Uitvoeringsbesluit 2022/98 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561 tot toekenning van tijdelijke steun aan Hongarije om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken

1.

Wettekst

26.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/42

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/98 VAN DE RAAD

van 25 januari 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Hongarije om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Naar aanleiding van een verzoek van Hongarije van 6 augustus 2020 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561 (2) financiële bijstand aan Hongarije toegekend in de vorm van een lening van maximaal 504 330 000 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar, als aanvulling op de nationale inspanningen van Hongarije om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(2)

De lening diende door Hongarije te worden gebruikt ter financiering van met werktijdverkortingsregelingen vergelijkbare en gezondheidsgerelateerde maatregelen als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561.

 

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Hongarije inactief geworden. Dit heeft geleid tot herhaalde plotse en sterke stijgingen van de overheidsuitgaven in Hongarije ten aanzien van een nieuwe maatregel, namelijk een regeling voor eenmalige inkomenssteun voor zelfstandigen in sectoren die getroffen worden door beschermingsmaatregelen en maatregelen als bedoeld in artikel 3, punten f), g), h), i) en j) van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561.

 

(4)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Hongarije in 2020 en 2021 heeft getroffen om die uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hadden, en hebben nog steeds, een dramatisch effect op de overheidsfinanciën. Hongarije had tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 8,0 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van 80,1 % van het bbp. Volgens de najaarsprognose 2021 van de Commissie zouden tegen het einde van 2021 het overheidstekort van gekrompen zijn tot 7,5 % van het bbp en de schuld tot 79,2 % van het bbp en zou het bbp van Hongarije volgens de prognose in 2021 met 7,4 % toenemen.

 

(5)

Op 1 december 2021 heeft Hongarije de Unie om 147 140 000 EUR aan verdere financiële bijstand verzocht als verdere aanvulling op zijn in 2020 en 2021 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen, met name de in de overwegingen 6 tot en met 8 bedoelde maatregelen.

 

(6)

Bij “Regeringsdecreet nr. 485/2020 (XI. 10.)” (3) heeft Hongarije een aantal belastinggerelateerde maatregelen, bedoeld in artikel 3, punten f), g), h) en j) van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561 van de Raad, tot het einde van de noodtoestand verlengd en gewijzigd. De door Hongarije gevraagde lening dient uitsluitend ter dekking van de uitgaven voor de periode van december 2020 tot en met juni 2021. Het decreet bevat de uitdrukkelijke voorwaarde dat de begunstigden de arbeidsovereenkomsten die ten tijde van de inwerkingtreding van het decreet van kracht waren handhaven en deze overeenkomsten voor de duur van de respectieve maatregelen niet opzeggen door middel van een opzeggingstermijn van de werkgever. Het toepassingsgebied qua sectoren die voor steun in aanmerking komen, is gewijzigd bij artikel 1 van “Regeringsdecreet nr. 571/2020. (XII. 9.)” (4), artikel 1 van “Regeringsdecreet nr. 638/2020. (XII. 22.)” (5), artikel 1 van “Regeringsdecreet nr. 105/2021. (III. 3.)” (6), artikel 1 van “Regeringsdecreet nr. 147/2021. (III. 27.)” (7), en artikel 1 van “Regeringsdecreet nr. 204/2021. (IV. 29.)” (8). Voor de sectoren die het zwaarst door de pandemie zijn getroffen, heeft Hongarije een vrijstelling van de socialezekerheidsbijdragen en opleidingsheffing voor werkgevers ingevoerd, oorspronkelijk voor de periode van maart tot en met december 2020, en een verlaging van de re-integratiebijdrage voor werkgevers, oorspronkelijk voor de periode van maart tot en met juni 2020. Hongarije heeft tevens voor personeelskosten een vrijstelling van de belastinggrondslag van de belasting voor kleine ondernemingen (“KIVA”) ingevoerd, oorspronkelijk voor de periode van maart tot en met juni 2020. Voor al deze maatregelen ziet het verzoek alleen op het deel van de totale uitgaven (of gederfde inkomsten) met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verkorten of opschorten of wanneer werknemers tot de datum van de meest recente beschikbare gegevens ononderbroken in dienst waren. Aangezien die maatregelen bestaan uit gederfde inkomsten voor de overheid, kunnen zij gelijkwaardig worden geacht aan overheidsuitgaven.

 

(7)

Voorts heeft Hongarije bij “Regeringsdecreet nr. 105/2021. (III. 3.)”, artikel 1 van “Regeringsdecreet nr. 147/2021. (III. 27.)”, en artikel 1 van “Regeringsdecreet nr. 204/2021. (IV. 29.)”, de vrijstelling gewijzigd van de forfaitaire belasting voor ondernemingen die weinig belasting betalen (“KATA”), als bedoeld in artikel 3, punt i), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561, die oorspronkelijk werd ingevoerd voor de periode van maart tot en met juni 2020 en werd verlengd voor de periode van maart tot en met april 2021. Het verzoek ziet alleen op het deel van de uitgaven met betrekking tot de steun aan de zelfstandigen en eenmansbedrijven. De maatregel kan worden beschouwd als een maatregel die vergelijkbaar is met een werktijdverkortingsregeling in de zin van Verordening (EU) 2020/672 omdat hij ertoe strekt de zelfstandigen of daarmee gelijkgestelde categorieën van werkenden te beschermen tegen inkomensderving of -verlies.

 

(8)

Bij “Regeringsdecreet nr. 310/2021. (VI. 7.) met betrekking tot de compensatiesteun voor zelfstandigen” (9) heeft Hongarije ook een nieuwe regeling voor eenmalige inkomenssteun ingevoerd voor zelfstandigen in sectoren die getroffen zijn door lockdownmaatregelen, op voorwaarde dat zij hun activiteiten gedurende ten minste twee maanden na het geplande einde van de noodtoestand voortzetten. De eenmalige betaling komt overeen met het maandelijkse gegarandeerde minimumloon (HUF 219 000). De subsidiabiliteitsperiode eindigt met het einde van de noodtoestand. De doelgroep van de regeling zijn zelfstandige ondernemers zonder werknemers, die niet in aanmerking komen voor steun in het kader van de sectorale loonregeling. De maatregel kan worden beschouwd als een maatregel die vergelijkbaar is met een werktijdverkortingsregeling in de zin van Verordening (EU) 2020/672 omdat hij ertoe strekt de zelfstandigen of daarmee gelijkgestelde categorieën van werkenden te beschermen tegen inkomensderving of -verlies.

 

(9)

Hongarije voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Hongarije heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 897 720 542 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dit is een plotse en sterke stijging omdat zij verband houdt met zowel een nieuwe maatregel als met een verlenging van bestaande maatregelen die rechtstreeks verband houden met soortgelijke maatregelen als een werktijdverkortingsregeling die een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in Hongarije bestrijken. Hongarije financierde 113 740 000 EUR van de stijging van het uitgavenbedrag uit Uniemiddelen. Hongarije heeft 132 510 542 EUR van de extra overheidsuitgaven met eigen middelen gefinancierd.

 

(10)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Hongarije geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met een soortgelijke maatregelen als een werktijdverkortingsregeling, waarvan sprake is in het verzoek van 1 december 2021.

 

(11)

Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Hongarije te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

 

(12)

Hongarije en de Commissie moeten in de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst met dit besluit rekening houden.

 

(13)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

 

(14)

Hongarije moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Hongarije die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

 

(15)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Hongarije en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De Unie stelt Hongarije een lening van maximaal 651 470 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.”;

 

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst. Eventuele verdere tranches worden vrijgegeven overeenkomstig de voorwaarden van die leningsovereenkomst of zijn, in voorkomend geval, onderworpen aan de inwerkingtreding van een addendum bij die overeenkomst of van een gewijzigde leningsovereenkomst.”.

 

2)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Hongarije mag de volgende maatregelen financieren:

 

a)

de tijdelijke steun voor de modernisering van accommodatie in toeristische bestemmingen teneinde het bestaande personeelsbestand te behouden, zoals bepaald bij Regeringsresolutie (Kormányhatározat) 2080/2020 betreffende de nationale ontwikkeling van accommodatie, voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

 

b)

de tijdelijke steun voor voedselverwerkende bedrijven, zoals bepaald bij “Besluit nr. 25/2020. van de minister van Landbouw (VI.22.)”, voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

 

c)

de tijdelijke steun voor tuinbouwbedrijven in de sectoren van de teelt van eenjarige gewassen en van plantenvermeerdering, zoals bepaald bij “Besluit nr. 26/2020. van de minister van Landbouw (VI. 22.)”, voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

 

d)

de tijdelijke steun voor viskwekerijen, zoals bepaald in “Besluit nr. 30/2020. van de minister van Landbouw (VI. 22.)”, voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

 

e)

de verlenging, tot en met 30 juni 2020, van de kinderopvangtoeslagen die tijdens de periode van de alarmtoestand zouden aflopen, zoals bepaald in “Regeringsbesluit nr. 59/2020. (III. 23.)” en artikel 71 van “Wet LVIII van 2020”;

 

f)

de opschorting van de socialebijdragebelasting voor werkgevers in bepaalde sectoren, zoals bepaald bij artikel 4, punt a), van “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18.)” (zoals gewijzigd), voor het deel van de uitgaven met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verminderen of opschorten of wanneer de werknemers ononderbroken in dienst waren, zoals verlengd en gewijzigd;

 

g)

vrijstellingen van de opleidingsheffing voor werkgevers in bepaalde sectoren, zoals bepaald bij artikel 4, punt a), van “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18.)” (zoals gewijzigd), voor het deel van de uitgaven met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verkorten of opschorten of wanneer werknemers tot de datum van de meest recente beschikbare gegevens ononderbroken in dienst waren, zoals verlengd en gewijzigd;

 

h)

de verlaging van de re-integratiebijdrage voor werkgevers in bepaalde sectoren, zoals bepaald bij artikel 4, punt a), van “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18.)” (zoals gewijzigd), voor het deel van de uitgaven met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verkorten of opschorten of wanneer werknemers tot de datum van de meest recente beschikbare gegevens ononderbroken in dienst waren, zoals verlengd en gewijzigd;

 

i)

een belastingvrijstelling voor van de forfaitaire belasting voor ondernemingen die weinig belasting betalen (“KATA”) in bepaalde sectoren, zoals bepaald bij artikel 5 van “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18.)” (zoals gewijzigd), voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven, zoals verlengd en gewijzigd;

 

j)

de uitsluiting van personeelskosten van de belastinggrondslag van de belasting voor kleine ondernemingen (“KIVA”) in bepaalde sectoren, zoals bepaald bij “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18.)” (zoals gewijzigd), voor het deel van de uitgaven met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verminderen of opschorten of wanneer de werknemers ononderbroken in dienst waren, zoals verlengd en gewijzigd;

 

k)

een eenmalige forfaitaire uitkering voor gezondheidswerkers als erkenning voor hun extra werk tijdens de pandemie, zoals bepaald bij “Regeringsdecreet nr. 275/2020. (VI. 12.)”;

 

l)

de kosten met betrekking tot bijzondere maatregelen ter bestrijding van de pandemie die in staatsbedrijven zijn ingevoerd;

 

m)

de kosten met betrekking tot bijzondere maatregelen ter bestrijding van de pandemie en ter bescherming van de persoonlijke gezondheid van staatsambtenaren, zoals bepaald bij “Regeringsbesluit nr. 250/2014. (X. 2.) betreffende het directoraat-generaal voor Overheidsopdrachten en Leveringen (KEF)”;

 

n)

de kosten met betrekking tot infrastructuur en investeringen in ziekenhuizen voor een hoog niveau van bescherming van gezondheidswerkers en patiënten, zoals bepaald bij “Regeringsresolutie 1012/2020. (I. 31.) betreffende de oprichting van de operatieve staf”;

 

o)

de directe kosten van persoonlijke beschermingsmiddelen en -uitrusting in ziekenhuizen en andere gezondheidszorginstellingen met het oog op een hoog niveau van bescherming van gezondheidswerkers, zoals bepaald bij “Regeringsresolutie 1012/2020. (I. 31.)” betreffende de oprichting van de operatieve staf”;

 

p)

eenmalige inkomenssteun voor zelfstandigen in sectoren die getroffen zijn door beschermingsmaatregelen, op voorwaarde dat zij hun activiteiten gedurende ten minste twee maanden na het geplande einde van de noodtoestand voortzetten, zoals bepaald bij “Regeringsbesluit nr. 310/2021. (VI. 7.)”.”.

 

3)

Artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

  • 1. 
    Hongarije stelt de Commissie uiterlijk op 28 april 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.
  • 2. 
    Voor zover de in artikel 3 bedoelde maatregelen zijn gebaseerd op geplande overheidsuitgaven en onderworpen zijn aan een uitvoeringsbesluit tot wijziging van dit besluit, stelt Hongarije de Commissie zes maanden na de vaststelling van dat uitvoeringsbesluit tot wijziging, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot Hongarije.

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de adressaat.

Gedaan te Brussel, 25 januari 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • C. 
    BEAUNE
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561 van de Raad van 23 oktober 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Hongarije om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 357 van 27.10.2020, blz. 24).
  • (3) 
    Bekendgemaakt in het Hongaarse staatsblad van 10 november 2020 (nr. 242), blz. 7671.
  • (4) 
    Bekendgemaakt in het Hongaarse staatsblad van 9 december 2020 (nr. 273), blz. 9076.
  • (5) 
    Bekendgemaakt in het Hongaarse staatsblad van 22 december 2020 (nr. 287), blz. 10473.
  • (6) 
    Bekendgemaakt in het Hongaarse staatsblad van 5 maart 2021 (nr. 37), blz. 1509.
  • (7) 
    Bekendgemaakt in het Hongaarse staatsblad van 27 maart 2021 (nr. 52), blz. 2042.
  • (8) 
    Bekendgemaakt in het Hongaarse staatsblad van 29 april 2021 (nr. 73), blz. 2676.
  • (9) 
    Bekendgemaakt in het Hongaarse staatsblad van 7 juni 2021 (nr. 104), blz. 4469.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.