Verordening 2013/1350 - Wijziging van bepaalde wetgevingshandelingen op het gebied van landbouw- en visserijstatistieken

1.

Wettekst

21.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 351/1

 

VERORDENING (EU) Nr. 1350/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 11 december 2013

tot wijziging van bepaalde wetgevingshandelingen op het gebied van landbouw- en visserijstatistieken

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij een bepaald aantal wetgevingshandelingen op het gebied van landbouw- en visserijstatistieken („de wetgevingshandelingen”) zijn de Commissie bevoegdheden toegekend om een aantal bepalingen van de wetgevingshandelingen uit te voeren. Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, moeten die uitvoeringsbevoegdheden worden aangepast aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

 

(2)

De Commissie heeft toegezegd de wetgevingshandelingen die momenteel verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing te zullen onderzoeken in het licht van de in artikel 290 VWEU vastgelegde criteria.

 

(3)

Ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandelingen, met name om rekening te houden met economische, sociale en technische ontwikkelingen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU gedelegeerde handelingen vast te stellen.

 

(4)

Met betrekking tot Richtlijn 96/16/EG van de Raad (2) moet, teneinde rekening te houden met de opgedane ervaring en de economische en technische ontwikkelingen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de lijst van zuivelproducten waarop de enquêtes betrekking hebben en de bij de mededeling van de resultaten voor de verschillende producten toepasselijke uniforme definities.

 

(5)

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet, teneinde rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijzigingen van de bijlagen I en II bij die verordening.

 

(6)

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 1921/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) moet, teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de technische wijzigingen van de bijlagen bij die verordening.

 

(7)

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 762/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5) moet, teneinde rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijzigingen van de bijlagen bij die verordening.

 

(8)

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 1165/2008 van het Europees Parlement en de Raad (6) moet, teneinde rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijzigingen van de bijlagen I, II, IV en V bij die verordening.

 

(9)

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad (7) moet, teneinde rekening te houden met technische ontwikkelingen en met internationale eisen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stelen ten aanzien van de wijzigingen van de bijlagen I, II, III en IV bij die verordening wat betreft de lijsten van statistische visserijgebieden, of deelsectoren daarvan, en van vissoorten.

 

(10)

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad (8) moet, teneinde rekening te houden met technische ontwikkelingen en met internationale eisen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging van de bijlagen I, II, III en IV bij die verordening wat betreft de lijsten van vissoorten en statistische visserijgebieden en de omschrijving van deze gebieden, alsmede de maten, codes en omschrijvingen die van toepassing zijn op de visserijactiviteit, het vistuig, de grootte van de vaartuigen en de wijze van vissen.

 

(11)

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad (9) moet, teneinde rekening te houden met technische ontwikkelingen en met internationale eisen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijzigingen van de bijlagen I, II en III bij die verordening wat betreft de lijsten van vissoorten en statistische visserijgebieden, de omschrijvingen van deze visserijgebieden en de mate waarin gegevens mogen worden samengevoegd.

 

(12)

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 543/2009 van het Europees Parlement en de Raad (10) moet, teneinde rekening te houden met de economische en technische ontwikkelingen, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de aanpassing van de in de bijlage bij die verordening opgenomen indieningstabellen.

 

(13)

Bij het vaststellen van gedelegeerde handelingen is het van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten gelijktijdig, tijdig en op gepaste wijze worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. De Commissie dient er ook voor te zorgen dat de gedelegeerde handelingen waarin de wetgevingshandelingen voorzien de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke extra lasten opleggen.

 

(14)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van de wetgevingshandelingen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (11).

 

(15)

Het bij Besluit 72/279/EEG van de Raad (12) opgericht Permanent Comité voor de landbouwstatistiek adviseert en assisteert de Commissie bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden op grond van de wetgevingshandelingen. Volgens de strategie voor een nieuw Europees statistisch systeem (ESS), ter verbetering van de coördinatie en het partnerschap in een duidelijke piramidevormige structuur binnen het ESS, moet het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (13) vastgestelde Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité) een adviserende rol hebben en de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden. Daarom moeten de wetgevingshandelingen gewijzigd worden door verwijzingen erin naar het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek te vervangen door verwijzingen naar het ESS-comité. De Commissie moet, alvorens zij een zaak aan het ESS-comité voorlegt, altijd overleg voeren met deskundigen op het gebied van landbouw- en visserijstatistieken.

 

(16)

De doelstellingen van deze verordening bestaan erin de in de wetgevingshandelingen huidige bevoegdheidstoedeling aan de Commissie aan te passen aan het VWEU en aan het nieuw wettelijk kader dat voortvloeit uit de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 182/2011, en, in voorkomend geval, de reikwijdte van die bevoegdheden te herzien. Daar die doelstellingen niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

 

(17)

Omwille van de rechtszekerheid moet deze verordening de procedures voor de vaststelling van maatregelen waarin de wetgevingshandelingen voorzien die vóór de inwerkingtreding van deze verordening geïnitieerd maar die niet afgerond zijn, onverlet laten.

 

(18)

Aangezien de wijzigingen van Richtlijn 96/16/EG van technische aard zijn en alleen betrekking hebben op de comitéprocedure hoeven die wijzigingen niet door de lidstaten te worden omgezet,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage vermelde wetgevingshandelingen worden overeenkomstig die bijlage gewijzigd.

Artikel 2

Deze verordening heeft geen gevolgen voor de procedures voor de vaststelling van de in de wetgevingshandelingen in de bijlage vermelde maatregelen die uiterlijk op 10 januari 2014 geïnitieerd maar die niet afgerond zijn.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 11 december 2013.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    LEŠKEVIČIUS
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 19 november 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 5 december 2013.
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de landbouwrekeningen in de Gemeenschap (PB L 33 van 5.2.2004, blz. 1).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 1921/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende de indiening van statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1382/91 van de Raad (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 1).
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 762/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over aquacultuur en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 1).
  • (6) 
    Verordening (EG) nr. 1165/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende vee- en vleesstatistieken en houdende intrekking van Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad (PB L 321 van 1.12.2008, blz. 1).
  • (7) 
    Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).
  • (8) 
    Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).
  • (9) 
    Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).
  • Verordening (EG) nr. 543/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende gewasstatistieken en houdende intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 van de Raad (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 1).
  • Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
 

BIJLAGE

 

1.

Richtlijn 96/16/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

artikel 1, punt 2, wordt vervangen door:

„2.   stellen jaarlijks bij de landbouwbedrijven in de zin van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1) overzichten op van de productie en het gebruik van melk.

 

b)

in artikel 3 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

„2.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 6 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst van zuivelproducten waarop de enquêtes betrekking hebben en tot bepaling van de bij de mededeling van de resultaten voor de verschillende producten toepasselijke uniforme definities.

Die gedelegeerde handelingen worden alleen vastgesteld wanneer zij noodzakelijk zijn om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen; zij veranderen het facultatieve karakter van de vereiste informatie niet en zij leggen de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke extra lasten op.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2).

 

c)

in artikel 5, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

„De methodologische rapporten, de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van de gegevens en andere met de toepassing van deze richtlijn samenhangende vraagstukken worden eenmaal per jaar met de lidstaten besproken. De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks de methodologische informatie met betrekking tot de in artikel 4, lid 1, bedoelde gegevens, en maken daarbij gebruik van een standaardvragenlijst. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot bepaling van die standaardvragenlijsten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”;

 

d)

in artikel 6, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

„1.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot bepaling van tabellen voor de indiening van de gegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.”;

 

e)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 6 bis

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 3, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 3, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”;
 

f)

artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 ingestelde Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3).
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
  • 3. 
    Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
 

2.

Verordening (EG) nr. 138/2004 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in artikel 2 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 4 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van methoden van de LR als bedoeld in bijlage I. Die gedelegeerde handelingen beperken zich ertoe de inhoud van bijlage I nader te bepalen en te verbeteren met als doel de geharmoniseerde interpretatie of de internationale vergelijkbaarheid ervan zeker te stellen.

Die gedelegeerde handelingen worden alleen vastgesteld indien zij de onderliggende concepten zelf in bijlage I niet wijzigen, indien er voor producenten binnen het Europees statistisch systeem geen extra middelen voor de uitvoering nodig zijn en zij de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende lasten opleggen.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4).

 

b)

in artikel 3 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 4 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst van variabelen voor de indiening van de gegevens als bedoeld in bijlage II.

In die gedelegeerde handelingen worden geen aanzienlijke bijkomende lasten opgelegd aan de lidstaten of de respondenten.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de belasting voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009.”;

 

c)

artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 2, lid 2, en artikel 3, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 2, en artikel 3, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 2, lid 2, of artikel 3, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”.
 

3.

Verordening (EG) nr. 1921/2006 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in artikel 6 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De Commissie onderzoekt de verslagen en legt haar conclusies voor aan lidstaten.”;

 

b)

in artikel 8 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Wanneer de opneming in de statistiek van een lidstaat van een specifieke visserijtak in de statistiek voor de nationale instanties problemen oplevert die onevenredig zijn met het belang van die tak in de desbetreffende lidstaat, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarbij aan die lidstaat een afwijking wordt toegestaan waarbij deze statistische gegevens over die visserijtak mag uitsluiten van de ingediende nationale statistieken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”;

 

c)

artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Technische wijzigingen van de bijlagen

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 10 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen voor wat betreft de technische wijzigingen van de bijlagen. Die gedelegeerde handelingen veranderen het facultatieve karakter van de vereiste informatie niet en zij leggen de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende lasten op.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5).

 

d)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 10 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 9 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 9 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 9 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”;
 

e)

artikel 11 wordt vervangen door:

„Artikel 11

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 ingestelde Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
 

4.

Verordening (EG) nr. 762/2008 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in artikel 6 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   De Commissie onderzoekt de verslagen en legt haar conclusies voor aan lidstaten.”;

 

b)

in artikel 8 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Wanneer de opneming van gegevens over een specifieke tak van de aquacultuur in de statistiek voor de nationale instanties problemen oplevert die onevenredig zijn met het belang van die tak in de desbetreffende lidstaat, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarbij een afwijking worden toegestaan waarbij deze statistische gegevens over die visserijtak mag uitsluiten van de ingediende nationale statistieken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”;

 

c)

artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Technische bepalingen

  • 1. 
    De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 9 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen voor wat betreft technische wijzigingen van bijlage I, die de definities aanpassen aan wijzigingen van internationale definities en voor wat betreft wijzigingen van de bijlagen II tot en met VI.

Die gedelegeerde handelingen worden alleen vastgesteld wanneer zij noodzakelijk zij om rekening te houden met economische en technische wijzigingen; zij veranderen het facultatieve karakter van de vereiste informatie niet en leggen de lidstaten of de respondenten geen bijkomende lasten op.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (7).

  • 2. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast die het formaat vastleggen waarin de statistieken worden verstrekt. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
 

d)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 9 bis

Uitoefening van de bevoegheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 9, lid 1, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 9, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 9, lid 1, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”;
 

e)

artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 ingestelde Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (8).
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
 

5.

Verordening (EG) nr. 1165/2008 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

artikel 18 wordt vervangen door:

„Artikel 18

Wijzigingen van de bijlagen

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 19 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende wijzigingen van de bijlagen I, II, IV en V.

Die gedelegeerde handelingen worden alleen vastgesteld wanneer zij noodzakelijk zijn om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen; zij veranderen het facultatieve karakter van de vereiste informatie niet en leggen de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende lasten op.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (9).

 

b)

artikel 19 wordt vervangen door:

„Artikel 19

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 18 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 18 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 18 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”.
 

6.

Verordening (EG) nr. 216/2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in artikel 2 wordt lid 5 vervangen door:

„5.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 5 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter wijziging van de bijlagen I, II, III en IV wat betreft de lijsten van statistische visserijgebieden, of deelsectoren daarvan, en van vissoorten.

Die uitvoeringshandelingen worden alleen vastgesteld wanneer zij noodzakelijk zijn om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen en zij leggen de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende lasten op.

Daarnaast motiveert de Commissie de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (10).

 

b)

artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 2, lid 5, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 2, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”;
 

c)

artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

  • 1. 
    Uiterlijk 14 november 1996 dienen de lidstaten bij de Commissie een gedetailleerd verslag in waarin wordt uiteengezet hoe de gegevens betreffende de vangsten werden verkregen en hoe representatief en betrouwbaar deze gegevens zijn. De Commissie stelt een samenvatting van die verslagen op, om deze met de lidstaten te bespreken.
  • 2. 
    De lidstaten stellen de Commissie binnen drie maanden in kennis van elke wijziging van de overeenkomstig lid 1 verstrekte gegevens.
  • 3. 
    De Commissie onderzoekt methodologische verslagen, de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van de gegevens en andere relevante aspecten in verband met de toepassing van deze verordening eens per jaar met de lidstaten.”.
 

7.

Verordening (EG) nr. 217/2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in artikel 2 wordt lid 4 vervangen door:

„4.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 6 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter wijziging van de bijlagen I, II, III en IV wat betreft de lijsten van vissoorten en statistische visserijgebieden en de omschrijving van deze gebieden, alsmede de maten, codes en omschrijvingen die van toepassing zijn op de visserijactiviteit, het vistuig, de grootte van de vaartuigen en de wijze van vissen.

Die gedelegeerde handelingen worden alleen vastgesteld wanneer zij noodzakelijk zijn om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen; zij veranderen het facultatieve karakter van de vereiste informatie niet en leggen de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende lasten op.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (11).

 

b)

artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 2, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de raad kan de in artikel 2, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 2, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”;
 

c)

in artikel 7 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   De Commissie onderzoekt methodologische verslagen, de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van de gegevens en andere relevante aspecten in verband met de toepassing van deze verordening eens per jaar met de lidstaten.”.

 

8.

Verordening (EG) nr. 218/2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

artikel 2, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 5 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter wijziging van de bijlagen I, II, III, IV en V, wat betreft de lijsten van vissoorten en statistische visserijgebieden, alsmede de omschrijvingen van deze visserijgebieden en de mate waarin gegevens mogen worden samengevoegd.

Die gedelegeerde handelingen worden alleen vastgesteld wanneer zij noodzakelijk zijn om rekening te houden met economische en technische wijzigingen; zij veranderen het facultatieve karakter van de vereiste informatie niet en zij leggen de lidstaten of respondenten geen aanzienlijke extra lasten op.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (12).

 

b)

artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 2, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt va kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 2, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”;
 

c)

artikel 6, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De Commissie onderzoekt methodologische verslagen, de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van de gegevens en andere relevante aspecten in verband met de toepassing van deze verordening eens per jaar met de lidstaten.”.

 

9.

Verordening (EG) nr. 543/2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

artikel 6, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 8 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter wijziging van de in de bijlage opgenomen indieningstabellen.

Die gedelegeerde handelingen wijzigen de rapporteringsfrequentie en de termijnen niet en zij leggen de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende lasten op.

De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (13).

 

b)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 8 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 6, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de raad kan de in artikel 6, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 6, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”;
 

c)

de artikelen 9 en 10 worden geschrapt;

 

d)

in artikel 11 wordt lid 2 geschrapt;

 

e)

in artikel 12 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.”.

 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad (PB L 321 van 1.12.2008, blz. 14).”;
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”.
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”.
  • (7) 
    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
  • (8) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”.
  • (9) 
    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
  • Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
  • Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
  • Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
  • Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.