Richtlijn 2001/9 - Aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 96/96/EG betreffende de harmonisatie van nationale wetgeving inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 2001/9/EG van de Commissie van 12 februari 2001 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 96/96/EG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens (Voor de EER relevante tekst)
Publicatieblad Nr. L 048 van 17/02/2001 blz. 0018 - 0019
Richtlijn 2001/9/EG van de Commissie
van 12 februari 2001
houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 96/96/EG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 96/96/EG van de Raad van 20 december 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens(1), gewijzigd bij Richtlijn 1999/52/EG van de Commissie(2), inzonderheid op artikel 8,
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)In de "auto-olie"-programma's, die in 1992 van start zijn gegaan om de analytische gegevens te leveren voor de bepaling van de voertuigemissie- en brandstofkwaliteitsnormen voor het jaar 2000 en volgende, teneinde luchtkwaliteitsdoelstellingen te realiseren waarbij bijzondere nadruk op de verlaging van de emissies van het wegverkeer wordt gelegd, is de staat van onderhoud van motorvoertuigen aangemerkt als een bepalende factor voor het effect van het verkeer op de luchtkwaliteit.
-
(2)In Richtlijn 96/96/EG zijn de tests beschreven die bij de periodieke controle van voertuigen moeten worden uitgevoerd om na te gaan of de emissie van benzine- en dieselwagens nog steeds binnen de toegelaten grenzen valt.
-
(3)Het koolmonoxidegehalte van de uitlaatgassen van benzinewagens met bepaalde nabehandelingssystemen voor uitlaatgassen (euro 1-norm) moet zowel bij hoge als bij lage toerentallen worden getest.
-
(4)Richtlijn 98/69/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad(3) bepaalt dat benzinewagens en lichte bedrijfsvoertuigen vanaf het jaar 2000 moeten worden voorzien van diagnostische boordsystemen (OBD-systemen), die de werking van de emissiebeperkingssystemen van het voertuig tijdens het gebruik moeten controleren. Voor nieuwe dieselvoertuigen worden deze OBD-systemen verplicht in 2003.
-
(5)De ontwikkeling van OBD-systemen die tijdens het bedrijf voertuigstoringen kunnen opsporen en registreren moet in de toekomst de kloof dichten tussen testomstandigheden en praktijkomstandigheden.
-
(6)Deze richtlijn maakt het overbodig benzinewagens bij laag stationair toerental te testen zodat de complexiteit van de test wordt verminderd, terwijl de nauwkeurigheid wordt verbeterd door het OBD-systeem van het voertuig uit te lezen.
-
(7)Overwegende dat de bepalingen van deze richtlijn in overeenstemming zijn met het advies van het bij artikel 8 van Richtlijn 96/96/EG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijn betreffende de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 96/96/EG wordt gewijzigd op de in de bijlage bij deze richtlijn aangegeven wijze.
Artikel 2
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 12 februari 2001.
Voor de Commissie
Loyola De Palacio
Vice-voorzitter
-
(1)PB L 46 van 17.2.1997, blz. 1.
-
(2)PB L 142 van 5.6.1999, blz. 26.
-
(3)PB L 350 van 28.12.1998, blz. 1.
BIJLAGE
Punt 8.2.1, onder b), punt 4, van bijlage II bij Richtlijn 96/96/EG wordt vervangen door: "4. Emissie ter hoogte van de uitlaatpijp - grenswaarden
-
a)Meting bij stationair draaien:
Het maximaal toelaatbare CO-gehalte van de uitlaatgassen is het door de voertuigconstructeur opgegeven gehalte. Indien bedoeld gegeven niet beschikbaar is, mag de CO-grenswaarde van 0,5 vol. % niet worden overschreden.
-
b)Meting bij opgevoerd toerental van ten minste 2000 min-1, met onbelaste motor:
Het maximaal toelaatbare CO-gehalte van de uitlaatgassen is het door de voertuigconstructeur opgegeven gehalte voor het opgevoerd toerental met onbelaste motor. Indien bedoeld gegeven niet beschikbaar is, mag de CO-grenswaarde van 0,3 vol. % niet worden overschreden.
De lucht/brandstofverhouding lambda dient 1 +- 0,03 te bedragen of in overeenstemming te zijn met de specificaties van de fabrikant.
-
c)Bij motorvoertuigen die overeenkomstig Richtlijn 98/69/EG met een diagnostisch boordsysteem (OBD-systeem) zijn uitgerust mag de correcte werking van het emissiesysteem in plaats van met de onder a) beschreven test worden gecontroleerd door de relevante gegevens uit het OBD-systeem uit te lezen en gelijktijdig de correcte werking van het OBD-systeem te controleren.".
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.