Letselpreventie en bevordering van veiligheid

1.

Wettekst

18.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 164/1

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 31 mei 2007

over letselpreventie en bevordering van veiligheid

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 164/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152, lid 4, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Elk jaar komen zo'n 235 000 burgers van de Gemeenschap om het leven als gevolg van een ongeval of geweld. Na hart- en vaatziekten, kanker, en ziekten van de ademhalingsorganen vormen letsels de vierde belangrijkste doodsoorzaak in de lidstaten.

 

(2)

Het merendeel van de sterfgevallen bij kinderen, adolescenten en jonge volwassenen is aan ongevallen en letsels te wijten.

 

(3)

Een groot aantal overlevenden van ernstige letsels gaat een leven lang onder beperkingen gebukt. Ongevallen en letsels zijn de voornaamste oorzaak van langdurige beperkingen bij jongeren, en leiden tot een aanzienlijk en grotendeels te vermijden verlies van levensjaren in goede gezondheid.

 

(4)

Letsels hebben gemiddeld 6,8 miljoen opnames in ziekenhuizen tot gevolg. Dit is 11 % van alle ziekenhuisopnames in de Europese Unie.

 

(5)

Financieel gezien leggen letsels een enorme last op de gezondheidszorg en de sociale zekerheid. Letsels veroorzaken zo'n twintig procent van het ziekteverzuim en vormen een belangrijke factor van productiviteitsverlies.

 

(6)

Het letselrisico is niet in alle lidstaten en sociale groepen gelijk verdeeld en hangt ook af van leeftijd en geslacht. Het risico dat men als gevolg van letsel komt te overlijden is vijf keer zo groot in de lidstaat met het hoogste percentage letsels als in de lidstaat met het laagste percentage letsels.

 

(7)

In tegenstelling tot tal van andere oorzaken van ziektes en vroegtijdige sterfte kunnen letsels door een veiliger leefomgeving en veiligere producten en diensten worden voorkomen. Er zijn duidelijke bewijzen dat maatregelen tegen ongevallen effect sorteren. Dergelijke maatregelen zijn evenwel nog niet overal in de Gemeenschap op grote schaal ingevoerd.

 

(8)

Het merendeel van de preventiemaatregelen is kosteneffectief gebleken. De baten van letselpreventie voor de gezondheidszorg zijn vele malen hoger dan de kosten van de preventiemaatregelen.

 

(9)

De belangrijke vooruitgang die is geboekt in een aantal sectoren waar veiligheid een rol speelt, zoals verkeer en werk, dient te worden voortgezet. Bovendien dient aandacht te worden geschonken aan andere gebieden waarop tot nu toe nog niet zoveel maatregelen zijn genomen, zoals thuis, vrije tijd en sport, ongevallen en letselpreventie bij kinderen en ouderen.

 

(10)

Er moet ook aandacht worden geschonken aan het verband tussen alcohol- en druggebruik en het aantal letsels en ongevallen, evenals aan opzettelijk toegebrachte letsels, in het bijzonder huiselijk geweld tegen vrouwen en kinderen.

 

(11)

Tegen deze achtergrond is er behoefte aan een beter gebruik van bestaande gegevens en aan de ontwikkeling van een monitoring- en rapportagesysteem voor letsels dat een gecoördineerde aanpak van de lidstaten bij de formulering en invoering van nationale beleidsmaatregelen voor letselpreventie en uitwisseling van „beproefde methoden” mogelijk maakt. Zo'n mechanisme kan worden ontwikkeld binnen het communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2), een vervolgprogramma of ieder daarvoor geschikt communautair programma, en moet aansluiten op representatieve nationale monitoring- en rapportage-instrumenten voor letsels, die op coherente en elkaar aanvullende wijze moeten worden ontwikkeld.

 

(12)

Om de besteding van de financiële middelen van het communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid en andere communautaire programma's op dit gebied te stroomlijnen en letselpreventie op de meest doeltreffende wijze aan te pakken, zijn er prioriteiten vastgesteld, namelijk veiligheid van kinderen en adolescenten, veiligheid van ouderen, veiligheid van kwetsbare weggebruikers, preventie van letsel in sport en vrije tijd, preventie van door producten en diensten veroorzaakte letsels, preventie van zelfbeschadiging en preventie van geweld, in het bijzonder huiselijk geweld tegen vrouwen en kinderen. Bij de keuze van de prioriteiten is rekening gehouden met de maatschappelijke gevolgen in termen van aantallen slachtoffers en ernst van de letsels, gegevens over doeltreffende maatregelen op het gebied van letselpreventie, en haalbaarheid van een succesvolle implementatie in de lidstaten,

BEVEELT DE LIDSTATEN AAN OM:

met het oog op een hoog peil van de volksgezondheid

 

(1)

bestaande gegevens beter te gebruiken en, waar nodig, representatieve nationale monitoring- en rapportage-instrumenten voor letsels te ontwikkelen die onderling vergelijkbare gegevens over letsels leveren, de ontwikkelingen in letselrisico's en de effecten van preventiemaatregelen door de jaren heen te monitoren, en de noodzaak van aanvullende initiatieven voor de veiligheid van producten en diensten, en de veiligheid op andere gebieden, te evalueren;

 

(2)

met nationale plannen of gelijkwaardige maatregelen te komen, bijvoorbeeld om het publiek bewuster te maken van veiligheidsvraagstukken, gericht op de preventie van ongevallen en letsels. Deze plannen en maatregelen moeten een aanzet geven tot en een stimulans zijn voor interdepartementale en internationale samenwerking en moeten mogelijkheden voor de financiering daadwerkelijk gebruiken voor preventieve campagnes en voor het bevorderen van de veiligheid. Bij de uitvoering van de plannen en maatregelen moet bijzondere aandacht worden besteed aan genderaspecten en aan kwetsbare groepen zoals kinderen, ouderen, mensen met een handicap, kwetsbare weggebruikers, en aan letsels in sport en vrije tijd, door producten en diensten veroorzaakt letsel, geweld en zelfbeschadiging;

 

(3)

te stimuleren dat letselpreventie en bevordering van veiligheid een rol krijgen in scholen en in de opleiding van gezondheidszorgwerkers en anderen, zodat deze groepen kunnen optreden als deskundigen en adviseurs op het gebied van letselpreventie,

VERZOEKT DE COMMISSIE OM:

 

(1)

in de gehele Gemeenschap informatie te vergaren en te verwerken over letsels op basis van nationale monitoring-instrumenten voor letsels, en daarover verslag uit te brengen,

 

(2)

mogelijkheden te bieden voor de uitwisseling van informatie over beproefde methoden en over beleidsmaatregelen inzake de vastgestelde prioriteiten en de verspreiding van informatie aan alle relevante belanghebbende partijen,

 

(3)

de lidstaten te helpen om kennis over letselpreventie een plaats te geven in de opleidingen van werkers in de gezondheidszorg en anderen,

 

(4)

communautaire acties zoals hierboven beschreven uit te voeren en daarbij gebruik te maken van de middelen uit het communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid en daarop volgende programma's, het algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid (3), het kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling (4) en andere communautaire programma's op dit gebied,

 

(5)

vier jaar na goedkeuring van deze aanbeveling in een verslag te evalueren of de voorgestelde maatregelen goed werken en of er verdere stappen nodig zijn.

Gedaan te Brussel, 31 mei 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    MÜNTEFERING
 

  • (1) 
    Nog niet bekendgemaakt in het PB.
  • (2) 
    Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 1).
  • (3) 
    Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1).
  • (4) 
    Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.