Bijlagen bij COM(2023)272 - Wijziging van Richtlijn 2009/21/EG betreffende de naleving van vlaggenstaatverplichtingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 7).

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

De voorgestelde herziening is een belangrijk resultaat van de mededeling van de Commissie over een strategie voor duurzame en slimme mobiliteit, waarin de visie van de EU op het vervoerssysteem van de toekomst is uiteengezet. In de strategie werd aangekondigd dat de Commissie voornemens is in 2021 een grondige herziening te starten van de bestaande wetgeving inzake vlaggenstaatverantwoordelijkheden, havenstaatcontrole en ongevallenonderzoek (in het kader van vlaggenschipinitiatief 10 – Veiliger en beter beveiligd vervoer).

De voorgestelde herziening zal voor synergieën zorgen met andere EU-wetgeving, met name Richtlijn 2009/16/EG betreffende havenstaatcontrole en Richtlijn 2009/18/EG betreffende het onderzoek van ongevallen.

Het voorstel is verenigbaar met het huidig meerjarig financieel kader, maar vereist herprogrammering binnen rubriek 1 voor de jaarlijkse bijdrage aan het EMSA (begrotingscompensatie door een compenserende verlaging van de geprogrammeerde uitgaven in het kader van de CEF Vervoer (02 03 01)). De gevolgen van het voorstel voor de begroting zijn reeds opgenomen in de begroting voor het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1406/2002.

Het overzicht van de budgettaire gevolgen na het huidige MFK is indicatief en heeft geen invloed op het toekomstige akkoord over het MFK.

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

De budgettaire gevolgen van dit initiatief hebben betrekking op de extra middelen die nodig zijn voor de groeiende rol van het EMSA om in het kader van de voorgestelde richtlijn de verplichtingen van de vlaggenstaat te faciliteren (d.w.z. met betrekking tot e-certificaten: het ontwikkelen en onderhouden van een rapportagemodule (THETIS) voor het gebruik van elektronische certificaten door alle vlaggenstaten en erkende organisaties, van instrumenten voor validering en inspectie, en van een module voor elektronische rapporten van vlaggenstaatinspecties; met betrekking tot rapportagestatistieken: de verdere ontwikkeling van een rapportage-instrument/gateway ter ondersteuning van de toepassingen; met betrekking tot capaciteitsopbouw: het ontwikkelen van gemeenschappelijke curricula voor vlaggenstaatinspecteurs en het aanbieden van opleidingen over nieuwe technologieën, onder meer over hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen en automatisering).

Aan de extra behoefte aan personele middelen kan niet worden voldaan door herschikking, terwijl de extra budgettaire behoeften kunnen worden ingevuld door een compensatie via bestaande programma’s die in het kader van het huidig meerjarig financieel kader door DG MOVE worden beheerd.

De verhoging van de kredieten voor het EMSA zal worden gecompenseerd door een compenserende verlaging van de geprogrammeerde uitgaven in het kader van de CEF Vervoer (02 03 01). De gevolgen van het voorstel voor de begroting zijn reeds opgenomen in de begroting voor het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1406/2002.

Het overzicht van de budgettaire gevolgen na het huidige MFK is indicatief en heeft geen invloed op het toekomstige akkoord over het MFK.


1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

◻ beperkte geldigheidsduur

–◻    Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

–◻    Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

☑ onbeperkte geldigheidsduur

–Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ [n.v.t.]

–gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Wijze(n) van uitvoering van de begroting 39

◻ Direct beheer door de Commissie via

–◻    uitvoerende agentschappen

◻ Gedeeld beheer met de lidstaten

☑ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

☑ de in de artikelen 70 en 71 bedoelde organen;

◻ publiekrechtelijke organen;

◻ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Opmerkingen

Het beheer van de voorgestelde richtlijn zal in het algemeen worden uitgevoerd door de diensten van de Commissie, waar nodig bijgestaan door het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid.

De lidstaten zullen verplicht zijn de bepalingen van de richtlijn binnen de respectieve termijn om te zetten.


2. BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De Commissie zal over het geheel genomen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de voorgestelde richtlijn.

Het EMSA brengt namens de Commissie bezoeken aan de lidstaten om de activiteiten ter plaatse te verifiëren. In de verslagen van de bezoeken zullen eventuele tekortkomingen en verbeterpunten worden vastgesteld.

De Commissie en/of het EMSA zullen als waarnemers deelnemen aan de audit van de Internationale Maritieme Organisatie, als aanvulling op de bezoeken en inspecties van het EMSA namens de Commissie. Het EMSA zal ook een horizontale analyse uitvoeren, een indicatie geven van de werking van de wetgeving, lacunes in kaart brengen en nagaan wat er kan worden gedaan om die op te vullen, en verslag uitbrengen aan de Commissie en de lidstaten, waarbij de bevindingen waarschijnlijk zullen worden besproken in workshops.

De Commissie zal ook een groep van vlaggenstaatdeskundigen oprichten om de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie te bevorderen.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

De Commissie zal over het geheel genomen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de voorgestelde richtlijn. De Commissie zal indien nodig worden bijgestaan door het EMSA voor het verlenen van IT-diensten en het ontwikkelen van de nodige IT-instrumenten voor de rapportage over en de monitoring en verificatie van de voorgestelde richtlijn, alsook voor het organiseren van opleidingen. De lidstaten moeten de richtlijn binnen de in de richtlijn vermelde termijn in nationaal recht omzetten. Handhavingsactiviteiten zullen worden uitgevoerd als onderdeel van de bestaande controles, met name tijdens vlaggenstaatcontroles en via de prestatieregeling voor vlaggenstaten.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Hoewel de Commissie in het algemeen verantwoordelijk zal zijn voor de uitvoering van de voorgestelde richtlijn, zal het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid verantwoordelijk zijn voor de prestaties en de toepassing van het internecontrolekader. Het Agentschap moet IT-instrumenten en -modules ontwikkelen en opleidingen aanbieden aan de ambtenaren van de vlaggenstaatcontrole, en de lidstaten moeten instaan voor de handhaving.

Het EMSA is het best geplaatst voor rapportage over en beoordeling van de naleving, aangezien dat technische werkzaamheden zijn waarvoor een grote deskundigheid op het gebied van gegevensbeheer vereist is, alsook een diepgaand inzicht in complexe technische kwesties in verband met elektronische certificaten en opleiding.

De lidstaten zijn het best geplaatst om, ook uit hoofde van het internationaal recht, de voorgestelde richtlijn te handhaven, met name door de vlaggenstaatcontrole op geharmoniseerde wijze te blijven uitvoeren.

DG MOVE voert de nodige controles uit in overeenstemming met de in 2017 vastgestelde toezichtstrategie voor de betrekkingen van het DG met gedecentraliseerde agentschappen en GO’s. In het kader van de strategie monitort DG MOVE prestatie-indicatoren voor de uitvoering van de begroting, de auditaanbevelingen en administratieve zaken. Het Agentschap dient om de twee jaar een verslag in. De controles op het toezicht van het Agentschap en op het daarmee verband houdende financieel en begrotingsbeheer gebeuren overeenkomstig de controlestrategie van DG MOVE, die in 2022 is bijgewerkt.

De aanvullende middelen die aan het EMSA ter beschikking worden gesteld, vallen onder het systeem voor interne controle en risicobeheer van het EMSA, dat in overeenstemming is met de desbetreffende internationale normen en specifieke controles omvat om belangenconflicten te voorkomen en de bescherming van klokkenluiders te waarborgen.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

In het kader van de voorgestelde herziening zal extra financiering worden verstrekt aan zowel het EMSA, dat IT-instrumenten en -modules zal ontwikkelen en opleidingen zal verstrekken aan de ambtenaren van de vlaggenstaatcontrole, als de Commissie.

Het EMSA is volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van zijn begroting, terwijl DG MOVE verantwoordelijk is voor de regelmatige betaling van de door de begrotingsautoriteit vastgestelde bijdragen. Het verwachte foutenrisico bij betaling en afsluiting is vergelijkbaar met dat van de aan het Agentschap verstrekte begrotingssubsidies.

De extra taken die uit de voorgestelde richtlijn voortvloeien, zullen waarschijnlijk geen specifieke aanvullende controles tot gevolg hebben. Daarom zullen de controlekosten voor DG MOVE (gemeten aan de hand van de waarde van de beheerde middelen) waarschijnlijk stabiel blijven.


2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

De voorgestelde herziening bevat verschillende bepalingen die specifiek gericht zijn op het voorkomen van fraude en onregelmatigheden. De lidstaten moeten beschikken over een kwaliteitsbeheersysteem om te certificeren dat hun organisatie, beleid, processen, middelen en documentatie geschikt zijn om zich van hun verantwoordelijkheden te kwijten. Dat systeem moet worden gecertificeerd en vervolgens periodiek worden gecontroleerd. De lidstaten zullen de resultaten van de door de IMO en een geaccrediteerde instantie uitgevoerde audits moeten bekendmaken aan de Commissie en/of het EMSA, zodat de nationale vlaggenstaatautoriteiten hun certificering kunnen behouden.

Het EMSA past de fraudebestrijdingsbeginselen van gedecentraliseerde EU-agentschappen toe, conform de benadering van de Commissie. In maart 2021 heeft het Agentschap een geactualiseerde fraudebestrijdingsstrategie vastgesteld, gebaseerd op de door OLAF gepresenteerde methodologie en richtsnoeren voor een fraudebestrijdingsstrategie en op de fraudebestrijdingsstrategie van DG MOVE. De strategie biedt een kader voor de preventie en de opsporing van fraude en voor de voorwaarden voor fraudeonderzoeken op het niveau van het Agentschap. Het EMSA adapteert en verbetert zijn beleid en acties voortdurend om het hoogste niveau van integriteit te promoten onder het EMSA-personeel, een doeltreffende preventie en opsporing van frauderisico’s te ondersteunen en passende procedures vast te stellen voor het melden en behandelen van potentiële fraudegevallen en de gevolgen daarvan. Voorts heeft het EMSA in 2015 zijn beleid inzake belangenconflicten voor de raad van beheer vastgesteld.

Het EMSA werkt samen met de diensten van de Commissie op gebieden met betrekking tot het voorkomen van fraude en onregelmatigheden. De Commissie zorgt ervoor dat die samenwerking wordt voortgezet en versterkt.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoort uitgavenBijdrage
NummerGK/NGK 40Van EVA-landen 41Van kandidaat-lidstaten en aspirant-kandidaten 42Uit andere derde landenAndere bestemmingsontvangsten
102 10 02

NGKJANEENEENEE

·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoort uitgaveBijdrage
NummerGK/NGKVan EVA-landenVan kandidaat-lidstaten en aspirant-kandidatenVan andere derde landenAndere bestemmingsontvangsten
[XX.YY.YY.YY]

JA/NEEJA/NEEJA/NEEJA/NEE

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

In miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel kader1Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)Jaar 2025Jaar 2026Jaar 2027Jaar 2028-2034TOTAAL
Titel 1:Vastleggingen(1)0,1710,3420,3422,3943,249
Betalingen(2)0,1710,3420,3422,3943,249
Titel 2:Vastleggingen(1a)
Betalingen(2a)
Titel 3:Vastleggingen(3a)0,3681,0411,2664,4127,087
Betalingen(3b)0,3681,0411,2664,4127,087
TOTAAL kredieten voor EMSAVastleggingen=1+1a +3a0,5391,3831,6086,80610,336
Betalingen=2+2a

+3b
0,5391,3831,6086,80610,336


Het overzicht van de budgettaire gevolgen na het huidige MFK is indicatief en heeft geen invloed op het toekomstige akkoord over het MFK.    


Rubriek van het meerjarig financieel kader
7“Administratieve uitgaven”

In miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar NJaar N+1Jaar N+2Jaar N+3Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)TOTAAL
DG: <…….>
• Personele middelen
• Andere administratieve uitgaven
TOTAAL DG <…….>Kredieten

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

In miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar 2025Jaar 2026Jaar 2027Jaar 2028-2034TOTAAL
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 van het meerjarig financieel kader Vastleggingen0,5391,3831,6086,80610,336
Betalingen0,5391,3831,6086,80610,336


Het overzicht van de budgettaire gevolgen na het huidige MFK is indicatief en heeft geen invloed op het toekomstige akkoord over het MFK.

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de EMSA-kredieten

–☑    Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

–◻    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Bedragen in miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs



Jaar NJaar N+1Jaar N+2Jaar N+3Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)TOTAAL
OUTPUTS
Soort 43Gem. kostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenTotaal aantalTotale kosten
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 44
- Output
- Output
- Output
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2
- Output
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2
TOTALE KOSTEN

In voorkomend geval weerspiegelen de bedragen de som van de bijdrage van de Unie aan het agentschap en andere ontvangsten van het agentschap (vergoedingen en heffingen).

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de personele middelen van het EMSA

3.2.3.1.Samenvatting

–◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

–☑    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

In miljoenen EUR (tot op drie decimalen). In voorkomend geval weerspiegelen de bedragen de som van de bijdrage van de Unie aan het agentschap en andere ontvangsten van het agentschap (vergoedingen en heffingen).

Jaar 2025Jaar 2026Jaar 2027Jaar 2028-2034TOTAAL

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)0,1710,3420,3422,3943,249
Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)
Arbeidscontractanten
Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL0,1710,3420,3422,3943,249

Het overzicht van de budgettaire gevolgen na het huidige MFK is indicatief en heeft geen invloed op het toekomstige akkoord over het MFK.

Personeelsvereisten (vte):

Jaar 2025Jaar 2026Jaar 2027Jaar 2028-2034TOTAAL

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)22222
Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)
Arbeidscontractanten
Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL22222

Het overzicht van de budgettaire gevolgen na het huidige MFK is indicatief en heeft geen invloed op het toekomstige akkoord over het MFK.

Het EMSA zal met de voorbereiding van de aanwerving beginnen zodra het voorstel is aangenomen. De kosten worden geraamd op basis van de veronderstelling dat de 2 vte’s op 1 juli 2025 worden aangeworven. Voor het eerste jaar is dus slechts 50 % van de HR-kosten nodig.

3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften voor het verantwoordelijke DG

–☑    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

–◻    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens één decimaal)

Jaar NJaar N+1Jaar N+2Jaar N+3Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
·Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
20 01 02 01 en 20 01 02 02 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)
20 01 02 03 (delegaties)
01 01 01 01 (onderzoek onder contract)
10 01 05 01 (eigen onderzoek)
•Extern personeel (in voltijdequivalenten: vte) 45
20 02 01 (AC, END, SNE van de “totale financiële middelen”)
20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)
Begrotingsonderde(e)l(en) (vermeld welke)  46- zetel 47
- delegaties
01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)
10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
TOTAAL

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel
Extern personeel


De beschrijving van de kostenberekening per voltijdequivalent moet in het derde onderdeel van bijlage V worden opgenomen.

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

–☑    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidig meerjarig financieel kader.

–☑    Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader.

De aan het EMSA toegewezen taken vereisen een herprogrammering van het begrotingsonderdeel voor de jaarlijkse bijdrage aan het Agentschap (02 10 02) in het kader van het huidig meerjarig financieel kader. De verhoging van de kredieten voor het EMSA zal worden gecompenseerd door een compenserende verlaging van de geprogrammeerde uitgaven in het kader van de CEF Vervoer (02 03 01) in het huidig meerjarig financieel kader. Het overzicht van de budgettaire gevolgen na het huidig MFK is indicatief en heeft geen invloed op het toekomstige akkoord over het MFK.

–◻    Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader. 48

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.


3.2.5.Bijdragen van derden

–Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

–Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

In miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar NJaar N+1Jaar N+2Jaar N+3Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)Totaal
Medefinancieringsbron
TOTAAL medegefinancierde kredieten


3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

–☑    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

–◻    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

voor de eigen middelen

voor overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven

In miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredietenGevolgen van het voorstel/initiatief 49
Jaar NJaar N+1Jaar N+2Jaar N+3Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
Artikel ………….

Vermeld voor de diverse toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.


Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.


(1) PB L 131 van 28.5.2009, blz. 132.
(2) Het Unclos werd ondertekend in 1982. De Europese Unie heeft het geratificeerd in 1984. https://www.un.org/Depts/los/convention_agreements/texts/unclos/UNCLOS-TOC.htm
(3) Hoewel de jurisdictie en de handhaving aan boord onder de nationale vlag vallen, worden de regels en voorschriften op internationaal niveau opgesteld door de Internationale Maritieme Organisatie (www.imo.org). De IMO is een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties; alle EU-lidstaten zijn lid van de IMO. De Europese Unie is geen lid, maar de Commissie heeft net als heel wat andere intergouvernementele organisaties de status van waarnemer.
(4) Internationale regels omvatten bijvoorbeeld het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (SOLAS 74), het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Marpol 73/78), de normen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst (STCW), het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen van 1966, het Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee van 1972 (COLREG 72) enz. Voorschriften met betrekking tot de arbeids- en levensomstandigheden aan boord van schepen worden afgekondigd door een ander VN-agentschap, de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).
(5) Met “veiligheid” wordt in het algemeen veiligheid, beveiliging en verontreinigingspreventie bedoeld.
(6) Beschikken over alle relevante certificaten die door de vlaggenstaat voor het scheepstype zijn afgegeven voordat het in bedrijf wordt genomen.
(7) De “vlaggenstaat” van een vaartuig is de jurisdictie volgens de wetgeving waaronder het vaartuig is geregistreerd; het is de nationaliteit van het vaartuig. In het Unclos is bepaald dat een schip slechts één vlag van een staat mag voeren en onder de exclusieve jurisdictie valt van die vlaggenstaat, die verantwoordelijk is voor het gedrag en voor de naleving van de veiligheids- en milieubeschermingseisen.
(8) PB L 131 van 28.5.2009, blz. 114.
(9) Zoals vereist bij het geharmoniseerd systeem voor onderzoek en certificatie (HSSC, IMO-resolutie A.1140(31), 2019).
(10) Een schip kan alleen worden verzekerd als het over wettelijke veiligheidscertificaten beschikt; zonder verzekering mag het schip normaal niet varen.
(11) Verordening (EG) nr. 391/2009 en Richtlijn 2009/15/EG.
(12) PB C 466 van 7.12.2022, blz. 24.
(13) De IMO heeft echter geen handhavingsbevoegdheid.
(14) Richtlijn 2013/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende bepaalde verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat met betrekking tot de naleving en de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006 (PB L 329 van 10.12.2013, blz. 1).
(15) Ingevoerd bij Richtlijn 2002/59/EG.
(16) Richtlijn (EU) 2017/2110 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 betreffende een inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG en tot intrekking van Richtlijn 1999/35/EG van de Raad (PB L 315 van 30.11.2017, blz. 61).
(17) PB L 131 van 28.5.2009, blz. 57.
(18) PB L 131 van 28.5.2009, blz. 114.
(19) Verordening (EG) nr. 391/2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 11) en Richtlijn 2009/15/EG inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 47).
(20) Richtlijn 2002/59/EG betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10).
(21) PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1.
(22) Richtlijn (EU) 2017/2110 betreffende een inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten (PB L 315 van 30.11.2017, blz. 61).
(23) Deze zaak is formeel en juridisch de exclusieve bevoegdheid van de Unie, zoals erkend in Besluit 2013/268/EU van de Raad, waarin het standpunt van de Unie is vastgesteld dat de lidstaten in de IMO moesten innemen toen zij in 2013 akkoord moesten gaan met de III-code en de IMO-audit.
(24) SWD(2018) 232 final.
(25) SWD(2018) 228 final.
(26) Dergelijke bezoeken behoren tot de kerntaken van het EMSA uit hoofde van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid. Daarom zullen er waarschijnlijk geen extra kosten gemaakt worden.
(27) PB C  van , blz. .
(28) PB C  van , blz. .
(29) Richtlijn 2009/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector en tot wijziging van de Richtlijn 1999/35/EG van de Raad en Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 114).
(30) Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10).
(31) Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de instelling van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).
(32) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
(33) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(34) Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 57).
(35) Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10).
(36) Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de instelling van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).
(37) Verordening (EU) xx/xx van het Europees Parlement en de Raad ... [EMSA-verordening].
(38) In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(39) Nadere gegevens over de wijzen van uitvoering van de begroting en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BUDGpedia: https://myintracomm.ec.europa.eu/corp/budget/financial-rules/budget-implementation/Pages/implementation-methods.aspx
(40) GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.
(41) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(42) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(43) Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(44) Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)...”
(45) AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
(46) Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(47) Voornamelijk voor de fondsen voor het cohesiebeleid van de EU, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA).
(48) Zie de artikelen 12 en 13 van Verordening (EU, Euratom) 2093/2020 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027.
(49) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.