Richtlijn 2007/4 - Wijziging van bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang

1.

Wettekst

3.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 28/14

 

RICHTLIJN 2007/4/EG VAN DE COMMISSIE

van 2 februari 2007

tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels (1), en met name op artikel 5, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 96/74/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 inzake textielbenamingen (2) schrijft etikettering met de aanduiding van de vezelsamenstelling van textielproducten voor, waarbij met behulp van analysen wordt gecontroleerd of deze producten met de aanduidingen op het etiket overeenstemmen.

 

(2)

Richtlijn 96/73/EG voorziet in eenvormige methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels.

 

(3)

Gezien de recente constateringen van een technische werkgroep is Richtlijn 96/74/EG aangepast aan de technische vooruitgang door de vezel elastolefine toe te voegen aan de lijst van vezels in de bijlagen I en II bij die richtlijn.

 

(4)

Daarom moeten er eenvormige testmethoden voor elastolefine worden vastgesteld.

 

(5)

Richtlijn 96/73/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(6)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de sector richtlijnen met betrekking tot de benamingen en de etikettering van textielproducten,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

  • 1. 
    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 2 februari 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 februari 2007.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter

 

 

BIJLAGE

Bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Hoofdstuk I, afdeling I, wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in punt I.3 „Benodigdheden” worden de volgende gegevens ingevoegd:

 

„I.3.2.4.

Aceton

 

I.3.2.5.

Orthofosforzuur

 

I.3.2.6.

Ureum

 

I.3.2.7.

Natriumbicarbonaat”;

 

b)

punt I.6 „Voorbehandeling van het gereduceerd monster” wordt vervangen door:

„Wanneer het monster een element bevat dat buiten beschouwing blijft bij het berekenen van de percentages (artikel 12, lid 3, van Richtlijn 96/74/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 inzake textielbenamingen), begint men met het verwijderen daarvan door middel van een geschikte methode die de vezelbestanddelen niet aantast.

Met dit doel worden de niet-vezelbestanddelen die oplosbaar zijn in petroleumether en water, verwijderd door het aan de lucht gedroogde gereduceerde monster gedurende één uur en met ten minste zes cycli per uur met petroleumether te behandelen in een Soxhletapparaat. De petroleumether wordt daarna uit het monster verdampt, dat vervolgens met water wordt geëxtraheerd door een behandeling van het monster met water van kamertemperatuur gedurende één uur, gevolgd door een behandeling in water van 65 ° ± 5 °C, onder af en toe roeren, eveneens gedurende één uur, bij een vlotverhouding 1:100. Het overtollige water wordt uitgeperst, afgezogen of gecentrifugeerd, waarna het monster aan de lucht wordt gedroogd.

In het geval van elastolefine of vezelmengsels die elastolefine en andere vezels (wol, dierlijk haar, zijde, katoen, linnen, hennep, jute, abaca, alfa, kokos, brem, ramee, sisal, cupro, modal, proteïne, viscose, acryl, polyamide of nylon, polyester, elastomultiester) bevatten, moet de hierboven beschreven procedure enigszins worden gewijzigd, waarbij petroleumether door aceton moet worden vervangen.

In het geval van binaire mengsels die elastolefine en acetaat bevatten, wordt de volgende procedure als voorbehandeling toegepast. Extraheer het monster gedurende 10 minuten bij 80 °C met een oplossing die 25 g/l 50 % orthofosfoszuur en 50 g/l ureum bevat. De vlotverhouding bedraagt 1:100. Was het monster in water, laat het vervolgens uitdruipen en was het in een natriumbicarbonaatoplossing van 0,1 %, en was het ten slotte zorgvuldig in water.

Indien de niet-vezelbestanddelen niet kunnen worden geëxtraheerd met petroleumether en met water, dienen deze te worden verwijderd met behulp van een andere geschikte methode die geen van de vezelbestanddelen ernstig aantast. Er moet evenwel worden opgemerkt dat voor bepaalde ongebleekte natuurlijke plantaardige vezels (bv. jute, kokos) de normale voorbehandeling met petroleumether en water niet alle natuurlijke niet-vezelbestanddelen verwijdert; desondanks worden geen extra voorbehandelingen toegepast, wanneer het monster geen niet in petroleumether en water oplosbare apprets bevat.

In de analyserapporten wordt een uitvoerige beschrijving gegeven van de bij de voorbehandeling gevolgde methoden.”.

 

2)

Hoofdstuk 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

„Bijzondere methoden — Samenvattende tabel” wordt vervangen door:

„2.   BIJZONDERE METHODEN — SAMENVATTENDE TABEL

 

Methode

Toepassingsgebied

Reagentia

Oplosbaar bestanddeel

Onoplosbaar bestanddeel

Nr. 1

Acetaat

Bepaalde andere vezels

Aceton

Nr. 2

Bepaalde proteïnevezels

Bepaalde andere vezels

Hypochloriet

Nr. 3

Viscose, cupro of bepaalde modaltypen

Katoen of elastolefine

Mierenzuur en zinkchloride

Nr. 4

Polyamide of nylon

Bepaalde andere vezels

Mierenzuur, 80 % m/m

Nr. 5

Acetaat

Triacetaat of elastolefine

Benzylalcohol

Nr. 6

Triacetaat of polylactide

Bepaalde andere vezels

Dichloormethaan

Nr. 7

Bepaalde cellulosevezels

Polyester, elastomultiester of elastolefine

75 % zwavelzuur m/m

Nr. 8

Acrylvezels, bepaalde modacrylvezels of bepaalde chloorvezels

Bepaalde andere vezels

Dimethylformamide

Nr. 9

Bepaalde chloorvezels

Bepaalde andere vezels

Zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5 (v/v)

Nr. 10

Acetaat

Bepaalde chloorvezels of elastolefine

IJsazijn

Nr. 11

Zijde

Wol, haar of elastolefine

Zwavelzuur, 75 % m/m

Nr. 12

Jute

Bepaalde dierlijke vezels

Methode door middel van stikstofbepaling

Nr. 13

Polypropeen

Bepaalde andere vezels

Xyleen

Nr. 14

Bepaalde andere vezels

Chloorvezels (homopolymeren van vinylchloride) of elastolefine

Methode met behulp van geconcentreerd zwavelzuur

Nr. 15

Chloorvezels, bepaalde modacrylsoorten, bepaalde elasthanen, acetaat, triacetaat

Bepaalde andere vezels

Cyclohexanon”;

 

b)

punt 1.2 van methode nr. 1 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), linnen (7), hennep (8), jute (9), abaca (10), alfa (11), kokos (12), brem (13), ramee (14), sisal (15), cupro (21), modal (22), proteïne (23), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), elastomultiester (45) en elastolefine (46).

Het is duidelijk dat deze methode niet van toepassing is op aan de oppervlakte gedeacetyleerd acetaat.”;

 

c)

punt 1.2 van methode nr. 2 wordt vervangen door:

 

„2.

katoen (5), cupro (21), viscose (25), acryl (26), chloorvezel (27), polyamide of nylon (30), polyester (34), polypropeen (36), elastaan (42), glasvezel (43), elastomultiester (45) en elastolefine (46).

Wanneer meer dan één soort eiwitvezel aanwezig is levert deze methode de totale hoeveelheid, maar niet de afzonderlijke gehalten daarvan.”;

 

d)

punt 1.2 van methode nr. 3 wordt vervangen door:

 

„2.

katoen (5) en elastolefine (46).”;

 

e)

punt 5 van methode nr. 3 wordt vervangen door:

„5.   BEREKENING

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,02 voor katoen en 1,00 voor elastolefine.”;

 

f)

punt 1.2 van methode nr. 4 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), chloorvezel (27), polyester (34), polypropeen (36), glasvezel (43), elastomultiester (45) en elastolefine (46).

Zoals hierboven vermeld geldt deze methode voor mengsels die wol bevatten, maar wanneer het wolgehalte hoger ligt dan 25 % moet methode nr. 2 worden toegepast volgens welke de wol wordt opgelost in een oplossing van een alkalische natriumhypochlorietoplossing.”;

 

g)

punt 1 van methode nr. 5 wordt vervangen door:

„1.   TOEPASSINGSGEBIED

Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van:

 

acetaat (19)

met:

 

triacetaat (24) en elastolefine (46).”;

 

h)

methode nr. 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

punt 1.2 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), glasvezel (43), elastomultiester (45) en elastolefine (46).

Opmerking

Triacetaatvezels die gedeeltelijk zijn verzeept door een speciale nabehandeling zijn niet meer volledig oplosbaar in het reagens. In dit geval kan de methode niet worden toegepast.”;

 

ii)

punt 5 wordt vervangen door:

„5.   BEREKENING

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor polyester, elastomultiester en elastolefine, waarvoor de waarde van „d” 1,01 bedraagt.”;

 

i)

punt 1.2 van methode nr. 7 wordt vervangen door:

 

„2.

polyester (34), elastomultiester (45) en elastolefine (46).”;

 

j)

punt 1.2 van methode nr. 8 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), polyamide of nylon (30), polyester (34), elastomultiester (45) en elastolefine (46).

Zij geldt eveneens voor acryl en bepaalde modacrylvezels die met metaalcomplexkleurstoffen zijn geverfd, maar zij is niet van toepassing voor dergelijke vezels die zijn geverfd met chromeringskleurstoffen.”;

 

k)

punt 1.2 van methode nr. 10 wordt vervangen door:

 

„2.

bepaalde chloorvezels (27), te weten polyvinylchloridevezels, al of niet nagechloreerd, en elastolefine (46).”;

 

l)

Methode nr. 11 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

punt 1.2 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3) en elastolefine (46)”;

 

ii)

punt 5 wordt vervangen door:

„5.   BEREKENING

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 0,985 voor wol en 1,00 voor elastolefine.”;

 

m)

methode nr. 14 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

punt 1.1 wordt vervangen door:

 

„1.

chloorvezels (27) op basis van het homopolymeer van vinylchloride (al of niet nagechloreerd), elastolefine (46)

met:”;

 

ii)

punt 2 wordt vervangen door:

„2.   PRINCIPE

Uitgaande van een bekend drooggewicht van het mengsel worden de in punt 2 van paragraaf 1 vermelde vezels in geconcentreerd zwavelzuur (d 20 = 1,84 g/ml) opgelost. Het uit de chloorvezel of de elastolefine bestaande residu wordt verzameld, gewassen, gedroogd en gewogen; het gewicht wordt eventueel gecorrigeerd en uitgedrukt in procenten van het drooggewicht van het mengsel. Het percentage van de tweede bestanddelen wordt verkregen door aftrekking.”.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.