Verordening 1983/1625 - Opening, de verdeling en de wijze van beheer van een gemeenschappelijk tariefcontingent voor rum, arak en tafia van post 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, uit met de EEG geassocieerde landen en gebieden overzee (1983/1984)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R1625

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R1625

Verordening (EEG) nr. 1625/83 van de Raad van 14 juni 1983 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor rum, arak en tafia van post 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit met de Europese Economische Gemeenschap geassocieerde landen en gebieden overzee (1983/1984)

Publicatieblad Nr. L 160 van 18/06/1983 blz. 0004 - 0005

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1625/83 VAN DE RAAD

van 14 juni 1983

betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor rum, arak en tafia van post 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit met de Europese Economische Gemeenschap geassocieerde landen en gebieden overzee (1983/1984)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 136,

Gelet op Besluit 80/1186/EEG van de Raad van 16 december 1980 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op bijlage IX,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in bijlage IX van Besluit 80/1186/EEG wordt bepaald dat rum, arak en tafia binnen de grenzen van een communautair tariefcontingent bij invoer in de Gemeenschap met vrijdom van douanerechten worden toegelaten; dat het jaarlijkse contingent dient te worden vastgesteld op grond van een in hectoliter zuivere alcohol berekende jaarlijkse basishoeveelheid die gelijk is aan de omvang van de invoer tijdens het beste van de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn en waarop een groeipercentage van 18 wordt toegepast; dat dit percentage in het licht van bepaalde criteria kan worden gewijzigd; dat het tijdvak van het contingent loopt van 1 juli tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar; dat dit communautaire tariefcontingent dient te worden geopend voor het tijdvak van 1 juli 1983 tot en met 30 juni 1984;

Overwegende dat uit de communautaire statistieken van de jaren 1980 tot en met 1982 blijkt dat de Gemeenschap van de betrokken produkten van oorsprong uit bovengenoemde landen en gebieden de grootste hoeveelheid heeft ingevoerd in 1980, namelijk een hoeveelheid van 55 788 hectoliter zuivere alcohol; dat, in het licht van het verbruik en de produktie in de Gemeenschap en van de ontwikkeling van het handelsverkeer binnen de Gemeenschap alsmede tussen de Gemeenschap, de landen en gebieden en de ACS-Staten, het groeipercentage voor de betrokken contingentsperiode op 18 kan worden vastgesteld; dat het communautaire tariefcontingent voor het tijdvak van 1 juli 1983 tot en met 30 juni 1984 derhalve op 65 830 hectoliter zuivere alcohol moet worden vastgesteld;

Overwegende dat het, in verband met het bijzondere karakter van de betrokken produkten en hun gevoeligheid op de markten van de Gemeenschap, dienstig is bij wijze van uitzondering een regeling voor het gebruik in te stellen die berust op een eenmalige verdeling over de Lid-Staten;

Overwegende dat de percentages voor de verdeling van het contingent, gelet op de reële ontwikkeling van de markten voor de betrokken produkten, de behoeften van de Lid-Staten en de economische vooruitzichten voor de betrokken periode, als volgt kunnen worden vastgesteld:

Benelux 0,08,

Denemarken 0,16,

Duitsland 99,34,

Griekenland 0,02,

Frankrijk 0,08,

Ierland 0,08,

Italië 0,08,

Verenigd Koninkrijk 0,16;

Overwegende dat het aanbeveling verdient de ontwikkeling van de invoer van de betrokken produkten in de Gemeenschap te volgen en bijgevolg op deze invoer toezicht uit te oefenen;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan de genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Van 1 juli 1983 tot en met 30 juni 1984 mogen rum, arak en tafia, van post 22.09 C I van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de in artikel 1 van Besluit 80/1186/EEG bedoelde landen en gebieden, met vrijdom van douanerechten in de Gemeenschap worden ingevoerd binnen de grenzen van een communautair tariefcontingent van 65 830 hectoliter zuivere alcohol.
  • 2. 
    De oorsprongregels die van toepassing zijn op de in lid 1 bedoelde produkten, zijn die welke zijn vastgesteld in bijlage II van Besluit 80/1186/EEG.
  • 3. 
    Binnen het in artikel 2 aangegeven quotum worden door de Helleense Republiek douanerechten toegepast welke berekend worden volgens de bepalingen ter zake in de Akte van Toetreding van 1979 en in Verordening (EEG) nr. 439/81 (1).

Artikel 2

Het in artikel 1 bedoelde communautaire tariefcontingent wordt als volgt over de Lid-Staten verdeeld:

1.2 // // (in hectoliter zuivere alcohol) // Benelux // 50, // Denemarken // 100, // Duitsland // 65 420, // Griekenland // 10, // Frankrijks // 50, // Ierland // 50, // Italië // 50, // Verenigd Koninkrijk // 100.

Artikel 3

  • 1. 
    De Lid-Staten beheren de hun toegekende quota volgens hun eigen regels ter zake.
  • 2. 
    De uitputtingsgraad van het quotum van de Lid-Staten wordt geconstateerd op grond van de ingevoerde hoeveelheden van de betrokken produkten, van oorsprong uit de genoemde landen en gebieden, die bij de douane ten invoer in het vrije verkeer zijn aangegeven.

Artikel 4

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel 6 van bijlage IX bij Besluit 80/1186/EEG wordt de invoer van de betrokken produkten, van oorsprong uit genoemde landen en gebieden, aan communautair toezicht onderworpen.
  • 2. 
    De Lid-Staten dienen uiterlijk op de vijftiende dag van iedere maand de overzichten van de invoer van de genoemde produkten, die in de loop van de voorafgaande maand daadwerkelijk op hun quotum in mindering is gebracht, aan de Commissie over te leggen. Hiertoe worden slechts die produkten in aanmerking genomen, die bij de douane ten invoer in het vrije verkeer zijn aangegeven, vergezeld van een certificaat inzake goederenverkeer, conform de bepalingen van artikel 1, lid 2.
  • 3. 
    De Commissie stelt de Lid-Staten regelmatig in kennis van de uitputtingsgraad van het contingent.
  • 4. 
    Voor zover nodig kan, hetzij op verzoek van een Lid-Staat, hetzij op initiatief van de Commissie, overleg worden gepleegd.

Artikel 5

De Commissie treft, in nauwe samenwerking met de Lid-Staten, de nodige maatregelen om de toepassing van deze verordening te waarborgen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1983.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 14 juni 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • I. 
    KIECHLE
  • (1) 
    PB nr. L 361 van 31. 12. 1980, blz. 1.
  • (1) 
    PB nr. L 53 van 27. 2. 1981, blz. 19.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.