Bijlagen bij COM(2014)545 - Richtsnoeren voor de analyse van het evenwicht tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden volgens artikel 22 van Verordening 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 508/2014.

[7]Artikel 34, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 508/2014.

[8] Deze richtsnoeren zijn gebaseerd op het advies van het WTECV (SGBRE 10-01, EWG 10-11 en PLEN 10-03), met inbegrip van de opmerkingen van vier lidstaten, en  op de ervaring uit 2013 waarover verslag wordt uitgebracht in STECF EWG 13-28.

[9] Zie Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid, PB L 60 van 5.3.2008.

[10] De ervaring leert dat de intrinsieke kapitaalwaarde vaak niet beschikbaar of niet betrouwbaar is. Nettowinst zou rendement op investeringen (of rendement op de vaste materiële activa) in dergelijke gevallen kunnen vervangen.

[11] Wanneer de waarden niet beschikbaar zijn, kunnen hoeveelheden worden gebruikt, maar de lidstaten moeten aangeven of soorten een hoge of lage waarde hebben.

[12] In gevallen waarin meer dan 60 % van de vangstwaarde afkomstig is van bestanden waarvoor geen F- en Fmsy-waarden beschikbaar zijn, wordt de indicator ook geacht niet beschikbaar te zijn.

[13] Planningsgroep inzake economische vraagstukken (PGECON), 16-19 april 2012, Salerno (Italië)