Besluit 2006/691 - Wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG ten aanzien van vrijstellingen voor toepassingen van lood en cadmium - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/48

Krachtens Richtlijn 2002/95/EG dient de Commissie bepaalde gevaarlijke stoffen te evalueren die op grond van artikel 4, lid 1, van die richtlijn verboden zijn.

Bepaalde materialen en onderdelen die lood en cadmium bevatten dienen van dit verbod te worden vrijgesteld, omdat het gebruik van deze gevaarlijke stoffen in die specifieke materialen en onderdelen nog niet kan worden vermeden of omdat vervanging waarschijnlijk meer nadelen dan voordelen voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de consument zal inhouden. De in de bijlage bij deze beschikking opgenomen vrijstellingen worden verleend op basis van de resultaten van een evaluatie door technische deskundigen, waarbij rekening is gehouden met de beschikbare gegevens uit studies, van stakeholders en uit andere technisch-wetenschappelijke bronnen. De conclusie van deze evaluatie was dat eliminatie of vervanging van deze stoffen technisch of wetenschappelijk nog niet mogelijk is.

Sommige vrijstellingen van het verbod moeten voor bepaalde specifieke materialen of onderdelen worden beperkt teneinde tot een geleidelijke beëindiging van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur te komen, aangezien het gebruik van deze stoffen voor dergelijke toepassingen op den duur zal kunnen worden vermeden.

Uit hoofde van artikel 5, lid 1, onder c), van Richtlijn 2002/95/EG dient elke in de bijlage vermelde vrijstelling ten minste om de vier jaar dan wel vier jaar na toevoeging van een item aan de lijst te worden getoetst.

Richtlijn 2002/95/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

Krachtens artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2002/95/EG heeft de Commissie de betrokken partijen geraadpleegd.

De maatregelen waarin deze beschikking voorziet zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18 van Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) opgerichte comité,

Lood en cadmium in drukinkt voor het aanbrengen van email op boorsilicaatglas.

Lood als verontreiniging in Faraday-rotators van zeldzame aarde-ijzergranaat (rare earth iron garnet – RIG), gebruikt voor glasvezel-communicatiesystemen.

Lood in de finish van componenten met een kleine steek met uitzondering van connectoren met een steek van 0,65 mm of minder met een NiFe-bedradingsframe en lood in de finish van componenten met een kleine steek met uitzondering van connectoren met een steek van 0,65 mm of minder met een koperen bedradingsframe.

Lood in soldeer voor het solderen aan discoïdale en „planar array” keramische meerlagencondensators met een machinaal aangebracht doorlopend gat.

Loodoxide in plasmaschermen (PDP-schermen) en oppervlaktegeleiding-elektronenemitter-schermen (SED-schermen), gebruikt in structurele onderdelen; met name in de diëlektrische laag van de voor- en achterglasplaat, de buselektrode, de black stripe, de adreselektrode, de barrier ribs, de fritaansmelting en de fritring en in printpasta.

Loodoxide in de glazen ballon van Black Light Blue-lampen (BLB-lampen).

Loodlegeringen als soldeer voor omzetters die worden gebruikt in luidsprekers met een hoog vermogen (bedoeld om enkele uren achtereen te functioneren bij een geluidsniveau van 125 dB SPL en meer).”