Verordening 1983/1009 - Vaststelling voor 1983 van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R1009

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R1009

Verordening (EEG) nr. 1009/83 van de Raad van 27 april 1983 tot vaststelling voor 1983 van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

Publicatieblad Nr. L 115 van 30/04/1983 blz. 0011 - 0020

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1009/83 VAN DE RAAD

van 27 april 1983

tot vaststelling voor 1983 van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden , van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden ( 1 ) , inzonderheid op de artikelen 3 en 11 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de Gemeenschap en Noorwegen overeenkomstig inzonderheid de artikelen 2 en 7 van de procedure voorzien in de Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen ( 2 ) , overleg hebben gepleegd over de wederzijdse visrechten in 1983 en over het beheer van de gemeenschappelijke biologische rijkdommen ;

Overwegende dat de delegaties bij dit overleg zijn overeengekomen hun onderscheiden autoriteiten aan te bevelen voor 1983 voor de schepen van de andere partij bepaalde vangstquota vast te stellen ;

Overwegende dat de Raad de uitkomsten van dit overleg in beginsel heeft goedgekeurd door op 25 januari 1983 Verordening ( EEG ) nr . 178/83 tot vaststelling van bepaalde tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden , van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren ( 3 ) , aan te nemen ;

Overwegende dat in de Overeenkomst van 19 december 1966 tussen Denemarken , Noorwegen en Zweden inzake de onderlinge verlening van visrechten in het Skagerrak en het Kattegat is bepaald dat elke partij de vaartuigen van de andere partijen visrechten verleent in haar visserijzone in het Skagerrak en een gedeelte van het Kattegat tot 4 zeemijl gemeten van de basislijnen ;

Overwegende dat in de Visserijovereenkomst van 1964 tussen het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen is bepaald dat Noorse vaartuigen mogen vissen op hondshaai en reuzenhaai in bepaalde gebieden tussen 6 en 12 zeemijl gemeten van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk ;

Overwegende dat de tussentijdse regeling zoals vastgesteld bij Verordening ( EEG ) nr . 178/83 , waarbij aan Noorse vaartuigen wordt toegestaan in de visserijzone van de Gemeenschap te vissen en waarvan de geldigheidsduur op 30 april 1983 verstrijkt , dient te worden vervangen door een definitieve regeling voor 1983 die beantwoordt aan de regeling waarover tussen de Gemeenschap en Noorwegen is onderhandeld ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren mogen tot en met 31 december 1983 in de 200-mijlszone van de Lid-Staten in de Noordzee , het Skagerrak , het Kattegat , de Oostzee , de Labradorzee , de Davis Strait , de Baffin Bay en de Atlantische Oceaan benoorden 43 * 00' noorderbreedte overeenkomstig het bepaalde in deze verordening vissen op de in bijlage I vermelde soorten binnen de in die bijlage vastgestelde geografische en kwantitatieve grenzen .

2 . De bij lid 1 toegestane visserij mag slechts worden uitgeoefend in de gedeelten van de visserijzone van 200 mijl zeewaarts van 12 zeemijl vanaf de basislijnen vanwaar de visserijzones van de Lid-Staten worden gemeten , met de volgende uitzonderingen :

a ) vissen in het Skagerrak is toegestaan zeewaarts van 4 zeemijl vanaf de basislijnen van Denemarken ;

b ) vissen op hondshaai en reuzenhaai is toegestaan in de gebieden als omschreven in bijlage II .

3 . Vissen in de gedeelten van ICES-sector IIIa , begrensd in het westen door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm tot de vuurtoren van Lindesnes en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar de dichtstbij gelegen kust van Zweden , is niet onderworpen aan kwantitatieve beperkingen behalve voor makreel en koolvis .

4 . In afwijking van lid 1 zijn onvermijdelijke bijvangsten van een soort waarvoor in een zone geen quotum is vastgesteld , toegestaan binnen de grenzen vastgesteld in de instandhoudingsmaatregelen die in de betrokken zone gelden .

5 . Bijvangsten in een bepaalde zone van een soort waarvoor in die zone een quotum is vastgesteld worden van dat quotum afgetrokken .

Artikel 2

1 . Vaartuigen die vissen in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling dienen zich te houden aan de instandhoudings - en controlemaatregelen en aan alle overige voorschriften inzake de uitoefening van de visserij in de in dat artikel bedoelde zones .

2 . De in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen een logboek bij te houden waarin de in bijlage III genoemde gegevens moeten worden opgenomen .

3 . De in lid 1 bedoelde vaartuigen met uitzondering van die welke vissen in de ICES-sector IIIa , dienen de Commissie de in bijlage IV genoemde informatie te verstrekken . Deze gegevens dienen te worden medegedeeld overeenkomstig de voorschriften van deze bijlage .

4 . De registratieletters en de registratienummers van de in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen duidelijk op beide zijden van de boeg van het vaartuig te zijn aangebracht .

Artikel 3

1 . Vissen in NAFO-deelgebied 1 en in ICES-deelgebieden XIV en V in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling is slechts toegestaan indien er een door de Commissie namens de Gemeenschap afgegeven vergunning aan boord is en de in de vergunning vermelde voorwaarden in acht worden genomen .

2 . Vissen in alle andere ICES-deelgebieden met vaartuigen van meer dan 200 BRT in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling is slechts toegestaan indien er een door de Commissie namens de Gemeenschap afgegeven vergunning aan boord is en de in de vergunning vermelde voorwaarden in acht worden genomen .

3 . De vergunningen voor de in lid 1 bedoelde visserij moeten zodanig worden afgegeven dat het aantal vergunningen niet meer bedraagt dan :

a ) 17 voor het vissen op zwarte heilbot en heilbot in ICES-deelgebieden XIV en ICES-sector Va en in NAFO-deelgebied 1 ; in ICES-deelgebied XIV en ICES-sector Va mogen niet meer dan 10 vaartuigen tegelijk vissen en in NAFO-deelgebied 1 mogen niet meer dan 13 vaartuigen tegelijk vissen ;

b ) 23 voor het vissen op Noorse garnaal ( Pandalus borealis ) in ICES-deelgebied XIV en ICES-sector Va en in NAFO-deelgebied 1 ; in ICES-deelgebied XIV en ICES-sector Va mogen niet meer dan 18 vaartuigen tegelijk vissen en in NAFO-deelgebied 1 mogen niet meer dan 12 vaartuigen tegelijk vissen .

4 . De Commissie zal de in lid 2 bedoelde vergunningen afgeven aan alle vaartuigen waarvan een vergunning door de Noorse autoriteiten werd aangevraagd .

5 . Elke vergunning is slechts geldig voor één vaartuig . Indien verscheidene vaartuigen vissen , moet ieder vaartuig in het bezit zijn van een vergunning .

6 . Vergunningen bedoeld in lid 1 kunnen worden geannuleerd met het oog op de afgifte van nieuwe vergunningen . De annulering gaat in op de datum waarop de vergunning bij de Commissie is ingeleverd .

7 . Indien aan de in deze verordening vastgestelde verplichtingen niet wordt voldaan , wordt de vergunning ingetrokken .

8 . Voor vaartuigen ten aanzien waarvan de in deze verordening opgenomen verplichtingen niet zijn nagekomen wordt gedurende een periode van hoogstens twaalf maanden geen vergunning afgegeven .

Artikel 4

Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning bij de Commissie dienen de volgende inlichtingen te worden verstrekt :

a ) naam van het vaartuig ;

b ) registratienummer ;

c ) op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en identificatienummers ;

d ) haven van registratie ;

e ) naam en adres van de eigenaar of huurder ;

f ) brutotonnage en lengte over alles ;

g ) motorvermogen

h ) oproepnummer en radiofrequentie ;

i ) vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt ;

j ) zone waarin zal worden gevist ;

k ) vissoorten waarop zal worden gevist ;

l ) periode waarvoor de vergunning wordt aangevraagd .

Artikel 5

Vissen op blauwe leng , leng , lom en zwarte heilbot , in het kader van de in artikel 1 bedoelde quotaregeling is slechts toegestaan met beuglijnen .

Artikel 6

Het gebruik van trawlnetten en ringzegens voor de vangst van pelagische soorten is verboden in het Skagerrak van zaterdag te middermacht tot zondag te middernacht .

Artikel 7

De bevoegde instanties van de Lid-Staten treffen de nodige maatregelen met inbegrip van de regelmatige inspectie van de vaartuigen ten einde de uitvoering van deze verordening te verzekeren .

Artikel 8

Indien een overtreding naar behoren is geconstateerd , delen de Lid-Staten aan de Commissie onverwijld de naam van het betrokken vaartuig en de eventueel getroffen maatregelen mede .

Artikel 9

De hoeveelheden die zijn gevangen in het kader van Verordening ( EEG ) nr . 172/83 worden in mindering gebracht op de quota die bij de onderhavige verordening zijn vastgesteld .

Artikel 10

Verordening ( EEG ) nr . 178/83 wordt ingetrokken .

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing van 25 januari tot en met 31 december 1983 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 27 april 1983 .

Voor de Raad

De Voorzitter

I . KIECHLE

( 1 ) PB nr . L 24 van 27 . 1 . 1983 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 266 van 29 . 8 . 1980 , blz . 47 .

( 3 ) PB nr . L 24 van 27 . 1 . 1983 , blz . 79 .

BIJLAGE I

Vangstquota

  • * ( in ton ) *

Soort * Gebied waarin mag worden gevist * Hoeveelheid *

Makreel * ICES VIa ( 1 ) + VIId , e , f , h + IIa * 22 000 *

Haring * ICES VIa ( 1 ) * 7 000 *

Sprot * ICES IV * 40 000 *

Kabeljauw * ICES IV * 8 000 *

Schelvis * ICES IV * 18 000 *

Koolvis * ICES IV en Skagerrak ( 2 ) * 33 000 *

Wijting * ICES IV * 7 000 *

Schol * ICES IV * 5 000 *

Haring * ICES IVc * 4 000 ( 3 ) *

Zandspiering kever/blauwe wijting * ICES IV * 70 000 ( 4 ) *

Blauwe wijting * ICES II , IVa , VIa ( 1 ) , VIb , VII ( 5 ) , XIV * 160 000 ( 6 ) *

Blauwe leng * ICES IV , Vb , VI , VII * 1 000 ( 7 ) *

Leng en lom * ICES IV , Vb , VI , VII * 22 000 ( 7 ) ( 8 ) *

Hondshaai * ICES IV , VI , VII * 2 000 ( 9 ) *

Reuzenhaai ( 10 ) * ICES IV , VI , VII * 800 ( 9 ) *

Haringhaai * ICES IV , VI , VII * 500 *

Noorse garnaal ( Pandalus borealis ) * NAFO 1 ( 11 ) * 500 *

  • ICES XIV + Va * 2 000 *

Zwarte heilbot * NAFO 1 * 500 ( 12 ) *

  • ICES XIV + Va * 500 ( 12 ) *

Heilbot * NAFO 1 * 200 ( 12 ) *

Andere soorten ( 13 ) * ICES IV * 5 000 *

( 1 ) Ten noorden van 56 * 30' noorderbreedte .

( 2 ) In het westen begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm tot de vuurtoren van Lindesnes en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar de dichtstbij gelegen kust van Zweden .

( 3 ) De vangsten gerealiseerd in de periode van 1 oktober tot en met 31 december 1982 dienen in mindering gebracht te worden op deze hoeveelheid . Het verschil mag enkel gevist worden tot en met 28 februari 1983 .

( 4 ) Waarvan de hoeveelheid zandspiering niet meer mag bedragen dan 60 000 ton en de hoeveelheid kever en blauwe wijting te zamen niet meer dan 50 000 ton . Hoogstens 10 000 ton van de vangsthoeveelheid voor kever mag worden gevist in ICES-sector VIa ten noorden van 56 * 30' noorderbreedte . Deze hoeveelheid dient in mindering te worden ebracht op het quotum voor kever en zandspiering en blauwe wijting in ICES-deelgebied IV .

( 5 ) Ten westen van 12 * westerlengte .

( 6 ) Waarvan hoogsten 40 000 ton in ICES-sector IVa mogen worden gevangen .

( 7 ) Waarvan 20 % kabeljauwbijvangsten per vaartuig zijn toegelaten op elk ogenblik in de ICES-deelgebieden VI en VII . Dit percentage mag worden overschreden de eerste 24 uren volgende op het aanvangen van de viserijactiviteiten op een bepaalde visgrond . De totale bijvangst mag echter niet meer bedragen dan 1 000 ton waarvan hoogstens 300 ton kabeljauw .

( 8 ) Waarvan de hoeveelheid leng niet meer mag bedragen dan 17 000 ton of de hoeveelheid lom niet meer dan 9 000 ton .

( 9 ) Dit quotum is exclusief de vangsten in de gebieden als vermeld in bijlage II .

( 10 ) Reunzenhaailever .

( 11 ) Ten zuiden van 68 * noorderbreedte .

( 12 ) Bijvangsten van kabeljauw mogen niet meer bedragen dan 10 % .

( 13 ) Garnaal uitgesloten .

BIJLAGE II

Zone tussen 6 en 12 mijl gemeten van de basislijnen van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk

a ) Vissen op hondshaai : de gebieden die zich uitstrekken van een lijn vlak ten westen van Ard an Runair ( North Uist ) noordwaarts naar een lijn vlak ten oosten van Start Point ( Orkney ) met inbegrip van de gebieden rond de Flannan Islands , de Shetland Islands en Fair Isle en de voor de kust gelegen eilanden van de St . Kilda Groep , North Rona en Sulisker , Sule Skerry en Stack Skerry .

b ) Vissen op reuzenhaai : dezelfde gebieden als voor hondshaai en ook het gebied tussen een lijn vlak ten westen van de Mull of Oa ( Islay ) en een lijn vlak ten westen van Ard an Runair .

BIJLAGE III

1 . De volgende gegevens dienen na iedere trek in het logboek te worden genoteerd bij het vissen in de visserijzone van 200 zeemijl voor de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap , waarop uitsluitend de communautaire visserijregeling van toepassing is :

1.1 . Gevangen hoeveelheid van elke soort ( in kg ) ,

1.2 . Datum en tijdstip waarop de trek heeft plaatsgevonden ,

1.3 . Geografische positie waarin de vangsten zijn gedaan ,

1.4 . Gebruikte vismethode ,

1.5 . Alle radioberichten bedoeld in bijlage IV .

2 . Het volgende logboek moet worden gebruikt bij het vissen in NAFO-deelgebied 1 en ICES-deelgebieden XIV en V :

EUROPESE GEMEENSCHAPPEN - LOGBOEK VOOR DE VISSERIJ IN NAFO-DEELGEBIED 1 EN ICES-DEELGEBIEDEN XIV EN V

Naam van het vaartuig

Identificatienummer ...

Nummer communautaire vergunning ...

Datum * Positie om 12.00 uur ( GMT ) *

Dag * Maand * Jaar * Breedtegraad * Lengtegraad * NAFO-afdeling 09 *

... * ... * ... * ... N * ... W * ... *

Begin trek ( GMT ) * Einde trek ( GMT ) * Vistijd ( uren ) * Diepte ( meter ) * Positie aan het begin van de trek * Type vistuig * Aantal binnengehaalde netten of lijnen * Maaswijdte * Vangst per soort ( in kg afgerond gewicht ) *

  • * * * Breedtegraad * Lengtegraad * NAFO-afd . * * * * * Kabeljauw ( 101 ) * Roodbaars ( 103 ) * Zwarte heilbot ( 118 ) * Heilbot ( 120 ) * Roundnose Grenadier ( 168 ) * Zeewolf ( 188 ) * Lodde ( 340 ) * Garnaal ( 639 ) * * *
  • * * * * * * * * * gehouden * * * * * * * * * * *
  • * * * * * * * * * overboord * * * * * * * * * * *

Subtotaal voor de visdag * gehouden * * * * * * * * * * *

  • overboord * * * * * * * * * * *

Totaal voor de visreis * gehouden * * * * * * * * * * *

  • overboord * * * * * * * * * * *

Vandaag verwerkt voor menselijke consumptie ( in kg afgerond gewicht ) * * * * * * * * * * *

Vandaag verwerkt voor industriële doeleinden ( in kg afgerond gewicht ) * * * * * * * * * * *

TOTAAL * * * * * * * * * * *

Opmerkingen

Handtekening van de kapitein ...

BIJLAGE IV

1 . De volgende inlichtingen moeten aan de Commissie worden verstrekt volgens het onderstaande tijdschema :

1.1 . Bij het binnenvaren van het vaartuig :

1.1.1 . in de visserijzones van 200 zeemijl langs de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap , die onder de jurisdictie van deze Lid-Staten op het gebied van de visserij vallen ,

of

1.1.2 . in het gedeelte van de deelgebieden 0 en 1 als omschreven in de Overeenkomst inzake de toekomstige multilaterale samenwerking aangaande de visserij in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan dat valt onder de jurisdictie van Denemarken of Canada :

a ) de in punt 1.5 aangegeven elementen ;

b ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden in het ruim , per vissoort ;

c ) tijdstip en NAFO-deelgebied of ICES-deelgebied waarin de gezagvoerder voornemens is met het vissen te beginnen .

Wanneer de visserijactiviteiten ertoe nopen een bepaalde dag meer dan eenmaal de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2 binnen te varen , is een mededeling bij het eerste binnenvaren voldoende .

1.2 . Bij het verlaten van :

1.2.1 . de sub 1.1.1 bedoelde zone :

a ) de in punt 1.4 aangegeven elementen ;

b ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden in het ruim , per vissoort ;

c ) gewicht ( in kg ) van de sedert het vorige bericht gevangen vissoorten ;

d ) ICES-deelgebied of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan ;

e ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden , per vissoort , die op andere vaartuigen zijn overgeladen sinds het vaartuig de zone is binnengevaren , onder vermelding van het vaartuig waarop de hoeveelheden zijn overgeladen ;

f ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden , per vissoort , die in een haven van de Gemeenschap zijn aangevoerd sinds het vaartuig de zone is binnengevaren .

1.2.2 . de sub 1.1.2 bedoelde zone :

de inlichtingen bedoeld sub a ) , b ) , c ) , d ) , e ) , f ) ,

g ) gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden , per vissoort , die sinds het vorige bericht overboord zijn gezet .

1.3 . Een voorafgaande mededeling ten minste 48 uur voor het geplande vertrek van het vaartuig uit de onder 1.1.2 bedoelde zone en uit ICES-deelgebied XIV .

1.4 . Wanneer op haring wordt gevist , om de drie dagen , te beginnen op de derde dag , nadat het vaartuig de sub 1.1.1 bedoelde zones voor het eerst is binnengevaren , en wanneer op andere soorten dan haring wordt gevist , elke week , te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig de sub 1.1.1 en 1.1.2 bedoelde zones voor het eerst is binnengevaren :

a ) de in punt 1.4 aangegeven elementen ;

b ) gewicht ( in kg ) van de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden , per vissoort ;

c ) ICES-deelgebied of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan .

1.5 . a ) Naam , roepnaam , identiteitsnummers en -letters van het vaartuig en naam van de kapitein ;

b ) Nummer van de vergunning indien het schip met een vergunning vist ;

c ) Volgnummer van het bericht ;

d ) Aanduiding van de aard van het bericht ;

e ) Datum , uur en geografische positie van het vaartuig .

2.1 . De sub 1 bedoelde gegevens moeten aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel ( telexadres 24189 FISEU B ) worden medegedeeld via een van de sub 3 vermelde radiostations en wel in de sub 4 aangegeven vorm .

2.2 . Indien het bericht wegens overmacht niet door het vaartuig kan worden verzonden , mag het namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden .

3 . Naam van het radiostation * Oproepletters van het radiostation *

Skagen * OXP *

Blaavand * OXB *

Ronne * OYE *

Norddeich * DAF DAK *

  • DAH DAL *
  • DAI DAM *
  • DAJ DAN *

Scheveningen * PCH *

Oostende * OST *

North Foreland * GNF *

Humber * GKZ *

Cullercoats * GCC *

Wick * GKR *

Portpatrick * GPK *

Anglesey * GLV *

Ilfracombe * GIL *

Niton * GNI *

Stonehaven * GND *

Portishead * GKA *

  • GKB *
  • GKC *

Land's End * GLD *

Valentia * EJK *

Malin Head * EJM *

Boulogne * FFB *

Brest * FFU *

Saint-Nazaire * FFO *

Bordeaux-Arcachon * FFC *

Prins Christians Sund * OZN Central Godthaab *

Julianehaab * OXF Central Godthaab *

Godthaab * OXI Central Godthaab *

Holsteinsborg * OYS Central Godthaab *

Godhavn * OZM Central Godthaab *

Thorshavn * OXJ *

Velferdsstasjon Faeringerhamm * 22239 *

Bergen * LGN *

Farsund * LGZ *

Floroe * LGL *

Rogaland * LGQ *

Tjoeme * LGT *

Aalesund * LGA *

4 . Vorm van de berichten

De sub 1 bedoelde inlichtingen betreffende visserijactiviteiten in de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2 moeten onderstaande elementen bevatten en in onderstaande volgorde worden verstrekt :

  • naam van het vaartuig ;
  • roepnaam van het vaartuig ;
  • op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers ;
  • volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis ;
  • aanduiding van de aard van het bericht aan de hand van de volgende code :
  • bericht bij het binnenvaren van een van de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2 : IN ,
  • bericht bij het verlaten van een van de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2 : OUT ,
  • bericht bij overgang van een ICES-afdeling naar een andere : ICES ,
  • wekelijks bericht : WKL ,
  • bericht om de drie dagen : 2 WKL ,
  • mededeling betreffende het geplande vertrek uit de sub 1.1.2 bedoelde zone : NL ;
  • geografische positie ;
  • ICES-deelgebied of NAFO-deelgebied waarin de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen ;
  • datum waarop de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen ;
  • het gewicht ( in kg ) van de vangsten , per vissoort , die zich in de ruimen bevinden met gebruikmaking van de sub 5 opgenomen code ;
  • ICES-sector of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan ;
  • gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden , per vissoort , die sinds het vorige bericht op andere vaartuigen zijn overgeladen ;
  • naam en roepnaam van het vaartuig waarop deze hoeveelheden zijn overgeladen ;
  • gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden , per vissoort , die sinds het vorige bericht zijn aangevoerd in een haven van de Gemeenschap ;
  • naam van de kapitein ;
  • gewicht ( in kg ) van de hoeveelheden , per vissoort , die sinds het vorige bericht overboord zijn gezet met gebruikmaking van de sub 5 opgenomen code , uitsluitend in het geval van visserijactiviteiten in de sub 1.1.2 bedoelde zone .

5 . Code voor het mededelen van de sub 4 hierboven bedoelde hoeveelheden vis die zich aan boord bevinden :

  • A : Noorse garnaal ( Pandalus borealis )
  • B : Heek ( Merluccius merluccius )
  • C : Zwarte heilbot ( Reinhardtius hippoglossoides )
  • D : Kabeljauw ( Gadus morhua )
  • E : Schelvis ( Melanogrammus aeglefinus )
  • F : Heilbot ( Hippoglossus hippoglossus )
  • G : Makreel ( Scomber scombrus )
  • H : Horsmakreel ( Trachurus trachurus )
  • I : Roundnose Grenadier ( Coryphaenoides rupestris )
  • J : Koolvis ( Pollachius virens )
  • K : Wijting ( Merlangus merlangus )
  • L : Haring ( Clupea harengus )
  • M : Zandspiering ( Ammodytes sp . )
  • N : Sprot ( Clupea sprattus )
  • O : Schol ( Pleuronectes platessa )
  • P : Kever ( Trisopterus esmarkii )
  • Q : Leng ( Molva molva )
  • R : Andere
  • S : Garnaal ( Pandalidae )
  • T : Ansjovis ( Engraulis encrassicholus )
  • U : Noorse schelvis ( Sebastes sp . )
  • V : Amerikaanse schol ( Hypoglossoides platessoides )
  • W : Pijlinktvis ( Illex )
  • X : Geelstaartmakreel ( Limanda ferruginea )
  • Y : Blauwe wijting ( Gadus poutassou )
  • Z : Tonijn ( Thunnidae )
  • AA : Blauwe leng ( Molva dypterygia )
  • BB : Lom ( Brosme brosme )

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.