Richtlijn 1994/28 - Beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 94/28/EG van de Raad van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen
Publicatieblad Nr. L 178 van 12/07/1994 blz. 0066 - 0068
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 59 blz. 0031
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 59 blz. 0031
RICHTLIJN 94/28/EG VAN DE RAAD van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zooetechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat het fokken van rasdieren normaal deel uitmaakt van de landbouwactiviteiten; dat dit voor een deel van de landbouwbevolking een bron van inkomsten is;
Overwegende dat rasdieren als levende dieren in de lijst van produkten van bijlage II bij het Verdrag zijn begrepen;
Overwegende dat op communautair niveau geharmoniseerde zooetechnische en genealogische voorschriften zijn vastgesteld voor het intracommunautaire handelsverkeer en het in de handel brengen van dieren in het algemeen en van runderen, varekens, schapen, geiten en paardachtigen in het bijzonder;
Overwegende dat de Raad in dit verband de volgende besluiten heeft vastgesteld: Richtlijn 77/504/EEG van 25 juli 1977 betreffende raszuivere fokrunderen (4); Richtlijn 88/661/EEG van 19 december 1988 betreffende de zooetechnische normen die gelden voor fokvarkens (5); Richtlijn 89/361/EEG van 30 mei 1989 betreffende raszuivere fokschapen en -geiten (6); Richtlijn 90/427/EEG van 26 juni 1990 tot vaststelling van zooetechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (7) en Richtlijn 91/174/EEG van 25 maart 1991 inzake zooetechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren (8);
Overwegende dat, om een rationele ontwikkeling van het fokken van rasdieren te bevorderen en daardoor de produktiviteit van de betrokken sector te vergroten, op communautair niveau de beginselen moeten worden vastgesteld betreffende de zooetechnische en genealogische voorschriften voor de invoer van deze dieren, en van sperma, eicellen en embryo's daarvan uit derde landen;
Overwegende dat moet worden bepaald dat Richtlijn 90/675/EEG van de Raad van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (9), en Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen (10) ook op de in de onderhavige richtlijn bedoelde dieren en produkten van toepassing zijn;
Overwegende dat aan de Commissie moet worden opgedragen uitvoeringsbepalingen vast te stellen op bepaalde technische gebieden,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.Bij deze richtlijn worden de beginselen vastgesteld betreffende de zooetechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, sperma, eicellen en embryo's die onder de Richtlijnen 77/504/EEG, 88/661/EEG, 89/361/EEG, 90/427/EEG en 91/174/EEG en de daarmee samenhangende communautaire uitvoeringsbesluiten vallen.
-
2.Deze richtlijn geldt onverminderd de communautaire veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, sperma, eicellen en embryo's bedoeld in lid 1.
-
3.Deze richtlijn laat de volgende terreinen onverlet:
-
-de toepassing van de regels voor bepaalde stoffen met hormonale of thyreostatische werking en voor B-agonisten in de veehouderij;
-
-de invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's die onder de in lid 1 genoemde richtlijnen vallen en bestemd zijn voor technische of wetenschappelijke experimenten die onder controle van de bevoegde autoriteiten worden uitgevoerd.
-
4.De invoer van dieren, met inbegrip van dieren die niet onder lid 1 vallen, eicellen en embryo's mag niet worden verboden, beperkt of belemmerd om andere zooetechnische of genealogische redenen dan die welke uit de toepassing van deze richtlijn voortvloeien. Wat betreft de invoer van sperma van dieren dat niet onder lid 1 valt, blijven de nationale zooetechnische of genealogische voorschriften evenwel van toepassing in afwachting van de aanneming van communautaire voorschriften.
Artikel 2
-
1.In deze richtlijn wordt verstaan onder "instantie": elke organisatie, fokkerij-organisatie, vereniging van fokkers, particuliere onderneming of officiële dienst, die erkend is om voor de betrokken soort of het betrokken ras een stamboek of een register bij te houden overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de Richtlijnen 77/504/EEG, 88/661/EEG, 89/361/EEG, 90/427/EEG en 91/174/EEG.
-
2.Bovendien
-
-gelden respectievelijk, indien nodig, de in artikel 1 van de Richtlijnen 77/504/EEG, 88/661/EEG, 91/174/EEG en de in artikel 2 van de Richtlijnen 89/361/EEG en 90/427/EEG vastgestelde definities;
-
-worden voor de toepassing van de gecombineerde nomenclatuur (11) onder fokpaarden van zuiver ras de geregistreerde paarden verstaan, met uitzondering van ruinen.
Artikel 3
-
1.Voor de in artikel 1, lid 1, bedoelde dieren en produkten en voor elk derde land wordt, volgens de procedure van artikel 12, voor de toepassing van de onderhavige richtlijn een lijst vastgesteld van de erkende instanties voor de betrokken soort en/of het betrokken ras.
-
2.Om in de in lid 1 bedoelde lijst te worden opgenomen moet de instantie van het derde land:
-
a)voorkomen op een lijst die door de bevoegde autoriteiten van het derde land is opgesteld en aan de Commissie en de Lid-Staten is medegedeeld;
-
b)voor elke diersoort en/of voor elk ras de desbetreffende eisen in acht nemen die in de communautaire wetgeving zijn vastgesteld voor de in de Gemeenschap erkende instanties, en met name:
-
-de bepalingen inzake de inschrijving en de registratie in de stamboeken of registers,
-
-de bepalingen inzake de toelating van de dieren tot de fokkerij,
-
-de bepalingen inzake het gebruik van sperma, eicellen en embryo's van de dieren,
-
-de methoden inzake prestatieonderzoek en beoordeling van de genetische waarde van de dieren;
-
c)onder toezicht staan van een officiële controledienst van het derde land;
-
d)zich ertoe verbinden dieren, sperma, eicellen, embryo's en daaruit voortgekomen dieren, als bedoeld in artikel 1, lid 1, die afkomstig zijn van een volgens de communautaire wetgeving erkende instantie voor de betrokken soort en/of het betrokken ras, in de desbetreffende stamboeken of registers in te schrijven en/of te registreren.
-
3.De in lid 1 bedoelde lijst kan volgens de procedure van artikel 12 worden gewijzigd.
-
4.Zo nodig worden de uitvoeringsbepalingen die uit dit artikel en met name uit lid 2, onder d), voortvloeien, vastgesteld volgens de procedure van artikel 12.
Artikel 4
De in artikel 1 bedoelde dieren mogen slechts worden ingevoerd wanneer:
-
-zij ingeschreven of geregistreerd zijn in een stamboek of een register dat wordt bijgehouden door een instantie die voorkomt op een lijst als bedoeld in artikel 3, lid 1;
-
-zij vergezeld gaan van een volgens de procedure van artikel 12 op te stellen stamboek- en fokkerijcertificaat;
-
-zij vergezeld gaan van een document waaruit blijkt dat zij, overeenkomstig de volgens de procedure van artikel 12 vast te stellen nadere bepalingen, in een stamboek of register van de Gemeenschap zullen worden ingeschreven of geregistreerd.
Artikel 5
Het in artikel 1 bedoelde sperma mag slechts worden ingevoerd wanneer:
-
-het afkomstig is van een dier dat is ingeschreven of geregistreerd in een stamboek of register dat wordt bijgehouden door een instantie die voorkomt op een lijst als bedoeld in artikel 3, lid 1;
-
-het afkomstig is van een dier waarvoor de volgens de procedure van artikel 12 vast te stellen, op de beginselen van de communautaire wetgeving ter zake gebaseerde methoden inzake prestatieonderzoek en beoordeling van de genetische waarde zijn toegepast;
-
-het vergezeld gaat van een volgens de procedure van artikel 12 op te stellen stamboek- en fokkerijcertificaat.
Artikel 6
De in artikel 1 bedoelde eicellen van dieren mogen slechts worden ingevoerd wanneer:
-
-zij afkomstig zijn van een dier dat is ingeschreven of geregistreerd in een stamboek of register dat wordt bijgehouden door een instantie die voorkomt op een lijst als bedoeld in artikel 3, lid 1;
-
-zij vergezeld gaan van een volgens de procedure van artikel 12 op te stellen stamboek- en fokkerijcertificaat.
Artikel 7
De in artikel 1 bedoelde embryo's van dieren mogen slechts worden ingevoerd wanneer:
-
-zij afkomstig zijn van dieren die zijn ingeschreven of geregistreerd in een stamboek of register dat wordt bijgehouden door een instantie die voorkomt op een lijst als bedoeld in artikel 3, lid 1;
-
-zij vergezeld gaan van een volgens de procedure van artikel 12 op te stellen stamboek- en fokkerijcertificaat.
Artikel 8
De Commissie kan, op een naar behoren gestaafd verzoek van een Lid-Staat of eigener beweging, volgens de procedure van artikel 12 aanvullende zooetechnische of genealogische eisen stellen voor de invoer uit bepaalde derde landen van bepaalde dieren alsmede van sperma, eicellen en embryo's, teneinde rekening te houden met de specifieke situatie van deze derde landen.
Artikel 9
-
1.Richtlijn 91/496/EEG is van toepassing op dieren als bedoeld in artikel 1, lid 1.
-
2.Richtlijn 90/675/EEG is van toepassing op sperma, eicellen en embryo's als bedoeld in artikel 1, lid 1.
-
3.Indien nodig worden volgens de procedure van artikel 12 specifieke uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de op grond van dit artikel te verrichten zooetechnische controles vastgesteld.
Artikel 10
Voor het opstellen van de in artikel 3, lid 1, bedoelde lijsten en om na te gaan of aan de in de artikelen 4, 5, 6 en 7 vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, kunnen deskundigen van de Commissie en van de Lid-Staten controles ter plaatse verrichten.
De met de controles belaste deskundigen van de Lid-Staten worden aangewezen door de Commissie op voorstel van de Lid-Staten.
De controles worden verricht voor rekening van de Gemeenschap die de daaraan verbonden kosten draagt.
De frequentie van en de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot deze controles worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12.
Artikel 11
In artikel 2, tweede streepje, artikel 3, tweede alinea, en artikel 5 van Richtlijn 77/504/EEG worden de woorden "bevruchte eicellen" vervangen door "eicellen en embryo's".
Artikel 12
In de gevallen waarin naar de in dit artikel omschreven procedure wordt verwezen, beraadslaagt het bij Besluit 77/505/EEG (12) ingestelde Permanent Zooetechnisch Comité overeenkomstig de bij artikel 11 van Richtlijn 88/661/EEG vastgestelde regels.
Artikel 13
-
1.De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, waaronder eventueel sancties, in werking treden om vóór 1 juli 1995 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden door de Lid-Staten vastgesteld.
-
2.De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de essentiële bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
-
3.In afwachting van de tenuitvoerlegging van de onderhavige richtlijn blijven de nationale regels ter zake, met inachtneming van de algemene Verdragsregels, van toepassing.
Artikel 14
Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 15
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Luxemburg, 23 juni 1994.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
G.MORAITIS
-
(1)PB nr. C 306 van 11. 11. 1993, blz. 11.
-
(2)PB nr. C 20 van 24. 1. 1994, blz. 518.
-
(3)PB nr. C 127 van 7. 5. 1994, blz. 7.
-
(4)PB nr. L 206 van 12. 8. 1977, blz. 8. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/174/EEG (PB nr. L 85 van 5. 4. 1991, blz. 37).
-
(5)PB nr. L 382 van 31. 12. 1988, blz. 36.
-
(6)PB nr. L 153 van 6. 6. 1989, blz. 30.
-
(7)PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 55.
-
(8)PB nr. L 85 van 5. 4. 1991, blz. 37.
-
(9)PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1601/92 (PB nr. L 173 van 27. 6. 1992, blz. 13).
-
(10)PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 56. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Besluit 92/438/EEG (PB nr. L 243 van 25. 8. 1992, blz. 27).
-
(11)Bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2551/93 van de Commissie (PB nr. L 241 van 27. 9. 1993).
-
(12)PB nr. L 206 van 12. 8. 1977, blz. 11.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.