Richtlijn 1999/97 - Wijziging van Richtlijn 95/21/EG betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruik maken van havens in de EG en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 1999/97/EG van de Commissie van 13 december 1999 houdende wijziging van Richtlijn 95/21/EG van de Raad betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruik maken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole)(Voor de EER relevante tekst)
Publicatieblad Nr. L 331 van 23/12/1999 blz. 0067 - 0070
RICHTLIJN 1999/97/EG VAN DE COMMISSIE
van 13 december 1999
houdende wijziging van Richtlijn 95/21/EG van de Raad betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruik maken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole)
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 95/21/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruikmaken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole)(1), gewijzigd bij Richtlijn 98/42/EG(2), inzonderheid op artikel 19,
-
(1)Overwegende dat rekening moet worden gehouden met van kracht geworden wijzigingen van de verdragen, protocollen, codes en resoluties van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), en met ontwikkelingen in het Memorandum van Overeenstemming van Parijs;
-
(2)Overwegende dat de publicatie van informatie betreffende schepen die in communautaire havens zijn aangehouden overeenkomstig Richtlijn 95/21/EG voor de eigenaars ervan een aansporing kan zijn om uit eigen beweging herstelmaatregelen te treffen, en het veiligheidsbewustzijn in de scheepvaartindustrie kan doen toenemen;
-
(3)Overwegende dat, met het oog hierop, de lijst van te publiceren informatie moet worden uitgebreid, met name teneinde meer gedetailleerde informatie op te nemen betreffende het betrokken schip, de aanhouding en de getroffen maatregelen alsmede informatie betreffende schepen waaraan de toegang tot havens in de Gemeenschap is geweigerd; dat duidelijker moet worden vastgesteld waar tekortkomingen die tot de aanhouding van het schip hebben geleid onder de controleverantwoordelijkheden vallen van de classificatiebureaus; dat de efficiency van een dergelijke maatregel moet worden verbeterd door een frequentere, met name maandelijkse, publicatie van informatie;
-
(4)Overwegende dat een betere transparantie betreffende de gegevens in verband met inspecties van schepen een noodzakelijk en belangrijk element is ter bevordering van kwaliteit in de scheepvaart, zowel binnen de Gemeenschap als wereldwijd; dat de methoden om deze informatie algemener en tijdiger beschikbaar te stellen gezamenlijk door de lidstaten en de Commissie moeten worden bepaald;
-
(5)Overwegende dat de lidstaten alle nodige maatregelen dienen te treffen om wettelijke hinderpalen weg te nemen voor de publicatie van de lijst van schepen die zijn geïnspecteerd, aangehouden of waaraan de toegang tot elke haven van de Gemeenschap is geweigerd, in het bijzonder door wijziging, waar nodig, van hun nationale wetgeving betreffende de bescherming van gegevens;
-
(6)Overwegende dat de in bijlage I, deel II, van Richtlijn 95/21/EG beschreven totale prioriteitsfactor verbetering behoeft in het licht van bij de tenuitvoerlegging ervan opgedane ervaring; dat aanpassing van de waarde van de prioriteitsfactor in het kader van het Memorandum van Overeenstemming van Parijs en een daaropvolgende opname in het Sirenac-systeem vaak kunnen voorkomen; dat raadpleging van de Sirenac-databank voldoende is om de waarde van de prioriteitsfactor van een schip te weten te komen; dat het derhalve niet nodig lijkt om deze waarde in Richtlijn 95/21/EG op te nemen;
-
(7)Overwegende dat de lijst van certificaten en documenten waarvan sprake in bijlage II bij Richtlijn 95/21/EG moet worden gewijzigd om rekening te houden met wijzigingen in de internationale wetgeving die van kracht zijn geworden;
-
(8)Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het comité dat is opgericht ingevolge artikel 12 van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/74/EG van de Commissie(4),
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 95/21/EG wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)in punt 1 worden de woorden "die op 1 juli 1998 van kracht zijn" vervangen door de woorden "die op 1 juli 1999 van kracht zijn";
-
b)in punt 2 worden de woorden "in de versie die geldt op 14 januari 1998" vervangen door de woorden "in de versie die geldt op 1 juli 1999".
-
2.Artikel 15 wordt vervangen door het volgende: "Artikel 15
Publicatie van informatie
-
1.De bevoegde instantie van elke lidstaat dient de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de in bijlage VIII, deel I, bedoelde informatie betreffende schepen die de voorgaande maand zijn aangehouden in, of die onderworpen zijn aan een weigering van toegang tot, een haven van deze lidstaat, ten minste elke maand wordt gepubliceerd.
-
2.De in bijlage VIII, deel I en deel II, bedoelde informatie die beschikbaar is in het Sirenac-systeem betreffende schepen die zijn geïnspecteerd in havens van de lidstaten moet zo spoedig mogelijk nadat de inspectie is voltooid, of de aanhouding is opgeheven, via passende technische regelingen openbaar worden gemaakt.
-
3.De lidstaten en de Commissie dienen samen te werken teneinde de passende technische regelingen te treffen waarvan sprake in lid 2.
-
4.Waar nodig wordt het Sirenac-informatiesysteem gewijzigd teneinde de bovenvermelde eisen te implementeren.".
-
3.Bijlage I wordt gewijzigd als bepaald in de bijlage bij deze richtlijn.
-
4.Bijlage II wordt gewijzigd als volgt:
-
a)punt 2, zevende streepje, wordt vervangen door het volgende: "- certificaat van vrijstelling, inclusief, waar nodig, de vrachtlijst";
-
b)het volgende wordt opgenomen na punt 28: "29. Plan voor het beheer van afvalstoffen en afvalstoffenjournaal.
-
30.Beslissingsondersteunend systeem voor kapiteins van passagiersschepen.
-
31.SAR-samenwerkingsplan voor passagiersschepen die op vaste routes opereren.
-
32.Lijst van operationele beperkingen voor passagiersschepen.
-
33.Bulkcarrierboekje (Bulk carrier booklet).
-
34.Laad- en losplan voor bulkschepen.".
-
5.Er wordt een nieuwe bijlage VIII toegevoegd als bepaald in de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk twaalf maanden na de aanneming van deze richtlijn eraan te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan dadelijk in kennis.
In de bepalingen die de lidstaten aannemen, dan wel bij de officiële bekendmaking ervan, wordt naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden door de lidstaten vastgesteld.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 13 december 1999.
Voor de Commissie
Loyola DE PALACIO
Vice-voorzitter
-
(1)PB L 157 van 7.7.1995, blz. 1.
-
(2)PB L 184 van 27.6.1998, blz. 40.
-
(3)PB L 247 van 5.10.1993, blz. 19.
-
(4)PB L 276 van 13.10.1998, blz. 7.
BIJLAGE
-
1.Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
-
a)in deel I, punt 6 , worden na het woord "opgeheven" de woorden "of ingetrokken" toegevoegd;
-
b)deel II wordt door het volgende vervangen: "II. Totale prioriteitsfactor
De volgende schepen komen bij voorrang voor inspectie in aanmerking:
-
1.Schepen die een haven van een lidstaat voor de eerste maal of na een afwezigheid van twaalf of meer maanden aandoen. Bij toepassing van dit criterium moeten de lidstaten ook rekening houden met de inspecties die zijn uitgevoerd door de partijen bij het MOU. Wanneer de voor de uitvoering van deze taak benodigde gegevens ontbreken, moeten de lidstaten zich op de beschikbare Sirenac-gegevens baseren en de schepen inspecteren die na de inwerkingtreding van de Sirenac-databank op 1 januari 1993 niet in die databank zijn opgenomen.
-
2.Schepen die de afgelopen zes maanden door geen enkele lidstaat geïnspecteerd zijn.
-
3.Schepen waarvan de overeenkomstig de verdragen afgegeven wettelijk voorgeschreven certificaten inzake de scheepsbouw en -uitrusting en de classificatiecertificaten zijn afgegeven door een organisatie die geen erkende organisatie is in de zin van Richtlijn 94/57/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PB L 319 van 12.12.1994, blz. 20).
-
4.Schepen die onder de vlag varen van een staat die voorkomt op de voortschrijdend driejaarsgemiddeldentabel van boven het gemiddelde liggende aantallen aanhoudingen en vertragingen, bekendgemaakt in het jaarverslag van het MOU.
-
5.Schepen die toestemming hebben gekregen om de haven van een lidstaat te verlaten onder bepaalde voorwaarden, met name:
-
a)voor tekortkomingen die voor het vertrek moeten worden verholpen;
-
b)voor tekortkomingen die in de volgende haven moeten worden verholpen;
-
c)voor tekortkomingen die binnen 14 dagen moeten worden verholpen;
-
d)voor tekortkomingen waarvoor andere voorwaarden zijn aangegeven.
Indien maatregelen met betrekking tot het schip zijn genomen en alle tekortkomingen zijn verholpen, wordt daarmee rekening gehouden.
-
6.Schepen waarbij tijdens een vorige inspectie tekortkomingen zijn vastgesteld, naar gelang van het aantal tekortkomingen.
-
7.Schepen die in een vorige haven zijn aangehouden.
-
8.Schepen die onder de vlag varen van een land dat niet alle desbetreffende in artikel 2 van deze richtlijn genoemde verdragen heeft geratificeerd.
-
9.Schepen die onder de vlag varen van een land met een boven het gemiddelde liggende tekortkomingsverhouding.
-
10.Schepen waarvan de tekortkomingen ten opzichte van hun klassering boven het gemiddelde liggen.
-
11.Schepen die tot een categorie behoren waarvoor een besluit tot uitgebreide inspectie is genomen (overeenkomstig artikel 7 van deze richtlijn).
-
12.Andere schepen van meer dan 13 jaar oud.
Ter bepaling van de volgorde voor de inspectie van de hierboven vermelde schepen houdt de bevoegde instantie, overeenkomstig bijlage I, hoofdstuk 1, van het Memorandum van Overeenstemming van Parijs, rekening met de volgorde die door de totale prioriteitsfactor die op het Sirenac-informatiesysteem wordt getoond, wordt aangegeven. Een hogere prioriteitsfactor betekent hogere prioriteit. De prioriteitsfactor is de som van de toepasselijke prioriteitsfactorwaarden als gedefinieerd in het kader van het MOU. De punten 5, 6 en 7 gelden alleen voor de inspecties die de laatste twaalf maanden zijn verricht. De totale prioriteitsfactor mag niet lager zijn dan de som van de waarden die zijn vastgesteld voor de punten 3, 4, 8, 9, 10, 11 en 12.
Indien binnen drie maanden na de invoering in het kader van het MOU van nieuwe prioriteitsfactorwaarden de Commissie van oordeel is dat deze waarden niet gepast zijn, kan zij volgens de procedure van artikel 19 van Richtlijn 95/21/EG beslissen dat deze waarden niet van toepassing zijn in het kader van deze richtlijn.".
-
2.Er wordt een nieuwe bijlage VIII toegevoegd:
"BIJLAGE VIII
PULICATIE VAN INFORMATIE IN VERBAND MET AANHOUDINGEN EN INSPECTIES IN HAVENS VAN DE LIDSTATEN
(waarvan sprake in artikel 15)
-
I.De informatie die gepubliceerd wordt in overeenstemming met artikel 15, lid 1, dient het volgende te omvatten:
-
-naam van het schip,
-
-IMO-nummer,
-
-type van het schip,
-
-tonnage (gt),
-
-bouwjaar,
-
-naam en adres van de eigenaar of exploitant van het schip,
-
-vlaggenstaat,
-
-het classificatiebureau of de classificatiebureaus, voorzover van toepassing, die voor dit schip de eventuele classificatiecertificaten hebben afgegeven,
-
-het classificatiebureau of de classificatiebureaus, en/of elke partij die namens de vlaggenstaat certificaten heeft afgegeven voor dit schip in overeenstemming met de verdragen, inclusief vermelding van de afgegeven certificaten,
-
-het aantal aanhoudingen gedurende de voorgaande 24 maanden,
-
-land en haven van aanhouding,
-
-de datum waarop de aanhouding is opgeheven,
-
-de duur van de aanhouding, in dagen,
-
-het aantal geconstateerde tekortkomingen en de redenen voor aanhouding, in duidelijke en expliciete bewoordingen,
-
-wanneer het schip onderworpen is aan een weigering van toegang tot iedere haven binnen de Gemeenschap, de redenen voor deze maatregel, in duidelijke en expliciete bewoordingen,
-
-aanwijzingen omtrent de vraag of het classificatiebureau, of een andere particuliere instelling die de desbetreffende controle heeft verricht, verantwoordelijkheid droeg in verband met de tekortkoming, of de combinatie van tekortkomingen, die tot de aanhouding heeft geleid,
-
-beschrijving van de maatregelen die zijn getroffen ten aanzien van een schip dat toestemming heeft gekregen om naar de dichtstbijzijnde geschikte reparatiewerf te varen, of waaraan de toegang tot iedere haven in de Gemeenschap is geweigerd.
II. De informatie betreffende geïnspecteerde schepen die in overeenstemming met artikel 15, lid 2, openbaar wordt gemaakt dient het volgende te omvatten:
-
-naam van het schip,
-
-IMO-nummer,
-
-type van het schip,
-
-tonnage (gt),
-
-bouwjaar,
-
-naam en adres van de eigenaar of exploitant van het schip,
-
-vlaggenstaat,
-
-het classificatiebureau of de classificatiebureaus, voorzover van toepassing, die voor dit schip de eventuele classificatiecertificaten hebben afgegeven,
-
-het classificatiebureau of de classificatiebureaus, en/of elke partij die namens de vlaggenstaat certificaten heeft afgegeven voor dit schip in overeenstemming met de verdragen, inclusief vermelding van de afgegeven certificaten,
-
-land, haven en datum van inspectie,
-
-aantal tekortkomingen, per tekortkomingscategorie."
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.