J . FRANCOIS-PONCET
( 1 ) PB nr . C 140 van 5 . 6 . 1979 , blz . 115 .
( 2 ) PB nr . L 81 van 31 . 3 . 1979 , blz . 1 .
BIJLAGE I
1 . Vangstquota
Soort * ICES-afdelingen * Hoeveelheid ( in ton ) *
Heek * VI * 1 819 ( 1 ) *
-
*VII * 6 200 ( 1 ) *
-
*VIII * 7 481 ( 1 ) *
Andere soorten die als bijvangst bij de gerichte visserij op heek worden gevangen * VI * 3 638 *
-
*VII * 12 400 *
-
*VIII * 14 962 *
Ansjovis * VIII * 29 000 ( 2 ) *
Tonijn * onbeperkt *
( 1 ) Hiervan wordt 1 500 ton overgedragen van de toewijzing betreffende het laatste kwartaal van 1978 , met de volgende onderverdeling :
-
-afdeling VI : 176 ton ,
-
-afdeling VII : 600 ton ,
-
-afdeling VIII : 724 ton .
( 2 ) Van deze hoeveelheid moeten de hoeveelheden worden afgetrokken die in de Spaanse visserijzone zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van Spanje voeren .
2 . Toegestane bijvangst
Bij gerichte visserij op : * Bijvangst van : * Maximaal toegestane bijvangst *
Heek * Kabeljauw , Schelvis , Wijting , Witte koolvis , Zwarte koolvis * Het totaal gewicht van de bijvangst van al deze soorten mag niet meer bedragen dan 3 % van de totale vangst aan boord . *
-
*Haringachtigen , Langoestines * Het totaal gewicht van de bijvangst van deze soorten mag niet meer bedragen dan 5 % van de totale vangst aan boord . *
-
*Tong , Schol , Haring * De bijvangst van deze soorten mag niet aan boord worden gehouden . *
Sardienen * Horsmakreel * Het gewicht van de bijvangst van deze soort mag niet meer bedragen dan 10 % van de totale vangst of 10 % van een monster van ten minste 100 kg dat aan boord is , na sortering in het ruim van het vaartuig . *
-
*Andere soorten ( met inbegrip van invertebrata ) * De bijvangst van andere soorten mag niet aan boord worden gehouden . *
3 . Aantal vergunningen dat kan worden afgegeven voor de verschillende ICES-afdelingen
Soort visserij * ICES-afdelingen * Aantal vergunningen * Totaal aantal vaartuigenlijst *
a ) Vaartuigen die op heek vissen * VI * 31 ( 1 ) * - *
-
*VII * 87 ( 1 ) * - *
-
*VIII * 82 ( 1 ) * - *
b ) Vaartuigen die op sardienen vissen ( zegenvisserij met vaartuigen van minder dan 100 brt ) * VIII * 40 * 71 *
c ) Vaartuigen die met de beug vissen , met een tonnage van minder dan 100 brt * VIIIa * 10 * 17 *
d ) Visserij vanaf vaartuigen van ten hoogste 50 brt die uitsluitend met hengels wordt uitgeoefend * VIII * 50 * 60 *
e ) Vaartuigen die vissen op ansjovis , als hoofdvangst * VIII * 160 * - *
f ) Vaartuigen die vissen op ansjovis , bestemd om als levend aas te worden gebruikt * VIII * 120 * - *
g ) Vaartuigen die op tonijn vissen * VI , VII , VIII * onbeperkt *
( 1 ) Vastgesteld op basis van een standaardvaartuig met een tempaardekracht van 700 pk ( rpk ) .
De omrekeningscoëfficiënten voor vaartuigen met een ander motorvermogen zijn als volgt :
Motorvermogen * Coëfficiënt *
Minder dan 300 pk * 0,57 *
gelijk aan of meer dan 300 pk doch minder dan 400 pk * 0,76 *
gelijk aan of meer dan 400 pk doch minder dan 500 pk * 0,85 *
gelijk aan of meer dan 500 pk doch minder dan 600 pk * 0,90 *
gelijk aan of meer dan 600 pk doch minder dan 700 pk * 0,96 *
gelijk aan of meer dan 700 pk doch minder dan 800 pk * 1,00 *
gelijk aan of meer dan 800 pk doch minder dan 1 000 pk * 1,07 *
gelijk aan of meer dan 1 000 pk doch ten hoogste 1 200 pk * 1,11 *
meer dan 1 200 pk * 2,25 *
Vaartuigen die met de beug vissen , andere dan bedoeld sub 3 c ) * 0,33 *
Voor de toepassing van deze omrekeningscoëfficiënten op vaartuigen die met twee of drie in span vissen ( " parejas " en " trios " ) , wordt het motorvermogen van de betrokken vaartuigen samengeteld .
BIJLAGE II
Bijzondere voorwaarden
1 . De visvergunning moet aan boord van het vaartuig zijn .
2 . De registratieletters en -nummers van het vaartuig dat een vergunning heeft , moeten duidelijk aan beide kanten op de boeg zijn aangebracht en aan beide kanten op de bovenbouw waar ze het best zichtbaar zijn .
De letters en nummers moeten worden geschilderd in een kleur die afsteekt tegen de kleur van de romp of van de bovenbouw en mogen niet zijn uitgewist , gewijzigd , bedekt of op enige andere wijze onherkenbaar zijn gemaakt .
3 . Er moet een logboek worden bijgehouden waarin na elke trek moeten worden genoteerd :
3.1 . de gevangen hoeveelheden van elke soort ( in kg ) ;
3.2 . de datum en het tijdstip waarop de trek begonnen en geëindigd is ;
3.3 . het statistische vak van de ICES waarin de vangsten hebben plaatsgevonden ;
3.4 . de toegepaste vismethode .
4 . De gegevens moeten door het vaartuig dat een vergunning heeft , aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel ( telexadres 24189 FISEU-B ) worden medegedeeld via een van de in punt 6.1 vermelde radiostations , en wel op de volgende tijdstippen :
4.1 . bij het binnenvaren van de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl langs de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap , waarop de communautaire visserijwetgeving van toepassing is ;
4.2 . bij het verlaten van de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl langs de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap , waarop de communautaire visserijwetgeving van toepassing is ;
4.3 . telkens wanneer het vaartuig binnen de in 4.1 en 4.2 bedoelde zones van een ICES-deelgebied naar een ander vaart ;
4.4 . bij het binnenvaren van een haven in de Gemeenschap ;
4.5 . bij het verlaten van een haven in de Gemeenschap ;
4.6 . wekelijks voor de afgelopen week , te beginnen met de datum waarop het vaartuig de in 4.1 bedoelde visserijzone is binnengevaren of waarop het vaartuig een in 4.5 bedoelde haven heeft verlaten .
5 . De in 4 bedoelde berichten moeten de volgende gegevens bevatten :
5.1 . datum , uur en geografische positie van het vaartuig , alsmede het statistische vak van de ICES waarin het zich bevindt ;
5.2 . gewicht ( in kg ) van de vangsten , per vissoort , die zich in de ruimen bevinden ;
5.3 . gewicht ( in kg ) van de vangsten , per vissoort , sinds het vorige bericht ;
5.4 . statistische vak van de ICES waarin de vangsten hebben plaatsgevonden ;
5.5 . gewicht ( in kg ) van de vangsten , per vissoort , die sinds het vorige bericht op andere vaartuigen zijn overgeladen .
6 . De in punt 5 bedoelde berichten moeten als volgt worden toegezonden :
6.1 . elk beri ht moet worden doorgezonden via één van de in de onderstaande lijst vermelde radiostations :
Naam * Oproepletters *
N . Foreland * GNF *
Humber * GKZ *
Cullercoats * GCC *
Wick * GKR *
Oban * GNE *
Portpatrick * GPK *
Anglesey * GLV *
Ilfracombe * GIL *
Niton * GNI *
Stonehaven * GND *
Portshead * GKA *
-
*GKB *
-
*GKC *
Land's End * GLD *
Valentia * EJK *
Malin Head * EJM *
Boulogne * FFB *
Brest * FFU *
St . Nazaire * FFO *
Bordeaux-Arcachon * FFC *
6.2 . Indien het bericht wegens overmacht niet door het vergunninghoudende vaartuig kan worden doorgezonden , mag het namens het eerstgenoemde vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden .
6.3 . Inhoud van het bericht
De berichten die overeenkomstig de vergunning en op de in punt 4 vermelde tijdstippen moeten worden doorgezonden moeten onderstaande gegevens bevatten , met inachtneming van de in punt 5 bedoelde bijzonderheden :
-
-de naam van het vaartig ,
-
-roepnaam van het vaartuig ,
-
-uitwendige identificatieletters en -nummers ,
-
-nummer van de vergunning ,
-
-volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis ,
-
-aanduiding van het soort van bericht overeenkomstig de verschillende punten die zijn vermeld in punt 4 ,
-
-de geografische positie , alsmede het statistische vak van de ICES ,
-
-het gewicht ( in kg ) van de vangsten , per vissoort , die zich in de ruimen bevinden , met gebruikmaking van de in punt 6.4 hieronder opgenomen code ,
-
-het gewicht ( in kg ) van de vangsten , per vissoort , sedert het vorige bericht ,
-
-het statistische vak van de ICES waarin de vangsten hebben plaatsgevonden ,
-
-het gewicht ( in kg ) van de vangsten , per vissoort , die sinds het vorige bericht op andere vaartuigen zijn overgeladen ,
-
-naam , roepnaam en , in voorkomend geval , nummer van de vergunning van het vaartuig waarop de vis is overgeladen ,
-
-naam van de kapitein .
6.4 . Code voor het mededelen van de in punt 6.3 bedoelde hoeveelheden :
A Noorse garnalen ( Pandalus borealis )
B Heek ( Merluccius merluccius )
C Zwarte heilbot ( Reinhardtius hippoglossoides )
D Kabeljauw ( Gadus morrhua )
E Schelvis ( Melanogrammus aeglefinus )
F Heilbot ( Hippoglossus hippoglossus )
G Makreel ( Scomber scombrus )
H Horsmakreel ( Trachurus trachurus )
I Roundnose Grenadier ( Coryphaenoides rupestris )
J Koolvis ( Pollachius virens )
K Wijting ( Merlangus merlangus )
L Haring ( Clupea harengus )
M Zandspiering ( Ammodytes sp . )
N Sprot ( Clupea sprattus )
O Schol ( Pleuronectes platessa )
P Kever ( Trisopterus esmarkii )
Q Leng ( Molva molva )
R Andere
S Garnalen ( Penaeidae )
T Ansjovis ( Engraulis encrassicholus )
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.