Nota's van wijziging en amendementen bij 28331 - Initiatiefvoorstel Halsema - Toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (Grondwetswijziging, eerste lezing)
Nota's van wijziging en nota's van verbetering
datum | nr. | titel |
---|---|---|
2004-10-06 | 19 | Tweede nota van wijziging |
2004-09-30 | 16 | Nota van wijziging |
Amendementen en subamendementen
datum | nr. | titel | status |
---|---|---|---|
2004-10-04 | 17 | Amendement Luchtenveld over uitsluitingconstitutionele toetsing aan zowel het tweede als het derde lid van art. 10 Grondwet1 - Voorstel van wet Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter | vervallen |
2004-09-08 | 18 | Amendement Luchtenveld/Smilde dat ertoe strekt wetten ter uitvoering van artikel 2 Grondwet uit te sluiten van constitutionele toetsing.2 | vervallen |
2004-09-08 | 15 | Amendement Luchtenveld dat ertoe strekt artikel 20, lid 3 van de Grondwet uit te sluiten van constitutionele toetsing3 - Voorstel van wet Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter | vervallen |
2004-09-07 | 13 | Amendement Duyvendak dat ertoe strekt ook constitutionele toetsing aan artikel 23, lid 4 van de Grondwet mogelijk te maken.4 - Voorstel van wet Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter | verworpen |
2004-09-07 | 12 | Amendement Rouvoet/Van der Staaij om de bepaling dat verkiezingen plaatsvinden bij evenredige vertegenwoordiging (art. 53 Grondwet) niet te zonderen van het rechterlijk toetsingsrecht5 - Voorstel van wet Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter | verworpen |
- 1.Dit amendement heeft tot strekking constitutionele toetsing aan zowel het tweede als het derde lid van artikel 10 Grondwet uit te sluiten.De motivering hiervoor is dat het in beide leden regelingsopdrachten aan de wetgever betreft en in deze leden geen onvervreemdbaar grondrecht (geen subjectief recht) voor de burger is vastgelegd.
- 2.Dit amendement beoogt constitutionele toetsing aan zowel het eerste als het tweede lid van artikel 2 Grondwet uit te sluiten. Motivering hiervoor is, dat het in beide leden een regelingsopdracht aan de wetgever betreft en in deze leden geen onvervreemdbaar grondrecht voor de burger (geen subjectief recht) is vastgelegd.
- 3.Artikel 20, lid 3 betreft een sociaal grondrecht. Bovendien kent deze bepaling niet een vergelijkbare bepaling in een internationaal verdrag. Constitutionele toetsing zou bij een negatief oordeel van de rechter grote praktische en financiële uitvoeringsconsequenties hebben. Om die reden wordt voorgesteld deze bepaling niet te onderwerpen aan constitutionele toetsing.
- 4.Dit amendement beoogt, naast artikel 23, tweede, derde, vijfde, zesde en zevende lid, ook constitutionele toetsing aan artikel 23, vierde lid, van de Grondwet mogelijk te maken.Artikel 23, vierde lid, van de Grondwet beoogt een waarborg te bieden voor een voldoende aantal openbare basisscholen in elke gemeente.Dit artikellid is voldoende specifiek om toetsing mogelijk te maken en brengt tevens mee dat het evenwicht met artikel 23, tweede lid, van de Grondwet in stand blijft.
- 5.Artikel 53Grondwet bevat de bepaling dat verkiezingen plaatsvinden bij evenredige vertegenwoordiging. Deze bepaling dient te worden opgevat als een inhoudelijke normering inzake het kiesstelsel. De bepaling raakt aan het subjectieve recht van de burger om te kunnen kiezen; meer in het bijzonder het recht om ook een minderheidsstandpunt te laten horen via de vertegenwoordigende organen en om zijn stem zodoende, in overeenstemming met de Grondwet een bepaald gewicht te geven. Om die reden is het van belang deze bepaling niet uit te zonderen van het rechterlijk toetsingsrecht.