Nota's van wijziging en amendementen bij 33989 - Verandering van de Grondwetsbepaling over de onschendbaarheid van brief-, telefoon- en telegraafgeheim (Grondwetswijziging, eerste lezing)

Inhoudsopgave

  1. Nota's van wijziging en nota's van verbetering
  2. Amendementen en subamendementen

Nota's van wijziging en nota's van verbetering

datum nr. titel
2015-07-03 7 Nota van wijziging

Amendementen en subamendementen

datum nr. titel status
2017-04-11 12 Amende­ment Verhoeven over het verstevigen van het uitgangspunt van een rechterlijke machtiging voor het beperken van het brief- en telecommunicatiegeheim1 verworpen
2017-04-11 11 Amende­ment Özütuk over het behouden van het huidige beschermingsniveau van het briefgeheim2 verworpen
2017-04-10 10 Amende­ment Van Raak over het slechts opnemen van een rechterlijke toets3 verworpen

  • 1. 
    Dit amendement regelt dat de rechterlijke machtiging als uitgangspunt voor het beperken van het brief- en telecommunicatiegeheim verstevigd wordt. Waar het regeringsvoorstel het ontbreken van rechterlijke machtiging toestaat in het belang van nationale veiligheid, acht de initiatiefnemer dit een te brede uitzondering. Net als bij artikel 8 EVRM, dat mede ziet op de eerbiediging van correspondentie, zou de inmenging in dit recht in het belang van de nationale veiligheid alleen moeten kunnen plaatsvinden indien dit noodzakelijk is in een democratische samenleving. Die noodzakelijkheid impliceert gelijk ook dat er geen lichter middel beschikbaar is (subsidiariteit) en dat het middel in verhouding staat tot het doel (proportionaliteit).
     
  • 2. 
    Dit amendement regelt dat het beschermingsniveau van het briefgeheim op grondwettelijk niveau in het voorstel ongewijzigd blijft ten opzichte van de huidige situatie, in de zin dat toetsing door de rechter hier altijd voor vereist is. De indiener volgt hiermee het advies van de Raad van State, welke heeft geoordeeld dat de noodzaak van een verlaging van het beschermingsniveau van het briefgeheim onvoldoende is beargumenteerd. De indiener heeft begrip voor de wens van de regering om de bescherming van het briefgeheim en bescherming van het telecommunicatiegeheim op hetzelfde niveau te organiseren, maar laat een onvoldoende gemotiveerde afzwakking van een bestaand grondrecht hierbij zwaarder wegen.
     
  • 3. 
    Met dit amendement wordt geregeld dat er slechts een rechterlijke toets wordt opgenomen in de Grondwet, zoals nu geldt voor het briefgeheim. Nu e-mail en andere vormen van digitale communicatie grotendeels het communiceren via papieren brieven hebben vervangen, ziet de indiener geen reden de grondwettelijke bescherming te verminderen. Een rechterlijke uitspraak zorgt voor een onafhankelijke toets en beschermt burgers tegen ongewenste bemoeienis door de overheid.