Besluit 2016/859 - Ondertekening en voorlopige toepassing van een protocol bij de associatieovereenkomst met Libanon in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU

1.

Wettekst

1.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/1

 

BESLUIT (EU) 2016/859 VAN DE RAAD

van 4 maart 2016

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, en met name artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds (1) („de overeenkomst”), is op 17 juni 2002 in Luxemburg ondertekend en op 1 april 2006 in werking getreden.

 

(2)

De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië dient de toetreding van de Republiek Kroatië tot de overeenkomst te worden geregeld door middel van een protocol bij de overeenkomst tussen de Raad, handelend namens de Unie en met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en de Republiek Libanon.

 

(4)

Op 14 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Republiek Libanon. De onderhandelingen zijn succesvol afgesloten met de parafering van het aan dit besluit gehechte protocol.

 

(5)

Artikel 7 van het protocol voorziet in voorlopige toepassing in afwachting van de inwerkingtreding.

 

(6)

Het protocol moet worden ondertekend en op voorlopige basis worden toegepast, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, wordt goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van het protocol.

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om namens de Unie het protocol te ondertekenen.

Artikel 3

Het protocol wordt, in afwachting van de voltooiing van de voor de formele sluiting ervan vereiste procedures, voorlopig toegepast, overeenkomstig artikel 7.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

S.A.M. DIJKSMA

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.