Bijlagen bij COM(2023)428 - Standpunt EU in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn en de Vergadering van de partijen bij de overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGEN

bij

Voorstel voor een besluit van de Raad

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn en de Vergadering van de partijen bij de overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/812


BIJLAGE I

Standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC) en de Vergadering van de partijen bij de overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (AIDCP)

1.BEGINSELEN

In het kader van de IATTC en de Vergadering van de partijen bij de AIDCP moet de Unie:

(a)erop toezien dat de in de IATTC en de AIDCP vastgestelde maatregelen in overeenstemming zijn met het internationaal recht, en met name met de bepalingen van het VN-Verdrag van 1982 inzake het recht van de zee, de VN-Overeenkomst van 1995 betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden, de Overeenkomst van 1993 om de naleving van de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen door vissersvaartuigen op de volle zee te bevorderen, en de Overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van 2009;

(b)de doelstellingen van de overeenkomst bevorderen in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, inzake de instandhouding en het duurzaam gebruik van de mariene biologische diversiteit van gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (BBNJ) en op de 15e Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit (COP 15), met name wat betreft het opvoeren van de bescherming van de mariene biodiversiteit en de bescherming van 30 % van de wereldwijde oceaan via beschermde mariene gebieden;

(c)bijdragen aan de uitvoering van de Europese Green Deal, met inbegrip van de biodiversiteits- en de klimaatadaptatiestrategie, met name wat betreft de bescherming van de natuur, en de “van boer tot bord”-strategie, en een sterker Europa in de wereld;

(d)de doelstellingen van de kunststoffenstrategie en het actieplan om de vervuiling tot nul terug te dringen, na te streven, met name de vermindering van kunststoffen en mariene verontreiniging;

(e)handelen in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft, met name door middel van de voorzorgsbenadering en de doelstellingen in verband met de maximale duurzame opbrengst, zoals neergelegd in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, om de uitvoering van een ecosysteemgerichte benadering van het visserijbeheer te bevorderen, om ongewenste vangsten zo veel mogelijk te voorkomen en te beperken en de teruggooi geleidelijk uit te bannen, om het effect van visserijactiviteiten op mariene ecosystemen en de habitats ervan zoveel mogelijk te beperken en om door het bevorderen van een economisch levensvatbare en concurrerende visserijsector in de Unie te zorgen voor een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn en rekening te houden met de belangen van de consumenten;

(f)handelen in overeenstemming met de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over een mededeling van de Commissie inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid 1 ;

(g)handelen in overeenstemming met de doelstellingen van de gezamenlijke mededeling over de EU-agenda voor internationale oceaangovernance 2 wat betreft de instandhouding van de mariene biodiversiteit, alsook met de conclusies van de Raad over die gezamenlijke mededeling 3 ;

(h)werken aan een passende betrokkenheid van de belanghebbenden bij de voorbereiding van IATTC- en AIDCP-maatregelen en erop toezien dat de in de IATTC en de AIDCP vastgestelde maatregelen in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het IATTC- en het AIDCP-verdrag;

(i)standpunten uitdragen die in overeenstemming zijn met de beste praktijken van de regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s);

(j)streven naar consistentie en synergie met het beleid dat de Unie voert in het kader van haar bilaterale visserijrelaties met derde landen, en zorgen voor coherentie met haar ander beleid, met name inzake buitenlandse betrekkingen, milieu, handel, ontwikkeling, onderzoek en innovatie;

(k)ernaar streven dat voor de vloot van de Unie binnen het IATTC- en het AIDCP-verdragsgebied gelijke voorwaarden gelden, op basis van de beginselen en normen die ook uit hoofde van het recht van de Unie worden gehanteerd, en zich inzetten voor de eenvormige uitvoering van die beginselen en normen;

(l)ijveren voor coördinatie tussen de IATTC, AIDCP, bestaande ROVB’s en regionale zeeverdragen (RZV’s) en samenwerking met mondiale organisaties, naargelang van het geval, binnen hun mandaten, waar passend;

(m)samenwerkingsmechanismen tussen niet-tonijn-ROVB’s stimuleren, vergelijkbaar met het zogenaamde “proces van Kobe” voor tonijn-ROVB’s.

2.RICHTSNOEREN

De Unie zet zich waar passend in om ervoor te zorgen dat de IATTC en de AIDCP de volgende maatregelen vaststellen:

(a)maatregelen ter bevordering van de instandhouding en het herstel van mariene ecosystemen en de biodiversiteit en de duurzaamheid van mariene biologische rijkdommen, rekening houdend met overwegingen in verband met klimaatverandering;

(b)instandhoudings- en beheersmaatregelen voor visbestanden in het onder het Verdrag van Antigua vallende verdragsgebied die gebaseerd zijn op het beste beschikbare wetenschappelijke advies, zoals totale toegestane vangsten en quota of regulering van de visserijinspanning bij de vangst van mariene biologische rijkdommen die door de IATTC en de AIDCP worden gereguleerd, met als doel deze bestanden te herstellen tot of te handhaven op niveaus die minstens hoog genoeg zijn om de maximale duurzame opbrengst te kunnen opleveren. Zo nodig omvatten die instandhoudings- en beheersmaatregelen specifieke maatregelen voor bestanden die te lijden hebben onder overbevissing, om de visserijinspanning op niveaus te houden die in verhouding staan tot het herstel van deze bestanden;

(c)maatregelen ter bevordering van de verzameling van visserijgegevens om robuuste bestandsbeoordelingen mogelijk te maken, de wetenschappelijke werkzaamheden van het Wetenschappelijk Comité van de IATTC en de AIDCP te ondersteunen en beheersbesluiten wetenschappelijk te onderbouwen, maatregelen ter versterking van het nalevingscomité, ter bevordering van een cultuur van naleving en ter verrichting van periodieke onafhankelijke prestatiebeoordelingen;

(d)maatregelen om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten (IOO) in het verdragsgebied te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, met inbegrip van het op lijsten plaatsen van IOO-vaartuigen en “cross-listing” van IOO-vaartuigen met andere ROVB’s, en maatregelen ter bevordering van de traceerbaarheid van vis en visserijproducten op basis van de vrijwillige richtsnoeren voor vangstdocumentatieregelingen;

(e)monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen in het verdragsgebied met het oog op een efficiënte controle en naleving van de in het kader van de IATTC en de AIDCP vastgestelde maatregelen, met inbegrip van de versterking van de controle op overladingsverrichtingen op basis van de vrijwillige richtsnoeren inzake overlading van de FAO;

(f)maatregelen om het negatieve effect van visserijactiviteiten op de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen en hun habitats zo veel mogelijk te verminderen, met inbegrip van beschermende maatregelen voor kwetsbare mariene ecosystemen in het verdragsgebied van de IATTC en de AIDCP in overeenstemming met het IATTC- en het AIDCP-verdrag en de internationale richtsnoeren van de FAO voor het beheer van de diepzeevisserij op volle zee, evenals maatregelen om ongewenste vangsten, met name van kwetsbare mariene soorten, zo veel mogelijk te voorkomen en te beperken, en om teruggooi geleidelijk uit te bannen;

(g)maatregelen ter vermindering van de verontreiniging van de zee en ter voorkoming van het lozen van kunststoffen op zee en ter vermindering van de impact van in zee aanwezige kunststoffen op de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen, met inbegrip van maatregelen om de impact van op zee achtergelaten, verloren of anderszins weggegooid vistuig in de oceaan te verminderen en te helpen bij de identificatie en inzameling van dat vistuig op basis van de vrijwillige richtsnoeren van de FAO voor de markering van vistuig;

(h)maatregelen waarbij visserij die louter gericht is op het verkrijgen van haaienvinnen wordt verboden en op grond waarvan bij de aanlanding van haaien al hun vinnen nog op natuurlijke wijze aan het lichaam moeten vastzitten;

(i)aanbevelingen, waar passend en voor zover toegestaan krachtens de desbetreffende oprichtingsdocumenten, tot aanmoediging van de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO);

(j)waar passend, gemeenschappelijke benaderingen met andere ROVB’s, in het bijzonder met ROVB’s die betrokken zijn bij het visserijbeheer in hetzelfde gebied;

(k)aanvullende technische maatregelen op basis van advies van de hulporganen en werkgroepen van de IATTC en de AIDCP.

BIJLAGE II

Jaarlijkse nadere bepaling van het standpunt dat de Unie moet innemen in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn en de Vergadering van de partijen bij de overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen


Vóór elke vergadering van de IATTC en de Vergadering van de partijen bij de AIDCP worden, wanneer die lichamen besluiten dienen te nemen met rechtsgevolgen voor de Unie, de nodige stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat in het namens de Unie in te nemen standpunt rekening wordt gehouden met de meest recente wetenschappelijke en andere relevante, aan de Commissie toegezonden informatie, overeenkomstig de in bijlage I vastgestelde beginselen en richtsnoeren.

Daartoe zendt de Commissie, tijdig vóór elke vergadering van de IATTC en de Vergadering van de partijen bij de AIDCP, een op bovengenoemde gegevens gebaseerd schriftelijk document met de voorgestelde nadere bepaling van het namens de Unie in te nemen standpunt toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties, teneinde deze in staat te stellen de nadere bijzonderheden van dit standpunt te bespreken en goed te keuren.

Indien tijdens een IATTC-vergadering of een vergadering van de partijen bij de AIDCP, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties, opdat het standpunt van de Unie rekening houdt met nieuwe elementen.


(1) 7087/12 REV 1 ADD 1 COR 1.
(2) JOIN(2022) 28 final van 24.6.2022.
(3) 15973/22 of 13.12.2022.
Top