Verordening 1982/1772 - Algemene regels inzake het verbindend verklaren van bepaalde door de producentenorganisaties in de sector visserijprodukten vastgestelde regels - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 1772/82 van de Raad van 29 juni 1982 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verbindend verklaren van bepaalde door de producentenorganisaties in de sector visserijprodukten vastgestelde regels
Publicatieblad Nr. L 197 van 06/07/1982 blz. 0001 - 0002
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 1 blz. 0228
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 1 blz. 0228
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 1772/82 VAN DE RAAD
van 29 juni 1982
tot vaststelling van de algemene regels inzake het verbindend verklaren van bepaalde door de producentenorganisaties in de sector visserijprodukten vastgestelde regels
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (1), inzonderheid op artikel 7, lid 7,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat, krachtens artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3796/81, de Lid-Staten bepaalde regels die door een voor produktie en afzet in een bepaald gebied representatief geachte producentenorganisatie voor haar leden zijn uitgevaardigd verbindend kunnen verklaren voor degenen die niet bij die organisatie zijn aangesloten en in het betrokken gebied produkten verhandelen;
Overwegende dat als criterium voor de representativiteit van de producentenorganisatie de omvang van produktie en afzet van de betrokken organisatie op de markt van het betrokken gebied moet gelden;
Overwegende dat, om de toepassing van de bovenbedoelde regeling in de Lid-Staten te harmoniseren, de regels inzake verhandeling die voor niet-aangeslotenen verbindend kunnen worden verklaard nader dienen te worden omschreven; dat met hetzelfde doel dient te worden gepreciseerd in welk stadium de betrokken regels van toepassing zijn;
Overwegende dat het, om aan de betrokken regeling de nodige soepelheid te geven, wenselijk is dat de periode van toepassing van de verbindend verklaarde regels een bepaalde duur niet overschrijdt; dat anderzijds de betrokken regeling niet doeltreffend kan werken als de verbindend verklaarde regels niet gedurende een nader te bepalen minimumperiode worden toegepast,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Bij deze verordening worden de algemene regels vastgesteld voor de toepassing van de regeling in het kader waarvan bepaalde door de producentenorganisaties in de visserijsector vastgestelde regels verbindend worden verklaard voor niet-aangeslotenen.
Artikel 2
In de zin van artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3796/81 wordt een producentenorganisatie als representatief beschouwd wanneer haar produktie en afzet van één of meer produkten voor de markt van het betrokken gebied van significante omvang is.
Artikel 3
-
1.De in artikel 7, lid 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 3796/81 bedoelde regels ten aanzien van de verhandeling hebben betrekking op:
-
-kwaliteit, grootte of gewicht en aanbiedingsvorm van de te koop aangeboden produkten;
-
-bemonstering, recipiënten voor de verkoop, verpakking en etikettering en het gebruik van ijs;
-
-de voorwaarden voor de eerste afzet.
-
2.De in artikel 7, lid 1, sub b), van Verordening (EEG) nr. 3796/81 bedoelde regels hebben betrekking op het in acht nemen van de overeenkomstig artikel 12 van die verordening vastgestelde communautaire ophoudprijs, waarbij geen tolerantiemarge is toegestaan.
Artikel 4
De krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3796/81 verbindend verklaarde regels hebben betrekking op het eerste afzetstadium. Dit stadium
beperkt zich tot de eerste verkoop op de markt in het betrokken gebied na aanvoer van de produkten.
Artikel 5
De krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3796/81 verbindend verklaarde regels worden toegepast gedurende een periode van ten hoogste twaalf maanden.
De minimumduur van deze periode wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 33 van Verordening (EEG) nr. 3796/81.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 29 juni 1982.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
P.de KEERSMAEKER
-
(1)PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.