Bijlagen bij COM(2022)780 - Jaarlijkse duurzamegroeianalyse 2023 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2022)780 - Jaarlijkse duurzamegroeianalyse 2023. |
---|---|
document | COM(2022)780 |
datum | 22 november 2022 |
De Commissie zet zich in voor een inclusief proces en voor het tijdig betrekken van de sociale partners en andere belanghebbenden tijdens de cyclus van het Europees Semester. Een duurzaam herstel en de dubbele transitie kunnen alleen slagen als we samenwerken, in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden. De actieve betrokkenheid van stakeholders, via specifieke reguliere bijeenkomsten, is belangrijk in alle fasen van het Europees Semester en de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De Commissie roept alle lidstaten op om door middel van regelmatige uitwisselingen actief samen te werken met de sociale partners, lokale en regionale overheden en andere belanghebbenden, met name vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Deze uitwisselingen moeten voortbouwen op de succesvolle toepassing van het partnerschapsprincipe bij de programmering en de uitvoering van het cohesiebeleid. Dit draagt ertoe bij uitdagingen gezamenlijk in kaart te brengen, beleidsoplossingen te verbeteren en een breder draagvlak voor de economische en sociale beleidsagenda te waarborgen. De Commissie zal van de bestaande fora voor het Europees Semester gebruikmaken om sociale partners ook te informeren over en te betrekken bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De Commissie zal in 2023 een mededeling bekendmaken om de sociale dialoog in de EU te versterken, evenals een voorstel voor een aanbeveling van de Raad over de rol van sociaal overleg op nationaal niveau.
De Commissie onderkent ten volle de democratische verantwoordingsplicht van de economische governance van de EU en zal de versterkte interinstitutionele dialoog met het Europees Parlement en de Raad voortzetten. De Commissie zet zich ervoor in de nauwe dialoog met het Europees Parlement over belangrijke sociale, economische en arbeidsmarktontwikkelingen voort te zetten, mede als onderdeel van het Europees Semester, en zal tijdens elke belangrijke fase van de cyclus van het Europees Semester met het Europees Parlement overleggen.
4.Conclusie
Ofschoon de snelle en gecoördineerde beleidsmaatregelen tijdens de COVID-19-pandemie vruchten hebben afgeworpen, worden de economie en de samenleving van de EU door de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne geconfronteerd met een reeks nieuwe economische, sociale en geopolitieke uitdagingen waarvoor beleidsmaatregelen op EU- en nationaal niveau nodig zijn. Historisch hoge energieprijzen, hoge inflatie, leveringstekorten, hogere schuldniveaus en stijgende financieringskosten hebben gevolgen voor de economische activiteit van bedrijven en de kosten van levensonderhoud van EU-huishoudens, vooral de kwetsbare. Het economisch, sociaal en begrotingsbeleid wordt geconfronteerd met complexe beleidskeuzes om de economische gevolgen van deze uitdagende omgeving op te vangen en de aanbodgestuurde inflatie te beperken, en tegelijkertijd onze middellange- tot langetermijndoelstellingen voor grotere sociale en economische veerkracht en ter ondersteuning van de dubbele transitie, op koers te houden.
Onze op de vier dimensies van concurrerende duurzaamheid gebaseerde groeistrategie vormt het kompas voor onze gecoördineerde economische en sociale beleidsmaatregelen op korte en op middellange termijn. De beleidsreacties van de EU en de lidstaten moeten goed worden afgestemd en gecoördineerd om de economische, sociale en territoriale cohesie te versterken, de energiezekerheid en de betaalbaarheid te verbeteren en tegelijkertijd de overgang naar schone energie te versnellen, concurrerende duurzaamheid te bevorderen, de productiviteit te verhogen en de macro-economische stabiliteit en de eengemaakte markt te bewaken.
Om de verwezenlijkingen van de EU-integratie te beschermen en de economieën van de EU toekomstbestendiger te maken, helpt het Europees Semester de toepasselijke beleidsuitdagingen in kaart te brengen, beleidsprioriteiten te bepalen, beleidsrichtsnoeren te verstrekken en voor beleidstoezicht en -monitoring te zorgen. Het Europees Semester zal de komende jaren centraal staan in het transformatieproces. Samen met de RRF zal het Europees Semester tot 2026 in de lidstaten blijven zorgen voor een doeltreffende hervormingsdynamiek, in combinatie met de hervormings- en investeringsstrategieën die mogelijk worden gemaakt door andere EU-programma’s, zoals de cohesiebeleidsfondsen, InvestEU, de nationale energie- en klimaatplannen die onze economie voor onze klimaatdoelstellingen op koers moeten houden en de nationale routekaarten voor het digitale decennium die een succesvolle digitale transformatie tegen 2030 moeten helpen verwezenlijken. Het Europees Semester zal ook de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijven monitoren en de analytische onderbouwing bieden bij het in kaart brengen van nieuwe uitdagingen op het gebied van economische, werkgelegenheids- en sociale beleidsuitdagingen die nog niet in de plannen aan bod komen, waarbij relevante landspecifieke aanbevelingen worden geformuleerd. Beide processen zullen dus met elkaar verbonden blijven, terwijl de synergie wordt benut om overlappingen en doublures te voorkomen, ook met betrekking tot rapportagevereisten.
(1)
European Economic Forecast (najaar 2022), European Economy – Institutional Paper, 187 (november).
(2)
De strategie voor gendergelijkheid 2020-2025, het EU-actieplan tegen racisme 2020-2025, het strategisch EU-kader voor gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma 2020-2030, de strategie voor gelijkheid van lhbtiq’ers en de strategie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030 en de EU‑strategie ter bestrijding van antisemitisme.
(3)
Overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2018/1999 dienen de lidstaten uiterlijk eind juni 2023 een ontwerp in van de actualisering van het nationale energie- en klimaatplan, met inachtneming van de landspecifieke aanbevelingen voor 2022 en 2023 (COM/2022/8263). Nationale energie- en klimaatplannen dragen bij tot de verwezenlijking van de REPowerEU-doelstellingen door een planningskader te bieden en aan te zetten tot een lager verbruik van fossiele brandstoffen.
(4)
COM(2022) 782.
(5)
COM(2022) 108 final.
(6)
Cijfers gebaseerd op SWD(2022) 230 final. De lidstaten moeten ook waarborgen dat ten minste 50 % van de inkomsten uit de veiling van emissierechten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem voor klimaat- en energiegerelateerde doeleinden wordt gebruikt.
(7)
Ook andere vormen van waterstof uit niet-fossiele bronnen, met name op basis van kernenergie, spelen een rol bij de vervanging van aardgas.
(8)
De steun voor de Europese Green Deal in het kader van het cohesiebeleid zal in de programma’s 2021-2027 worden versterkt. Het cohesiebeleid heeft 85 miljard EUR bijgedragen aan klimaat- en milieumaatregelen in het kader van het meerjarig financieel kader 2014-2020. De goedkeuring van de cohesiebeleidsprogramma’s 2021-2027 zal nog eens 100 miljard EUR beschikbaar stellen voor de groene transitie, waaronder ongeveer 40 miljard EUR voor investeringen in hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en het energienet.
(9)
Conform de doelstellingen van de Europese Green Deal zal ten minste 30 % van het InvestEU-programma ondersteuning bieden voor investeringen die bijdragen tot de klimaatdoelstellingen van de EU. Bovendien zal 60 % van de investeringen die in het kader van het venster voor duurzame infrastructuur van het InvestEU-fonds worden ondersteund, tot de klimaat- en milieudoelstellingen van de EU bijdragen.
(10)
De Commissie ondersteunt de lidstaten via het instrument voor technische ondersteuning bij het in kaart brengen van hervormingen en investeringen om de invoer van fossiele brandstoffen uit Rusland geleidelijk af te bouwen.
(11)
In november 2022 heeft de Commissie haar mededeling “Waarborgen van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van meststoffen” gepresenteerd, met maatregelen om de productie van duurzame Europese meststoffen te handhaven, het gebruik ervan te optimaliseren en de afhankelijkheid van minerale meststoffen te verkleinen.
(12)
COM(2022) 459 final.
(13)
De recentste handelsovereenkomsten van de EU (met het VK, Chili, Mexico en Nieuw-Zeeland) bevatten specifieke bepalingen inzake energie en grondstoffen.
(14)
Naast het Europees Semester is de werking van de rechtsstelsels een van de pijlers van het verslag van de Commissie over de rechtsstaat.
(15)
Business in Europe: kader voor de belastingheffing over inkomsten.
(16)
De toegang tot vaardigheden is een belangrijke uitdaging geworden voor kleine en middelgrote ondernemingen, die moeilijkheden ondervinden om met grote bedrijven te concurreren. De EU maakt onder meer gebruik van het Europees pact voor vaardigheden, een paradepaardje van de Europese vaardighedenagenda, om bij- en omscholing, ook in kleine en middelgrote ondernemingen, via de grootschalige partnerschappen voor vaardigheden te stimuleren en door 2023 als Europees Jaar van vaardigheden te benutten.
(17)
COM(2022) 526 final.
(18)
Met name het instrument om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE).
(19)
Daarnaast kunnen de lidstaten blijven gebruikmaken van EU-middelen zoals het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), dat steun verleent aan acties van de EU-landen om voedselhulp en/of materiële basissteun aan de meest behoeftigen te verlenen, waarbij meer dan 15 miljoen mensen met voedselhulp worden geholpen.
(20)
Zie de aanbeveling van de Commissie voor doeltreffende actieve steun voor werkgelegenheid.
(21)
De nationale vaardighedendoelstellingen die de lidstaten naar aanleiding van het EU-kerndoel hebben voorgesteld, zullen als leidraad dienen voor de bij- en omscholingsinspanningen in de lidstaten, in overeenstemming met hun hervormingsplannen en met steun van EU-financiering. De komende actualisering van de nationale energie- en klimaatplannen, die gepland staat voor 2023-24, zal de relevante werkgelegenheids-, vaardigheids- en maatschappelijke aspecten in het klimaat- en energiebeleid verder laten terugkomen.
(22)
De lidstaten hebben bijstand verleend en veiligheid geboden aan ontheemden, voornamelijk vrouwen en kinderen, die Oekraïne zijn ontvlucht. Dit kwam ook voort uit de inwerkingtreding in maart 2022 — voor het eerst — van de richtlijn tijdelijke bescherming, op grond waarvan ontheemden uit Oekraïne het recht kregen om tot 2024 in de EU te wonen en te werken.
(23)
Hieronder vallen de zorg voor en investeringen in piekcapaciteit, toereikende voorraden (en productiecapaciteit), de beschikbaarheid en doeltreffendheid van contacttraceringssystemen, test- en laboratoriumcapaciteit, kwalitatieve en toegankelijke gezondheidsgegevens, en het delen van gezondheidsgegevens, onder meer door middel van systemen voor vroegtijdige waarschuwing en surveillance.
(24)
Het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad inzake minimuminkomensregelingen pakt de verschillende uitdagingen aan die bij de opzet van nationale minimuminkomensregelingen in kaart zijn gebracht, in overeenstemming met de aanpak van actieve inclusie.
(25)
Zie het vergrijzingsverslag 2021: economische en budgettaire projecties voor de lidstaten van de EU (2019-2070) .
(26)
COM(2022) 783.
(27)
Goede voorbeelden van een snel antwoord op nieuwe uitdagingen zijn de extra flexibiliteit die de pakketten van de cohesieacties ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE en FAST-CARE) aan de lopende cohesiebeleidsprogramma’s toevoegen. Snelle middelen uit het React-EU-instrument zullen ook bijdragen tot een grotere veerkracht van de nationale en regionale economieën. Dit instrument ondersteunt de lidstaten en de regio’s bij het versterken van hun capaciteit om hervormingen te plannen en uit te voeren, vaak ter ondersteuning van de herstel- en veerkrachtplannen.
(28)
COM(2022) 781.
(29)
De tien bedoelde lidstaten zijn Cyprus, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland, Portugal, Roemenië, Spanje en Zweden. Aanvullende IDR’s hebben betrekking op Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Luxemburg, Slowakije en Tsjechië.
(30)
Richtlijn 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers (PB L 438 van 8.12.2021, blz. 1).
(31)
Zie de verklaring van de Eurogroep over de toekomst van de bankenunie van 16 juni 2022.
(32)
COM(2022) 782.
(33)
COM(2022) 900.
(34)
Tegen Roemenië loopt sinds het voorjaar van 2020 een buitensporigtekortprocedure. De procedure is sinds het najaar van 2021 opgeschort. De Commissie zal volgend voorjaar opnieuw nagaan of aan de vereisten van de aanbeveling van de Raad is voldaan.
(35)
Zie het verslag van de Commissie overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van 23 mei 2022, COM(2022) 630 final.
(36)
In de veerkrachtanalyse wordt ook rekening gehouden met de input van de dashboards inzake veerkracht van de Commissie: https://ec.europa.eu/info/strategy/strategic-planning/strategic-foresight/2020-strategic-foresight-report/resilience-dashboards_nl
(37)
COM(2022) 583 final.
(38)
Vrijwillige evaluaties zijn bedoeld om gemakkelijker ervaringen te kunnen uitwisselen, met inbegrip van successen, uitdagingen en geleerde lessen, teneinde de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling te versnellen. De evaluaties hebben ook tot doel het beleid en de overheidsinstellingen te versterken en multistakeholdersteun en partnerschappen voor de uitvoering van de SDG’s te activeren.