Verordening 1982/3100 - Opening, de verdeling en de wijze van beheer van het gemeenschappelijke tariefcontingent voor rozijnen en krenten, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van 15 kilogram of minder, van post 08.04 B I van het gemeenschappelijk douanetarief (1983) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 3100/82 van de Raad van 8 november 1982 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van het communautaire tariefcontingent voor rozijnen en krenten, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van 15 kilogram of minder, van post 08.04 B I van het gemeenschappelijk douanetarief (1983)
Publicatieblad Nr. L 333 van 27/11/1982 blz. 0011 - 0012
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 3100/82 VAN DE RAAD
van 8 november 1982
betreffende de opening , de verdeling en de wijze van beheer van het communautaire tariefcontingent voor rozijnen en krenten , in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van 15 kilogram of minder , van post 08.04 B I van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1983 )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 28 ,
Gezien de ontwerp-verordening ingediend door de Commissie ,
Overwegende dat voor het jaar 1983 voor rozijnen en krenten , in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van 15 kilogram of minder , van post 08.04 B I van het gemeenschappelijk douanetarief , een communautair tariefcontingent tegen een recht van 2 % dient te worden geopend , waarvan de omvang wordt beperkt tot 5 000 ton , gezien het bestaan van een communautaire produktie ;
Overwegende dat , aangezien het hier gaat om een contingent van geringe omvang ten opzichte van de eigen behoeften van de Gemeenschap , dient te worden voorzien in een regeling voor het beheer van het tariefcontingent die is gebaseerd op één enkele verdeling over de Lid-Staten , zonder evenwel afbreuk te doen aan het communautaire karakter ervan ; dat deze verdeling kan plaatsvinden naar rata van de invoerbehoeften van elke Lid-Staat uit derde landen die niet met de Gemeenschap zijn geassocieerd , noch met haar verbonden zijn door een preferentiële overeenkomst ; dat om het communautaire karakter van het contingent te behouden een quotum aan Griekenland dient te worden toegekend door een zelfde hoeveelheid te onttrekken aan het volume van het contingent ; dat de aldus berekende verdeling de in artikel 2 vermelde cijfers oplevert ;
Overwegende dat , aangezien het Koninkrijk België , het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie , iedere handeling met betrekking tot het beheer van de aan genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
1 . Gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december 1983 wordt een communautair tariefcontingent van 5 000 ton geopend voor rozijnen en krenten , in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van 15 kilogram of minder , van post 08.04 B I van het gemeenschappelijk douanetarief .
2 . Binnen de grenzen van dit tariefcontingent wordt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief geschorst tot 2 % .
Binnen de grenzen van dit tariefcontingent past Griekenland de overeenkomstig de ter zake vastgestelde bepalingen in de Toetredingsakte van 1979 berekende douanerechten toe .
3 . De invoer van de bedoelde produkten die op grond van een andere preferentiële tariefregeling reeds voor een gelijk of lager invoerrecht in aanmerking komt , wordt niet op dit tariefcontingent afgeboekt .
Artikel 2
Het in artikel 1 aangegeven tariefcontingent wordt als volgt over de Lid-Staten verdeeld :
Benelux : 473 ton
Denemarken : 200 ton
Duitsland : 1 395 ton
Griekenland : 1 ton
Frankrijk : 341 ton
Ierland : 166 ton
Italië : 18 ton
Verenigd Koninkrijk : 2 406 ton .
Artikel 3
1 . De Lid-Staten nemen alle dienstige maatregelen om aan de op hun grondgebied gevestigde importeurs van het betrokken produkt vrije toegang tot het hun toegekende quotum te waarborgen .
2 . De benuttingsgraad van het quotum van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden van het betrokken produkt , die bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven .
Artikel 4
De Lid-Staten stellen de Commissie op haar verzoek op de hoogte van de invoer die daadwerkelijk op hun quotum is afgeboekt .
Artikel 5
De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen .
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1983 .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 8 november 1982 .
Voor de Raad
De Voorzitter
H . CHRISTOPHERSEN
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.