Besluit 2010/411 - 2010/411/: Besluit van de Raad van 28 juni 2010 houdende ondertekening van de Overeenkomst met de VS inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het financiële berichtenverkeer van de EU naar de VS ten behoeve van het programma voor het traceren van terrorismefinanciering - Hoofdinhoud
27.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 195/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 28 juni 2010
houdende ondertekening namens de Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het financiële berichtenverkeer van de Europese Unie naar de Verenigde Staten ten behoeve van het programma voor het traceren van terrorismefinanciering
(2010/411/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 87, lid 2, onder a), en artikel 88, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij besluit van 11 mei 2010 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen tussen de Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake het ter beschikking stellen van gegevens betreffende het betalingsverkeer aan het ministerie van Financiën van de Verenigde Staten ten behoeve van het voorkomen en bestrijden van terrorisme en terrorismefinanciering. De onderhandelingen werden succesvol afgesloten met de parafering van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het financiële berichtenverkeer van de Europese Unie naar de Verenigde Staten ten behoeve van het programma voor het traceren van terrorismefinanciering (hierna „de overeenkomst” genoemd). |
(2) |
De overeenkomst moet onder voorbehoud van haar sluiting op een later tijdstip worden ondertekend. |
(3) |
De overeenkomst eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, inzonderheid het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, heeft het Verenigd Koninkrijk kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de vaststelling en toepassing van dit besluit. |
(5) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in Ierland, onverminderd de rechten van Ierland uit hoofde van het protocol ten aanzien van het besluit betreffende de sluiting van de overeenkomst. |
(6) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit, en derhalve is de overeenkomst niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het betalingsberichtenverkeer van de Europese Unie naar de Verenigde Staten ten behoeve van het programma voor het traceren van terrorismefinanciering (1) (hierna „de overeenkomst” genoemd) wordt goedgekeurd namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting van deze overeenkomst.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om namens de Unie de overeenkomst te ondertekenen, onder voorbehoud van de sluiting ervan.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 28 juni 2010.
Voor de Raad
De voorzitter
-
M.Á. MORATINOS
-
Zie bladzijde 5 van dit Publicatieblad.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.