Bijlagen bij SEC(2010)1008 - Antwoord van de Commissie op hoofdstuk 6 van het jaarverslag 2009 externe steun, ontwikkeling en uitbreiding

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij een meer algemene mededeling over de integratie van alle horizontale vraagstukken (niet alleen het milieu), die eind 2008 had moeten worden goedgekeurd. Deze aanpak werd voorgesteld om het aantal mededelingen van de Commissie te verminderen. De nieuwe aanpak werd echter verlaten, omdat het moeilijk bleek verschillende integratievraagstukken in één document samen te brengen, en omdat een meer gerichte aanpak van de milieuproblematiek wenselijk was. In september 2009 vond een bijeenkomst met de lidstaten (en het maatschappelijk middenveld) plaats om samen een begin te maken met de formulering van de nieuwe strategie.

6.72. Essentiële kwantitatieve indicatoren voor de reeds bestaande strategie voor milieu-integratie zijn – overeenkomstig het verzoek van de Rekenkamer – ingevoerd en worden al sinds 2006 aan monitoring onderworpen. Deze indicatoren hebben betrekking op de toepassing van instrumenten zoals milieuprofielen bij het opstellen van land- en regiostrategieën en milieueffectbeoordelingen voor programma’s en projecten, op het aantal aangeboden opleidingen en op het aantal opgeleide personeelsleden. De kwantitatieve indicatoren voor het beoordelen van de integratie van het milieu in de projectformulering zijn vastgesteld en toegepast bij een eerste experimentele evaluatie achteraf in 2009.

6.73. Gezien het nulgroeibeleid van de Commissie voor haar personeelsbezetting en zoals de Rekenkamer ook heeft erkend, heeft EuropeAid voorrang gegeven aan versterking van de vaardigheden van niet-gespecialiseerd personeel boven de uitvoering van een specifieke evaluatie van de interne capaciteit. EuropeAid heeft tijdens de referentieperiode consequent deze aanpak gevolgd.

6.74. De evaluatie achteraf (een proefproject) was onderdeel van het streven naar voortdurende verbetering in de fase van de projectformulering.

6.75. Voor alle operationele personeelsleden van EuropeAid die op het hoofdkantoor werkzaam zijn of naar een delegatie zullen worden uitgezonden, is opleiding inzake integratie van milieuaangelegenheden nu verplicht. Met meer dan 400 deelnemers behoorde deze opleiding in 2009 tot de best bezochte cursussen. Sinds 2005 is een uitgebreid programma van opleidingsseminars uitgevoerd, met zo’n 50 regionale seminars in de samenwerkingslanden en een groter aantal op het hoofdkantoor.

6.76. Voor 2011 is een evaluatie gepland van de integratie van het milieu in de ontwikkelingssamenwerking. Een centrale gegevensbank van afzonderlijke projectevaluaties is momenteel in ontwikkeling en zal in 2011 in gebruik worden genomen. In het kader van de resultaatgerichte monitoring (ROM) zijn in 2005 en 2009 voor Latijns-Amerika beoordelingsrapporten inzake milieuprojecten opgesteld. Bij de evaluatie van de ontwikkelingssamenwerking van de EG per land zijn als onderdeel van de horizontale vraagstukken ook milieuaspecten aan de orde gekomen.

6.77. EuropeAid heeft zijn capaciteit voor de identificatie en tracering van uitgaven voor milieuprojecten vergroot, maar het blijft moeilijk om de exacte bedragen te berekenen die voor milieudoelstellingen zijn uitgetrokken binnen het kader van maatregelen die voornamelijk op andere beleidsdoelen zijn gericht. Besprekingen met OESO/DAC zijn gaande om te bepalen hoe kwalitatieve gegevens op basis van Rio-indicatoren het best in financiële gegevens kunnen worden omgezet.

6.78. De kwaliteit van de landenmilieuprofielen en hun invloed op de landenstrategiedocumenten zijn inderdaad wisselend. Enkele landenmilieuprofielen worden echter geactualiseerd aan de hand van de richtsnoeren voor milieu-integratie, om klimaatveranderingsproblemen beter te kunnen aanpakken. De richtsnoeren voor de tussentijdse evaluatie hebben er bovendien toe geleid dat in de landenstrategiedocumenten meer plaats is ingeruimd voor vraagstukken op het gebied van milieu en klimaatverandering, met name in de landen die onder het instrument voor ontwikkelingssamenwerking vallen.

6.79. In 2011 zullen nieuwe richtsnoeren voor begrotingssteun worden gepubliceerd, met nieuwe regels voor horizontale vraagstukken. Ondanks de opneming van specifieke milieu-indicatoren in die maatregelen vindt de beleidsdialoog over milieuzaken echter in vele landen plaats in het kader van de gezamenlijke donorkaders die het vervolg op algemene begrotingssteun vormen. Willen strategische milieueffectbeoordelingen succesvol zijn, dan moet de lokale context in aanmerking worden genomen, alsook de inzet van de partnerlanden. Dergelijke beoordelingen kunnen dan ook niet worden opgedrongen.

6.81. EuropeAid heeft informatienota’s en richtsnoeren opgesteld waarin, naast andere aspecten, wordt verwezen naar het ondersteunen van het beheer van natuurlijke hulpbronnen op gemeenschapsbasis. In het kader van een aantal EG-programma’s zijn lokale initiatieven voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen gestimuleerd. In het thematisch programma voor het milieu en het duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met inbegrip van energie wordt specifiek verwezen naar samenwerking met plaatselijke gemeenschappen. In de oproepen tot het indienen van voorstellen werd daarom gevraagd om conceptnota’s die rekening houden met de eerbiediging van de rechten op de grond van plaatselijke gemeenschappen en inheemse bevolkingsgroepen in de context van governance in de bosbouw.

6.84. EuropeAid heeft informatienota’s ontwikkeld inzake de bevordering van duurzame ontwikkeling, waarin de nadruk wordt gelegd op een aanpak op gemeenschapsbasis. In het thematisch programma voor het milieu wordt bovendien specifiek verwezen naar samenwerking met plaatselijke gemeenschappen. In de oproepen tot het indienen van voorstellen werd daarom onder meer gevraagd om conceptnota’s die rekening houden met de eerbiediging van de rechten op de grond van plaatselijke gemeenschappen en inheemse bevolkingsgroepen in de context van governance in de bosbouw.

6.85. De studie van de Commissie inzake sectorbrede benaderingen op het gebied van milieu en natuurlijke hulpbronnen is nu voltooid in samenwerking met een aantal EU-ontwikkelingsagentschappen en enkele sectorale beleidsondersteuningsprogramma’s zijn momenteel in de maak. Dit is duidelijk een nieuwe ontwikkeling. Het opzetten van EU-trustfondsen kan mogelijk worden gemaakt door het voorstel voor een herziening van het financieel reglement. Er zijn transferovereenkomsten tot stand gebracht om bijdragen van EU-lidstaten aan het door de Commissie beheerde wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering (Global Climate Change Alliance, GCCA) mogelijk te maken. In het kader van innovatieve financieringsmechanismen op milieugebied worden tevens publiek-private partnerschappen en mengvormen van leningen en subsidies opgezet.

6.86. De Commissie is bij de uitvoering van haar milieustrategie gebruik blijven maken van de deskundigheid van lidstaten en particuliere ondernemingen.

6.87. De Commissie is verheugd over de erkenning dat aanzienlijke vooruitgang is geboekt ten aanzien van de integratie van milieukwesties in de externe hulp van de Commissie. De evaluatie achteraf (een proefproject) was onderdeel van het streven naar voortdurende verbetering. Onderdeel van dit proces was de herziening van de procedures voor intercollegiale toetsing (kwaliteitsondersteuningsgroep), waarbij duidelijker indicaties werden gegeven voor de aanpak van milieuaspecten bij het opstellen van projectvoorstellen.

6.88. De Commissie en de EU-lidstaten werken samen aan een eerste ontwerp voor een milieustrategie, dat begin 2011 moet worden gepresenteerd en in de tweede helft van 2011 goedgekeurd.

De Commissie is voornemens verder te werken aan indicatoren om de doeltreffendheid van de nieuwe milieustrategie te meten en de integratie van milieuzaken in de activiteiten te beoordelen. Voor 2011 is een algemene evaluatie gepland van de integratie van het milieu in de ontwikkelingssamenwerking. Als de resultaten van de evaluatie tijdig beschikbaar zijn, zullen zij worden benut voor het ontwerp van de nieuwe EU-strategie. Voor 2011 zijn voorts nieuwe richtsnoeren voor begrotingssteun gepland, die nieuwe regels voor horizontale vraagstukken bevatten. Bij de uitvoering van deze werkzaamheden zal de Commissie blijven streven naar nauwe coördinatie en harmonisatie met de lidstaten van de EU ter ondersteuning van de agenda voor de doeltreffendheid van de hulp.


NL NL