Verordening 1983/175 - Verdeling van bepaalde vangstquota over de lidstaten voor vaartuigen die vissen in de economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 175/83 van de Raad houdende verdeling van bepaalde vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen
Publicatieblad Nr. L 024 van 27/01/1983 blz. 0072 - 0074
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 175/83 VAN DE RAAD
van 25 januari 1983
houdende verdeling van bepaalde vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,
Gelet op de Overeenkomst betreffende visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen ( 1 ) , inzonderheid op artikel 2 ,
Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden ( 2 ) , inzonderheid op de artikelen 3 , 4 en 11 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ( 3 ) ,
Overwegende dat de Gemeenschap en Noorwegen een Overeenkomst hebben geparafeerd betreffende hun wederzijdse visserijrechten in 1982 , waarin onder meer bepaalde vangstquota zijn vastgesteld voor vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Noorwegen ;
Overwegende dat de Gemeenschap deze vangstquota over de vissers uit de Gemeenschap dient te verdelen ;
Overwegende dat , om een billijke verdeling van de beschikbare vangstmogelijkheden te garanderen , deze quota over de Lid-Staten van de Gemeenschap moeten worden verdeeld ;
Overwegende dat , om na te gaan of de hand wordt gehouden aan deze verdeling , gegevens over de werkelijke vangsten dienen te worden verstrekt ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
1 . In 1982 mogen vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren , in de wateren die behoren tot de economische zone van Noorwegen benoorden 62 * 00' noorderbreedte , en in de visserijzone rond Jan Mayen , in het kader van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Noorwegen inzake wederzijdse visserijrechten in 1982 , ten hoogste de in bijlage I vermelde hoeveelheden vangen .
2 . In 1982 mogen vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren , in de wateren die behoren tot de economische zone van Noorwegen ten zuiden van 62 * 00' noorderbreedte , in het kader van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Noorwegen inzake wederzijdse visserijrechten in 1982 , van de in bijlage II vermelde soorten ten hoogste de in genoemde bijlage vermelde hoeveelheden vangen .
Artikel 2
De Lid-Staten en de kapiteins van de vissersvaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren en vissen in de in artikel 1 bedoelde wateren , dienen zich te houden aan de artikelen 1 tot en met 6 van Verordening ( EEG ) nr . 753/80 van de Raad van 26 maart 1980 betreffende de wijze van opname en melding van de gegevens over de vangsten door vissersvaartuigen van de Lid-Staten ( 4 ) .
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Zij is van toepassing tot en met 31 december 1982 .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 25 januari 1983 .
Voor de Raad
De Voorzitter
J . ERTL
( 1 ) PB nr . L 226 van 29 . 8 . 1980 , blz . 48 .
( 2 ) Zie blz . 1 van dit Publikatieblad .
( 3 ) PB nr . C 165 van 2 . 7 . 1982 , blz . 6 .
( 4 ) PB nr . L 84 van 28 . 3 . 1980 , blz . 33 .
BIJLAGE I
In artikel 1 , lid 1 , bedoelde hoeveelheden
( Noorse wateren benoorden 62 * 00' noorderbreedte )
-
** * ( in ton levend gewicht ) *
Soort * ICES-afdeling * Quota * Verdeling *
Kabeljauw * I , IIa en IIb * 12 000 * Frankrijk : 1 900 *
-
** * Duitsland : 2 070 *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 8 030 *
Schelvis * I , IIa en IIb * 4 700 * Frankrijk : 600 *
-
** * Duitsland : 1 010 *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 3 090 *
Koolvis * I , IIa en IIb * 7 000 * Frankrijk : 900 *
-
** * Duitsland : 5 600 *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 500 *
Roodbaars Sebastes mentella * I , IIa en IIb * 2 250 * Duitsland : 1 550 *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 450 *
-
** * Frankrijk : 250 *
Sebastes marinus * I , IIa en IIb * 2 250 * Duitsland : 1 550 *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 450 *
-
** * Frankrijk : 250 *
Zwarte heilbot * I , IIa en IIb * 250 * Duitsland : 125 *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 125 *
Blauwe wijting * II * 4 000 * Frankrijk : 2 000 *
-
** * Duitsland : 2 000 *
Andere soorten ( bijvangsten ) * I , IIa en IIb * 500 * Frankrijk : 65 *
-
** * Duitsland : 170 *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 265 *
BIJLAGE II
In artikel 1 , lid 2 , bedoelde hoeveelheden
-
** * ( in ton levend gewicht ) *
Soort * ICES-afdeling * Quota * Verdeling *
Kever ( 1 ) * IV * 50 000 * Denemarken : 47 500 ( 2 ) *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 2 500 ( 3 ) *
Zandspiering * IV * 150 000 * Denemarken : 142 500 ( 2 ) *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 7 500 ( 3 ) *
Garnalen * IV * 1 000 * Denemarken : 1 000 *
Andere soorten * IV * 4 000 * Denemarken : 2 000 *
-
** * Verenigd Koninkrijk : 1 500 *
-
** * Duitsland : 500 *
-
** * Belgiƫ : 500 *
-
** * Frankrijk : 500 *
( 1 ) Inclusief blauwe wijting .
( 2 ) Binnen een totaal quotum voor kever en zandspiering mag tot 19 000 ton worden verwisseld .
( 3 ) Binnen een totaal quotum voor kever en zandspiering mag tot 1 000 ton worden verwisseld .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.