Bijlagen bij COM(2023)783 - Wijziging van Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 401/2009, (EU) 2017/745 en (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken en de verbetering van de samenwerking tussen de agentschappen van de Unie op het gebied van chemische stoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlagen IV en V opnieuw worden toegewezen aan het ECHA en de hosting van de POP-monitoringgegevens aan het EEA. Voor deze werkzaamheden heeft het ECHA in het eerste jaar 1 vte (1 TA) en een operationele begroting van 35 000 EUR nodig, en vanaf het tweede jaar 2 vte’s (2 TA’s) per jaar en een operationele begroting van 50 000 EUR per jaar. Het EEA heeft geen middelen nodig. De werkzaamheden voor de herziening van de bijlagen IV en V worden momenteel door de Commissie uitgevoerd met de hulp van adviseurs, en nemen ongeveer 1,5 vte per jaar in beslag. De betrokkenheid van het ECHA en zijn Comité voor sociaaleconomische analyse zal naar verwachting zorgen voor een aanzienlijke toename van de wetenschappelijke kwaliteit, de consistentie, de deugdelijkheid en de mate van onafhankelijkheid van de beoordelingen op basis waarvan de Commissie haar voorstellen over deze kwestie ontwikkelt. Het hosten van monitoringgegevens over chemische stoffen in het kader van de POP-verordening wordt momenteel door de Commissie verzorgd. Voor de overdracht van dit werk naar het EEA zijn geen aanvullende middelen nodig, aangezien de monitoringgegevens van POP’s in wateren op grond van de waterwetgeving aan het EEA moeten worden gerapporteerd en de middelen daarvoor in het recente voorstel zijn voorgesteld, en de monitoringgegevens van POP’s in de lucht op grond van de luchtkwaliteitswetgeving al aan het EEA worden gerapporteerd en worden gedekt door middelen voor die activiteit. De verhoging van de bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting. Dit zal een doeltreffende herschikking betekenen en overlappende rapportage elimineren.

Voor wijzigingen aan de verordening medische hulpmiddelen zijn geen aanvullende middelen voor het ECHA nodig. De werkzaamheden worden momenteel uitgevoerd door de Commissie met de steun van het SCHEER-comité. Het huidige gebruik van de middelen wordt geschat op 0,3 vte per jaar en 24 000 EUR per jaar. Aangezien de beoogde frequentie van de werkzaamheden zeer laag is, de betrokkenheid van de comités alleen daar is waar dat nodig is en de eerste werkzaamheden waarschijnlijk pas in 2029 zullen plaatsvinden, kunnen de werkzaamheden door het ECHA worden opgevangen zonder aanvullende middelen.

Wijzigingen in de verordening inzake het EEA en in de verordening inzake de algemene beginselen en vereisten van de levensmiddelenwetgeving en de oprichting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid zullen geen gevolgen hebben voor de middelen. De bepalingen formaliseren de reeds uitgevoerde activiteiten, zij schrijven de procedurele stappen voor die moeten worden gevolgd en maken de uitvoering mogelijk van het voorstel voor een verordening tot oprichting van een gemeenschappelijk dataplatform over chemische stoffen, waarbij regels worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de daarin vervatte gegevens vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn en dat er een kader voor monitoring en vooruitzichten voor chemische stoffen wordt opgericht. Eventuele behoeften aan middelen die uit deze bepalingen voortvloeien, kunnen worden opgevangen door de bestaande middelen van de agentschappen.

Benodigde middelen voor het ECHA per wetgeving gewijzigd via het voorstel voor een verordening tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 401/2009, (EU) 2017/754 en (EU) 2019/1021 wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken en verbetering van de samenwerking tussen de agentschappen van de Unie op het gebied van chemische stoffen
Vte’sOperationele kosten (in duizenden euro’s)
Wetgeving202520262027202520262027
TACATACATACA
Voorstel voor een verordening inzake de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische werkzaamheden
POP-verordening102020355050
Verordening medische hulpmiddelen000000000
SOM102020355050

Huidig gebruik van middelen voor technisch en wetenschappelijk werk dat opnieuw aan het ECHA moet worden toegewezen via het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 401/2009, (EU) 2017/754 en (EU) 2019/1021 wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken en de verbetering van de samenwerking tussen de agentschappen van de Unie op het gebied van chemische stoffen
POP-verordening

- Technische bijstand bij de herziening van de bijlagen IV en V
- Hosting van POP-toezichtsgegevens
Totaal ca. 1,5 vte/jaar: 300 000 EUR voor consultants om de 3 jaar (= 1,5 vte/jaar); (Daarnaast ca. 0,5 vte/jaar voor DG ENV (uitvoering van de herziening van de bijlagen IV en V) waarvoor de werkzaamheden blijven doorlopen)
Verordening medische hulpmiddelen

- Voorbereiding en herziening van de richtlijnen voor het uitvoeren van de baten-risicobeoordeling van de aanwezigheid van ftalaten in medische hulpmiddelen
- Voorbereiding en herziening van de richtlijnen voor het uitvoeren van de baten-risicobeoordeling van de aanwezigheid van CMR-stoffen en/of hormoonontregelende stoffen in medische hulpmiddelen
Totaal ca. 0,3 vte/jaar + 24 000 EUR per jaar: Secretariaat van SCHEER-comité van DG SANTE 0,3 vte (ca. 10 % van de werkzaamheden van het SCHEER-secretariaat), 24 000 EUR per jaar voor vergoedingen, reiskosten, bv. kosten voor leden van het comité. (Daarnaast 0,1 vte/jaar voor DG SANTE (beleidseenheid) waarvoor de werkzaamheden blijven doorlopen).
SOM0,3 vte/jaar aan functionarissen in vaste dienst; 1,5 vte/jaar aan intramurale contractanten of tijdelijk personeel (ca. 100 000 EUR per jaar); Operationele kosten van ca. 24 000 EUR/jaar

Samengevat: in het eerste jaar zal er behoefte zijn aan 1 vte (1 TA) en operationele kosten van 35 000 EUR per jaar en vanaf het tweede jaar zal er behoefte zijn aan 2 vte’s (2 TA’s) per jaar en een operationele begroting van 50 000 EUR per jaar. Alle nieuwe middelen zijn nodig voor het ECHA. Rekening houdend met de middelen die momenteel worden gebruikt voor de taken die opnieuw moeten worden toegewezen, zal er vanaf 2026 en daarna een totale netto toename van de middelen zijn ten opzichte van nu met 0,2 vte per jaar en operationele kosten van 26 000 EUR per jaar.

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/65/EU wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen:

Wijzigingen in de BGGS-richtlijn zullen de beoordelingen die ten grondslag liggen aan beperkingen op het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, en de beoordeling van aanvragen voor vrijstellingen van de beperkingen, opnieuw toewijzen aan het ECHA. Voor deze werkzaamheden heeft het ECHA in het eerste jaar 3 vte (3 TA’s) en een operationele begroting van 66 000 EUR nodig, en vanaf het tweede jaar 7 vte (4 TA’s + 3 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 33 000 EUR per jaar. De werkzaamheden worden momenteel uitgevoerd met de hulp van adviseurs, en nemen ongeveer 2,7 vte per jaar in beslag. De momenteel bestede middelen zijn echter ontoereikend, wat heeft geleid tot een opeenhoping van verzoeken om vrijstellingen zonder dat deze zijn verwerkt tot een juridische formulering (in december 2022 waren meer dan 60 verzoeken om vrijstelling in behandeling) en tot een vertraging van de herziening van de lijst van beperkte stoffen (de herziening is niet afgerond, hoewel deze in 2018 is gestart). Er zijn ook klachten over de kwaliteit en de deugdelijkheid van de beoordelingen, de transparantie van het proces en de betrokkenheid van de belanghebbenden. De hertoewijzing aan het ECHA en het gebruik van zijn processen zullen deze tekortkomingen verhelpen en zullen de aanpassing en samenhang met andere wetgeving inzake chemische stoffen waarborgen. De verhoging van de bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting. Een deel van deze middelen wordt momenteel besteed aan de aankoop van de contractuele steun en dit kan worden beschouwd als een doeltreffende herschikking.

Benodigde middelen voor het ECHA voor het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2011/65/EU wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen
Vte’sOperationele kosten (in duizenden euro’s)
Wetgeving202520262027202520262027
TACATACATACA
BGGS-richtlijn304343663333
SOM304343663333

Huidig gebruik van middelen voor technisch en wetenschappelijk werk dat opnieuw aan het ECHA moet worden toegewezen via het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2011/65/EU wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen
BGGS-richtlijn

- Beoordelingen die ten grondslag liggen aan beperkingen op het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
- Beoordeling van aanvragen voor vrijstelling van de beperkingen
Totaal ca. 2,74 vte/jaar: 145 000 EUR per jaar (gemiddeld) voor het uitbesteden van de herziening van vrijstellingen (= ca. 2,2 vte per jaar) + een contract van gemiddeld 180 000 EUR per 5 jaar voor de herziening van beperkingen (= 0,54 vte per jaar). (Daarnaast ca. 1,5 vte/jaar voor DG ENV (voor de algehele BGGS-uitvoering) waarvoor de werkzaamheden blijven doorlopen)
SOM2,7 vte/jaar aan intramurale contractanten of tijdelijk personeel (ca. 181 000 EUR per jaar);

Samengevat: in het eerste jaar zal er behoefte zijn aan 3 vte’s (3 TA’s) en een operationele begroting van 66 000 EUR per jaar en vanaf het tweede jaar zal er behoefte zijn aan 7 vte’s (4 TA’s + 3 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 33 000 EUR per jaar. Alle nieuwe middelen zijn nodig voor het ECHA. Rekening houdend met de middelen die momenteel worden gebruikt voor de taken die opnieuw moeten worden toegewezen, zal er vanaf 2026 en daarna een totale netto toename van de middelen zijn ten opzichte van nu met 4,3 vte’s per jaar en 33 000 EUR per jaar.

Voorstel voor een verordening tot oprichting van een gemeenschappelijk dataplatform voor chemische stoffen, tot vaststelling van regels om ervoor te zorgen dat de daarin vervatte gegevens vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn en tot vaststelling van een kader voor monitoring en vooruitzichten voor chemische stoffen:

Met het voorstel wordt een gemeenschappelijk dataplatform opgericht. Het platform zal worden opgericht en beheerd door het ECHA met nauwe betrokkenheid en bijdrage van het EEA, de EFSA, het EMA, EU-OSHA en de Commissie. De werkzaamheden omvatten de ontwikkeling en exploitatie van de infrastructuur en het beheer en de levering van gegevens aan het platform. Het belangrijkste doel van de nieuwe IT-infrastructuur die in het kader van de dataruimte voor de Europese Green Deal wordt gebruikt, is de ondersteuning van doeltreffende en samenhangende veiligheidsbeoordelingen van chemische stoffen. De infrastructuur biedt geïntegreerde, op de gebruiker afgestemde en zeer functionele toegang tot aan chemische stoffen gerelateerde datasets die eigendom zijn van of beheerd worden door EU-agentschappen en biedt ruimte voor de specifieke diensten die het EU-beleid inzake chemische stoffen en de uitvoering van de wetgeving ondersteunen.

Vier betrokken agentschappen en de Commissie (JRC) hebben in verband met de werkzaamheden middelen nodig. De behoefte aan middelen die nodig zijn om de infrastructuur en alle onderliggende processen op te zetten om de gegevens te delen en ze interoperabel en in passende formaten te krijgen, is in de eerste drie jaar hoger. Hiervoor is gedurende de eerste drie jaar het volgende nodig:

— voor het ECHA: 10 vte’s (4 TA’s + 6 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 0 EUR voor het eerste jaar, 2 226 000 EUR voor het tweede jaar en 2 793 000 EUR voor het derde jaar;

— voor het EEA: 3 vte’s (1 TA + 2 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 0 EUR voor het eerste jaar, 266 000 EUR voor het tweede jaar en 334 000 EUR voor het derde jaar;

— voor de EFSA: 5 vte’s (5 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 670 000 EUR per jaar. Hiertoe zal een bijdrage-/dienstenniveauovereenkomst van 3 000 000 EUR worden ondertekend om de 3 vte’s (3 CA’s) per jaar en de benodigde operationele begroting te dekken. De 2 extra vte’s (2 CA’s) per jaar zullen worden gefinancierd uit de huidige begroting van de EFSA;

— voor het EMA: een bijdrage-/dienstenniveauovereenkomst van 1 400 000 EUR ter dekking van 3 vte’s (3 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 100 000 EUR per jaar;

— voor EU-OSHA: 0 vte’s per jaar en een operationele begroting van 0 EUR per jaar;

— voor het JRC: een administratieve regeling voor 3 jaar ten bedrage van 540 000 EUR ter dekking van de integratie van IPCheM in het gemeenschappelijk dataplatform en de overdracht van de IPCheM-exploitatie aan het ECHA.

Na de initiële fase van drie jaar loopt de behoefte aan middelen die nodig zijn om de infrastructuur en de onderliggende processen in stand te houden en data te blijven aanleveren, terug. Voor deze fase is het volgende nodig:

— voor het ECHA: 4 vte’s (4 TA’s) per jaar en een operationele begroting van 600 000 EUR per jaar;

— voor het EEA: 1 vte (1 TA) per jaar en een operationele begroting van 200 000 EUR per jaar;

— voor de EFSA: 2 vte’s (2 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 500 000 EUR per jaar;

— voor EU-OSHA: 0 vte’s per jaar en een operationele begroting van 0 EUR per jaar;

— voor het EMA: 2 vte’s (2 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 0 EUR.

De verhogingen van de bijdragen aan de agentschappen zullen worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting, met uitzondering van 2 vte’s (2 CA’s) voor de EFSA, die zullen worden gecompenseerd uit de huidige begroting van de EFSA.

Met het voorstel wordt formeel het informatieplatform voor chemische monitoring (IPCheM) opgericht en wordt de exploitatie ervan aan de agentschappen overgedragen. Voor deze werkzaamheden

— heeft het ECHA vanaf het tweede jaar 2 vte’s (1 TA + 1 CA) per jaar nodig en vanaf het derde jaar een operationele begroting van 180 000 EUR per jaar;

— heeft het EEA vanaf het eerste jaar 1 vte (1 TA) per jaar nodig en een operationele begroting in het eerste jaar van 0 EUR, in het tweede jaar 200 000 EUR, in het derde jaar 200 000 EUR en vanaf het vierde jaar 50 000 EUR per jaar.

De exploitatie van IPCheM wordt momenteel uitgevoerd door de Commissie en het gebruik van middelen bedraagt in totaal 4,5 vte’s per jaar. De exploitatie van IPCheM zal worden toevertrouwd aan het ECHA, dat het ook zal integreren in het gemeenschappelijk dataplatform. Aangezien de exploitatie van IPCheM opnieuw aan het ECHA zal worden toegewezen, zullen de middelen bij de Commissie worden bespaard. Het hosten van de gegevens zal worden toevertrouwd aan de agentschappen op basis van hun mandaat (het ECHA zal beroepsgegevens hosten) en het EEA zal gegevens over de binnenlucht hosten en gegevens over menselijke biomonitoring verzamelen en hosten. Het voorstel vereist dat de agentschappen de gegevens over de aanwezigheid van bepaalde stoffen die zij in hun bezit hebben, aan het ECHA verstrekken voor integratie in IPCheM. De EFSA voorziet IPCheM reeds van gegevens en draagt bij tot de exploitatie ervan en zal geen extra middelen nodig hebben om deze activiteit voort te zetten. Het EMA en EU-OSHA verzamelen of ontvangen momenteel niet stelselmatig gegevens die relevant zijn voor IPCheM en zullen daarom geen extra middelen nodig hebben. De verhoging van de bijdrage aan het ECHA en het EEA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting. Het gaat dus om een gedeeltelijke herschikking van bestaande middelen.

Met het voorstel wordt een databank opgericht met informatie over de regelgevingsprocessen voor chemische stoffen op basis van het bestaande instrument voor de coördinatie van (openbare) activiteiten ((P)ACT) en wordt het toepassingsgebied ervan uitgebreid zodat het alle relevante wetgeving omvat met processen en initiatieven voor veiligheidsbeoordeling om de coördinatie van veiligheidsbeoordelingsactiviteiten in de gehele EU-wetgeving te bevorderen en transparantie te bieden over de lopende beoordelingen. Deze werkzaamheden zullen gevolgen hebben voor het ECHA, het EEA, de EFSA en EU-OSHA, maar zullen geen extra middelen voor de agentschappen vereisen. Het ECHA voert reeds (P)ACT uit voor Reach-, CLP- en POP-processen. De EFSA beschikt reeds over OpenEFSA, dat een vergelijkbaar niveau van informatie biedt als PACT voor de wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders. Middelen voor de exploitatie en voortdurende informatieverstrekking moeten door de agentschappen worden opgevangen als onderdeel van de bestaande processen. Het EEA en EU-OSHA zijn momenteel niet betrokken bij processen die relevant zijn voor de databank, en daarom hebben zij geen middelen nodig. De ontwikkeling en coördinatie van het systeem worden gedekt door de middelen die zijn bestemd voor het gemeenschappelijk dataplatform.

Met het voorstel wordt een register van referentiewaarden opgezet om het hergebruik van bestaande referentiewaarden te bevorderen en zo de samenhang van de beoordelingen te verbeteren en de herhaling van afgeleide referentiewaarden te verminderen. Het voorstel zal gevolgen hebben voor het ECHA, het EEA, de EFSA, het EMA, EU-OSHA en de Commissie. Om de vereiste werkzaamheden uit te voeren, heeft het ECHA vanaf het eerste jaar 1 vte (1 TA) per jaar nodig en een operationele begroting van 0 EUR in het eerste jaar, 650 000 EUR in het tweede jaar, 650 000 EUR in het derde jaar en vanaf het vierde jaar 200 000 EUR per jaar. Er zijn geen extra middelen nodig voor het EEA, de EFSA, het EMA, EU-OSHA of de Commissie. Het ECHA heeft de “EU Chemicals Legislation finder” (Euclef, wetgevingszoeker voor chemische stoffen) ontwikkeld en beheert deze. Euclef geeft een overzicht van enkele regelgevende referentiewaarden die zijn afgeleid van en van toepassing zijn op grond van deze wetgevingsstukken. Het ECHA zal de “oude wetenschappelijke referentiewaarden” moeten verzamelen, wat via contracten kan worden gedaan. De nieuwe wetenschappelijke referentiewaarden zullen geleidelijk aan het register worden verstrekt als onderdeel van de beoordelingsprocessen van het ECHA. Het ECHA zal aanvullende middelen nodig hebben voor de ontwikkeling, de exploitatie en het onderhoud van het register, in contact met dataproviders. De EFSA heeft de OpenFoodTox-databank ontwikkeld en onderhoudt deze, waarin de wetenschappelijke referentiewaarden zijn samengevat die door de EFSA zijn afgeleid als onderdeel van haar beoordelingsactiviteiten. De EFSA zal haar activiteiten voortzetten en de informatie aan het nieuwe register verstrekken op grond van haar bestaande middelen. Er zijn dan ook geen extra middelen nodig. Na de inwerkingtreding van deze wetgeving zal het EMA het nieuwe register voortdurend moeten voorzien van alle nieuwe voorspelde concentraties zonder effect (predicted no-effect concentration — PNEC’s) die zijn afgeleid voor geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik. Dit kan efficiënt worden gedaan als onderdeel van de toekomstige beoordelingsactiviteiten van het EMA. Bovendien kan dit voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik worden geautomatiseerd, aangezien de digitalisering van de milieurisicobeoordeling is gepland als onderdeel van de herziening van de wetgeving inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Er zijn dan ook geen extra middelen nodig. Het EEA en EU-OSHA beschikken momenteel niet over relevante gegevens voor het register. Er zijn dan ook geen extra middelen nodig. De verhoging van de bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting.

Het voorstel zal het opzetten en exploiteren van een databank met informatie over de toepasselijke wetten en wettelijke verplichtingen die van toepassing zijn op chemische stoffen krachtens de wetgeving van de Unie formaliseren om de naleving te bevorderen. Dit werk zal van invloed zijn op het ECHA, maar zal op grond van dit voorstel geen aanvullende middelen vergen. Het ECHA maakt al gebruik van de EU-wetgevingszoeker voor chemische stoffen (Euclef) als onderdeel van de bijdrageovereenkomst met DG GROW. De bijdrageovereenkomst bedraagt jaarlijks ca. 1,0-1,4 miljoen EUR. Het ECHA voert de dienst uit door vier tijdelijke personeelsleden in dienst te nemen (ca. 270 000 EUR per jaar) en via contractanten: communicatieactiviteiten en externe helpdesk ca. 60 000 EUR per jaar, IT-kosten 200 000 EUR per jaar, datakosten 430 000 EUR per jaar. Deze bestaande middelen zullen worden gebruikt om het systeem operationeel te houden, verder te ontwikkelen en enigszins uit te breiden. De middelen voor een grote uitbreiding van het systeem, zoals het register van referentiewaarden, worden verstrekt in het kader van de werkzaamheden met betrekking tot het register van referentiewaarden. Hoewel er op grond van dit voorstel geen middelen nodig zijn, zou in het wetgevingsvoorstel voor een verordening over ECHA rekening moeten worden gehouden met het feit dat de exploitatie van de EUCLEF een structurele taak voor het ECHA is geworden en dat de financiering onderdeel moet worden van de jaarlijkse bijdrage aan het ECHA.

Met het voorstel wordt een databank van milieuduurzaamheidsgegevens met betrekking tot chemische stoffen opgezet. De werkzaamheden zullen gevolgen hebben voor het ECHA. Het ECHA zal de databank moeten opzetten, beheren, toereikende gegevensstromen naar de databank tot stand brengen en handhaven, en zorgen voor de interpretatie van de gegevens. Andere agentschappen (het EEA, de EFSA, het EMA en EU-OSHA) verstrekken, indien zij milieuduurzaamheidsgegevens over chemische stoffen beheren, die gegevens aan ECHA en werken zo nodig samen met het ECHA bij de ontwikkeling ervan. Voor de uitvoering van de werkzaamheden heeft het ECHA vanaf het tweede jaar 1 vte (1 TA) per jaar nodig en een operationele begroting van 0 EUR per jaar. Andere agentschappen hebben geen aanvullende middelen nodig, aangezien hun taak gering is, zij momenteel niet actief relevante gegevens verzamelen, en als zij al over dergelijke gegevens beschikken, de hoeveelheid informatie die wordt bewaard, momenteel zeer beperkt is. De potentiële werkzaamheden betreffende samenwerking op dit gebied kunnen door de huidige middelen van de agentschappen worden opgevangen. De verhoging van de bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting.

Met het voorstel zal een mechanisme voor het genereren van gegevens worden opgezet, zodat het ECHA en de Commissie studies kunnen laten uitvoeren ter ondersteuning van de uitvoering van de wetgeving van de Unie over chemische stoffen binnen het mandaat van ECHA, of om bij te dragen aan de ontwikkeling van het beleid inzake chemische stoffen van de Unie. De studies kunnen alleen in opdracht worden gegeven wanneer er geen resultaten kunnen worden verkregen door middel van bestaande wettelijke bepalingen en zij mogen niet hoofdzakelijk een onderzoeks- en ontwikkelingsdoel hebben. Dankzij het mechanisme kunnen het ECHA en de Commissie zo nodig gegevens genereren die niet op een andere manier kunnen worden verkregen. De betrokkenheid van het ECHA is noodzakelijk omdat het in opdracht geven van dergelijke studies technische expertise vereist. Voor de uitvoering van de werkzaamheden zal het ECHA in het eerste jaar 1 vte (1 TA) en een operationele begroting van 0 EUR nodig hebben, in het tweede jaar 2 vte’s (1 TA en 1 CA) en een operationele begroting van 1 000 000 EUR, in het derde jaar 2 vte’s (1 TA en 1 CA) en een operationele begroting van 3 000 000 EUR en vanaf het vierde jaar 2 vte’s (1 TA en 1 CA) per jaar en een operationele begroting van 5 000 000 EUR per jaar. Hier bestaat momenteel geen procedure voor, maar de EFSA hanteert voor de voedingsmiddelensector een aanvullende procedure (4 vte’s per jaar, 15 000 000 EUR per jaar). Deze procedure zal naast de nieuwe worden uitgevoerd en de twee agentschappen (het ECHA en de EFSA) moeten samenwerken bij het in opdracht geven van dergelijke studies en het ontwikkelen van een gezamenlijk plan. De verhoging van de bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting.

Met het voorstel wordt de verplichting om studies, voordat ze van start gaan, aan te melden uitgebreid van de levensmiddelensector naar de gehele chemische sector. Voor de werkzaamheden zal het ECHA aanvullende middelen nodig hebben. Het ECHA heeft vanaf het eerste jaar 3 vte’s (1 TA en 2 CA’s) per jaar nodig en een operationele begroting in het eerste jaar van 0 EUR, in het tweede jaar 1 200 000 EUR, in het derde jaar 400 000 EUR en vanaf het vierde jaar 200 000 EUR per jaar. Het ECHA zal de databank moeten ontwikkelen, beheren, de naleving van de bepalingen moeten faciliteren en controleren en feedback moeten geven aan de taakhouders. De EFSA beheert reeds een databank voor de kennisgeving van studies om te voldoen aan de verplichting uit hoofde van de wetgeving inzake de levensmiddelensector. Het gebruik van de middelen is 2 vte’s per jaar en 400 000 EUR per jaar. De EFSA en het ECHA moeten de compatibiliteit van de systemen garanderen. De EFSA heeft hiervoor geen aanvullende middelen nodig. De verhoogde bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting.

Met het voorstel zal de exploitatie van het indicatorenkader voor chemische stoffen worden geformaliseerd en een systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen voor chemische stoffen worden opgezet. Voor de werkzaamheden zal het EEA aanvullende middelen nodig hebben. Het EEA heeft vanaf het eerste jaar 1 vte (1 TA) per jaar nodig en een operationele begroting voor het eerste jaar van 0 EUR, voor het tweede jaar 300 000 EUR en vanaf het derde jaar 150 000 EUR per jaar. Het EEA en het ECHA ontwikkelen reeds gezamenlijk het indicatorenkader voor chemische stoffen als onderdeel van de toezegging in het kader van het 8e milieuactieprogramma. Aangezien de middelen voor het indicatorenkader (2 vte’s per jaar voor het ECHA, 1 vte per jaar voor het EEA) reeds waren toegewezen als onderdeel van het 8e MAP, zijn er voor deze werkzaamheden geen aanvullende middelen nodig. Het opzetten van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen is een nieuwe, niet-bestaande taak die tot doel heeft de regelgevende respons op vastgestelde risico’s aanzienlijk te verkorten. Het EEA zal de taak krijgen om vroegtijdige waarschuwingssignalen van andere instanties, lidstaten en via zijn eigen activiteiten te verzamelen en jaarlijks een verslag op te stellen ter bespreking en besluitvorming over de follow-up met de autoriteiten van de lidstaten. De verhoogde bijdrage aan EEA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting. Andere bijdragende agentschappen (het ECHA, de EFSA, het EMA en EU-OSHA) zullen de kosten op zich nemen als onderdeel van hun stopgezette activiteiten. In het geval van het ECHA zal de toewijzing van middelen voor het indicatorenkader gedeeltelijk worden gebruikt om het EEA te ondersteunen door relevante vroegtijdige waarschuwingssignalen te genereren. De verhoogde bijdrage aan EEA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting.

Met het voorstel wordt een waarnemingscentrum voor specifieke chemische stoffen met een potentiële bijdrage aan opkomende chemische risico’s opgezet. Hiermee wordt feitelijk het beheer van het bestaande EU-waarnemingscentrum voor nanomaterialen geformaliseerd en wordt het toepassingsgebied ervan uitgebreid tot specifieke chemische stoffen waarvan wordt aangenomen dat zij baat hebben bij aanvullend onderzoek en betrouwbare informatie over hun eigenschappen, veiligheidsaspecten, toepassingen en aanwezigheid op de markt. Dit werk zal van invloed zijn op het ECHA, maar zal op grond van dit voorstel geen aanvullende middelen vergen. Het ECHA beheert het EU-waarnemingscentrum voor nanomaterialen als onderdeel van een bijdrageovereenkomst met DG GROW. Het middelengebruik bedraagt ongeveer 700 000 EUR per jaar, inclusief de 3 vte’s (3 CA’s). Deze bestaande middelen zullen worden gebruikt om het systeem operationeel te houden, verder te ontwikkelen en enigszins uit te breiden. In het wetgevingsvoorstel dat wordt voorbereid voor een verordening over het ECHA, wordt rekening gehouden met het feit dat de exploitatie van de Euclef een structurele taak van het ECHA is geworden en dat de financiering onderdeel moet worden van de jaarlijkse bijdrage aan het ECHA.

Benodigde middelen per activiteit voor het voorstel voor een verordening tot oprichting van een gemeenschappelijk dataplatform voor chemische stoffen, tot vaststelling van regels om ervoor te zorgen dat de daarin vervatte gegevens vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn en tot vaststelling van een kader voor monitoring en vooruitzichten voor chemische stoffen
Vte’sOperationele kosten

(in duizenden euro’s)
Activiteit202520262027202520262027
TACATACATACA
Gemeenschappelijk dataplatform

5165165169503 4424 077
Informatieplatform voor chemische monitoring (IPCheM)1021210200380
Informatie over regelgevingsprocessen voor chemische stoffen000000000
Bewaarplaats van referentiewaarden

1010100650650
Informatie over de verplichtingen uit hoofde van handelingen van de Unie inzake chemische stoffen000000000
Milieuduurzaamheidsgegevens met betrekking tot chemische stoffen001010000
Mechanisme voor het genereren van gegevens

10111101 0003 000
Mechanisme voor de kennisgeving van studies en databank voor kennisgevingen van studies12121201 200400
Systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen voor opkomende chemische risico’s en een kader van indicatoren1010100300150
Waarnemingscentrum voor specifieke chemische stoffen met een potentiële bijdrage aan opkomende chemische risico’s000000000
SOM1018122012209506 7928 657

Benodigde middelen per agentschap/dienst voor het voorstel voor een verordening tot oprichting van een gemeenschappelijk dataplatform voor chemische stoffen, tot vaststelling van regels om ervoor te zorgen dat de daarin vervatte gegevens vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn en tot vaststelling van een kader voor monitoring en vooruitzichten voor chemische stoffen
Vte’sOperationele kosten (in duizenden euro’s)
202520262027202520262027
Agentschap/dienstenTACATACATACA
ECHA7891091005 0767 023
EEA3232320766684
EFSA050505670670670
EMA030303100100100
EU-OSHA000000000
JRC000000180180180
SOM1018122012209506 7928 657

Het huidige gebruik van middelen voor technisch en wetenschappelijk werk moet opnieuw worden toegewezen aan de agentschappen als onderdeel van het voorstel voor een verordening tot oprichting van een gemeenschappelijk dataplatform voor chemische stoffen, tot vaststelling van regels om ervoor te zorgen dat de daarin vervatte gegevens vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn en tot vaststelling van een kader voor monitoring en vooruitzichten voor chemische stoffen
IPCheMTotaal 4,5 vte/jaar: Personeel van DG JRC 2,5 vte’s per jaar + intramurale IT-deskundigen 2 vte’s per jaar (130 000 EUR per jaar).
Informatie over regelgevingsprocessen voor chemische stoffenHet ECHA voert reeds (P)ACT uit voor Reach-, CLP- en POP-processen. De EFSA beschikt reeds over OpenEFSA, dat een vergelijkbaar niveau van informatie biedt als PACT. Middelen voor de exploitatie en voortdurende informatieverstrekking moeten door de agentschappen worden opgevangen.
Informatie over de verplichtingen uit hoofde van handelingen van de Unie inzake chemische stoffenHet ECHA exploiteert Euclef al en dit wordt gefinancierd via de bijdrageovereenkomst tussen DG GROW en ECHA. Er zijn geen aanvullende middelen nodig, maar de formalisering van de toewijzing van middelen moet worden gedaan via het voorstel voor een verordening inzake het ECHA.
Waarnemingscentrum voor specifieke chemische stoffen met een potentiële bijdrage aan opkomende chemische risico’sHet ECHA exploiteert het EU-waarnemingscentrum voor nanomaterialen al en dit wordt gefinancierd via de bijdrageovereenkomst tussen DG GROW en ECHA. Er zijn geen aanvullende middelen nodig, maar de formalisering van de toewijzing van middelen moet worden gedaan via het voorstel voor een verordening inzake het ECHA.
SOM2,5 vte/jaar aan functionarissen in vaste dienst; 2 vte/jaar aan intramurale contractanten of tijdelijk personeel (ca. 130 000 EUR per jaar)

Samenvattend bestaat het wetgevingsvoorstel over gegevens over chemische stoffen uit tien afzonderlijke activiteiten die gevolgen zullen hebben voor de behoefte aan middelen van het ECHA, het EEA, de EFSA, het EMA en de Commissie. In de eerste drie jaar is er behoefte aan maximaal 32 vte’s (12 TA’s + 20 CA’s) per jaar en een operationele begroting van maximaal 8 657 000 EUR per jaar. In het vierde jaar en daarna is er behoefte aan 20 vte’s (12 TA’s + 8 CA’s) per jaar en een operationele begroting van 7 080 000 EUR per jaar. Er moet worden opgemerkt dat sommige activiteiten die in de bovenstaande berekening zijn opgenomen, reeds plaatsvinden en worden gefinancierd als onderdeel van de bestaande kernactiviteiten van het ECHA en de EFSA (zoals (P)ACT), via de bijdrageovereenkomsten tussen GROW en het ECHA (Euclef en het EU-waarnemingscentrum voor nanomaterialen) of uit de kernactiviteiten van het JRC (IPCheM). De middelen voor de exploitatie van (P)ACT en het OpenEFSA-portaal die in de uitgebreide versie van (P)ACT moeten worden opgenomen, zullen worden gebruikt om de uitbreiding van (P)ACT voor andere wetgevingsteksten op te vangen, met inbegrip van de samenvoeging van OpenEFSA met (P)ACT. De middelen voor de exploitatie van Euclef en EUON worden gebruikt voor de voortzetting van de exploitatie, de ontwikkeling en de beperkte uitbreiding van de systemen, terwijl het feit dat de exploitatie van Euclef en EUON een structurele taak voor het ECHA is geworden en dat er behoefte is om ervoor te zorgen dat de financiering deel uitmaakt van de jaarlijkse bijdrage aan het ECHA, in het voorstel voor een verordening inzake het ECHA zal worden behandeld. Voor dit deel van de werkzaamheden zijn derhalve in het kader van dit voorstel geen aanvullende middelen nodig. De middelen die momenteel worden gebruikt voor de exploitatie van IPCheM bestaan uit 2,5 vte’s per jaar aan functionarissen in vaste dienst, 2 vte’s aan intramurale contractanten (130 000 EUR per jaar). Aangezien deze taak opnieuw zal worden toegewezen, zal de Commissie de huidige middelen die voor deze taak worden gebruikt, niet meer nodig hebben. Daarom zal de totale netto toename van de middelen vanaf 2028 en daarna ten opzichte van nu 15,5 vte’s per jaar bedragen met een operationele begroting van 7 080 000 EUR per jaar.

Voorstel voor een verordening betreffende verpakkingen en verpakkingsafval (COM(2022) 677 final):

In theorie had er nationale wetgeving in de lidstaten kunnen worden vastgesteld. Er zou echter geen garantie zijn geweest dat die wetgeving in de hele EU consistent zou worden toegepast, hetgeen onvermijdelijk zou hebben bijgedragen tot verdere versnippering van de interne markt.

Taken in verband met de ontwikkeling van wetgeving op EU-niveau kunnen niet worden uitbesteed.

In het voorstel wordt aan het ECHA de taak toegewezen om een verkennende studie uit te voeren naar chemische stoffen in verpakkingen die voor beperking in aanmerking komen. Dit is een nieuw proces waarvoor bij het ECHA gedurende drie jaar 1 vte (1 TA) per jaar nodig is. De verhoogde bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting.

Benodigde middelen voor het ECHA voor het voorstel voor een verordening betreffende verpakkingen en verpakkingsafval (COM(2022) 677 final)
Vte’sOperationele kosten (in duizenden euro’s)
Wetgeving202520262027202520262027
TACATACATACA
Verpakkingen en verpakkingsafval101010000
SOM101010000

Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van de kaderrichtlijn afvalstoffen (COM(2023) 420 final):

In het voorstel worden wijzigingen vastgesteld in de verslagleggingsverplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de gegevensstroom over het hergebruik van producten naar het Europees Milieuagentschap. Voor de aangescherpte verslagleggingsverplichtingen is binnen het EEA 1 vte (1 TA) per jaar nodig. De verhoogde bijdrage aan EEA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting.

Benodigde middelen voor het EEA voor het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van de kaderrichtlijn afvalstoffen (COM(2023) 420 final)
Vte’sOperationele kosten (in duizenden euro’s)
Wetgeving202520262027202520262027
TACATACATACA
Kaderrichtlijn afvalstoffen101010000
SOM101010000

Voorstel voor een verordening betreffende circulariteitseisen voor voertuigontwerp en betreffende het beheer van autowrakken (COM(2023) 451 final):

ECHA-ondersteuning is nodig voor de verbetering van de risicobeoordeling van de overige vrijstellingen voor gevaarlijke stoffen, met name voor de herziening van de uitbreiding van het toepassingsgebied en de mogelijke bredere dekking van zorgwekkende stoffen (1 vte (1 TA) per jaar voor ECHA). De verhoogde bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door een verlaging van de LIFE-begroting.

Benodigde middelen voor het ECHA voor het voorstel voor een verordening betreffende circulariteitseisen voor voertuigontwerp en betreffende het beheer van autowrakken (COM(2023) 451 final)
Vte’sOperationele kosten (in duizenden euro’s)
Wetgeving202520262027202520262027
TACATACATACA
Verordening betreffende autowrakken101010000
SOM101010000


1.6. Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

beperkte geldigheidsduur

-  van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

-  financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten.

onbeperkte geldigheidsduur

- uitvoering met een opstartperiode vanaf 2025 tot en met 2028,

- gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7. Wijze(n) van uitvoering van de begroting0

Direct beheer door de Commissie

-  door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

-  door de uitvoerende agentschappen;

Gedeeld beheer met lidstaten

Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

-  derde landen of de door hen aangewezen organen;

-  internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

-  de EIB en het Europees Investeringsfonds;

-  de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

-  publiekrechtelijke organen;

-  privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover hen voldoende financiële garanties zijn geboden;

-  privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en voldoende financiële garanties zijn geboden;

-  organen of personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

- Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

2. BEHEERSMAATREGELEN

2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Dit financieel memorandum omvat een verhoging van de bijdrage aan het ECHA en het EEA, en bijdrage-/dienstenniveauovereenkomsten met de EFSA en het EMA.

De Commissie zal in het algemeen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de voorgestelde verordening en voor de verslaglegging aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering en naleving. De agentschappen zullen in hun jaarlijkse activiteitenverslagen verslag uitbrengen over de uitvoering van hun bijdragen en de daarmee samenhangende maatregelen.

2.2. Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1. Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

Dit financieel memorandum omvat een verhoging van de bijdrage aan het ECHA en het EEA, en bijdrage-/dienstenniveauovereenkomsten met de EFSA en het EMA.

In het kader van zijn toezicht op gedecentraliseerde entiteiten zullen DG Milieu (DG ENV), alsmede de agentschappen, hun respectieve controlestrategieën op deze uitgaven toepassen.

2.2.2. Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Hoewel de Commissie in het algemeen verantwoordelijk zal zijn voor de uitvoering van de voorgestelde verordening en voor de verslaglegging aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering en naleving ervan, zullen de aanvullende middelen die ter beschikking van de agentschappen worden gesteld, worden gedekt door hun interne controle- en risicobeheersystemen die zijn afgestemd op de toepasselijke internationale normen. DG ENV zal de controles in verband met zijn toezicht op gedecentraliseerde agentschappen uitvoeren. Er zijn geen specifieke risico’s vastgesteld in verband met de uitvoering van de aanvullende begroting die aan de agentschappen moet worden verstrekt.

2.2.3. Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

Het foutenrisico bij betaling en bij afsluiting zal naar verwachting onder de 2 % blijven. De agentschappen zijn volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van hun begroting, terwijl DG ENV verantwoordelijk is voor de regelmatige betaling van de bijdragen.

2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

Naast de controles die voortvloeien uit de hierboven genoemde controlestrategie, is de actie onderworpen aan controle door de dienst Interne Audit in zijn hoedanigheid van interne controleur van de Commissie en van de gedecentraliseerde agentschappen, en door de Europese Rekenkamer in haar hoedanigheid van externe auditor van de EU-instellingen.

De Commissie hanteert een robuuste fraudebestrijdingsstrategie, de CAFS, die momenteel wordt herzien. DG ENV vult dit aan met een lokale fraudebestrijdingsstrategie die betrekking heeft op de activiteiten die onder zijn bevoegdheden vallen.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1. Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

- Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoortkredietBijdrage
NummerGK/NGK0van EVA-landen0van kandidaat-lidstaten en aspirant-kandidaten0van andere derde landenandere bestemmingsontvangsten
309.0202 — LIFE Circulaire economie en levenskwaliteitGKJAJANEENEE
309.10.01 Europees Agentschap voor chemische stoffen — milieurichtlijnen en internationale verdragenGKJANEENEENEE
309.10.02 Europees Milieuagentschap (ENV)GKJAJAJANEE

- Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

n.v.t.

3.2. Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

-  oor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:


in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel kaderNummerRubriek 3 (Natuurlijke hulpbronnen en milieu)

Instantie: ECHA – Milieurichtlijnen2024202520262027TOTAAL
Titel 1: PersoneelsuitgavenVastleggingen(1a)01,7654,9915,09111,848
Betalingen(2a)01,7654,9915,09111,848
Titel 2: InfrastructuurVastleggingen(1b)
Betalingen(2b)
Titel 3: Operationele uitgavenVastleggingen(1c)00,1015,1597,10612,366
Betalingen(2c)00,1015,1597,10612,366
TOTAAL kredietenvoor agentschap ECHAVastleggingen=1a + 1b + 1c01,86610,15012,19724,214
Betalingen=2a + 2b + 2c01,86610,15012,19724,214

De details van de door het ECHA uit te voeren taken worden gespecificeerd in het werkdocument van de diensten van de Commissie0 bij dit wetgevingsvoorstel, met name in de bijlagen III en IV. De bovengenoemde verhoging van de bijdrage aan het ECHA zal worden gecompenseerd door het LIFE-programma (begrotingsonderdeel: 09.02.02).

Instantie: EEA2024202520262027TOTAAL
Titel 1: PersoneelsuitgavenVastleggingen(1a)00,5951,2141,2383,046
Betalingen(2a)00,5951,2141,2383,046
Titel 2: InfrastructuurVastleggingen(1b)
Betalingen(2b)
Titel 3: Operationele uitgavenVastleggingen(1c)000,7660,6841,450
Betalingen(2c)000,7660,6841,450
TOTAAL kredietenvoor agentschap EEAVastleggingen=1a + 1b + 1c00,5951,9801,9224,496
Betalingen=2a + 2b + 2c00,5951,9801,9224,496

De details van de door EEA uit te voeren taken worden gespecificeerd in het werkdocument van de diensten van de Commissie0 bij dit wetgevingsvoorstel, met name in de bijlagen III en IV. De bovengenoemde verhoging van de bijdrage aan het EEA zal worden gecompenseerd door het LIFE-programma (begrotingsonderdeel: 09.02.02).

DG: ENVBudget line:
09.02.02
2024202520262027TOTAAL

Bijdrage- en dienstenniveauovereenkomsten met de EFSAVastleggingen(1a)1,0001,0001,0003,000
Betalingen(2a)1,0001,0001,0003,000
Bijdrage- en dienstenniveauovereenkomsten met de EMAVastleggingen(1b)0,4670,4670,4671,400
Betalingen(2b)0,4670,4670,4671,400
Administratieve regelingen met JRC

Vastleggingen(1b)0,1800,1800,1800,540
Betalingen(2b)0,1800,1800,1800,540
□ TOTAAL beleidskredietenVastleggingen(4)1,5801,5801,5804,740
Betalingen(5)1,5801,5801,5804,740
□ TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten(6)
TOTAAL kredieten

voor DG ENV
Vastleggingen=4+ 61,6471,6471,6474,940
Betalingen=5+ 61,6471,6471,6474,940

De behoefte aan aanvullende middelen voor de EFSA wordt geraamd op drie arbeidscontractanten en 2 miljoen EUR aan operationele uitgaven. De behoefte aan aanvullende middelen voor het EMA wordt geraamd op drie arbeidscontractanten en 0,3 miljoen EUR aan operationele uitgaven. Voor de periode 2025-2027 worden deze kosten gedekt door middel van een bijdrage-/dienstenniveauovereenkomst tussen de agentschappen en DG ENV. Onverminderd de toekomstige MFK-overeenkomst moeten de kosten vanaf 2028 worden gedekt door de EU-subsidies voor deze agentschappen.

Bovendien wordt de behoefte aan aanvullende middelen voor het JRC geraamd op 0,540 miljoen EUR aan operationele uitgaven, die via een administratieve overeenkomst worden toegewezen.

2024202520262027TOTAAL
□ TOTAAL beleidskredieten (alle beleidsrubrieken)Vastleggingen(4)
Betalingen(5)
TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten (alle beleidsrubrieken)
(6)
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 6van het meerjarig financieel kader(referentiebedrag)Vastleggingen=4+ 604,10813,77715,76633,650
Betalingen=5+ 604,10813,77715,76633,650

Rubriek van het meerjarig financieel kader7“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (bijlage 5 bij het besluit van de Commissie betreffende de interne uitvoeringsvoorschriften voor de afdeling “Commissie” van de algemene begroting van de Europese Unie), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

JaarNJaarN+1JaarN+2JaarN+3Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)TOTAAL
DG: <…….>
□ Personele middelen
□ Andere administratieve uitgaven
TOTAAL DG <….>Kredieten

TOTAAL kredietenonder RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

2024202520262027TOTAAL
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7van het meerjarig financieel kaderVastleggingen04,10813,77715,76633,650
Betalingen04,10813,77715,76633,650


3.2.2. Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs



JaarNJaarN+1JaarN+2JaarN+3Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)TOTAAL
OUTPUTS
Soort0

Gem. kostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenTotaal aantalTotale kosten
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 10
— Output
— Output
— Output
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…
— Output
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2
TOTAAL

3.2.3. Geraamde gevolgen voor de personele middelen en administratieve kredieten van het ECHA, het EEA, de EFSA en het EMA

3.2.3.1. Geraamde vereisten voor de personele middelen van het ECHA

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

In voorkomend geval weerspiegelen de bedragen de som van de bijdrage van de Unie aan het agentschap en andere ontvangsten van het agentschap (vergoedingen en heffingen).

2023 2024 2025 2026 2027TOTAAL 

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen) — — 1,330 3,548 3,619 8,496 
Tijdelijke functionarissen (AST-rangen) — — — — — — 
Arbeidscontractanten — — 0,436 1,444 1,473 3,352 
Gedetacheerde nationale deskundigen — — — — — — 

TOTAAL — 1,765 4,991 5,091 11,848 


Personeelsvereisten (vte): 
2023 2024 2025 2026 2027TOTAAL 

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen) — — 13 17 17 
Tijdelijke functionarissen (AST-rangen) — — — — — 
Arbeidscontractanten — — 13 13 
Gedetacheerde nationale deskundigen — — — — — 

TOTAAL — 21 30 30 


3.2.3.2. Geraamde vereisten voor de personele middelen van EEA

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

In voorkomend geval weerspiegelen de bedragen de som van de bijdrage van de Unie aan het agentschap en andere ontvangsten van het agentschap (vergoedingen en heffingen).

2023 2024 2025 2026 2027TOTAAL 

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen) — 0,4700,9590,9782,406 
Tijdelijke functionarissen (AST-rangen) — — — — — — 
Arbeidscontractanten — 0,1250,2550,2600,640 
Gedetacheerde nationale deskundigen — — — — — 

TOTAAL 0,595 1,214 1,238 3,046 


Personeelsvereisten (vte): 
2023 2024 2025 2026 2027TOTAAL 

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen) — — 4
Tijdelijke functionarissen (AST-rangen) — — — — — 
Arbeidscontractanten — — 
Gedetacheerde nationale deskundigen — — — — 

TOTAAL 


3.2.3.3. Geraamde vereisten voor de personele middelen van EMA

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Personeelsvereisten (vte): 
2025 2026 2027

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen) — 
Tijdelijke functionarissen (AST-rangen) — — — 
Arbeidscontractanten 3
Gedetacheerde nationale deskundigen — — 

TOTAAL 33


3.2.3.4. Geraamde vereisten voor de personele middelen van EFSA

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Personeelsvereisten (vte): 
2025 2026 2027

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen) — 
Tijdelijke functionarissen (AST-rangen) — — — 
Arbeidscontractanten 5
Gedetacheerde nationale deskundigen — — 

TOTAAL 555


3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

Het voorstel/initiatief:

-  kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

De verhogingen van de subsidies van de agentschappen zullen worden gecompenseerd door het LIFE-programma, met uitzondering van 2 vte’s (2 CA’s) voor de EFSA, die zullen worden gefinancierd uit de huidige begroting van de EFSA, zoals hierboven beschreven.

-  hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

-  hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

3.2.5. Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

-  voorziet niet in medefinanciering door derden

-  voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

JaarN0JaarN+1JaarN+2JaarN+3Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)Totaal
Medefinancieringsbron
TOTAAL medegefinancierde kredieten


3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

-  Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

-  Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:



-  voor de eigen middelen

-  voor overige ontvangsten

- Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven ◻

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredietenGevolgen van het voorstel/initiatief0
JaarNJaarN+1JaarN+2JaarN+3Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
Artikel

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.


Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).


1Werkdocument van de diensten van de Commissie, “Fitness Check of the most relevant chemicals legislation (excluding REACH), as well as related aspects of legislation applied to downstream industries accompanying the document: Report from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions: Findings of the Fitness Check of the most relevant chemicals legislation (excluding REACH) and identified challenges, gaps and weaknesses” (SWD(2019) 199).

2De Europese Green Deal. COM(2019) 640 final.

3De Strategie voor duurzame chemische stoffen (COM(2020) 667 final).

4Conclusies van de Raad inzake een EU-strategie voor duurzame chemische stoffen van de Unie, 2021.

5Resolutie van het Europees Parlement van 10 juli 2020 over de strategie voor duurzaam gebruik van chemische stoffen (2020/2531(RSP)) (PB C 371 van 15.9.2021, blz. 75).

6Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Route naar een gezonde planeet voor iedereen – EU-actieplan: Verontreiniging van lucht, water en bodem naar nul” (COM(2021) 400 final).

7Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 45).

8Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1).

9Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

10Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

11PB L 435 van 23.12.2020, blz. 1.

12PB L 314 van 6.12.2022, blz. 26.

13COM(2020) 798 final.

14COM(2022) 157 final.

15COM(2022) 156 final, blz. 3.

16COM(2022) 540 final.

17COM(2022) 748 final.

18COM(2022) 677 final.

19COM(2023) 451 final.

20 COM(2023) 462 final.

21PB L 272 van 20.10.2022, blz. 14.

22Europees Agentschap voor chemische stoffen – voorstel voor een basisverordening (europa.eu).

23Wetgeving inzake chemische stoffen – herziening van de Reach-verordening met het oog op een gifvrij milieu (europa.eu).

24EU-strategie voor duurzame chemische stoffen – verordening cosmetische producten (herziening) (europa.eu).

25 COM(2023) 193 final.

26Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (de “BGGS-richtlijn”) (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88).

27Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

28Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een gemeenschappelijk dataplatform voor chemische stoffen, tot vaststelling van regels om ervoor te zorgen dat de daarin vervatte gegevens vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn en tot vaststelling van een kader voor monitoring en vooruitzichten voor chemische stoffen (COM(2023) 779).

29Werkdocument van de diensten van de Commissie bij de documenten Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 401/2009, (EU) 2017/745 en (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken en de verbetering van de samenwerking tussen de agentschappen van de Unie op het gebied van chemische stoffen en Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen (SWD(2023) 850).

30Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Bevindingen van de geschiktheidscontrole van de meest relevante wetgeving inzake chemische stoffen (uitgezonderd Reach) en daarbij vastgestelde uitdagingen, lacunes en zwakke punten (COM(2019) 264 final).

31Register van deskundigengroepen van de Commissie en andere adviesorganen (europa.eu).

32Europees Agentschap voor chemische stoffen – voorstel voor een basisverordening (europa.eu).

33SWD(2023) 850 final.

34SWD(2023) 850 final.

35SWD(2023) 850 final.

36COM(2022) 677 final.

37COM(2023) 420 final.

38COM(2023) 451 final.

39Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.).

40Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

41Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1).

42Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

43Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 45).

44Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final.

45Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Strategie voor duurzame chemische stoffen — Op weg naar een gifvrij milieu”, COM(2020) 667 final.

46Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de hertoewijzing van wetenschappelijke en technische taken aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen.

47Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van procedures van de Unie voor het verlenen van vergunningen en het toezicht met betrekking tot geneesmiddelen voor menselijk gebruik en tot vaststelling van regels voor het Europees Geneesmiddelenbureau, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1394/2007 en Verordening (EU) nr. 536/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 726/2004, Verordening (EG) nr. 141/2000 en Verordening (EG) nr. 1901/2006, COM(2023) 193 final [OJ:Please insert correct reference once the Regulation is adopted].

48Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1).

49Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

50Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/707 van de Commissie van 19 december 2022 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 wat betreft gevarenklassen en criteria voor de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (PB L 93 van 31.3.2023, blz. 7).

51Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 45).

52Richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking) (PB L 435 van 23.12.2020, blz. 1).

53[OJ Please insert reference once proposal is adopted].

54Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

55Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

0In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of punt b), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (Financieel Reglement). PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

0Werkdocument van de diensten van de Commissie bij het document Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een gemeenschappelijk dataplatform voor chemische stoffen, tot vaststelling van regels om ervoor te zorgen dat de daarin vervatte gegevens vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn en tot vaststelling van een kader voor monitoring en vooruitzichten voor chemische stoffen (COM(2023) 855 final).

0Het monitoringkader van het 8e milieuactieprogramma (MAP), COM(2022) 357 final.

0Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Bevindingen van de geschiktheidscontrole van de meest relevante wetgeving inzake chemische stoffen (uitgezonderd Reach) en daarbij vastgestelde uitdagingen, lacunes en zwakke punten, COM(2019) 264 final.

0EEA, Late lessons from early warnings: the precautionary principle 1896–2000, Luxemburg:Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (2001).

0Nadere gegevens over de wijzen van uitvoering van de begroting en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BUDGpedia: https://myintracomm.ec.europa.eu/corp/budget/financial-rules/budget-implementation/Pages/implementation-methods.aspx.

0GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

0EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

0Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.

0SWD(2023) 850 final.

0SWD(2023) 850 final.

0Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.: aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).

0Zoals beschreven in punt 1.4.2. Specifieke doelstelling(en)

0Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.

0Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.

NL NL