Uitvoeringsbesluit 2022/2080 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 tot toekenning van tijdelijke steun aan Litouwen om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken

1.

Wettekst

28.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 280/19

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2080 VAN DE RAAD

van 25 oktober 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Litouwen om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Naar aanleiding van een verzoek van Litouwen van 7 augustus 2020 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 (2) financiële bijstand aan Litouwen toegekend in de vorm van een lening van maximaal 602 310 000 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar en een beschikbaarheidsperiode van 18 maanden, als aanvulling op de nationale inspanningen van Litouwen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(2)

De lening moest door Litouwen worden gebruikt ter financiering van werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350.

 

(3)

Naar aanleiding van een tweede verzoek van Litouwen van 11 maart 2021 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/678 (3), waarbij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 werd gewijzigd, 354 950 000 EUR aan aanvullende financiële bijstand aan Litouwen toegekend door het maximumbedrag van de lening te verhogen tot 957 260 000 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar en een beschikbaarheidsperiode van 18 maanden, als aanvulling op de nationale inspanningen van Litouwen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(4)

De aanvullende lening moest door Litouwen worden gebruikt ter financiering van de werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/678.

 

(5)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Litouwen inactief geworden. Dat heeft geleid tot herhaalde plotse en sterke stijgingen van de overheidsuitgaven van Litouwen in verband met de in artikel 3, punten a) en b), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 bedoelde maatregelen.

 

(6)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Litouwen in 2020, 2021 en 2022 heeft getroffen om die uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hadden en hebben nog steeds een dramatisch effect op de overheidsfinanciën. Litouwen had in 2020 een overheidstekort van 7,3 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een overheidsschuld van 46,6 % van het bbp, die eind 2021 waren afgenomen tot respectievelijk 1,0 % en 44,3 %. Volgens de voorjaarsprognose 2022 van de Commissie zou Litouwen tegen het einde van 2022 een overheidstekort van 4,6 % van het bbp en een schuld van 42,7 % van het bbp hebben. Volgens de tussentijdse zomerprognose 2022 van de Commissie zou het bbp van Litouwen in 2022 met 1,9 % toenemen.

 

(7)

Op 8 augustus 2022 heeft Litouwen de Unie om 141 800 000 EUR aan verdere financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn in 2020, 2021 en 2022 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers. Litouwen heeft met name de in de overwegingen 8) en 9) beschreven werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen verder uitgebreid of gewijzigd.

 

(8)

In “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, zoals gewijzigd bij “Wet nr. XIII-2822” van 17 maart 2020, “Wet nr. XIII-2846” van 7 april 2020, “Wet nr. XIII-3005” van 4 juni 2020 en “Wet nr. XIV-131” van 23 december 2020, als bedoeld in artikel 3, punt a), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 en vervolgens gewijzigd bij “Wet nr. XIV-351” van 27 mei 2021 en “Wet nr. XIV-911” van 20 januari 2022, heeft Litouwen een subsidieregeling voor werkgevers ingevoerd die het geraamde loon dekt van elke werknemer die inactief is geworden, als middelen van bestaan tijdens de quarantaine en de noodtoestand. Vóór 1 januari 2021 kon een werkgever kiezen tussen een subsidie van 70 % van het loon, tot een maximum van anderhalve keer het minimumloon, of een subsidie van 90 % van het loon (100 % voor werknemers van 60 jaar en ouder), tot maximaal het minimumloon. Sinds 1 januari 2021 kan een werkgever een subsidie van 100 % van het loon ontvangen, tot een maximum van anderhalve keer het minimumloon. Werkgevers die gebruikmaken van de regeling, moeten ten minste 50 % van hun werknemers in dienst houden tot minstens drie maanden na het einde van de loonsubsidie.

 

(9)

Uit hoofde van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, zoals gewijzigd bij “Wet nr. XIII-3005” van 4 juni 2020, als bedoeld in artikel 3, punt b), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 en vervolgens gewijzigd bij “Wet nr. XIV-351” van 27 mei 2021, werden vóór 1 juli 2021 ook subsidies betaald voor werknemers die terugkeren na inactiviteit, tot een periode van zes maanden na hun terugkeer naar het werk. Met een begrenzing tot het minimumloon of twee keer het minimumloon, afhankelijk van de economische activiteit van de werkgever, kan de steun in de eerste en tweede maand na de terugkeer naar het werk tot 100 %, in de derde en vierde maand tot 50 % en in de vijfde en de zesde maand tot 30 % van het werknemersloon bedragen. Vanaf 1 juli 2021 worden voor werknemers die terugkeren na inactiviteit, tot twee maanden na hun terugkeer naar het werk subsidies betaald. De subsidie in de eerste maand bestaat uit 100 % van het loon van de werknemer, maar niet meer dan 0,9 keer het minimumloon, en in de tweede maand 100 % van het loon van de werknemer, maar niet meer dan 0,6 keer het minimumloon. Die subsidies kunnen worden beschouwd als een soortgelijke maatregel als een werktijdverkortingsregeling in de zin van Verordening (EU) 2020/672 omdat zij ertoe strekten inkomenssteun te verstrekken aan werknemers en bestaande banen in stand te houden.

 

(10)

Litouwen voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Litouwen heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 1 264 915 309 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dat is een plotse en sterke stijging omdat zij ook verband houdt met een verlenging of wijziging van bestaande nationale maatregelen die rechtstreeks verband houden met de werktijdverkortingsregeling en soortgelijke maatregelen die een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in Litouwen bestrijken. Litouwen is voornemens om 144 350 000 EUR van de stijging van het uitgavenbedrag via Uniemiddelen te financieren en 21 505 309 EUR via eigen financiering.

 

(11)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Litouwen geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met de werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, waarvan sprake is in het verzoek van 8 augustus 2022.

 

(12)

Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Litouwen te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

 

(13)

Aangezien de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 vermelde beschikbaarheidsperiode is verstreken, is een nieuwe beschikbaarheidsperiode voor de aanvullende financiële bijstand nodig. De bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 verleende beschikbaarheidsperiode van 18 maanden voor financiële bijstand moet met 21 maanden worden verlengd en bijgevolg moet de totale beschikbaarheidsperiode 39 maanden bedragen vanaf de eerste dag nadat Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 van kracht geworden is.

 

(14)

Litouwen en de Commissie moeten in de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst met dit besluit rekening houden.

 

(15)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

 

(16)

Litouwen moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Litouwen die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

 

(17)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Litouwen en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de leden 1 en 2 worden vervangen door:

“1.   De Unie stelt Litouwen een lening van maximaal 1 099 060 000 EUR ter beschikking. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.

  • 2. 
    De periode waarin de bij dit besluit verleende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 39 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht geworden is.”;
 

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst. Eventuele verdere tranches worden vrijgegeven overeenkomstig de voorwaarden van die leningsovereenkomst of zijn, indien relevant, onderworpen aan de inwerkingtreding van een addendum bij die overeenkomst of van een gewijzigde leningsovereenkomst tussen Litouwen en de Commissie die de oorspronkelijke leningsovereenkomst vervangt.”.

 

2)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Litouwen mag de volgende maatregelen financieren:

 

a)

de loonsubsidies gedurende de periode van inactiviteit, waarin wordt voorzien door artikel 41 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, laatstelijk gewijzigd bij “Wet nr. XIV-911” van 20 januari 2022;

 

b)

de loonsubsidies na de periode van inactiviteit, waarin wordt voorzien door artikel 41 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, laatstelijk gewijzigd bij “Wet nr. XIV-351” van 27 mei 2021;

 

c)

de uitkeringen aan zelfstandigen, waarin wordt voorzien door artikel 5-1 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd in 2020;

 

d)

de uitkeringen aan zelfstandigen met een landbouwbedrijvigheid, waarin wordt voorzien door artikel 5-2 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd in 2020.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Litouwen.

Het wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan wie het gericht is.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 25 oktober 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    SÍKELA
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 van de Raad van 25 september 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Litouwen om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 314 van 29.9.2020, blz. 35).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/678 van de Raad van 23 april 2021 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 van de Raad tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Litouwen om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 144 van 27.4.2021, blz. 12).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.