Richtlijn 1992/77 - Aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van de btw en tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG (onderlinge aanpassing van de BTW-tarieven) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 92/77/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 tot aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG (onderlinge aanpassing van de BTW-tarieven)
Publicatieblad Nr. L 316 van 31/10/1992 blz. 0001 - 0004
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0080
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0080
RICHTLIJN 92/77/EEG VAN DE RAAD van 19 oktober 1992 tot aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG (onderlinge aanpassing van de BTW-tarieven)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat de voltooiing van de interne markt, die een van de hoofddoelstellingen van de Gemeenschap is, allereerst de afschaffing van de belastinggrenzen vereist;
Overwegende dat deze afschaffing, wil men distorsies voorkomen, in het geval van de BTW niet alleen een uniforme belastinggrondslag impliceert, doch tevens een aantal tarieven en tariefhoogtes in de Lid-Staten die elkaar voldoende benaderen; dat derhalve Richtlijn 77/388/EEG (4) dient te worden gewijzigd;
Overwegende dat tijdens de overgangsperiode bepaalde afwijkingen inzake aantal en hoogte van de tarieven mogelijk moeten zijn,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 77/388/EEG wordt als volgt gewijzigd:
-
1.artikel 12, lid 3, wordt vervangen door:
"3. a) Met ingang van 1 januari 1993 passen de Lid-Staten een normaal tarief toe dat tot en met 31 december 1996 niet lager mag zijn dan 15 %.
Op basis van het verslag over de werking van de overgangsregeling en op basis van voorstellen voor de definitieve regeling die de Commissie overeenkomstig artikel 28 terdecies moet indienen, besluit de Raad vóór 31 december 1985 met eenparigheid van stemmen over het niveau van het minimumtarief dat na 31 december 1996 voor het normale tarief zal gelden.
De Lid-Staten kunnen bovendien een of twee verlaagde tarieven toepassen. De verlaagde tarieven mogen niet lager zijn dan 5 % en zijn uitsluitend van toepassing op de in bijlage H genoemde categorieën goederen en diensten.
-
b)De Lid-Staten kunnen voor de levering van aardgas en elektriciteit een verlaagd tarief toepassen, mits er geen gevaar voor verstoring van de mededinging bestaat. Een Lid-Staat die voornemens is een dergelijk tarief toe te passen, stelt de Commissie daarvan vooraf in kennis. De Commissie besluit of er gevaar voor verstoring van de mededinging bestaat. Indien de Commissie binnen drie maanden na ontvangst van de kennisgeving geen besluit heeft genomen, wordt er geacht geen gevaar voor verstoring van de mededinging te bestaan.
-
c)De regels met betrekking tot de tarieven die van toepassing zijn op kunstvoorwerpen, antiquiteiten en voorwerpen voor verzamelingen worden vastgesteld bij de richtlijn betreffende de bijzondere regeling van toepassing op gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten en voorwerpen voor verzamelingen. De Raad stelt deze richtlijn vóór 31 december 1992 vast.
-
d)Vóór 31 december 1994 stelt de Raad op grond van een voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen de regels vast betreffende de belasting op andere landbouwprodukten dan die welke onder categorie 1 van bijlage H vallen.
De Lid-Staten die momenteel een verlaagd tarief toepassen, kunnen dat tot en met 31 december 1994 handhaven; de Lid-Staten die momenteel een normaal tarief toepassen, mogen geen verlaagd tarief toepassen. Aldus kan de toepassing van het normale tarief met twee jaar worden uitgesteld.
-
e)De voorschriften met betrekking tot de regeling en de tarieven die van toepassing zijn op goud worden vastgesteld bij een richtlijn betreffende de bijzondere regeling van toepassing op goud. De Commissie zal daartoe tijdig een voorstel indienen, zodat de Raad dit vóór 31 december 1992 met eenparigheid van stemmen kan aannemen.
De Lid-Staten treffen alle nodige maatregelen om vanaf 1 januari 1993 fraude ter zake te bestrijden. Deze maatregelen kunnen onder meer de invoering behelzen van een boekhoudsysteem voor de toepassing van de BTW op goudleveranties tussen belastingplichtigen in een zelfde Lid-Staat, waarbij de koper die belasting betaalt namens de verkoper en de koper tegelijkertijd het recht krijgt een zelfde bedrag als voorbelasting af te trekken.";
-
2.de eerste zin van artikel 12, lid 4, vervalt;
-
3.aan artikel 12, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Aan de hand van een verslag van de Commissie onderwerpt de Raad, voor de eerste maal in 1994 en vervolgens om de twee jaar, de werkingssfeer van de verlaagde tarieven aan een onderzoek. De Raad kan op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluiten wijzigingen aan te brengen in de lijst van goederen en diensten in bijlage H.";
-
4.artikel 28, lid 2, wordt vervangen door:
"2. Onverminderd artikel 12, lid 3, zijn gedurende de in artikel 28 terdecies bedoelde overgangsperiode de volgende bepalingen van toepassing:
-
a)De op 1 januari 1991 bestaande vrijstellingen met teruggaaf van voorbelasting en verlaagde tarieven die onder het in artikel 12, lid 3, gestelde minimum voor de verlaagde tarieven liggen, die in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht en die voldoen aan de voorwaarden in het laatste streepje van artikel 17 van de Tweede richtlijn van 11 april 1967, kunnen worden gehandhaafd.
De Lid-Staten treffen de nodige voorzieningen om de vaststelling van de eigen middelen die betrekking hebben op deze handelingen te verzekeren.
Indien de bepalingen van dit lid in Ierland tot verstoringen van de mededinging leiden bij de levering van energie voor verwarming en verlichting, kan de Commissie op uitdrukkelijk verzoek van Ierland aan dat land toestaan om voor de leveringen een verlaagd tarief toe te passen overeenkomstig artikel 12, lid 3. Ierland doet in dit geval zijn verzoek aan de Commissie vergezeld gaan van alle nodige informatie. Indien de Commissie binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek geen besluit heeft genomen, wordt Ierland geacht toestemming te hebben om de voorgestelde verlaagde tarieven toe te passen.
-
b)De Lid-Staten die op 1 januari 1991 in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht vrijstellingen met teruggaaf van voorbelasting dan wel verlaagde tarieven toepasten die onder het in artikel 12, lid 3, gestelde minimum voor de verlaagde tarieven liggen, met betrekking tot andere dan de in bijlage H genoemde goederen en diensten, kunnen voor die goederen of diensten het verlaagde tarief of een van de twee in artikel 12, lid 3, genoemde verlaagde tarieven toepassen.
-
c)De Lid-Staten die uit hoofde van artikel 12, lid 3, verplicht zijn hun op 1 januari 1991 geldende normale tarief met meer dan 2 % te verhogen, kunnen voor goederen en diensten bedoeld in bijlage H, een verlaagd tarief toepassen dat onder het in artikel 12, lid 3, bepaalde minimum ligt. Voorts kunnen deze Lid-Staten een dergelijk tarief hanteren voor restauratie, kinderkleding en -schoeisel en huisvesting. De Lid-Staten kunnen op grond van dit lid geen vrijstellingen met teruggaaf van voorbelasting invoeren.
-
d)De Lid-Staten, die op 1 januari 1991 een verlaagd tarief toepasten voor restauratie, kinderkleding en -schoeisel en huisvesting, kunnen hiervoor een verlaagd tarief blijven toepassen.
-
e)De Lid-Staten die op 1 januari 1991 een verlaagd tarief toepasten voor andere dan de in bijlage H genoemde goederen en diensten, kunnen voor die goederen of diensten het verlaagde tarief of een van de twee in artikel 12, lid 3, bepaalde verlaagde tarieven toepassen, die echter niet lager mogen zijn dan 12 %.
-
f)De Helleense Republiek mag BTW-tarieven die tot 30 % lager liggen dan de overeenkomstige tarieven op het Griekse vasteland toepassen in de departementen Lesbos, Chios, Samos, de Dodekanesos en de Cycladen, en op de volgende eilanden in de Egeïsche Zee: Thassos, de noordelijke Sporaden, Samothraki en Skiros.
-
g)Aan de hand van een verslag van de Commissie onderwerpt de Raad vóór 31 december 1994 de bepalingen van bovenstaande punten a) tot en met f) aan een nieuw onderzoek, met name ten aanzien van de goede werking van de interne markt. In geval zich aanzienlijke verstoringen van de mededinging voordoen, neemt de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen passende maatregelen.";
-
5.de bijlage H bij deze richtlijn wordt aan Richtlijn 77/388/EEG toegevoegd.
Artikel 2
-
1.Der Lid-Staten doen de nodige bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1992 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
-
2.De Lid-Staten delen de Commissie de tekst mede van alle bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Luxemburg, 19 oktober 1992. Voor de Raad
De Voorzitter
-
J.COPE
-
(1)PB nr. C 176 van 17. 7. 1990, blz. 8. (2) PB nr. C 324 van 24. 12. 1990, blz. 104. (3) PB nr. C 332 van 31. 12. 1990, blz. 1. (4) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/680/EEG (PB nr. L 376 van 31. 12. 1991, blz. 1).
BIJLAGE
"BIJLAGE H
LIJST VAN DE LEVERINGEN VAN GOEDEREN EN DE DIENSTEN WAAROP VERLAAGDE BTW-TARIEVEN MOGEN WORDEN TOEGEPAST
Bij de omzetting in nationale wetgeving van de onderstaande categorieën waarin aan goederen wordt gerefereerd, mogen de Lid-Staten voor de vaststelling van de juiste omschrijving van de betrokken categorie gebruik maken van de gecombineerde nomenclatuur.
Categorie Omschrijving 1 Levensmiddelen (met inbegrip van dranken, maar met uitsluiting van alcoholhoudende dranken) voor menselijke en dierlijke consumptie; levende dieren, zaaigoed, planten en ingrediënten welke gewoonlijk bestemd zijn voor gebruik bij de bereiding van levensmiddelen; produkten die gewoonlijk bestemd zijn ter aanvulling of vervanging van levensmiddelen. 2 Waterdistributie. 3 Farmaceutische produkten van een soort die gewoonlijk gebruikt wordt voor de gezondheidszorg, het voorkomen van ziekten of voor medische en veterinaire behandelingen, met inbegrip van voorbehoedsmiddelen en produkten bestemd voor de hygiënische bescherming van de vrouw. 4 Medische uitrusting, hulpmiddelen en andere apparaten, welke gewoonlijk bestemd zijn voor verlichting of behandeling van handicaps, voor uitsluitend persoonlijk gebruik door gehandicapten, met inbegrip van de herstelling daarvan, en kinderzitjes voor motorvoertuigen. 5 Vervoer van personen en de bagage die zij bij zich hebben. 6 Levering van boeken ook bij uitlening door bibliotheken (met inbegrip van brochures, folders en soortgelijk drukwerk, platen-, teken- en kleurboeken voor kinderen, muziekpartituren gedrukte of geschreven -, landkaarten en hydrografische en soortgelijke kaarten), kranten en tijdschriften, voor zover niet uitsluitend of hoodzakelijk reclamemateriaal. 7 Het verlenen van toegang tot shows, schouwburgen, circussen, kermissen, amusementsparken, concerten, musea, dierentuinen, bioscopen, tentoonstellingen en soortgelijke culturele evenementen en voorzieningen. Ontvangst van radio- en televisie-uitzendingen. 8 Diensten door en auteursrechten voor schrijvers, componisten en uitvoerende kunstenaars. 9 Levering, bouw, renovatie en verbouwing van in het kader van het sociaal beleid verstrekte huisvesting. 10 Levering van goederen en diensten welke normaal bestemd zijn voor gebruik in de landbouw, met uitzondering evenwel van kapitaalgoederen zoals machines of gebouwen. 11 Door hotels en dergelijke inrichtingen verstrekte accommodatie, met inbegrip van het verstrekken van vakantie-accommodatie en de verhuur van percelen op kampeerterreinen en in caravanparken. 12 Het verlenen van toegang tot sportevenementen. 13 Het recht gebruik te maken van sportaccommodaties. 14 Levering van goederen en dienstverrichtingen door organisaties die door de Lid-Staten als liefdadige instellingen zijn erkend en die betrokken zijn bij activiteiten op het gebied van bijstand en sociale zekerheid, voor zover deze prestaties niet zijn vrijgesteld op grond van artikel 13. 15 Diensten verstrekt door lijkbezorgers en crematoria, alsmede de daarmee verband houdende levering van goederen. 16 Verstrekking van medische en tandheelkundige verzorging, alsmede thermale behandeling, voor zover deze niet zijn vrijgesteld op grond van artikel 13. 17 Diensten in verband met reiniging van de openbare weg, ophalen van huisvuil en afvalverwerking andere dan de diensten die worden verstrekt door de in artikel 4, lid 5, bedoelde lichamen."
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.