Verordening 2013/1270 - Verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het protocol bij de visserijovereenkomst met Marokko tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie - Hoofdinhoud
7.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 328/40 |
VERORDENING (EU) Nr. 1270/2013 VAN DE RAAD
van 15 november 2013
betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 22 mei 2006 heeft de Raad de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (1) (hierna „de partnerschapsovereenkomst” genoemd) goedgekeurd door vaststelling van Verordening (EG) nr. 764/2006 (2). |
(2) |
De Unie heeft met het Koninkrijk Marokko onderhandeld over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden toegewezen worden in de wateren waarover het Koninkrijk Marokko de soevereiniteit en de jurisdictie voor visserijaangelegenheden bezit. Het nieuwe protocol is op 24 juli 2013 geparafeerd. |
(3) |
Op 15 november 2013 heeft de Raad Besluit 2013/1270/EU (3) betreffende de ondertekening van het nieuwe protocol vastgesteld. |
(4) |
Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden voor de periode waarin het nieuwe protocol van toepassing is, over de lidstaten moeten worden verdeeld. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (4) moet de Commissie de betrokken lidstaten waarschuwen wanneer de vangstmogelijkheden die krachtens het nieuwe protocol aan de Unie zijn toegewezen, niet volledig worden benut. Indien binnen een door de Raad te bepalen termijn niet wordt geantwoord, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. De hier bedoelde termijn moet door de Raad worden vastgesteld. |
(6) |
De onderhavige verordening dient van toepassing te zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van het nieuwe protocol. |
(7) |
Gezien de urgentie van de kwestie, moet er een uitzondering worden gemaakt op de periode van acht weken bedoeld in artikel 4 van het Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld krachtens het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko (hierna „het protocol” genoemd) worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
Visserijtak |
Vaartuigtype |
Lidstaat |
Vergunningen |
||||||
Kleinschalige pelagische visserij in het noorden |
Zegenvisserijvaartuigen < 100 BT |
Spanje |
20 |
||||||
Kleinschalige visserij in het noorden |
Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug < 40 BT |
Spanje |
25 |
||||||
Portugal |
7 |
||||||||
Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug ≥ 40 BT < 150 BT |
Portugal |
3 |
|||||||
Kleinschalige visserij in het zuiden |
Lijn en hengel < 80 BT |
Spanje |
10 |
||||||
Demersale visserij |
Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug |
Spanje |
7 |
||||||
Portugal |
4 |
||||||||
Trawlers |
Spanje |
5 |
|||||||
Italië |
0 |
||||||||
Tonijnvisserij |
Hengelvisserijvaartuigen |
Spanje |
23 |
||||||
Frankrijk |
4 |
||||||||
Industriële pelagische visserij |
80 000 ton per jaar met een maximum van 10 000 ton per maand voor de gehele vloot met uitzondering van de maanden augustus tot en met oktober, waarin het maandelijkse plafond tot 15 000 ton wordt opgetrokken Onderverdeling van de vaartuigen die mogen vissen:
|
Duitsland |
6 467 t |
||||||
Litouwen |
20 693 t |
||||||||
Letland |
11 640 t |
||||||||
Nederland |
24 567 t |
||||||||
Ierland |
2 917 t |
||||||||
Polen |
4 525 t |
||||||||
Verenigd Koninkrijk |
4 525 t |
||||||||
Spanje |
467 t |
||||||||
Portugal |
1 555 t |
||||||||
Frankrijk |
2 644 t |
-
2.Verordening (EG) nr. 1006/2008 is van toepassing onverminderd de partnerschapsovereenkomst.
-
3.Indien met de visvergunningsaanvragen die de in lid 1 vermelde lidstaten indienen, de in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden niet volledig worden benut, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 de vergunningsaanvragen van elke andere lidstaat in aanmerking.
-
4.De in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn waarbinnen de lidstaten moeten bevestigen dat zij de toegewezen vangstmogelijkheden niet volledig benutten, bedraagt tien werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie hen heeft meegedeeld dat de vangstmogelijkheden niet volledig zijn benut.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van het protocol.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 november 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
-
R.ŠADŽIUS
-
Verordening (EG) nr. 764/2006 van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 141 van 29.5.2006, blz. 1).
-
Zie bladzijde 40 van dit Publicatieblad.
-
Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.