Verordening 1978/3153 - Tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van visbestanden, van toepassing op schepen die de vlag voeren van bepaalde derde landen in de 200-mijlszone voor de kust van het Franse departement Guyana

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31978R3153

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31978R3153

Verordening (EEG) nr. 3153/78 van de Raad van 21 december 1978 tot vaststelling van bepaalde tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van visbestanden, van toepassing op schepen die de vlag voeren van bepaalde derde landen in de 200-mijlszone voor de kust van het Franse departement Guyana

Publicatieblad Nr. L 374 van 30/12/1978 blz. 0031 - 0036

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 3153/78 VAN DE RAAD

van 21 december 1978

tot vaststelling van bepaalde tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van visbestanden , van toepassing op schepen die de vlag voeren van bepaalde derde landen in de 200-mijlszone voor de kust van het Franse departement Guyana

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 103 ,

Gelet op het Toetredingsverdrag ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de Raad op 3 november 1976 een aantal resoluties inzake bepaalde externe en interne aspecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft aangenomen ;

Overwegende dat de Raad bij Verordening ( EEG ) nr . 1014/77 ( 1 ) bepaalde overgangsmaatregelen heeft vastgesteld voor de instandhouding en het beheer van visbestanden , die van toepassing zijn ten aanzien van schepen die de vlag voeren van bepaalde derde landen in de 200-mijlszone gelegen voor de kust van het Franse departement Guyana , welke laatstelijk bij Verordening ( EEG ) nr . 1157/78 ( 2 ) verlengd werden tot en met 31 december 1978 ;

Overwegende dat genoemde verordeningen zijn aangenomen om overgangsmaatregelen te treffen in afwachting dat er onderhandelingen plaatsvinden tussen de Gemeenschap en de betrokken landen , ten einde overeenkomsten inzake de visserij in de desbetreffende zone te sluiten ; dat , in afwachting van verdere wetenschappelijke informatie over de visbestanden in de betrokken zone , het niet mogelijk is zulke onderhandelingen te openen ; dat daarom verdere overgangsmaatregelen moeten worden vastgesteld ;

Overwegende dat de verwerkende industrie in het Franse departement Guyana afhankelijk blijft van de aanvoer door vreemde vaartuigen die in de wateren van Frans Guyana vissen ; dat derhalve moet worden gewaarborgd dat deze vaartuigen blijven vissen ;

Overwegende dat deze maatregelen onverwijld dienen te worden aangenomen en dat zij derhalve als overgangsmaatregelen dienen te worden vastgesteld op basis van artikel 103 van het Verdrag , met dien verstande dat zij later worden vervangen door identieke maatregelen aangenomen uit hoofde van artikel 43 van het Verdrag ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Vaartuigen die de vlag voeren van een derde land en die hun vangst onder contract in het Franse departement Guyana moeten aanvoeren , mogen van 1 januari tot en met 31 december 1979 op garnaal vissen in de visserijzone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl buiten de kust van het Franse departement Guyana en waarop de gemeenschappelijke visserijregeling van toepassing is , overeenkomstig het bepaalde in deze verordening .

2 . Vaartuigen die de vlag voeren van een derde land en die hun vangst niet onder contract in het Franse departement Guyana behoeven aan te voeren , mogen van 1 januari tot en met 31 december 1979 de vissoorten vangen die zijn opgenomen in punt 1 van bijlage I , en wel binnen de daarin vastgestelde kwantitatieve grenzen in de zone als bedoeld in lid 1 , overeenkomstig het bepaalde in deze verordening .

3 . Voor de uitoefening van de visserij overeenkomstig de leden 1 en 2 gelden voorts de instandhoudings - en controlemaatregelen alsmede alle overige bepalingen inzake visserij voor de in lid 1 bedoelde zone .

Artikel 2

1 . In de in artikel 1 bedoelde visserijzone mag de visserij slechts worden uitgeoefend , mits daartoe namens de Gemeenschap door de Commissie een vergunning is afgegeven en de daarin vermelde voorwaarden worden nageleefd .

De vergunningen worden op verzoek binnen de in de leden 2 en 3 aangegeven grenzen afgegeven aan de autoriteiten van het betrokken derde land .

2 . Vergunningen voor het vissen op andere soorten dan garnaal worden , met inachtneming van het in punt 2 van de bijlage voor het land vastgestelde aantal , afgegeven voor vissersvaartuigen waarmee de visserij met de beug wordt uitgeoefend .

3 . Voor de garnaalvisserij kunnen vergunningen worden afgegeven :

a ) voor vaartuigen die hun vangst onder contract moeten aanvoeren in het Franse departement Guyana en waarvan het aantal per land is vastgesteld in punt 3 van bijlage I . Deze vergunningen zijn geldig vanaf de datum van afgifte tot en met 31 december 1979 ;

b ) voor andere vaartuigen dan die bedoeld sub a ) , op basis van een visserijprogramma dat is ingediend door de autoriteiten van het betrokken land en dat is goedgekeurd door de Commissie , waarbij niet mag worden voorzien in een totaal aantal visdagen voor alle onder het visserijprogramma vallende vaartuigen dat groter is dan het in punt 4 van bijlage I aangegeven aantal . Het maximumaantal vaartuigen dat op een gegeven tijdstip mag vissen op basis van een visserijprogramma is per land vastgesteld in punt 5 van bijlage I . De geldigheidsduur van elk der vergunningen afgegeven op basis van een visserijprogramma is beperkt tot de in het programma omschreven visperiode .

4 . Onverminderd het bepaalde in lid 3 , houden alle voor de vaartuigen van een derde land afgegeven vergunningen op van kracht te zijn zodra is vastgesteld dat het in artikel 1 bedoelde quotum volledig is benut .

De Commissie stelt de autoriteiten van het betrokken land hiervan in kennis .

Artikel 3

1 . Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning bij de Commissie , moeten de volgende inlichtingen worden verstrekt :

a ) naam van het vaartuig ;

b ) registratienummer ;

c ) op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers ;

d ) haven van registratie ;

e ) naam en adres van de eigenaar of de huurder ;

f ) brutotonnage en lengte over alles ;

g ) motorvermogen ;

h ) oproepnummer en radiofrequentie ;

i ) vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt ;

j ) zone waarin zal worden gevist ;

k ) vissoorten waarop zal worden gevist ;

l ) periode waarvoor de vergunning wordt aangevraagd .

2 . De vergunning mag eerst 15 dagen na indiening van de aanvraag worden afgegeven .

3 . Een vergunning is slechts geldig voor één vaartuig . Indien verschillende schepen samen vissen , moet ieder schip in het bezit zijn van een vergunning .

4 . De kapiteins van vaartuigen met een vergunning moeten de in bijlage II vermelde bijzondere voorwaarden in acht nemen . Deze voorwaarden maken deel uit van de vergunning .

Artikel 4

De kapitein van een vaartuig met een visvergunning als genoemd in bijlage I , moet de in de vergunning vermelde gegevens via een radiostation van de Lid-Staten meedelen aan de Commissie .

Artikel 5

De Franse autoriteiten nemen , met inbegrip van de regelmatige inspectie van de vaartuigen , passende maatregelen om de toepassing van artikel 1 te waarborgen .

Artikel 6

Indien een overtreding naar behoren is geconstateerd , delen de Franse autoriteiten de Commissie onverwijld de naam van het betrokken vaartuig en de bijzonderheden inzake eventueel getroffen maatregelen mede .

Artikel 7

De geldigheidsduur van de door de Commissie krachtens artikel 2 , lid 3 , sub a ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1157/78 afgegeven vergunningen wordt hierbij verlengd tot en met 31 januari 1979 .

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1979 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 21 december 1978 .

Voor de Raad

De Voorzitter

Otto Graf LAMBSDORFF

( 1 ) PB nr . L 123 van 17 . 5 . 1977 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 144 van 31 . 5 . 1978 , blz . 11 .

BIJLAGE I

1 . Visserijrechten van 1 januari tot en met 31 december 1979 :

  • * ( Hoeveelheid in ton ) *

a ) Soort : * Garnaal * *

Land : * Barbados * 110 *

  • Guyana * 110 *
  • Japan * 127 *
  • Korea * 262 *
  • Suriname * 110 *
  • Trinidad en Tobago * 110 *
  • Verenigde Staten van Amerika * 146 *

b ) Soort : * Tonijnachtige vissoorten * *

Land : * Japan * onbeperkt *

  • Korea onbeperkt *

c ) Soort : * Andere soorten dan tonijnachtige vissoorten * *

Land : * Venezuela * onbeperkt *

2 . Aantal vaartuigen bedoeld in artikel 2 , lid 2 :

Japan : 5

Korea : 10

Venezuela : 6

3 . Vaartuigen bedoeld in artikel 2 , lid 3 , sub a ) :

Verenigde Staten van Amerika : 59

Japan : 22

4 . Maximumaantal visdagen bedoeld in artikel 2 , lid 3 , sub b ) :

Barbados : 1 585

Guyana : 1 585

Japan : 1 830

Korea : 3 775

Suriname : 1 585

Trinidad en Tobago : 1 585

Verenigde Staten van Amerika : 2 103

5 . Maximumaantal vaartuigen bedoeld in artikel 2 , lid 3 , sub b ) :

Barbados : 8

Guyana : 8

Japan : 9

Korea : 18

Suriname : 8

Trinidad en Tobago : 8

Verenigde Staten van Amerika : 10

BIJLAGE II

Bijzondere voorwaarden

1 . De visvergunning moet aan boord van het vaartuig zijn .

2 . De registratieletters en -nummers van het vergunninghoudende vaartuig moeten duidelijk aan beide kanten op de boeg worden geschilderd en aan beide kanten op de bovenbouw waar zij het best zichtbaar zijn .

De letters en nummers moeten worden geschilderd in een kleur die afsteekt tegen de kleur van de romp of van de bovenbouw en mogen niet zijn verbleekt , beschadigd , bedekt of op enige andere wijze onherkenbaar zijn gemaakt .

3 . Er moet een logboek worden bijgehou len waarin na elke trek moeten worden genoteerd :

3.1 . de gevangen hoeveelheden van elke soort ( in kg ) ;

3.2 . de datum en het tijdstip waarop de trek heeft plaatsgevonden ;

3.3 . de plaats waar de vangst is verricht .

4 . De gegevens moeten door het vergunninghoudende vaartuig aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel ( telex-adres 21877 COMEU ) worden medegedeeld via het radiostation aangegeven in punt 6 , en wel volgens het onderstaande schema :

4.1 . bij het binnenvaren van de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl buiten de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap en waarop de communautaire visserijwetgeving van toepassing is ;

4.2 . bij het verlaten van de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl buiten de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap en waarop de communautaire visserijwetgeving van toepassing is ;

4.3 . bij het binnenvaren van een haven van een Lid-Staat ;

4.4 . bij het verlaten van een haven van een Lid-Staat ;

4.5 . om de zeven dagen , te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig voor het eerst de in punt 4.1 bedoelde visserijzone van de Lid-Staten is binnengevaren of op de zevende dag nadat het vaartuig een in punt 4.4 bedoelde haven heeft verlaten .

5 . In alle berichten die overeenkomstig punt 4 worden doorgezonden , moeten de volgende gegevens worden vermeld :

5.1 . datum , uur en geografische positie van het vaartuig ;

5.2 . gewicht ( in kg ) van de vangst per vissoort die zich in het ruim bevindt ;

5.3 . gewicht ( in kg ) van de sedert het vorige bericht gevangen vissoorten ;

5.4 . de geografische coordinaten waarin de vangsten zijn gedaan ;

5.5 . gewicht ( in kg ) van de vangst per vissoort die sinds het voorgaande bericht op andere vaartuigen is overgeladen .

6 . De overeenkomstig punt 5 mede te delen inlichtingen moeten worden doorgezonden op de hieronder omschreven wijze :

6.1 . Elk bericht met betrekking tot de visvergunning moet beginnen met de woorden PECHEUR BRUSSELS .

6.2 . Elk bericht moet worden doorgezonden via het onderstaande radiostation :

Naam * Oproepletters *

CAYENNE * FFJ *

6.3 . Indien het bericht wegens overmacht niet door het vergunninghoudend vaartuig kan worden doorgezonden , mag het namens het eerstgenoemde vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden .

6.4 . Inhoud van het bericht

In de berichten welke volgens de bepalingen van de vergunning en volgens het tijdschema van punt 4 worden doorgezonden , dient rekening te worden gehouden met de krachtens punt 5 vereiste bijzonderheden ; de berichten bevatten de onderstaande gegevens :

  • de code PECHEUR BRUSSELS ;
  • de naam van het vaartuig ;
  • roepnaam van het vaartuig ;
  • uitwendige identificatieletters en -nummers ;
  • nummer van de vergunning ;
  • volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis ;
  • aanduiding van het soort van bericht overeenkomstig de verschillende punten die zijn vermeld in punt 4 van de bijzondere voorwaarden ;
  • de geografische positie ;
  • het gewicht ( in kg ) van de vangst per vissoort sedert het voorgaande bericht ;
  • de geografische coordinatie waarin de vangsten zijn gedaan ;
  • het gewicht ( in kg ) van de vangst per vissoort die sedert het voorgaande bericht op andere vaartuigen zijn overgeladen ;
  • naam , roepnaam en , eventueel , nummer van de vergunning van het vaartuig waarop de vis is overgeladen ;
  • naam van de gezagvoerder .

6.5 . Code voor het mededelen van de in punt 4 bedoelde hoeveelheden aan boord :

S Garnaal ( Penaeidae ) .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.