Verordening 2003/778 - Wijziging van Beschikking 283/2000/EGKS en de Verordeningen (EG) nr. 584/96, (EG) nr. 763/2000 en (EG) nr. 1514/2002 betreffende de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op warmgewalst breedband en hulpstukken van buisleidingen, van ijzer of van staal

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32003R0778

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32003R0778

Verordening (EG) nr. 778/2003 van de Raad van 6 mei 2003 tot wijziging van Beschikking nr. 283/2000/EGKS van de Commissie en de Verordeningen (EG) nr. 584/96, (EG) nr. 763/2000 en (EG) nr. 1514/2002 betreffende de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op warmgewalst breedband en hulpstukken van buisleidingen, van ijzer of van staal

Publicatieblad Nr. L 114 van 08/05/2003 blz. 0001 - 0005

Verordening (EG) nr. 778/2003 van de Raad

van 6 mei 2003

tot wijziging van Beschikking nr. 283/2000/EGKS van de Commissie en de Verordeningen (EG) nr. 584/96, (EG) nr. 763/2000 en (EG) nr. 1514/2002 betreffende de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op warmgewalst breedband en hulpstukken van buisleidingen, van ijzer of van staal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 452/2003 van de Raad van 6 maart 2003 inzake de maatregelen die de Gemeenschap kan nemen ten aanzien van het gecombineerde effect van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen(1),

Gelet op het voorstel dat de Commissie heeft ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité dat is ingesteld bij artikel 15 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(2),

Overwegende hetgeen volgt:

  • A. 
    THANS GELDENDE MAATREGELEN
  • (1) 
    Bij Beschikking nr. 283/2000/EGKS(3) heeft de Commissie een definitief antidumpingrecht ingesteld op gewalste, platte producten van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, niet geplateerd noch bekleed, opgerold, enkel warmgewalst (ingedeeld onder de GN-codes 7208 10 00, 7208 25 00, 7208 26 00, 7208 27 00, 7208 36 00, 7208 37 10, 7208 37 90, 7208 38 10, 7208 38 90, 7208 39 10 en 7208 39 90, (hierna "warmgewalst breedband" te noemen) uit Bulgarije, India, Zuid-Afrika, Taiwan(4) en de Federale Republiek Joegoslavië (hierna "Servië en Montenegro" te noemen), en heeft zij verbintenissen aanvaard. Ingevolge artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 963/2002(5) blijven deze antidumpingmaatregelen, die zijn vastgesteld op grond van Beschikking nr. 2277/96/EGKS, van kracht, ondanks het feit dat het EGKS-Verdrag heeft opgehouden te bestaan, en zijn de bepalingen van Verordening (EG) nr. 384/96 op deze maatregelen met ingang van 24 juli 2002 van toepassing.
  • (2) 
    Bij Verordening (EG) nr. 584/96(6) heeft de Raad antidumpingmaatregelen vastgesteld ten aanzien van hulpstukken voor buisleidingen (andere dan gegoten hulpstukken, flenzen en hulpstukken met schroefdraad), van ijzer of staal (met uitzondering van roestvrij staal), met een grootste uitwendige diameter van 609,6 mm, geschikt voor stomplassen en voor andere doeleinden, ingedeeld onder de GN-codes ex 7307 93 11 (Taric-codes 7307 93 11 91 en 7307 93 11 99 ), ex 7307 93 19 (Taric-codes 7307 93 19 91 en 7307 93 19 99 ), ex 7307 99 30 (Taric-codes 7307 99 30 92 en 7307 99 30 98 ) en ex 7307 99 90 (Taric-code 7307 99 90 92 en 7307 99 90 98 ), (hierna "hulpstukken voor buisleidingen" te noemen) uit Kroatië, Thailand en de Volksrepubliek China. De maatregelen ten aanzien van hulpstukken voor buisleidingen uit de Volksrepubliek China werden bij Verordening (EG) nr. 763/2000(7) uitgebreid tot vanuit Taiwan (hierna "Chinees Taipei" te noemen) verzonden hulpstukken voor buisleidingen. De maatregelen ten aanzien van hulpstukken voor buisleidingen uit Kroatië zijn inmiddels vervallen(8), maar die ten aanzien van dit product uit Thailand en de Volksrepubliek China, uitgebreid tot het vanuit Chinees Taipei verzonden product, blijven van kracht als gevolg van de resultaten van een herzieningsprocedure bij het vervallen van de maatregelen(9), die op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 was ingeleid. Bij Verordening (EG) nr. 1514/2002(10) heeft de Raad ook antidumpingmaatregelen vastgesteld ten aanzien van hulpstukken voor buisleidingen uit Tsjechië, Maleisië, de Republiek Korea, Rusland en Slowakije.
  • (3) 
    Bij Verordening (EG) nr. 1694/2002(11) heeft de Commissie vrijwaringstariefmaatregelen genomen ten aanzien van bepaalde ijzer- en staalproducten, waaronder warmgewalst breedband en hulpstukken voor buisleidingen waarop de hierboven vermelde antidumpingmaatregelen reeds van toepassing waren. Overeenkomstig artikel 5 van die verordening zijn de tariefcontingenten en het vrijwaringsrecht niet van toepassing op warmgewalst breedband uit India of Chinees Taipei, terwijl de tariefcontingenten en het bijkomende vrijwaringsrecht ("het vrijwaringsrecht") ten aanzien van hulpstukken voor buisleidingen niet van toepassing zijn op de Volksrepubliek China.
  • (4) 
    Bovengenoemde antidumpingmaatregelen bestaan uit antidumpingrechten of verbintenissen. De vrijwaringsmaatregelen bestaan uit tariefcontingenten die voor bepaalde periodes van toepassing zijn en bij overschrijding waarvan een vrijwaringsrecht moet worden betaald.
  • (5) 
    Zodra de op grond van de vrijwaringsmaatregelen vastgesteld tariefcontingenten zijn uitgeput, zouden voor hetzelfde product zowel het vrijwaringsrecht als het antidumpingrecht verschuldigd worden of, wanneer prijsverbintenissen zijn aanvaard, zou het vrijwaringsrecht verschuldigd worden naast de verplichting tot inachtneming van de prijsverbintenis.
  • (6) 
    Bij Verordening (EG) nr. 452/2003(12) heeft de Raad overwogen dat de combinatie van antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen met vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van eenzelfde product zwaardere gevolgen kan hebben dan bedoeld is ter verwezenlijking van het handelsbeschermingsbeleid van de Gemeenschap en te belastend kan zijn voor sommige producenten/exporteurs die naar de Gemeenschap wensen uit te voeren. Daarom heeft de Raad bepalingen vastgesteld om de instellingen van de Gemeenschap in staat te stellen zo nodig maatregelen te nemen om te voorkomen dat een combinatie van antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen met vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van eenzelfde product dergelijke gevolgen heeft.
  • B. 
    TE NEMEN MAATREGELEN
  • (7) 
    In onderhavig geval is het niet duidelijk of de bij Verordening (EG) nr. 1694/2002 ingestelde vrijwaringstariefcontingenten zullen worden uitgeput en wanneer, maar het is mogelijk dat voor warmgewalst breedband en hulpstukken voor buisleidingen waarop antidumpingrechten of verbintenissen van toepassing zijn, ook een vrijwaringsrecht verschuldigd zal worden.
  • (8) 
    In dat geval wordt geoordeeld dat de combinatie van antidumpingmaatregelen met het vrijwaringsrecht zwaardere gevolgen kan hebben dan bedoeld of wenselijk is in het licht van het beleid en de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van de handelsbescherming. Een dergelijke combinatie zou te belastend kunnen zijn voor sommige producenten/exporteurs die naar de Gemeenschap wensen uit te voeren, waardoor de EG-markt niet meer voor hen toegankelijk zou zijn. De Raad is daarom van oordeel dat het dienstig is de bestaande antidumpingmaatregelen ten aanzien van warmgewalst breedband en ten aanzien van hulpstukken voor buisleidingen te wijzigen.
  • (9) 
    Om de betrokken bedrijven rechtszekerheid te verschaffen, wordt het wenselijk geacht te bepalen welke antidumpingmaatregelen van toepassing zijn wanneer de vrijwaringstariefcontingenten zijn uitgeput of wanneer een toewijzing uit het contingent niet is aangevraagd of is geweigerd.
  • (10) 
    In gevallen waarin normalerwijze zowel een antidumpingrecht als een vrijwaringsrecht verschuldigd zou zijn en het antidumpingrecht lager is dan of gelijk aan het bedrag van het vrijwaringsrecht, behoeft geen antidumpingrecht te worden betaald; wanneer het antidumpingrecht hoger is dan het bedrag van het vrijwaringsrecht, moet slechts dat deel van het antidumpingrecht worden betaald dat het bedrag van het vrijwaringsrecht overschrijdt.
  • (11) 
    In gevallen waarin een prijsverbintenis is aanvaard, zijn de Commissie en de betrokken ondernemingen equivalente verminderingen van deze prijsverbintenissen overeengekomen of, zijn zij, in voorkomend geval, overeengekomen dat de verplichting om een minimumprijs in acht te nemen niet van toepassing zal zijn wanneer het vrijwaringsrecht moet worden betaald.
  • C. 
    PROCEDURE
  • (12) 
    Alle rechtstreeks betrokken partijen, dat wil zeggen de nationale autoriteiten van Bulgarije, Zuid-Afrika, Servië en Montenegro, Thailand, Chinees Taipei, Tsjechië, Maleisië, de Republiek Korea, Rusland en Slowakije, de betrokken producenten/exporteurs in die landen en de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn in kennis gesteld van de hierboven beschreven beoogde maatregelen en werden in de gelegenheid gesteld hierover opmerkingen te maken.
  • (13) 
    Van een aantal belanghebbenden werden opmerkingen ontvangen waarmee rekening werd gehouden. Sommige belanghebbenden waren het volkomen eens met de door de instellingen van de Gemeenschap beoogde maatregelen, terwijl andere van mening waren dat de invoer waarop de vrijwaringsmaatregelen van toepassing zijn, niet aan antidumpingmaatregelen mag worden onderworpen of dat, indien dergelijke maatregelen reeds van toepassing zijn, deze moeten worden opgeschort of ingetrokken. Andere belanghebbenden waren van oordeel dat de invoer waarop antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, niet aan vrijwaringsmaatregelen mag worden onderworpen.
  • (14) 
    Ten aanzien van het eerste argument wordt opgemerkt dat enkel wanneer antidumpingmaatregelen samengaan met een vrijwaringsrecht het effect groter kan zijn dan bedoeld of wenselijk was. Het is immers enkel in deze omstandigheden dat bepaalde producenten/exporteurs voor dezelfde invoer zowel aan antidumpingmaatregelen als aan een vrijwaringsrecht zijn onderworpen. Er wordt derhalve van uitgegaan dat enkel moet worden ingegrepen wanneer vrijwaringsrechten verschuldigd worden.
  • (15) 
    Wat het tweede argument betreft, wordt eraan herinnerd dat antidumpingmaatregelen enkel van toepassing zijn op de invoer van warmgewalst breedband en hulpstukken voor buisleidingen uit bepaalde landen. Dit betekent dat, indien geen vrijwaringsmaatregelen worden toegepast op de invoer van warmgewalst breedband en hulpstukken voor buisleidingen die aan antidumpingmaatregelen zijn onderworpen, de eerstgenoemde maatregelen enkel van toepassing zouden zijn op sommige van deze producten die uit bepaalde landen worden ingevoerd, doch niet op andere. Dit wordt strijdig geacht met de internationale verplichtingen van de Gemeenschap volgens welke vrijwaringsmaatregelen worden toegepast op een product dat wordt ingevoerd, ongeacht de herkomst daarvan.
  • (16) 
    Het onderzoek van de door de belanghebbenden naar voren gebrachte opmerkingen leidt derhalve tot de conclusie dat geen van de door de belanghebbenden voorgestelde alternatieve oplossingen aanvaardbaar is en dat de thans geldende maatregelen het meest geschikt zijn om te voorkomen dat bepaalde producenten/exporteurs die hun producten naar de Gemeenschap wensen uit te voeren, te zwaar worden belast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In Beschikking nr. 283/2000/EGKS wordt aan artikel 1 het volgende lid toegevoegd:

"2 bis. Indien bij invoer van het betrokken product uit Bulgarije, Zuid-Afrika of Servië en Montenegro een aanvullend vrijwaringsrecht van toepassing is ingevolge artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1694/2002(13), is op de nettoprijs, vrij grens Gemeenschap, vóór inklaring, van dit product, vervaardigd door de volgende ondernemingen, in afwijking van lid 2, het volgende antidumpingrecht van toepassing:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Artikel 2

In Verordening (EG) nr. 584/96 wordt aan artikel 1 het volgende lid toegevoegd:

"2 bis. Indien bij invoer van het betrokken product uit Taiwan een aanvullend vrijwaringsrecht van toepassing is ingevolge artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1694/2002(14), is op de nettoprijs, vrij grens Gemeenschap, vóór inklaring, van dit product, in afwijking van lid 2, het volgende antidumpingrecht van toepassing:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Artikel 3

In Verordening (EG) nr. 763/2000 wordt aan artikel 1 het volgende lid toegevoegd:

"2 bis. Indien bij invoer van het betrokken product dat vanuit Chinees Taipei wordt verzonden, een aanvullend vrijwaringsrecht van toepassing is ingevolge artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1694/2002(15), is op de nettoprijs, vrij grens Gemeenschap, vóór inklaring, van dit product, met uitzondering van het product dat wordt vervaardigd en uitgevoerd door Chup Hsin Enterprise Co. Ltd, Rigid Industries Co., Ltd en Niang Hong Pipe Fittings Co., Ltd, in afwijking van lid 1, het volgende antidumpingrecht van toepassing:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Artikel 4

In Verordening (EG) nr. 1514/2002 wordt aan artikel 1 het volgende lid toegevoegd:

"2 bis. Indien bij invoer van het betrokken product een aanvullend vrijwaringsrecht van toepassing is ingevolge artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1694/2002(16), is op de nettoprijs, vrij grens Gemeenschap, vóór inklaring, van dit product, in afwijking van lid 2, het volgende antidumpingrecht van toepassing:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij vervalt op 28 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 mei 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    Efthymiou
  • (1) 
    PB L 69 van 13.3.2003, blz. 8.
  • (2) 
    PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002 (PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1).
  • (3) 
    PB L 31 van 5.2.2000, blz. 15. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 1043/2002/EGKS (PB L 157 van 15.6.2002, blz. 45).
  • (4) 
    Chinees Taipei wordt in die verordening Taiwan genoemd.
  • (5) 
    PB L 149 van 7.6.2002, blz. 3. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1310/2002 (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 9).
  • (6) 
    PB L 84 van 3.4.1996, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1592/2000 (PB L 182 van 21.7.2000, blz. 1).
  • (7) 
    PB L 94 van 14.4.2000, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2314/2000 (PB L 267 van 20.10.2000, blz. 15).
  • (8) 
    PB C 104 van 4.4.2001, blz. 7.
  • (9) 
    PB C 103 van 3.4.2001, blz. 5.
  • (10) 
    PB L 228 van 24.8.2002, blz. 1.
  • (11) 
    PB L 261 van 28.9.2002, blz. 1.
  • (12) 
    PB L 69 van 13.3.2003, blz. 8.
  • (13) 
    PB L 261 van 28.9.2002, blz. 1.
  • (14) 
    PB L 261 van 28.9.2002, blz. 1.
  • (15) 
    PB L 261 van 28.9.2002, blz. 1.
  • (16) 
    PB L 261 van 28.9.2002, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.