Bijlagen bij COM(2022)150 - Gefluoreerde broeikasgassen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2022)150 - Gefluoreerde broeikasgassen.
document COM(2022)150 EN
datum 7 februari 2024
bijlage 5 bij de effectbeoordeling).

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De huidige F-gasverordening is in 2014 vastgesteld en bouwt voort op de eerste F-gasverordening uit 2006. Uit de evaluatie van de huidige F-gasverordening blijkt dat deze grotendeels doeltreffend is geweest.

Er zijn echter enkele uitdagingen die moeten worden aangepakt (zie de specifieke herzieningsdoelstellingen hierboven). Dit voorstel richt zich op deze kwesties met verschillende maatregelen op basis van de opgedane ervaring.

Wat de uitvoering van het quotum- en vergunningenstelsel betreft, hebben de problemen bij de handhaving en een onbevredigend niveau van illegale invoer risico’s opgeleverd voor de milieu-integriteit, het concurrentievermogen van echte handelaren en de reputatie van de EU. Bovendien zijn de administratieve inspanningen die de Commissie vereist om de huidige verordening uit te voeren, ernstig onderschat omdat:

–er een onvoorziene sterke stijging van het aantal quotumhouders was (van 100 naar ongeveer 2 000 importeurs van fluorkoolwaterstoffen);

–importeurs van apparatuur die fluorkoolwaterstoffen bevat, bij de medebeslissingsprocedure werden betrokken (nog eens 3 000 ondernemingen);

–er voor de illegale invoer veel acties nodig waren, waaronder uitgebreide werkzaamheden ter voorbereiding van de koppelingen met de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane;

–de IT-beveiliging voortdurend moet worden verbeterd.

De Commissie heeft tot dusver middelen herschikt en bij de inkoop van diensten een beroep gedaan op de markt. Dit is echter geen duurzame oplossing voor de lange termijn, aangezien de nieuwe maatregelen in dit voorstel nog meer middelen vergen voor de uitvoering door de Commissie op EU-niveau.

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Het voorstel zal geen extra middelen uit de EU-begroting vergen. Integendeel, zodra de quotumprijs wordt geïnd, zal de quotumregeling jaarlijks opbrengsten genereren uit de quotumverkoop, die de bedragen die nodig zijn om alle uitgaven voor de werking, het onderhoud en de ontwikkeling van de quotumregeling voor fluorkoolwaterstoffen en de krachtens het Protocol van Montreal vereiste handelsvergunningen te dekken, alsmede de bedragen voor de noodzakelijke koppelingen met de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane, ruimschoots zullen overschrijden.

De aanzienlijke resterende opbrengsten na dekking van deze IT- en administratieve kosten zullen in de begroting van de Unie worden opgenomen als niet-bestemmingsontvangsten.

De maximumopbrengst van de quotumverkoop (3 EUR per ton CO2-equivalent) wordt geleidelijk verlaagd van 125 miljoen EUR in 2024 tot 20 miljoen EUR in 2036 (zie tabel onder punt 3.3).

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

Voorgesteld wordt dat de Commissie, totdat de opbrengsten uit de quotumverkoop een feit zijn, door middel van een herschikking van de middelen zal blijven toezien op de uitvoering van de HFK-quotumregeling en de HFK- en ODS-handelsvergunningensystemen die krachtens het Protocol van Montreal vereist zijn. Zodra de opbrengsten beschikbaar zijn, zal een deel van de voor de uitvoering relevante taken worden gefinancierd uit de quotumverkoop aan de ondernemingen die gebruikmaken en profiteren van het systeem.


1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

◻ beperkte geldigheidsduur

–◻    van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

–◻    financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten.

✓ onbeperkte geldigheidsduur

✓ uitvoering met een opstartperiode vanaf 2023 tot en met 2025,

✓ gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 50  

✓ Direct beheer door de Commissie

–✓ door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

–◻    door de uitvoerende agentschappen

◻ Gedeeld beheer met de lidstaten

◻ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

–◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;

–◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

–◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

–◻ de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

–◻ publiekrechtelijke organen;

–◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

–◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

–◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

–Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

Het EEA is belast met de uitvoering van de in artikel 26 van het voorstel voorgeschreven rapportage.

2. BEHEERSMAATREGELEN 

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen 

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De voorschriften inzake toezicht en evaluatie zijn beschreven in de artikelen 26 en 34 van het voorstel voor een F-gasverordening.

De Commissie zal ook de vooruitgang van de toepassing van de F-gasverordening blijven volgen en evalueren, die voorschrijft dat de ondernemingen waarvoor de rapportageverplichting geldt, bij de Commissie jaarlijks een verslag indienen over hun activiteiten onder bepaalde drempels.

Het EEA zal het Business Data Repository (BDR) blijven beheren, waar zowel de verslagen van de ondernemingen aan de Commissie worden ingediend als de Montreal-verslaglegging op EU-niveau wordt uitgevoerd.

De Commissie voert tot slot regelmatig studies uit over verschillende relevante aspecten van het klimaatbeleid van de EU.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en) 

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

Voor de uitvoering van dit voorstel moeten personele middelen binnen de Commissie worden herverdeeld (voor de voorbereidende fase 2023–2025), terwijl na de uitvoering van de nieuwe voorgestelde quotumtoewijzing en de procedure voor de inning van de opbrengsten en het innen van de opbrengsten, alsmede eventueel van andere daarmee samenhangende taken, de middelen die nodig zijn om de beheerskosten te dekken, uit de opbrengsten moeten worden gefinancierd.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Moeilijkheden met het tijdig upgraden van de IT-systemen.

Op basis van de ervaring die is opgedaan bij de ontwikkeling en de exploitatie van het huidige F-gasportaal en HFK-vergunningensysteem, kan worden verwacht dat een cruciale factor voor een succesvolle aanpassing de tijdige verdere ontwikkeling van het systeem zal zijn, met inbegrip van het opzetten van het systeem voor de inning van de opbrengsten.

Voor zover mogelijk moet worden overwogen de inning van de ontvangsten en aanverwante taken uit te besteden om de risico’s tot een minimum te beperken.

De Commissie zal ervoor blijven zorgen dat er procedures zijn om toezicht te houden op de ontwikkeling van het F-gasportaal en het HFK-vergunningensysteem, in het licht van de doelstellingen met betrekking tot de planning en de kosten en om toezicht te houden op de werking van het F-gasportaal en het HFK-vergunningensysteem, met inbegrip van de integratie ervan in de éénloketomgeving voor de douane van de Europese Unie, in het licht van de doelstellingen met betrekking tot de technische output, kosteneffectiviteit, veiligheid en kwaliteit van de dienstverlening.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting) 

Dit voorstel brengt geen significante nieuwe controles/risico’s mee die niet onder een bestaand internecontrolekader vallen. Er zijn geen specifieke maatregelen overwogen, behalve de toepassing van het Financieel Reglement.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.


De strategie voor fraudepreventie en -opsporing van DG CLIMA zal van toepassing zijn.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoortBijdrage
NummerGK/NGK [1]van EVA-landen [2]van kandidaat-lidstaten [3]uit derde landenin de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement
309 01 01 01NGKJANEENEENEE
309 02 03GKJANEENEENEE
720 02 06 01NGKNEENEENEENEE
720 02 06 02NGKNEENEENEENEE


·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen: n.v.t.

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten 

–◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

–✓    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

DG: CLIMA2023 2024202520262027TOTAAL
Beleidskredieten
09 02 03Vastleggingen(1)0,5410,4100,2800,2000,2001,631
Betalingen(2)0,5410,4100,2800,2000,2001,631
Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten
09 01 01 01(3)0,5600,8400,8400,8400,5603,640
TOTAAL kredieten voor DG CLIMAVastleggingen= 1 + 3
1,1011,2501,1201,0400,7605,271
Betalingen= 2 + 3
1,1011,2501,1201,0400,7605,271
TOTAAL beleidskredietenVastleggingen(4)0,5410,4100,2800,2000,2001,631
Betalingen(5)0,5410,4100,2800,2000,2001,631
TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten(6)0,5600,8400,8400,8400,5603,640
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 3 van het meerjarig financieel kaderVastleggingen= 4 + 6
1,1011,2501,1201,040,765,271
Betalingen= 5 + 6
1,1011,2501,1201,040,765,271

TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 6 van het meerjarig financieel kader (referentiebedrag)Vastleggingen= 4 + 6
1,1011,2501,1201,0400,7605,271
Betalingen= 5 + 6
1,1011,2501,1201,0400,7605,271


Rubriek van het meerjarig financieel

kader
7“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (Bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

In miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel kader7“Administratieve uitgaven”
2023 2024202520262027TOTAAL
DG: CLIMA
Personele middelen (goedgekeurde begroting)0,7851,4521,4520,9420,942 5,573
Personele middelen (extern personeel betaald uit bestemmingsontvangsten)0,5100,5101,020
Andere administratieve uitgaven0,0080,0080,0040,020
TOTAAL DG CLIMAKredieten0,7931,4601,4561,4521,4526,613
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader(totaal vastleggingen = totaal betalingen)0,7931,4601,4561,4521,4526,613

In miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

 20232024202520262027TOTAAL
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 van het meerjarig financieel kaderVastleggingen1,8942,7102,5762,4922,21211,884
Betalingen1,8942,7102,5762,4922,21211,884


3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten 

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

20232024202520262027Totaal
Vermeld doelstellingen en outputsOUTPUTS
Soort[1]Gem. kostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKostenAantalKosten
Ontwerp en verdere ontwikkeling van het IT-systeem van het F-gasportaal en het vergunningensysteemOpgegeven tijd en middelen of dienstencontracten0,14020,28020,2800,0000,0000,560
Ontwikkeling van het F-gasportaal en het HFK-vergunningensysteem en ingebruikneming van de nieuwe functies, met inbegrip van de uitvoering van het proces voor quotumtoewijzing en -verkoopOpgegeven tijd en middelen of dienstencontracten0,14020,28040,56060,84060,84040,5603,080
EU CSW-CERTEX/EU-éénloketomgeving voor de douane 51Memorandum van overeenstemming TAXUD0,5410,4100,2800,2000,2001,631
TOTAAL41,10161,25061,12061,04040,76005,271


3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 

–◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

–✓    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

In miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

20232024202520262027TOTAAL
RUBRIEK 7

van het meerjarig financieel kader
Personele middelen (goedgekeurde begroting)0,7851,4521,4520,9420,9425,573
Personele middelen (extern personeel betaald uit bestemmingsontvangsten)0,5100,5101,020
Andere administratieve uitgaven0,0080,0080,0040,020
Subtotaal RUBRIEK 7

van het meerjarig financieel kader
0,7931,4601,4561,4521,4526,613

Buiten RUBRIEK 7 52

van het meerjarig financieel kader

Personele middelen
Andere administratieve uitgaven0,5600,8400,8400,8400,5603,640
Subtotaal

buiten RUBRIEK 7

van het meerjarig financieel kader
0,5600,8400,8400,8400,5603,640

TOTAAL1,3532,3002,2962,2922,01210,253

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.1.Geraamde personeelsbehoeften

–◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

–✓    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

20232024202520262027
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
20 01 02 01 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)56666
20 01 02 03 (delegaties)
01 01 01 01 (onderzoek onder contract)
01 01 01 11 (eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
• Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 53
20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)066
20 02 01 (AC, END, INT van “bestemmingsontvangsten”)66
20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)
XX 01 xx yy zz  54– centrale diensten
– in delegaties
01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)
01 01 01 12 (AC, END, INT – eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
TOTAAL512121212

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeelToepassing van een striktere uitfasering, ook van de productie, harmonisering met internationale verplichtingen en uitgebreidere en complexere wetgeving inzake verbodsbepalingen
Extern personeelOndersteuning bij het operationeel beheer van de quotumregeling en het vergunningensysteem, met inbegrip van de prijsstelling

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader 

Het voorstel/initiatief:

–✓    kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

De nodige financiële middelen zullen worden gevonden binnen het bedrag van het LIFE-programma en/of komen uit de opbrengsten die worden gegenereerd door de prijs van de toegewezen quota.

–◻    hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

...

–◻    hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

...

3.2.5.Bijdragen van derden 

Het voorstel/initiatief:

–✓    voorziet niet in medefinanciering door derden

–◻    voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:


3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

–◻    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

–✓    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

–◻    voor de eigen middelen

–✓    voor de overige inkomsten

–Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven X    

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredietenGevolgen van het voorstel/initiatief 55
20232024202520262027
Artikel 6 2 1 1

Programma voor het milieu en klimaatactie – Bestemmingsontvangsten
125.000125.000125.00053.000

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

20 02 01 – (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

09 01 01 01 – Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE)

09 02 03 – Mitigatie van en aanpassing aan klimaatverandering

Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

De begroting omvat de opbrengsten uit de prijs voor de quotumtoewijzing. Voorgesteld wordt de verdere ontwikkeling, de exploitatie, het onderhoud en de IT-beveiliging van de HFK-quotumregeling — met inbegrip van een nieuwe module voor de quotumverkoop — en het F-gas- en ODS-vergunningensysteem die krachtens het Protocol van Montreal vereist zijn, alsmede de noodzakelijke koppelingen met de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane en het faciliteren van een betere handhaving, uit de geïnde opbrengsten te financieren.

De resterende opbrengsten na dekking van deze IT- en administratieve kosten zullen in de begroting van de Unie worden opgenomen als niet-bestemmingsontvangsten.

De maximale opbrengst van de quotumverkoop tegen een prijs van 3 EUR per ton CO2-equivalent is vermeld in de onderstaande tabel. De werkelijke inkomsten zullen iets lager liggen omdat een (klein) deel van de totale quota nog steeds gratis zal worden toegewezen. De verdeling tussen betaalde quota en vrije quota zal niet van tevoren bekend zijn, maar toch wordt verwacht dat een zeer groot deel van de maximale quotumhoeveelheid tegen betaling zal worden toegewezen. Voorgesteld wordt dat de Commissie de vaste quotumprijs kan wijzigen als dat in verband met zeer specifieke omstandigheden nodig is.

Geraamde maximale jaarinkomsten in miljoenen euro’s:

2025–2026        125

2027–2029        53

2030–2032        27

2033–2035        25

2036–2038        20

(1) PB L 243 van 9.7.2021, blz. 1.
(2) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 195.
(3) Speciaal verslag IPCC. Global warming of 1.5 C (augustus 2021), https://www.ipcc.ch/sr15/
(4) Zie bijlage 5 bij de effectbeoordeling bij dit voorstel.
(5) COM(2021) 555 final.
(6) PB L 161 van 14.6.2006, blz. 12.
(7) PB L 286 van 31.10.2009, blz. 1.
(8) Richtlijn 2003/87/EG, PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.
(9) Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).
(10) COM(2022) 108 final.
(11) https://echa.europa.eu/regulations/reach/legislation
(12) Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38).
(13) Verordening (EG) nr. 1013/2006van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(14) Overeenkomstig artikel 2, lid 8, punt a), van het protocol kan op grond van de REIO-clausule gezamenlijk op EU-niveau aan de verplichtingen met betrekking tot de productie worden voldaan, maar dat is momenteel niet het geval omdat de lidstaten geen overeenstemming hebben bereikt.
(15) SWD(2012) 364 final.
(16) https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12479-Review-of-EU-rules-on-fluorinated-greenhouse-gases/public-consultation_nl
(17) https://ec.europa.eu/clima/eu-action/fluorinated-greenhouse-gases/eu-legislation-control-f-gases_en#ecl-inpage-1474
(18) C(2020) 6637 final, C(2020) 6635 final, C(2020) 8842 final, C(2017) 5230 final, COM(2017) 377 final, COM/2016/0749 final, COM/2016/0748 final.
(19) https://joint-research-centre.ec.europa.eu/gem-e3/gem-e3-model_en
(20) https://www.eea.europa.eu/publications/fluorinated-greenhouse-gases-2020
(21) Meer informatie over doseerinhalatoren vindt u in de bijgevoegde effectbeoordeling.
(22) COM(2021) 851 definitief.
(23) PB C van , blz. .
(24) PB C van , blz. .
(25) PB L 282 van 19.10.2016, blz. 4 .
(26) Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 195).
(27) Speciaal verslag IPCC. Global warming of 1.5 C (augustus 2021).
(28) Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (PB L 243 van 9.7.2021, blz. 1).
(29) Besluit (EU) 2017/1541 van de Raad van 17 juli 2017 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de wijziging van Kigali van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 236 van 14.9.2017, blz. 1).
(30) Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38).
(31) Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).
(32) Verordening (EU) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013, PB C  van , blz. . [de volledige verwijzing zal worden ingevoegd zodra die verordening is vastgesteld].
(33) Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1). 
(34) Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (PB L 328 van 6.12.2008, blz. 28).
(35) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie ( PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1 ).
(36) Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).
(37) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(38) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
(39) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(40) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(41) Richtlijn 2006/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende emissies van klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 161 van 14.6.2006, blz. 12). 
(42) Richtlijn 2006/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende emissies van klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 161 van 14.6.2006, blz. 12).
(43) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
(44) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
(45) Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).
(46) Verordening (EG) nr. 515/97 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).
(47) In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(48) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een ambitieuzere klimaatdoelstelling voor Europa voor 2030: investeren in een klimaatneutrale toekomst voor ons allemaal (COM(2020) 562 final).
(49) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2018/842 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen (COM(2021) 555 final).
(50) Nadere bijzonderheden over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn te vinden op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(51)

   Vanaf 2026 wordt uitgegaan van jaarlijkse onderhoudskosten van 0,200 miljoen EUR om de koppeling te handhaven met de EU CSW-CERTEX/EU-éénloketomgeving voor de douane

(52) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(53) AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundigen bij delegaties).
(54) Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(55) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.