Verordening 2009/355 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2869/95 inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen en Verordening (EG) nr. 2868/95 tot uitvoering van Verordening 40/94 inzake het Gemeenschapsmerk

1.

Wettekst

30.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 109/3

 

VERORDENING (EG) Nr. 355/2009 VAN DE COMMISSIE

van 31 maart 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2869/95 inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen en Verordening (EG) nr. 2868/95 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk (1), en met name op de artikelen 139 en 157,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 139, lid 2, van Verordening (EG) nr. 40/94 is bepaald dat het bedrag van de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), hierna „het Bureau” genoemd, te betalen taksen zodanig moet worden vastgesteld dat met de daaruit voortvloeiende ontvangsten het evenwicht in de begroting van het Bureau kan worden gehandhaafd.

 

(2)

Het Bureau genereert omvangrijke kasreserves. Er wordt een verdere toename van de ontvangsten, en dus van het begrotingsoverschot, van het Bureau verwacht. Dit is met name het gevolg van de betaling van taksen voor aanvragen en inschrijvingen van Gemeenschapsmerken.

 

(3)

Een verlaging van de taksen zou bijgevolg één van de maatregelen zijn om het begrotingsevenwicht te handhaven en tegelijkertijd de toegang van gebruikers tot het stelsel van het Gemeenschapsmerk te vergemakkelijken.

 

(4)

Om de administratieve lasten voor zowel gebruikers als het Bureau te verminderen, dient de taksstructuur te worden vereenvoudigd door het bedrag van de taks voor de inschrijving van een Gemeenschapsmerk vast te stellen op nul. Dit zou inhouden dat alleen de taks voor de aanvrage moet worden betaald en dat de tijd die de verwerking van de inschrijving in beslag neemt, aanzienlijk kan worden gereduceerd indien vóór de inschrijving van een Gemeenschapsmerk geen taks behoeft te worden betaald.

 

(5)

Bij internationale inschrijvingen waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen, houdt de vaststelling van het bedrag van de taks voor de inschrijving van een Gemeenschapsmerk op nul in dat het bedrag van de overeenkomstig artikel 149, lid 4, of artikel 151, lid 4, van Verordening (EG) nr. 40/94 terug te betalen taks eveneens op nul moet worden vastgesteld.

 

(6)

De verlaging van de taksen dient voor een passend evenwicht tussen het stelsel van het Gemeenschapsmerk en de nationale merkenregelingen te zorgen, waarbij rekening wordt gehouden met de toekomstige ontwikkeling van de betrekkingen tussen het Bureau en de nationale diensten voor industriële eigendom, zoals onder meer de vergoeding van de door deze laatste verleende diensten.

 

(7)

Verordening (EG) nr. 2869/95 van de Commissie van 13 december 1995 inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen (2) en Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk (3) dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

 

(8)

Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen en tegelijkertijd zowel de gebruikers als het Bureau maximaal voordeel te bieden, is een overgangsbepaling vereist.

 

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor vraagstukken inzake de taksen, de uitvoeringsverordening en de procesvoering voor de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2869/95 wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

De tabel van artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

punt 1 komt als volgt te luiden:

 

„1.

Basistaks voor de indiening van een aanvraag om een individueel merk [artikel 26, lid 2, regel 4, onder a)]

1 050”

 

b)

punt 1 ter komt als volgt te luiden:

 

„1b.

Basistaks voor de indiening van een aanvraag om een individueel merk langs elektronische weg [artikel 26, lid 2, regel 4, onder a)]

900”

 

c)

punt 3 komt als volgt te luiden:

 

„3.

Basistaks voor de indiening van een aanvraag om een collectief merk [artikel 26, lid 2, en artikel 64, lid 3, regel 4, onder a), en regel 42]

1 800”

 

d)

de punten 7 tot en met 11 komen als volgt te luiden:

 

„7.

Basistaks voor de inschrijving van een individueel merk [Artikel 45]

0

8.

Taks voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren of diensten voor een individueel merk [artikel 45]

0

9.

Basistaks voor de inschrijving van een collectief merk [artikel 45 en artikel 64, lid 3]

0

10.

Taks voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren of diensten voor een collectief merk [artikel 45 en artikel 64, lid 3]

0

11.

Toeslag wegens laattijdige betaling van de inschrijvingstaks [artikel 157, lid 2, punt 2]

0”.

 

2.

In artikel 11, lid 3, komen de punten a) en b) als volgt te luiden:

 

„a)

voor een individueel merk: 870 EUR, in voorkomend geval vermeerderd met 150 EUR voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten;

 

b)

voor een collectief merk zoals bedoeld in regel 121, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2868/95: 1 620 EUR, in voorkomend geval vermeerderd met 300 EUR voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten.”.

 

3.

Artikel 13 komt als volgt te luiden:

„Artikel 13

Terugbetaling van taksen na weigering van bescherming

  • 1. 
    Indien de weigering alle of slechts een deel van de waren en diensten in de aanwijzing van de Europese Gemeenschap betreft, bedraagt het overeenkomstig artikel 149, lid 4, of artikel 151, lid 4, van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad terug te betalen bedrag:
 

a)

voor een individueel merk: een bedrag dat overeenstemt met de in punt 7 van de tabel van artikel 2 vermelde taks, vermeerderd met een bedrag dat overeenstemt met de in punt 8 van die tabel vermelde taks voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten in de internationale inschrijving;

 

b)

voor een collectief merk: een bedrag dat overeenstemt met de in punt 9 van de tabel van artikel 2 vermelde taks, vermeerderd met een bedrag dat overeenstemt met de in punt 10 van die tabel vermelde taks voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten in de internationale inschrijving.

  • 2. 
    De terugbetaling geschiedt zodra de mededeling aan het Internationale Bureau krachtens regel 113, lid 2, onder b) en c), of regel 115, lid 5, onder b) en c), en lid 6, van Verordening (EG) nr. 2868/95 heeft plaatsgevonden.
  • 3. 
    De terugbetaling geschiedt aan de houder van de internationale registratie of zijn vertegenwoordiger.”.

Artikel 2

Artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2868/95 wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

In regel 13 bis, lid 3, wordt punt c) geschrapt.

 

2.

Regel 23 komt als volgt te luiden:

„Regel 23

Inschrijving van het merk

 

1.

Indien geen oppositie is ingesteld of indien de oppositie door intrekking, afwijzing of enige andere maatregel definitief is beëindigd, wordt het aangevraagde merk met de in regel 84, lid 2, genoemde gegevens in het register van Gemeenschapsmerken ingeschreven.

 

2.

De inschrijving wordt in het Blad van Gemeenschapsmerken bekendgemaakt.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Indien met betrekking tot een aanvrage om een Gemeenschapsmerk vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening een kennisgeving als omschreven in regel 23, lid 2, van de vóór genoemde datum van kracht zijnde versie van Verordening (EG) nr. 2868/95 is verzonden, blijft de aanvrage in kwestie onderworpen aan de versie van Verordening (EG) nr. 2868/95 en Verordening (EG) nr. 2869/95 die vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening van kracht was.

Indien een internationale aanvrage of een verzoek om territoriale uitstrekking waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen, is ingediend vóór de datum waarop de bedragen vermeld in artikel 11, lid 3, onder a) en b), van de bij deze verordening gewijzigde versie van Verordening (EG) nr. 2869/95 overeenkomstig artikel 8, lid 7, onder b), van het Protocol van Madrid in werking treden, blijft de aanvrage of het verzoek in kwestie onderworpen aan artikel 13 van de versie van Verordening (EG) nr. 2869/95 die vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening van kracht was.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 maart 2009.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.