Verordening 1978/3063 - Opening, de verdeling en de wijze van beheer van een gemeenschappelijk tariefcontingent voor bevroren rundvlees van onderverdeling 02.01 A II b) van het gemeenschappelijk douanetarief (1979)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31978R3063

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31978R3063

Verordening (EEG) nr. 3063/78 van de Raad van 18 december 1978 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bevroren rundvlees van onderverdeling 02.01 A II b) van het gemeenschappelijk douanetarief (1979)

Publicatieblad Nr. L 366 van 28/12/1978 blz. 0006 - 0007

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 3063/78 VAN DE RAAD

van 18 december 1978

betreffende de opening , de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bevroren rundvlees van onderverdeling 02.01 AII b ) van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1979 )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Overwegende dat de Gemeenschap in het kader van het GATT de verplichting op zich heeft genomen om voor bevroren rundvlees van onderverdeling 02.01 A II b ) van het gemeenschappelijk douanetarief een jaarlijks communautair contingent tegen een recht van 20 % te openen , waarvan de omvang , uitgedrukt in vlees zonder been , wordt vastgesteld op 38 500 ton ; dat het derhalve van belang is dat dit communautair tariefcontingent op 1 januari 1979 wordt geopend ;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle betrokkenen in de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van de door dit contingent geboden mogelijkheden , en dat het aan dit contingent verbonden recht ononderbroken wordt toegepast op alle invoer van het betrokken produkt in alle Lid-Staten , totdat dit contingent geheel is uitgeput ; dat een regeling voor het beheer van het communautaire tariefcontingent , gebaseerd op een verdeling over de Lid-Staten , in overeenstemming lijkt te zijn met het communautaire karakter van dit contingent in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen ; dat bedoelde verdeling , om zo goed mogelijk de werkelijke ontwikkeling op de markt van het betrokken produkt weer te geven , dient te geschieden naar verhouding van de behoeften van de Lid-Staten , berekend enerzijds aan de hand van de statistische gegevens betreffende de invoer uit derde landen gedurende een representatieve referentieperiode en anderzijds op grond van de economische vooruitzichten voor het bedoelde contingentsjaar ;

Overwegende dat de invoercertificaten krachtens artikel 2 , lid 4 , van Verordening ( EEG ) nr . 193/75 van de Commissie van 17 januari 1975 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer - , uitvoer - en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten ( 2 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 858/78 ( 3 ) , de invoer mogelijk maken van een hoeveelheid van 5 % meer dan de hierop aangegeven hoeveelheid ; dat de voorheffing , vastgesteld overeenkomstig artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 425/77 ( 5 ) , evenwel moet worden toegepast op iedere hoeveelheid die de op het certificaat aangegeven hoeveelheid overtreft ;

Overwegende dat het , nu het gaat om een tariefcontingent met een betrekkelijk geringe omvang , mogelijk lijkt , zonder afbreuk te doen aan het communautaire karakter van dit contingent , in dit geval een regeling voor het gebruik te treffen die berust op één enkele verdeling over de Lid-Staten ; dat het eveneens dienstig is aan elke Lid-Staat de keuze van het systeem van beheer van zijn quotum over te laten ten einde tot een verdeling te komen die economisch verantwoord is ;

Overwegende dat , aangezien het Koninkrijk België , het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie , elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan de genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden ;

Overwegende dat , als op een bepaalde datum van de contingentsperiode wordt geconstateerd dat in een Lid-Staat een gedeelte van een quotum is overgebleven , in voorkomend geval dient te worden overgegaan tot een herverdeling van de niet-gebruikte hoeveelheden , ten einde te verzekeren dat zij in andere Lid-Staten kunnen worden gebruikt ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Voor bevroren rundvlees van onderverdeling 02.01 A II b ) van het gemeenschappelijk douanetarief wordt voor een totale hoeveelheid van 38 500 ton , een communautair tariefcontingent uitgedrukt in vlees zonder been voor het jaar 1979 geopend .

Voor de afboeking op dit contingent komt 100 kilogram vlees met been overeen met 77 kilogram vlees zonder been .

2 . De invoer van de betrokken produkten onder een ander preferentieel tariefstelsel , wordt niet afgeboekt op dit tariefcontingent .

3 . In het kader van het tariefcontingent wordt het toe te passen recht van het gemeenschappelijk douanetarief vastgesteld op 20 % .

4 . Voor de toepassing van deze verordening wordt de voorheffing , vastgesteld overeenkomstig artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 , voor wat betreft invoer op de in artikel 2 , lid 4 , van Verordening ( EEG ) nr . 193/75 omschreven wijze , toegepast op de hoeveelheden die de op het invoercertificaat aangegeven hoeveelheden overtreffen .

Artikel 2

1 . Het contingent van 38 500 ton wordt in twee delen gesplitst , één van 22 000 ton en één van 16 500 ton met de volgende verdeling :

  • In het kader van de hoeveelheid van 22 000 ton * In het kader van de hoeveelheid van 16 500 ton *

Benelux * 2 423 ton * 1 817 ton *

Denemarken * 111 ton * 84 ton *

Duitsland * 4 334 ton * 3 251 ton *

Frankrijk * 1 532 ton * 1 148 ton *

Ierland * - * - *

Italië * 6 314 ton * 4 736 ton *

Verenigd Koninkrijk * 7 286 ton * 5 464 ton *

  • 22 000 ton * 16 500 ton *

2 . Bij invoer van het betrokken produkt gelden de bepalingen die zijn aangenomen in het kader van Verordening ( EEG ) nr . 974/71 ( 6 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 557/76 ( 7 ) , inzake schommelingen van de valuta van bepaalde Lid-Staten .

Artikel 3

1 . De Lid-Staten treffen alle nodige maatregelen om aan alle betrokkenen die op hun grondgebied zijn gevestigd vrije toegang tot de hun toegewezen quota te waarborgen .

2 . De uitputtingsgraad van de quota van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de invoer die bij de douane ten invoer tot verbruik is aangegeven .

Artikel 4

Elke Lid-Staat stelt de Commissie periodiek op de hoogte van de invoer die daadwerkelijk op zijn quota is afgeboekt .

Artikel 5

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat de bepalingen van de onderhavige verordening worden nagekomen .

Artikel 6

Uiterlijk op 1 oktober 1979 brengt de Commissie bij de Raad verslag uit over de hoeveelheden waarvoor in iedere Lid-Staat certificaten zijn afgegeven .

Op voorstel van de Commissie besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen om de niet-gebruikte hoeveelheden in voorkomend geval opnieuw te verdelen .

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1979 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 18 december 1978 .

Voor de Raad

De Voorzitter

H.-D . GENSCHER

( 1 ) PB nr . C 296 van 11 . 12 . 1978 , blz . 58 .

( 2 ) PB nr . L 25 van 31 . 1 . 1975 , blz . 10 .

( 3 ) PB nr . L 116 van 28 . 4 . 1978 , blz . 18 .

( 4 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 24 .

( 5 ) PB nr . L 61 van 5 . 3 . 1977 , blz . 1 .

( 6 ) PB nr . L 106 van 12 . 5 . 1971 , blz . 1 .

( 7 ) PB nr . L 67 van 15 . 3 . 1976 , blz . 1 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.