Verordening 1983/3702 - Haringvangst in de Noordzee, in afwachting van de vaststelling van de TAC' s en quota voor 1984 - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 3702/83 van de Raad van 28 december 1983 betreffende de haringvangst in de Noordzee, in afwachting van de vaststelling van de TAC' s en quota voor 1984
Publicatieblad Nr. L 369 van 30/12/1983 blz. 0007 - 0007
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 3702/83 VAN DE RAAD
van 28 december 1983
betreffende de haringvangst in de Noordzee, in afwachting van de vaststelling van de TAC's en quota voor 1984
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), inzonderheid op de artikelen 3 en 11,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat het noodzakelijk is een interimregeling vast te stellen voor de haringvangst in de Noordzee;
Overwegende dat de vangstmogelijkheden voor haring in de Noordzee en het oostelijk deel van het Engelse Kanaal die na 31 december 1983 nog beschikbaar zijn overeenkomstig het resultaat van de onderhandelingen met Noorwegen over het jaar 1983, 17 000 ton belopen;
Overwegende dat het noodzakelijk is dat gegevens over de vangsten met betrekking tot deze hoeveelheid drie maal per week aan de Commissie worden meegedeeld, ten einde de Commissie in staat te stellen de vangsten stop te zetten zodra deze 17 000 ton is gevangen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
In afwachting van een besluit dat de Raad op voorstel van de Commissie vaststelt, is de volgende regeling van toepassing op de vangst van de haringbestanden in de Noordzee en het oostelijk deel van het Engelse Kanaal:
-
a)ICES-afdelingen II a (EEG-zone), IV a en IV b: het vissen op deze bestanden is niet toegestaan;
-
b)ICES-afdelingen IV c en VII d: de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Lid-Staten zijn gelijk aan het saldo van de vangstmogelijkheden voor 1983, dat wil zeggen 17 000 ton.
Artikel 2
De Lid-Staten delen elke maandag, woensdag en vrijdag per telex aan de Commissie mee welke hoeveelheden haring, gevangen in ICES-afdelingen IV c en VII d, aan land zijn gebracht.
Artikel 3
-
1.De Commissie stelt aan de hand van de beschikbare gegevens de datum vast waarop de vissersvaartuigen van de Lid-Staten geacht worden de hoeveelheid van 17 000 ton haring in ICES-afdelingen IV c en VII d te hebben gevangen.
-
2.Alle vissersvaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren of daar zijn geregistreerd, staken het vissen op de haringbestanden in ICES-afdelingen IV c en VII d op de door de Commissie overeenkomstig lid 1 vastgestelde datum; deze vaartuigen zetten ook het aan boord houden, overladen, lossen of doen lossen van dergelijke vangsten stop, voor zover deze na die datum zijn gedaan.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1984.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 28 december 1983.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
C.VARFIS
-
(1)PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.