Bijlagen bij COM(2015)513 - Nota van wijziging nr. 2 ontwerp-begroting 2016: actualisering geraamde behoeften voor landbouw- en visserijuitgaven - Aanpak vluchtelingencrisis ikv Europese migratieagenda

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bijgevoegd.

INHOUDSOPGAVE

1    Inleiding    

2    Landbouw en visserij    

2.1    Voornaamste voorgestelde veranderingen    

2.2    Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)    

2.3    Overige landbouwuitgaven buiten het ELGF    

2.4    Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij    

2.5    Wijzigingen in de nomenclatuur en in de toelichting bij de begroting    

3    Onmiddellijke maatregelen voor de aanpak van de vluchtelingencrisis in het kader van de Europese migratieagenda    

3.1    Inleiding    

3.2    Rubriek 3: Veiligheid en burgerschap    

3.3    Rubriek 4: Europa als wereldspeler    

3.4    Rubriek 5: Administratie    

4    Financiering van vergoedingen die aan het EIF verschuldigd zijn in verband met het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)    

5    Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)    

6    Veiligheid van levensmiddelen en diervoeders    

6    Overzichtstabel per rubriek van het meerjarig financieel kader    


1Inleiding

Deze nota van wijzigingen nr. 2 (NvW2) bij de ontwerpbegroting voor 2016 heeft betrekking op:

de actualisering van de geraamde behoeften, bestemmingsontvangsten en kredieten voor de landbouwuitgaven. In NvW 2/2016 wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met de impact van de besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van de OB 2016 in mei 2015, alsmede met andere voorstellen die naar verwachting tijdens het begrotingsjaar een aanzienlijk effect zullen sorteren. De extra bestemmingsontvangsten voor het ELGF in aanmerking genomen, is het nettoresultaat voor rubriek 2 een vermindering van zowel vastleggings- als betalingskredieten met 477,3 miljoen EUR;

een actualisering van de situatie betreffende de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij, om rekening te houden met de meest recente ramingen, op basis waarvan de uitgaven zowel wat de vastleggings- als de betalingskredieten betreft 11 miljoen EUR minder bedragen dan de oorspronkelijk raming;

de noodzakelijke verhogingen voor onmiddellijke maatregelen voor de aanpak van de vluchtelingencrisis in het kader van de Europese migratieagenda, voortbouwend op de maatregelen voorgesteld in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2015, als volgt:

oRubriek 3: Veiligheid en burgerschap. Versterking van de noodhulp ten gunste van de meest blootgestelde lidstaten, uitbreiding van de capaciteit van de drie frontlijnagentschappen en integratie van de twee in september 2015 vastgestelde hervestigingsbesluiten en de verdere verhoging van de financiële middelen van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) en het Fonds voor interne veiligheid (ISF). Alles bijeengenomen, vereisen de voor 2016 voorgestelde maatregelen een verhoging van de vastleggingskredieten met 1 380 miljoen EUR en van de betalingskredieten met 778,8 miljoen EUR. De Commissie stelt bijgevolg voor om voor rubriek 3 1 504,0 miljoen EUR uit het flexibiliteitsinstrument ter beschikking te stellen. Dit bedrag omvat 124,0 miljoen EUR die de Commissie eerder al uit het flexibiliteitsinstrument had voorgesteld samen met de oorspronkelijke ontwerpbegroting 2016. dat voorstel wordt nu ingetrokken en vervangen door de nieuwe ontwerphandeling die deze nota van wijzigingen vergezelt.

oRubriek 4: Europa als wereldspeler Verhoging van de middelen voor humanitaire hulp met 150 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 405 miljoen EUR aan betalingskredieten, en een verhoging van de betalingskredieten voor het Europees nabuurschapsinstrument met 210 miljoen EUR.

oRubriek 5: Administratie Verhoging met 23,9 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten voor de betaling van salarissen en missies;

een verhoging met 5 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten ter dekking van de vergoedingsverplichtingen ten aanzien van het Europees Investeringsfonds (EIF) voor de implementatie van de nieuwe producten ten behoeve van kleine en middelgrote onderneming (mkb) in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI);

een begrotingsneutrale wijziging van de structuur van de personeelsformatie van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER);

een vermindering van de betalingskredieten voor het programma Levensmiddelen en diervoeders met 20,0 miljoen EUR.

Het budgettaire netto-effect van deze verschuivingen binnen de verschillende rubrieken is een verhoging van de vastleggingskredieten met 1 070,6 miljoen EUR en van de betalingskredieten met 914,5 miljoen euro.

2Landbouw en visserij

2.1Voornaamste voorgestelde veranderingen

De Commissie stelt in deze nota van wijzigingen bij de OB 2016 voor om 660,7 miljoen EUR meer uit te trekken voor landbouwuitgaven. Deze verhoging is hoofdzakelijk nodig om de financiële gevolgen op te vangen van de tijdelijke steunmaatregelen na de verlenging van het Russische embargo op de invoer van bepaalde landbouwproducten uit de EU, alsook van een aantal aanvullende maatregelen ter ondersteuning van sectoren, in het bijzonder zuivel en varkensvlees, die met marktproblemen kampen. Wanneer het effect van deze buitengewone maatregelen, dat bijna 700 miljoen EUR beloopt (zie tabel hieronder) buiten beschouwing wordt gelaten, liggen de geactualiseerde ramingen van de ELGF-uitgaven 37 miljoen EUR lager dan de OB 2016.

Tijdelijke steunmaatregelen die sinds OB 2016 zijn aangenomen en die op dit moment door de Commissie worden voorbereid

BegrotingsonderdeelMaatregelBedrag
(miljoen EUR)
Reeds genomen maatregelen (197,3 miljoen EUR), waarvan
05 02 08 03
05 02 08 99
Verlenging van tijdelijke buitengewone maatregelen ter ondersteuning van producenten van bepaalde soorten groenten en fruit (Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1369 van de Commissie)191,0
05 02 12 02Particuliere opslag en openbare interventie voor mageremelkpoeder (Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1548 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1549 van de Commissie)2,3
05 02 12 04Particuliere opslag en openbare interventie voor boter (Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1548 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1549 van de Commissie)4,0
Maatregelen in voorbereiding (500,7 miljoen EUR), waarvan
05 02 12 02Verlenging van particuliere opslag van mageremelkpoeder (Uitvoeringsverordening (EU) 2015/xx van de Commissie momenteel in voorbereiding)11,7
05 02 12 09Verdeling van zuivelproducten als dringende respons op humanitaire crises (door de Commissie rechtstreeks uitvoerbaar krachtens Verordening (EG) nr. 1257/96)30,0
05 02 12 99Tijdelijke buitengewone steunregeling voor de particuliere opslag van bepaalde kaassoorten (Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/xx van de Commissie momenteel in voorbereiding)10,0
05 02 12 99Tijdelijke buitengewone steun voor melkproducenten in de vorm van nationale enveloppes (Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/xx van de Commissie momenteel in voorbereiding)420,0
05 02 15Particuliere opslag van varkensvlees (open wanneer de marktprijsontwikkeling de maatregel rechtvaardigt )29,0
Totaal van alle aanvullende noodmaatregelen opgenomen in NvW 2/2016 ten opzichte van OB 2016698,0

Sommige van deze maatregelen kunnen ook gevolgen hebben voor de uitgaven in 2017, afhankelijk van de definitieve voorwaarden en het tijdstip van de aangifte die de lidstaten onder gedeeld beheer van het ELGF bij de Commissie moeten indienen. De tabel hierboven is exclusief 30 miljoen EUR extra voor de volgende oproep tot het indienen van voorstellen, die is gepland voor begin 2016, om meer promotie te maken voor de afzet van zuivelproducten en varkensvlees in derde landen, aangezien de financiële gevolgen daarvan maar vanaf 2017 voelbaar zullen zijn.

Deze aanvullende tijdelijke maatregelen ten belope van 698,0 miljoen EUR vallen voor het merendeel onder het ELGF (668,0 miljoen EUR), met uitzondering van de verdeling van zuivelproducten als dringende respons op humanitaire crises (30 miljoen EUR).

Voor landbouwuitgaven die op grond van het ELGF worden gefinancierd, worden in NvW 2/2016 42 360,3 miljoen EUR aan kredieten in de begroting opgenomen, wat minder is dan het nettosaldo dat voor 2016 beschikbaar is voor ELGF-uitgaven (43 949,3 miljoen EUR) 4 . Niettegenstaande de behoeften voor het ELGF met 630,7 miljoen EUR zijn toegenomen, dalen de ELGF-kredieten ten opzichte van de OB 2016, aangezien de toename meer dan gecompenseerd wordt door de extra bestemmingsontvangsten voor het ELGF (+ 1 138,0 miljoen EUR).

In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de impact van NvW 2/2016 op rubriek 2 als geheel:

(miljoen EUR, afgeronde cijfers in lopende prijzen)

Ontwerpbegroting 2016 (1)Nota van wijzigingen
2/2016
Ontwerpbegroting 2016 
(incl. NvW 2/2016)
VastleggingenBetalingenVastleggingenBetalingenVastleggingenBetalingen
Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)42 867,642 859,3-507,3-507,342 360,342 352,0
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)18 676,311 866,418 676,311 866,4
Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB's) en partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV's), waarvan:1 047,0720,6-11,0-11,01 036,0709,6
Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV's) — Begrotingsonderdeel (11 03 01)51,151,1-0,4-0,450,750,7
Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV's) — Reserve (40 02 41)93,993,9-10,6-10,683,383,3
Milieu- en klimaatmaatregelen (Life)462,8355,3462,8353,3
Acties die worden gefinancierd op grond van de prerogatieven en specifieke bevoegdheden van de Commissie0,30,80,30,8
Proefprojecten en voorbereidende actiesp.m.13,1p.m.13,1
Gedecentraliseerde organen50,350,350,350,3
Overige uitgaven van rubriek 20,00,030,030,030,030,0
Totaal63 104,455 865,9-488,3-488,362 616,155 377,6
Maximum64 262,064 262,0
Marge1 157,6+488,31 645,9
waarvan ELGF42 867,642 859,3-507,3-507,342 360,342 352,0
ELGF-submaximum (na technische aanpassing van het MFK 2014-2020) (2)43 950,043 950,0
Nettosaldo dat voor de uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (3)43 949,343 949,3
ELGF-marge1 081,7+507,31 588,9
(1) Ontwerpbegroting 2016 is inclusief NvW 1/2016.

(2) De desbetreffende bedragen worden afgerond in miljoen euro.

(3) Voor de uitgaven uit het ELGF beschikbare nettosaldo zoals vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 367/2014 van de Commissie, laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/141 van de Commissie. De submarge voor het ELGF wordt berekend ten opzichte van deze bedragen.


De totale kredieten die in 2016 worden gevraagd voor rubriek 2, worden geraamd op 62 616,1 miljoen EUR. Hierna blijft een marge over van 1 645,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten onder het overeenkomstige MFK-maximum. De in deze nota van wijzigingen voorgestelde wijzigingen t.o.v. OB 2016 vermeerderen de marge met 488,3 miljoen EUR, waarvan 477,3 miljoen EUR van titel 05 (Landbouw) en 11 miljoen EUR van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) in titel 11 (Maritieme zaken en visserij). De betalingskredieten in NvW 2/2016 worden met hetzelfde bedrag als de vastleggingskredieten herzien.


2.2Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

2.2.1Overzicht

NvW 2/2016 beoogt de raming van de landbouwuitgaven te baseren op de meest actuele economische gegevens en de meest actuele stand van de regelgeving. Uiterlijk in september beschikt de Commissie over een eerste indicatie omtrent de omvang van de productie in 2015 en de vooruitzichten voor de landbouwmarkten, en daarmee over de basisinformatie die nodig is om een bijgewerkte raming van de budgettaire behoeften in 2016 te maken. Behalve met marktfactoren, houdt deze NvW 2/2016 ook rekening met de impact van reeds vastgestelde of in de maak zijnde besluiten in de landbouwsector, genomen sinds de opstelling van de OB 2016 eind mei 2015. Het betreft hier met name een reeks gedelegeerde en uitvoeringshandelingen van de Commissie inzake tijdelijke ondersteunende maatregelen in verband met de verlenging van het Russische embargo op de invoer van bepaalde landbouwproducten uit de EU, voor de sectoren groenten en fruit en zuivelproducten, alsmede voor de aanpak van de problemen op de markten, vooral in de sectoren zuivel en varkensvlees.

De totale behoeften voor het ELGF in 2016 (de ELGF-bepalingen inzake "financiële discipline" in aanmerking genomen) worden thans geraamd op 45 200,3 miljoen EUR, tegenover 44 569,6 miljoen EUR in OB 2016 (+ 630,7 miljoen EUR). Deze stijging is hoofdzakelijk het gevolg van de tijdelijke steunmaatregelen gebudgetteerd in hoofdstuk 05 02 Verbetering van het concurrentievermogen van de landbouwsector door interventies op de landbouwmarkten, voor een bedrag van 668,0 miljoen EUR in totaal. Er zijn echter kleine verlagingen voor mainstreammarktmaatregelen (- 10,0 miljoen EUR), zoals voor hoofdstuk 05 03 Rechtstreekse betalingen om bij te dragen tot de landbouwinkomens, de variabiliteit daarvan te beperken en aan milieu- en klimaatdoelstellingen te voldoen (- 12,6 miljoen EUR), en hoofdstuk 05 07 Audit van de uitgaven die worden gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) (- 15 miljoen EUR), die ook zijn opgenomen in nota van wijzigingen 2/2016.

De bestemmingsontvangsten waarover naar verwachting in 2016 kan worden beschikt, stijgen van 1 702 miljoen EUR in OB 2016 tot 2 840 miljoen EUR (+ 1 138 miljoen EUR). Deze stijging is het gevolg van de hogere opbrengsten van de superheffing voor melk (+ 369 miljoen EUR), op basis van de mededelingen door de lidstaten inzake de overschrijding van de referentiehoeveelheden van het laatste melkquotumjaar 2014/15 en van bijgewerkte ramingen voor bedragen die voortvloeien uit besluiten tot goedkeuring van de rekeningen (+ 25 miljoen EUR) en onregelmatigheden (- 6 miljoen EUR). Voorts is in NvW 2/2016 een verwachte overdracht van bestemmingsontvangsten van 2015 naar 2016 opgenomen (+ 750 miljoen EUR). Dit was niet in OB 2016 opgenomen omdat het te vroeg op het jaar was om een gefundeerde raming van de uitvoering van het ELGF in 2015 te maken. Tevens, aangezien de crisisreserve voor landbouw (433 miljoen EUR) niet zal worden aangesproken in 2015, zullen de ongebruikte kredieten worden overgedragen voor betalingen aan producenten, met inachtneming van de financiële discipline, in 2016.

Als gevolg van deze updates is 42 360,3 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, waaronder 441,6 miljoen EUR voor de reserve voor crisissituaties in de landbouwsector, nodig om de ELGF-behoeften voor 2016 te dekken. Net zoals bij OB 2016 het geval was, blijft dit totaalbedrag onder het netto-submaximum voor het ELGF van 43 949,3 miljoen EUR. Dit betekent dat het mechanisme voor financiële discipline uitsluitend zal worden toegepast om de crisisreserve voor de landbouw voor 2016 vast te stellen 5 .

2.2.2Gedetailleerde toelichting

05 02 — Verbetering van het concurrentievermogen van de landbouwsector door interventies op de landbouwmarkten (kredieten + 458,3 miljoen EUR)

(miljoen EUR, afgeronde cijfers in lopende prijzen)
Interventies op de landbouwmarktenOntwerpbegroting 2016Nota van wijzigingen
2/2016
Ontwerpbegroting 2016
(incl. NvW 2/2016)
Behoeften2 614,7+658,33 273,0
-geraamde in 2016 beschikbare bestemmingsontvangsten400,0+200,0600,0
Gevraagde kredieten2 214,7+ 458,32 673,0

De totale behoeften voor interventiemaatregelen op de landbouwmarkten nemen toe met 658,3 miljoen EUR in vergelijking met de OB 2016. Aangezien de bestemmingsontvangsten die naar verwachting beschikbaar zullen zijn voor hoofdstuk 05 02 (600,0 miljoen EUR) in vergelijking met OB 2016 200 miljoen EUR hoger liggen, bedragen de extra kredieten die in NvW 2/2016 worden gevraagd 458,3 miljoen EUR.

De voornaamste wijzigingen worden hieronder uiteengezet.

Voor groenten en fruit liggen de geraamde behoeften voor actiefondsen van de producentenorganisaties (begrotingspost 05 02 08 03) hoger (+ 111,0 miljoen EUR) dan het bedrag waarvan was uitgegaan voor de OB 2016. Slechts een beperkt deel daarvan (-2,7 miljoen EUR) is het gevolg van een herbeoordeling van het daadwerkelijke gebruik van de maatregelen en lichtjes herziene cijfers voor de nationale plannen en de geraamde financiële impact die kan ontstaan indien de Unie uit haar begroting een deel vergoedt van de nationale financiële steun die sommige lidstaten verlenen 6 . Het grootste verschil (+ 113,7 miljoen EUR) is terug te voeren op de financiële impact van de verlenging van de tijdelijke crisismaatregelen (uit de markt nemen voor gratis verstrekking of voor andere bestemmingen, groen oogsten en niet oogsten, en versterkte afzetbevorderingsmaatregelen van groenten en fruit) die producentenorganisaties naast hun gebruikelijke plannen ten uitvoer leggen 7 . Geraamd wordt dat een extra bedrag van 77,3 miljoen EUR nodig zal zijn voor dezelfde crisismaatregelen, maar ditmaal uitgevoerd door producenten die niet bij een erkende producentengroepering zijn aangesloten; dit extra bedrag zal worden gefinancierd uit begrotingspost 05 02 08 99 (Overige maatregelen (groenten en fruit)). De totale financiële impact van de verlenging wordt geraamd op 191 miljoen EUR. Voorts wordt in NvW 2/2016 een beperkte neerwaartse herziening voorgesteld (-10 miljoen EUR) voor steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen (begrotingspost 05 02 08 11) op basis van de meest recente informatie over de uitvoering tot nu toe in 2015.

Er wordt voorgesteld de kredieten voor de wijnsector van begrotingspost 05 02 09 08 voor de financiering van de nationale steunprogramma’s met 8 miljoen EUR te verminderen en anderzijds de kredieten voor afzetbevorderingsmaatregelen ten bate van landbouwproducten van begrotingspost 05 02 10 01 met 6 miljoen EUR te verhogen overeenkomstig de meest recente cijfers voor de uitvoering van beide maatregelen. Voor afzetbevorderingsmaatregelen was in OB 2016 reeds een bedrag van 13,5 miljoen EUR opgenomen, rekening houdende met de geraamde financiële impact in 2016 van een specifieke oproep tot het indienen van voorstellen die de Commissie al in 2015 heeft gedaan om de export na de afsluiting van de Russische markt naar andere bestemmingen te kanaliseren. Verdere versterking van afzetbevorderingsactiviteiten in andere derde landen wordt voorzien, met name in het licht van de huidige situatie op de markt voor zuivelproducten en varkensvlees, maar de financiële impact van 30 miljoen EUR extra voor de volgende oproep tot het indienen van voorstellen die voor begin 2016 gepland is, zal ten laste zijn van de begroting 2017 op zijn vroegst (vergoeding van de werkelijk door de lidstaten gedragen kosten na uitvoering van de verschillende projecten).

Voor overige plantaardige producten/overige maatregelen (begrotingsartikel 05 02 11) worden in NvW 2/2016 de ramingen voor het gebruik van de maxima voor de POSEI-gebieden 8 geactualiseerd, met een geringe verhoging van de kredieten (+ 1,0 miljoen EUR) voor marktondersteunende maatregelen die worden gefinancierd uit begrotingspost 05 02 11 04 als resultaat.

De grootste wijziging die in nota van wijzigingen 2/2016 voor landbouwmaatregelen wordt voorgesteld, betreft de sector melk en zuivelproducten (begrotingsartikel 05 02 12) waar een verhoging met 478 miljoen EUR wordt gevraagd, waarvan 30 miljoen EUR voor de distributie van zuivelproducten van de EU in het kader van humanitaire hulp van de EU aan derde landen (zie punt 2.3 hieronder). De extra behoeften betreffen geheel aanvullende buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de sector, die samen met de sector groenten en fruit en de sector varkensvlees het zwaarst getroffen is door het Russische embargo op invoer uit de EU. Bovendien staan door een sterke toename van de productie in de EU tijdens de eerste maanden na het einde van de melkquotaregeling (eind maart 2015) en de geringere vraag op de internationale markten, de producentenprijzen in de EU momenteel sterk onder druk. Een deel van de extra kredieten (+ 28 miljoen EUR) is voor de voortzetting en uitbreiding van opslagmaatregelen, waarvan + 14 miljoen EUR voor mageremelkpoeder op begrotingspost 05 02 12 02, + 4 miljoen EUR voor boter op post 05 02 12 04 en + 10 miljoen EUR voor kaas op begrotingspost 05 02 12 99. Het grootste bedrag (+ 420 miljoen EUR) wordt voorgesteld voor het verstrekken van tijdelijke buitengewone steun in de vorm van eenmalige financiële enveloppes, waarvoor de lidstaten aanzienlijke flexibiliteit zullen genieten om de steun te concentreren op producenten die het hardst worden getroffen 9 .

De Commissie stelt voor de kredieten voor begrotingsartikel 05 02 15 met 33 miljoen EUR te verhogen (varkensvlees, eieren en pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten). Een bescheiden bedrag van 1 miljoen EUR gaat naar de bijenteelt (begrotingspost 05 02 15 06) ter weerspiegeling van de verdere verbetering van de implementatie van de nationale programma’s. Voorts is 3 miljoen EUR nodig voor begrotingspost 05 02 15 02 ter dekking van resterende betalingen voor de steunregeling voor de particuliere opslag van varkensvlees die gedurende meerdere weken in het voorjaar van 2015 werd geopend 10 . Bij NvW 2/2016 wordt nog eens 29 miljoen EUR voorgesteld voor de particuliere opslag van varkensvlees voor het geval dat ontwikkelingen van de marktprijs de opening van een nieuwe regeling zouden vereisen.

05 03 — Rechtstreekse betalingen om bij te dragen tot de landbouwinkomens, de variabiliteit daarvan te beperken en aan milieu- en klimaatdoelstellingen te voldoen (kredieten - 950,6 miljoen EUR)

(miljoen EUR, afgeronde cijfers in lopende prijzen)
Rechtstreekse betalingenOntwerpbegroting 2016Nota van wijzigingen
2/2016
Ontwerpbegroting 2016
(incl. NvW 2/2016)
Na toepassing van de financiële discipline (incl. kredieten voor de "Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector")
Behoeften41 838,3-12,641 825,7
- Naar raming in 2016 beschikbare bestemmingsontvangsten
1 302,0+938,02 240,0
Gevraagde kredieten40 536,3-950,639 585,7

In vergelijking met de OB 2016 worden de voor hoofdstuk 05 03 gevraagde kredieten met 950,6 miljoen EUR naar beneden bijgesteld. Deze herziening is voornamelijk het gevolg van de hogere bestemmingsontvangsten voor post 05 03 01 10 basisbetalingsregeling (BBS), waarvan de geraamde behoeften ten opzichte van de OB 2016 gelijk zijn gebleven. De beperkte vermindering van de behoeften (- 12,6 miljoen EUR) is het nettoresultaat van enkele kleinere veranderingen voor diverse andere begrotingsposten als gevolg van geactualiseerde ramingen: - 18,0 miljoen EUR voor post 05 03 01 01 Bedrijfstoeslagregeling, + 1,0 miljoen EUR voor post 05 03 01 02 Regeling inzake een enkele areaalbetaling, + 6,0 miljoen EUR voor post 05 03 02 40 Gewasspecifieke betaling voor katoen, - 1,0 miljoen EUR voor post 05 03 02 60 Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun en - 0,6 miljoen EUR voor post 05 03 02 99 Andere (rechtstreekse betalingen).

05 07 Audit van uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde landbouwuitgaven (kredieten – 15,0 miljoen EUR)

(miljoen EUR, afgeronde cijfers in lopende prijzen)
Audit van de landbouwuitgavenOntwerpbegroting 2016Nota van wijzigingen
2/2016
Ontwerpbegroting 2016
(incl. NvW 2/2016)
05 07 01 06 — Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren35,0-15,020,0
Totaal35,0-15,020,0

De kredieten voor begrotingspost 05 07 01 06 Financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring kunnen met 15,0 miljoen EUR worden verminderd als gevolg van aan de hand van de voorlopige uitvoering in 2015 geactualiseerde budgettaire ramingen.

2.3Overige landbouwuitgaven buiten het ELGF

In het kader van de dringende maatregelen om het marktevenwicht in de zuivelsector in de EU te herstellen, zal een bedrag van 30 miljoen EUR worden besteed aan de verdeling van zuivelproducten van oorsprong uit de EU als onderdeel van de humanitaire hulp van de EU aan derde landen. Deze eenmalige buitengewone maatregel zal worden uitgevoerd in samenwerking met internationale organisaties die actief zijn op het gebied van humanitaire hulp. De financiering zal verlopen vanaf een voorgestelde nieuwe begrotingspost 05 02 12 09 Verdeling van zuivelproducten als dringende respons op humanitaire crises, in titel 05, maar buiten het ELGF. De tenuitvoerlegging door de Commissie heeft Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp 11 als rechtsgrondslag.

2.4Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij

Zoals bepaald in punt C van bijlage II bij het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) 12 , heeft de Commissie de meest recente beschikbare gegevens met betrekking tot de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij onderzocht. In het licht van de laatst bekende situatie wat betreft de betaling van de financiële tegenprestatie voor de overeenkomsten die van kracht zijn en die waarover nog wordt onderhandeld, en rekening houdend met de geraamde bestemmingsontvangsten, stelt de Commissie voor om de vastleggings- en betalingskredieten voor begrotingsartikel 11 03 01 Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten met 0,4 miljoen EUR en voor reserveartikel 40 02 41 met 10,6 miljoen EUR te verminderen.

Aangezien de financiële tegenprestaties voor de meeste overeenkomsten over de gehele periode een stabiel patroon vertonen, is de Commissie voornemens 11,0 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten te herprogrammeren over de periode 2018-2020. Hierdoor zal een vlak profiel ontstaan in vergelijking met het dalend profiel waarvan in het MFK 2014-2020 was uitgegaan.

(miljoen EUR, afgeronde cijfers in lopende prijzen)

Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij
Ontwerpbegroting 2016Nota van wijzigingen
2/2016
Ontwerpbegroting 2016
(incl. NvW 2/2016)
VastleggingenBetalingenVastleggingenBetalingenVastleggingenBetalingen
Begrotingsonderdeel (11 03 01)51,151,1-0,4-0,450,750,7
Reserve (40 02 41)93,993,9-10,6-10,683,383,3
Totaal145,0145,0-11,0-11,0134,0134,0

2.5Wijzigingen in de nomenclatuur en in de toelichting bij de begroting

In de onderstaande tabel worden de wijzigingen in de nomenclatuur en in de toelichting bij een aantal hoofdstukken, artikelen en posten onder rubriek 2 samengevat:

RubriekToelichting
Uitgaven
05 02Interventies op de landbouwmarktenActualisering van de cijfers betreffende bestemmingsontvangsten
05 02 12 09Verdeling van zuivelproducten als dringende respons op humanitaire crisesToevoeging van een nieuwe post voor de financiering van een deel van de dringende maatregelen in de zuivelsector
05 03Rechtstreekse betalingen om bij te dragen tot de landbouwinkomens, de variabiliteit daarvan te beperken en aan milieu- en klimaatdoelstellingen te voldoenActualisering van de cijfers betreffende bestemmingsontvangsten
11 03 01Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserijVerandering in de toelichting: tabel
Ontvangsten
6 7 0 1Goedkeuring van de ELGF-rekeningen — BestemmingsontvangstenActualisering van de cijfers betreffende bestemmingsontvangsten
6 7 0 2Onregelmatigheden in het kader van het ELGF — BestemmingsontvangstenActualisering van de cijfers betreffende bestemmingsontvangsten
6 7 0 3Heffing voor melkproducenten — BestemmingsontvangstenActualisering van de cijfers betreffende bestemmingsontvangsten

3Onmiddellijke maatregelen voor de aanpak van de vluchtelingencrisis in het kader van de Europese migratieagenda

3.1Inleiding

De Commissie heeft op 23 september 2015 de mededeling "Aanpak van de vluchtelingencrisis: nu te nemen operationele, budgettaire en wetgevende maatregelen in het kader van de Europese migratieagenda" 13 aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad gericht. In deze mededeling stelde de Commissie een reeks prioritaire maatregelen voor, die binnen de komende zes maanden zouden moeten worden getroffen, met inbegrip van de aanpassingen die moeten worden aangebracht in de begroting voor 2015 en de ontwerpbegroting voor 2016.

De Commissie heeft op 30 september 2015 het ontwerp van gewijzigde begroting 7/2015 goedgekeurd 14 , dat onder meer de volgende aanpassingen van de begroting voor 2015 omvatte:

•Onder rubriek 3 Burgerschap en veiligheid: aanvullende noodhulp uit hoofde van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) en het Fonds voor interne veiligheid (ISF), voor een totaalbedrag van 100 miljoen EUR aan vastleggingskredieten; een verhoging van het aantal ambten in de personeelsformatie van Frontex (+ 60 ambten), EASO (+ 30) en Europol (+ 30) ter versterking van hun capaciteit op het terrein.

•In het kader van rubriek 4 „Europa als wereldspeler: aanvullende financiering voor het Europees nabuurschapsinstrument (300 miljoen EUR aan vastleggingskredieten), en een verhoging van de kredieten voor humanitaire hulp van 55,7 miljoen EUR via herschikking.

Parallel daaraan verzocht de Commissie om overschrijving (DEC 32/2015) van 175 miljoen EUR aan vastleggingskredieten uit de reserve voor noodhulp (EAR) om humanitaire hulp te verstrekken aan de landen die ontheemden opvangen die op de vlucht zijn voor het conflict in Syrië.

Deze nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting 2016 bouwt voort op en vormt een uitbreiding van de maatregelen die reeds zijn voorgesteld in het ontwerp van gewijzigde begroting 7/2015 met betrekking tot noodhulp en de agentschappen. Bovendien omvat zij de begrotingssteun voor 2016 in verband met de besluiten die zijn genomen over de hervestiging van 160 000 personen uit Italië en Griekenland. In de oorspronkelijke ontwerpbegroting waren al kredieten voor 40 000 van deze 160 000 personen opgenomen. Een aanvullende financiering van het AMIF en het ISF wordt voorgesteld, met het oog op versterking van de opvang- en asielstelsels van lidstaten die worden geconfronteerd met een nooit geziene instroom van migranten en een steile toename van de asielaanvragen.

Onder rubriek 4 stelt de Commissie meer steun voor humanitaire hulp en voor het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) voor. Tot slot, om de diensten van de Commissie in de frontlijn van de vluchtelingencrisis te versterken, verzoekt de Commissie om een verhoging van de administratieve kredieten onder de rubriek voor salarissen en missies.

3.2Rubriek 3: Veiligheid en burgerschap

De met deze nota van wijzigingen voor 2016 voorgestelde aanvullende maatregelen zijn als volgt:

1. Noodhulp: voortbouwend op het in OGB 7/2015 vervatte verzoek om aanvullende noodhulp voor 2015 (100 miljoen EUR), wordt voor 2016 een verdere versterking van het AMIF (60 miljoen EUR) en het ISF (34 miljoen EUR) voorgesteld. Het extra bedrag zou in de eerste plaats dienen om te voldoen aan de verzoeken die reeds zijn ontvangen en in de loop van het jaar worden verwacht. Het zou de Commissie in staat stellen met de lidstaten, onder andere Italië en Griekenland, op een gecoördineerde manier gestructureerde verzoeken te ontwikkelen om noodhulp te ontvangen voor het opzetten van de opvangteams voor migranten en de uitvoering van de hervestigingsregelingen, alsmede om de voortdurend toenemende instroom van migranten te beheersen.

Voor de extra noodhulp in 2015 en 2016 (respectievelijk 100 miljoen EUR en 94 miljoen EUR aan vastleggingskredieten) is in 2016 een voorfinanciering van 80% ofwel 155,2 miljoen EUR aan betalingskredieten vereist.

2. Agentschappen: de agentschappen van de EU die met migratie bezig zijn, moeten meer capaciteit krijgen, aangezien zij nu een veel actievere rol op het terrein krijgen dan oorspronkelijk was voorzien. De Commissie stelt daarom voor om de in OGB 7/2015 voorgestelde uitbreiding van het personeelsbestand van de drie belangrijkste EU-agentschappen (Frontex, EASO en Europol) te handhaven en de operationele capaciteit van Frontex op het gebied van terugkeer en samenwerking in de hotspotgebieden te versterken.

a. Personele middelen: in OGB 7/2015 was voorgesteld de personeelsformatie van de drie belangrijkste EU-agentschappen met 120 extra ambten uit te breiden, waarvan 60 voor Frontex, 30 voor EASO en 30 voor Europol. Er wordt voorgesteld de 120 extra posten in 2016 te handhaven, met financiering voor een heel jaar (12 maanden). Hiervoor is 15,6 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten nodig.

b. Operaties: voorgesteld wordt de operationele capaciteit van Frontex op het gebied van terugkeer en samenwerking in de hotspotgebieden s te versterken met 70 miljoen EUR, zowel voor vastleggings- als voor betalingskredieten:

I. Terugkeer: 50 miljoen EUR voor steun voor de terugkeer van nog eens 20 000 personen die niet voor internationale bescherming in aanmerking komen, en voor begeleidende maatregelen, zoals opleiding en capaciteitsopbouw, waarbij de nadruk wordt gelegd op de knelpunten, behoeften en andere relevante factoren voor een snellere en succesvolle terugkeer.

II.Hotspots: 20 miljoen EUR om de implementatie van het hotspotconcept te verbeteren, met name voor operationele activiteiten zoals: a) de plaatsing van mobiele kantoren in de hotspotgebieden en op de plaats van aankomst; b) het zorgen voor goede connectiviteit om digitale gegevens (vingerafdrukken) door te zenden; en c) de kosten voor logistiek en materieel voor de regionale taskforce ter versterking van de identificatiecapaciteit, teneinde het registratieproces voor pas aangekomen migranten te bespoedigen.

3. Herplaatsing: op 14 en 21 september 2015 heeft de Raad twee herplaatsingsbesluiten genomen, betreffende respectievelijk 40 000 en 120 000 personen. Om de integratie van de nieuwe regelingen in de nationale programma’s te bevorderen, stelt de Commissie voor de vastleggingskredieten voor het eerste en het tweede herplaatsingsbesluit op elkaar af te stemmen, zoals hierna uiteengezet:

a. Tweede herplaatsingspakket (120 000 personen): voor het besluit tot herplaatsing van 120 000 personen uit Italië en Griekenland is een totaalbedrag van 780 miljoen EUR nodig, bij deze nota van wijzigingen in de begroting op te nemen om de herplaatsings- en overbrengingskosten te financieren, als volgt:

I. Herplaatsing: ontvangende lidstaten hebben recht op een vast bedrag van 6 000 EUR per te herplaatsen persoon. De financiële impact bedraagt bijgevolg 720 miljoen EUR (120 000 x 6 000 EUR).

II.Overbrenging: Italië en Griekenland ontvangen een vast bedrag van 500 EUR per persoon ter dekking van de kosten voor de overbrenging. Hiervoor is 60 miljoen EUR nodig (120 000 x 500 EUR).

Een specifieke voorfinanciering van 50 % zal de ontvangende lidstaten de nodige liquiditeiten verschaffen om onmiddellijk met de overbrengingsacties te beginnen. In 2016 is dus 390 miljoen EUR aan betalingskredieten nodig.

b. Eerste herplaatsingspakket (40 000 personen): De afstemming van het eerste herplaatsingspakket met het tweede brengt met zich mee dat de vastleggingskredieten voor 2016 met 110 miljoen EUR en de betalingskredieten met EUR 9,9 miljoen EUR toenemen:

I. Oorspronkelijke voorstel (van mei): in het voorstel van de Commissie van 27 mei 2015 werd een vast bedrag van 6 000 EUR per te herplaatsen persoon voorgesteld. Vaste bedragen voor de overbrengingskosten van Italië en Griekenland waren echter oorspronkelijk niet gepland. De financiële impact van het voorstel van mei bedroeg 240 miljoen EUR (120 000 x 6 000 EUR). Toen werd voorzien de nodige vastleggingskredieten te spreiden over een periode van 24 maanden, waarvan 12 miljoen EUR in 2015, 150 miljoen EUR in 2016 en 78 miljoen EUR in 2017.


II.Afstemming: om de twee herplaatsingsregelingen op elkaar af te stemmen, zijn in 2016 110 miljoen EUR extra vastleggingskredieten nodig: de 90 miljoen EUR die oorspronkelijk niet voor 2016 waren gebudgetteerd en 20 miljoen EUR om Italië en Griekenland een vaste som van 500 EUR per persoon ter dekking van de overbrengingskosten te verlenen (40 000 x 500 EUR). De totale budgettaire impact inzake vastleggingen zou in 2016 260 miljoen EUR bedragen, waarvan 150 miljoen EUR reeds voorgesteld in de ontwerpbegroting.    

De betalingskredieten voor het eerste herplaatsingspakket zijn gebaseerd op de gewone voorfinancieringspercentages waarin de zogenaamde "horizontale" Verordening (EU) nr. 514/2014 houdende algemene bepalingen inzake het AMIF en het ISF 15 voorziet, te weten 5 % per jaar, vermeerderd met een initiële voorfinanciering van 4 %. De verhoging van de vastleggingskredieten (+ 110 miljoen EUR in 2016) vereist bijgevolg 9,9 miljoen EUR extra betalingskredieten.

4. Versterking van AMIF en ISF bovenop noodhulp: tot slot wordt een versterking van de financiële middelen van AMIF-Asiel (+ 190 miljoen EUR), AMIF-Terugkeer (+ 38 miljoen EUR) en ISF-Grenzen (+ 82,4 miljoen EUR) voorgesteld. Dit moet een versterking mogelijk maken van de opvang- en asielstelsels van lidstaten die worden geconfronteerd met een nooit geziene instroom van migranten en een sterke toename van het aantal asielaanvragen, en voorzien in dringende specifieke behoeften ten gevolge van uitzonderlijke migratiedruk die onmiddellijke actie aan de buitengrenzen vereist.

a. AMIF: de extra middelen voor AMIF zullen door de lidstaten ook gebruikt worden voor meer structurele maatregelen op middellange termijn op het gebied van opvang, huisvesting en asielstelsels, alsook om hun terugkeercapaciteit te vergroten.

b. ISF: de extra middelen voor het ISF zullen ook bijdragen tot de versterking van de eerste opvangactiviteiten, zoals identificatie, eerste medische hulp, aankoop van apparatuur in het kader van grenscontroles en vervoer van migranten in het kader van het screeningproces.

De verhoging van de vastleggingskredieten met 310,4 miljoen EUR vereist 138,1 miljoen EUR extra betalingskredieten voor 2016. Dit moet zorgen voor de nodige flexibiliteit wat de verlening van aanvullende financiering betreft, zodat eventuele noodsituaties in 2016 naar behoren kunnen worden opgevangen.

De voor 2016 voorgestelde maatregelen vereisen een verhoging van de vastleggingskredieten met 1 380 miljoen EUR en van de betalingskredieten met 778,8 miljoen EUR. De overeenkomstige verdeling per begrotingsonderdeel is weergegeven in de onderstaande tabel:

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
18 02 01 01Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken116 400 00079 868 000
18 02 03Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)77 800 00077 800 000
18 02 04Europese Politiedienst (Europol)3 900 0003 900 000
18 03 01 01Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten1 140 000 000596 450 000
18 03 01 02Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën38 000 00016 910 000
18 03 02Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO3 900 0003 900 000
Totaal    1 380 000 000778 828 000

Vanwege de grote druk waaraan het beleidsterrein migratie en binnenlandse zaken de afgelopen maanden is blootgesteld en de verwachte aanzienlijke behoeften in de nabije toekomst, zijn er geen mogelijkheden voor herschikking van middelen binnen deze rubriek. De Commissie stelt bijgevolg voor om 1 504,0 miljoen EUR uit het flexibiliteitsinstrument ter beschikking te stellen voor rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap), ter financiering van onmiddellijke maatregelen voor de aanpak van de vluchtelingencrisis in het kader van de Europese agenda voor migratie 2016. De terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument wordt voorgesteld in een afzonderlijke handeling, die de voorgestelde terbeschikkingstelling van het flexibiliteitsinstrument voor hetzelfde doel, welke bij de oorspronkelijke ontwerpbegroting 2016 was gevoegd 16 , vervangt.

3.3Rubriek 4: Europa als wereldspeler

Omdat een oplossing voor het conflict niet onmiddellijk in zicht is, zal de Syrië-crisis in 2016 voor enorme behoeften blijven zorgen, niet alleen in het land, maar in de gehele regio. De vraag van de Verenigde Naties om financiële bijdragen te storten, blijft met een gemiddelde invulling van 38 % tot op heden ruimschoots onder de behoeften. Als gevolg hiervan hebben het Wereldvoedselprogramma van de VN, andere VN-agentschappen en andere internationale humanitaire organisaties de hulpverlening de afgelopen maanden moeten terugschroeven.

Om de toenemende kloof tussen de behoeften en de beschikbare middelen te verkleinen, stelt de Commissie voor om in de begroting 2016 150 miljoen EUR extra ten opzichte van de oorspronkelijke ontwerpbegroting aan vastleggingskredieten uit te trekken voor humanitaire hulp in antwoord op de crisis.

Naast de gevraagde verhoging, zal bij afzonderlijk, begin 2016 in te dienen voorstel worden gevraagd de reserve voor noodhulp aan te spreken, zodat 300 miljoen EUR meer vastleggingskredieten voor humanitaire hulp beschikbaar zijn dan in de oorspronkelijke ontwerpbegroting.

Tevens worden 405 miljoen EUR betalingskredieten gevraagd, als volgt verdeeld: 105 miljoen EUR overeenkomend met het resterende, in 2016 te betalen saldo voor het verzoek om tegen eind 2015 175 miljoen EUR aan vastleggingskredieten over te schrijven (DEC 32/2015) uit de reserve voor noodhulp verzocht voor het einde van 2015 (DEC 32/2015), en 300 miljoen EUR overeenkomend met de verhoging van de vastleggingskredieten voor 2016 (inclusief de 150 miljoen EUR van het voor begin 2016 aangekondigde overschrijvingsverzoek).

De middelen zullen worden gebruikt om te voorzien in de meest dringende basisbehoeften op het gebied van voeding, gezondheid, water, sanitaire voorzieningen, hygiëne, bescherming en andere basisdiensten voor Syrische en Iraakse vluchtelingen in de buurlanden (Jordanië, Libanon en Turkije) en de Westelijke Balkan (Servië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië), alsmede voor mensen in Syrië en Irak.

Daarnaast wordt 210 miljoen EUR aan betalingskredieten gevraagd voor het Europees nabuurschapsinstrument, overeenkomend met 70 % van de verhoging van de vastleggingskredieten gevraagd in OGB 7/2015. Aangezien de vastleggingen grotendeels betrekking zullen hebben op grootschalige subsidieprojecten met partnerorganisaties, via het EU-trustfonds voor Syrië, zullen de betalingen betrekkelijk snel op de eind 2015 aan te gane verplichtingen volgen.

In de tabel hieronder wordt de verdeling van de in deze nota van wijzigingen gevraagde verhogingen van de vastleggings- en betalingskredieten in rubriek 4 weergegeven:

BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
23 02 01

Verstrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp150 000 000405 000 000
22 04 01 03

Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten210 000 000
Totaal    150 000 000615 000 000

3.4    Rubriek 5: Administratie

De Commissie voert momenteel een belangrijke herschikking door om de activiteiten van met name de diensten in de frontlijn te ondersteunen in hun aanpak van de huidige migratiecrisis. Daartoe streeft zij ernaar optimaal gebruik te maken van alle in haar personeelsformatie toegestane posten, die de Commissie sinds 2013 met 1 % per jaar vermindert om de in het Interinstitutioneel Akkoord overeengekomen personeelsinkrimping met 5 % te realiseren. Om de nieuwe behoeften op te vangen, wil de Commissie vacatures zo spoedig mogelijk vervullen. De in de ontwerpbegroting 2016 voorgestelde kredieten zijn berekend op basis van een gemiddelde bezettingsgraad van 96,6 %. Dat percentage is echter reeds bereikt en de Commissie wordt momenteel geremd door de beschikbare kredieten. Opdat de herschikking effectief zou zijn en de reactiecapaciteit kan worden versterkt, verzoekt de Commissie om een verhoging van haar administratieve kredieten voor bezoldigingen met 23,1 miljoen EUR, overeenkomend met een bezettingsgraad van 97,6 %, d.w.z. één procentpunt meer (200 posten) dan in de raming van de ontwerpbegroting 2016. Dit verzoek leidt niet tot een toename van het aantal goedgekeurde posten voor de Commissie en doet evenmin afbreuk aan de verbintenis van de Commissie om de personeelsinkrimping met 5 % binnen de overeengekomen tijdspanne te realiseren. Het is enkel een manier om de toegestane posten, die momenteel vacant zijn en wegens ontoereikende kredieten niet kunnen worden ingevuld, effectief te bezetten..

Tevens wordt voor rubriek 5 0,8 miljoen EUR gevraagd ter dekking van extra kosten in verband met dienstreizen van het personeel in het kader van de vluchtelingencrisis. De missies vereist zijn nodig om de aanwezigheid van personeelsleden van de Commissie op het terrein in de landen waar de situatie het meest kritiek is, te verzekeren. Het ingezette personeel zal de noodmaatregelen in antwoord op de crisis en de situatie van de vluchtelingen coördineren en implementeren, en de lidstaten bijstand verlenen bij het beoordelen van de noodmaatregelen en het aanpassen van hun nationale programma’s om beter op de crisis te reageren.

4Financiering van vergoedingen die aan het EIF verschuldigd zijn in verband met het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)

Om de vergoedingsverplichtingen van de Commissie ten aanzien van het Europees Investeringsfonds (EIF) te voldoen, stelt de Commissie voor een bedrag van 5 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten toe te wijzen aan begrotingsartikel 01 04 07 Vergoedingen verschuldigd aan het Europees Investeringsfonds voor grotere bijstand in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen, waarvoor momenteel een vermelding pro memorie (p.m.) is opgenomen.

Het EIF zal bijstand verlenen bij de implementatie van nieuwe producten voor kleine en middelgrote ondernemingen (mkb) in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI). Er zullen opstartvergoedingen moeten worden betaald kort na de ondertekening van de wijziging van de EFSI-overeenkomst, die naar verwachting begin 2016 zal worden voltooid.

Overeenkomstig de EFSI-verordening 17 worden die vergoedingen betaald uit de algemene begroting van de Unie voor zover zij niet gedekt worden door vergoedingen of inkomsten, terugvorderingen of andere door het EIF ontvangen betalingen. De verwachting is echter dat de inkomsten aan het begin van 2016, wanneer het EFSI in de beginfase zal verkeren, slechts beperkt zullen zijn, terwijl de kosten voor het EIF gestaag zullen toenemen naarmate de implementatie van de nieuwe instrumenten op gang komt.


5Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) is opgericht bij het derde energiepakket om de vooruitgang bij de voltooiing van de interne energiemarkt voor elektriciteit en aardgas te bevorderen. ACER ging officieel van start in maart 2011, en heeft zijn zetel in Ljubljana, Slovenië. De raad van bestuur van ACER heeft op 8 juli 2015 een besluit aangenomen tot herbenoeming van de huidige directeur van het agentschap voor een termijn van drie jaar, met ingang van 16 september 2015. Het besluit bepaalt dat de verwezenlijkingen van de directeur, zoals vastgesteld in zijn beoordeling, een herclassificatie in rang AD 15 rechtvaardigen. In de in de ontwerpbegroting 2016 opgenomen personeelsformatie van het agentschap was van een herclassificatie van de directeur van AD 14 naar AD 15 nog geen sprake, aangezien hij werd herbenoemd nadat de ontwerpbegroting was goedgekeurd. Er wordt voorgesteld de personeelsformatie van ACER aan te passen zoals weergegeven in de budgettaire bijlage. De totale begroting en het totale aantal posten van het agentschap blijven ongewijzigd.

6Veiligheid van levensmiddelen en diervoeders

Uit een analyse van de geactualiseerde uitroeiingsprogramma’s voor 2015 die de lidstaten in augustus 2015 hebben ingediend, is gebleken dat sommige lidstaten het werkprogramma niet hebben voltooid zoals oorspronkelijk was gepland. Met name de bluetongue-vaccinatiecampagnes zijn niet volledig uitgevoerd, waardoor in 2015 vastleggingskredieten zullen vrijkomen en er minder betalingskredieten nodig zijn in 2016. Bijgevolg kunnen de oorspronkelijk gevraagde betalingskredieten voor begrotingsartikel 17 04 01 Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen met 20,0 miljoen EUR worden verminderd.


6Overzichtstabel per rubriek van het meerjarig financieel kader

RubriekOntwerpbegroting 2016Nota van wijzigingen 2/2016Ontwerpbegroting 2016
(incl. NvW 1/2016)(incl. NvW 1 en 2/2016)
VKBKVKBKVKBK
1.Slimme en inclusieve groei69 743 081 84766 578 193 9625 000 0005 000 00069 748 081 84766 583 193 962
waarvan in het kader van het Flexibiliteitsinstrument
Waarvan in het kader van het overkoepelende marge voor vastleggingen (OMV)543 000 000543 000 000
Maximum69 304 000 00069 304 000 000
Marge103 918 15398 918 153
1 aConcurrentievermogen voor groei en banen18 921 431 58417 518 123 0825 000 0005 000 00018 926 431 58417 523 123 082
Waarvan in het kader van het overkoepelende marge voor vastleggingen (OMV)543 000 000543 000 000
Maximum18 467 000 00018 467 000 000
Marge88 568 41683 568 416
1BEconomic  social and territorial cohesion50 821 650 26349 060 070 88050 821 650 26349 060 070 880
Of which under Flexibility Instrument
Maximum50 837 000 00050 837 000 000
Marge15 349 73715 349 737
2.Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen63 104 378 82355 865 891 958- 488 288 304
- 488 288 304
62 616 090 51955 377 603 654
Maximum64 262 000 00064 262 000 000
Marge1 157 621 1771 645 909 481
Waarvan: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) - marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen42 867 624 12842 859 334 601- 507 288 304
- 507 288 304
42 360 335 82442 352 046 297
Submaximum43 950 000 00043 950 000 000
Netto-overdracht tussen ELGF en ELFPO
Marge1 081 657 8721 588 946 176
3.Veiligheid en burgerschap2 669 966 6982 258 959 7391 380 000 000758 828 0004 049 966 6983 017 787 739
waarvan in het kader van het Flexibiliteitsinstrument123 966 6981 503 966 698
Maximum2 546 000 0002 546 000 000
Marge
4.Europa als wereldspeler8 881 729 3619 539 215 403150 000 000615 000 0009 031 729 36110 154 215 403
Maximum9 143 000 0009 143 000 000
Marge261 270 639111 270 639
5.Administratie8 908 692 0528 910 192 05223 914 00023 914 0008 932 606 0528 934 106 052
Maximum9 483 000 0009 483 000 000
Marge574 307 948550 393 948
Waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen7 096 096 5727 097 596 57223 914 00023 914 0007 120 010 5727 121 510 572
Submaximum7 679 000 0007 679 000 000
Marge582 903 428558 989 428
6.Compensaties
Maximum
Marge
Total153 307 848 781143 152 453 1141 070 625 696914 453 696154 378 474 477144 066 906 810
waarvan in het kader van het Flexibiliteitsinstrument123 966 69898 619 0781 503 966 698808 604 378
Waarvan in het kader van het overkoepelende marge voor vastleggingen (OMV)543 000 000543 000 000
Maximum154 738 000 000144 685 000 000154 738 000 000144 685 000 000
Marge2 097 117 9171 631 165 9642 406 492 2211 426 697 568
Andere speciale instrumenten524 612 000389 000 000524 612 000389 000 000
Totaal-generaal153 832 460 781143 541 453 1141 070 625 696914 453 696154 903 086 477144 455 906 810


(1) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(2) COM(2015) 300 van 24.6.2015.
(3) COM(2015) 317 van 26.6.2015.
(4) In het MFK 2014-2020 bedraagt het initiële submaximum voor het ELGF voor 2016 44 628 miljoen EUR. Rekening houdende met een naar plattelandsontwikkeling over te dragen nettobedrag van 678,7 miljoen EUR dat al in de OB 2016 was opgenomen, bedraagt het netto beschikbare saldo voor ELGF-uitgaven ("netto submaximum") 43 949,3 miljoen EUR. De behoeften van het ELGF voor 2016 worden getoetst aan dit "netto submaximum" voor het ELGF.
(5) Het niveau van de financiële discipline is vastgesteld in Verordening (EU) 2015/1146 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juli 2015 tot vaststelling van het in Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde aanpassingspercentage voor rechtstreekse betalingen voor het kalenderjaar 2015. Op basis van NvW 2/2016 wordt niet verwacht dat dit percentage wordt gewijzigd, aangezien het effect van de nieuwe bedragen die aan de verschillende regelingen voor directe steun zijn toegewezen, te verwaarlozen is.
(6) Artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 674).
(7) Deze verlenging is door de Commissie vastgesteld in augustus 2015 door middel van Gedelegeerde Verordening (EU) 1369/2015 van de Commissie van 7.8.2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1031/2014 tot vaststelling van verdere tijdelijke buitengewone maatregelen ter ondersteuning van producenten van bepaalde groenten en fruit (PB L 211 van 8.8.2015).
(8) Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).
(9) De respectieve wetshandelingen voor deze aanvullende maatregelen zullen zo spoedig mogelijk worden vastgesteld door de Commissie in de vorm van uitvoerings- of gedelegeerde verordeningen.
(10) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/360 van de Commissie van 5 maart 2015 tot opening van de particuliere opslag voor varkensvlees en tot voorafgaande vaststelling van het steunbedrag (PB L 62 van 6.3.2015, blz. 16).
(11) PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1.
(12) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
(13) COM(2015) 490 van 23.9.2015.
(14) COM(2015) 485 van 30.9.2015.
(15) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112.
(16) COM(2015) 238 van 27.5.2015.
(17) Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).