Verordening 2008/351 - Uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG met betrekking tot het geven van prioriteit aan platforminspecties van luchtvaartuigen die gebruikmaken van luchthavens in de EG

1.

Wettekst

19.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 109/7

 

VERORDENING (EG) Nr. 351/2008 VAN DE COMMISSIE

van 16 april 2008

tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het geven van prioriteit aan platforminspecties van luchtvaartuigen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 inzake de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 8, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 2004/36/EG harmoniseert de regels en procedures voor platforminspecties van luchtvaartuigen uit derde landen die landen op luchthavens in de lidstaten en zorgt derhalve voor de handhaving van internationale veiligheidsnormen in de Gemeenschap. Deze richtlijn verplicht de lidstaten om luchtvaartuigen uit derde landen die ervan verdacht worden niet aan de internationale veiligheidsnormen te voldoen, volgens een geharmoniseerde procedure aan platforminspecties te onderwerpen wanneer deze luchtvaartuigen op één van hun voor internationaal luchtverkeer openstaande luchthavens landen, en om informatie over de uitgevoerde platforminspecties te verzamelen en uit te wisselen.

 

(2)

Om maximaal gebruik te kunnen maken van de beperkte middelen die zij ter beschikking hebben, moeten de voor inspectie bevoegde autoriteiten van elke lidstaat prioriteit geven aan platforminspecties van bepaalde categorieën exploitanten en luchtvaartuigen die bijzonder gevoelig zijn voor veiligheidstekortkomingen.

 

(3)

De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is opgericht bij artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3922/1991 van de Raad (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Met het oog op de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

 

1.

„het verlenen van prioriteit aan bepaalde platforminspecties”: een passend gedeelte van het totale aantal platforminspecties die een lidstaat jaarlijks uitvoert, reserveren voor een bepaalde categorie subjecten, zoals uiteengezet in artikel 2 van deze verordening;

 

2.

„subject”: een exploitant en/of alle exploitanten van een bepaald land en/of een type luchtvaartuig en/of een specifiek luchtvaartuig.

Artikel 2

Prioriteitscriteria

Onverminderd artikel 8, lid 3, van Richtlijn 2004/36/EG moeten de lidstaten bij het uitvoeren van hun platforminspecties prioriteit geven aan de volgende subjecten die landen op hun voor internationaal luchtverkeer openstaande luchthavens:

 

1.

subjecten die een gevaar voor de veiligheid vormen op basis van de regelmatige analysen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA);

 

2.

subjecten die geïdentificeerd zijn op basis van een advies dat door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart is uitgebracht in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad (3) en waarin bepaald is dat de daadwerkelijke naleving van de relevante veiligheidsnormen verder moet worden geverifieerd aan de hand van systematische platforminspecties van die subjecten. Dit kan eveneens betrekking hebben op subjecten die geschrapt zijn van de krachtens Verordening (EG) nr. 2111/2005 opgestelde lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (de „communautaire lijst”);

 

3.

subjecten die geïdentificeerd zijn op basis van informatie die de Commissie van de lidstaten of EASA heeft gekregen krachtens artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2111/2005;

 

4.

luchtvaartuigen waarmee in bijlage B van de communautaire lijst vermelde exploitanten vluchten naar de Gemeenschap uitvoeren;

 

5.

luchtvaartuigen die worden geëxploiteerd door andere exploitanten die gecertificeerd zijn in hetzelfde land als een van de exploitanten op de communautaire lijst.

Artikel 3

Mededelingen

  • 1. 
    Een lijst van de in artikel 2 bedoelde subjecten wordt minstens om de vier maanden elektronisch door EASA aan de lidstaten meegedeeld.
  • 2. 
    EASA houdt toezicht op het proces van prioriteitstoekenning en verstrekt de lidstaten, in samenwerking met de bevoegde internationale luchtvaartorganisaties, de informatie die zij nodig hebben om in de hele Gemeenschap de voortgang van prioriteitstoekenning aan inspecties van de in artikel 2 bedoelde subjecten te volgen, met inbegrip van relevante statistische gegevens met betrekking tot het luchtverkeer.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 april 2008.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vicevoorzitter

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.