Bijlagen bij COM(2015)505 - Follow-up van de kwijting voor het begrotingsjaar 2013 (samenvatting)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 3, tabellen 11 en 12).

Er zij opgemerkt dat deze specifieke situaties los staan van de juridische status van de begunstigde of contractant. Of een entiteit al dan niet een internationale organisatie is, is in deze specifieke gevallen niet relevant: het voordeel dat een entiteit zou kunnen genieten wanneer zij als internationale organisatie is aangemerkt, bestaat niet in direct beheer, maar veeleer in het verkrijgen van toegang tot wat voorheen gezamenlijk beheer was en nu indirect beheer is.

De resolutie bevat ook de verzoeken het Parlement op de hoogte te brengen van het vervolg dat wordt gegeven aan het in 2011 gestarte onderzoek van OLAF en een lijst te overleggen van alle organisaties, ondernemingen, andere organen of personen die overeenkomsten met de Commissie hebben gesloten zonder voorafgaande aanbestedingsprocedure.

Wat het eerste verzoek betreft: de Commissie heeft de voorzitter en de leden van de commissie CONT regelmatig op de hoogte gehouden. Zij vermeldt met name dat de voorzitter en de leden van de commissie Begrotingscontrole op 17.6.2015 tijdens een vergadering "met gesloten deuren" zijn geïnformeerd over de strekking van de follow-up die door de Commissie aan OLAF in verband met IMG is gegeven. De Commissie verwijst naar die informatie.

Met betrekking tot het tweede verzoek is de Commissie van mening dat het overleggen van een lijst van begunstigden van via een onderhandelingsprocedure gegunde opdrachten of onderhands toegekende subsidies met vermelding van hun juridische status, een buitensporige werklast zou meebrengen aangezien dergelijke gegevens niet zomaar uit centrale gegevensbanken kunnen worden opgevraagd. Bovendien worden de gevallen van onderhandse gunning duidelijk vermeld in de jaarlijkse activiteitenverslagen, zoals hierboven reeds is vermeld.

4.4.    OLAF (§§ 280-287)

De vragen van het Parlement op dit punt betreffen hoofdzakelijk de betrekkingen tussen OLAF en het Comité van toezicht (Cvt). De Commissie verzekert het EP dat hieraan de nodige aandacht wordt geschonken.

In het bijzonder wat betreft de onafhankelijkheid van het Comité van toezicht overeenkomstig Verordening 883/2013 heeft OLAF als het mogelijke gedaan om de onafhankelijke werking en de financiële autonomie van het Cvt en zijn begroting te waarborgen. De Commissie gaat na of zij dit orgaan binnen het bestaande rechtskader verder kan versterken, met name wat het personeel en de budgetten betreft,. Het EP zal tijdig worden geïnformeerd. Wat betreft het verzoek om het Cvt tijdig te raadplegen alvorens instructies aan de medewerkers inzake onderzoeksprocedures te wijzigen en alvorens beleidsprioriteiten voor onderzoek vast te stellen, zij opgemerkt dat OLAF reeds met het Cvt heeft overlegd over de richtsnoeren betreffende de onderzoeksprocedures voor het personeel en over de beleidsprioriteiten voor onderzoeken in overeenstemming met Verordening nr. 883/2013 en de werkafspraken tussen OLAF en het Cvt, en dat ook in de toekomst zal blijven doen.

Wat betreft de uitvoering van de aanbevelingen van het Cvt kan de Commissie het Parlement ervan verzekeren dat alle aanbevelingen van het Cvt zorgvuldig zijn onderzocht door OLAF en dat aanzienlijke middelen worden geïnvesteerd in de uitvoering ervan. 2014 was het eerste jaar waarin het Cvt een follow-up van zijn aanbevelingen in voorgaande jaren had gedaan. Een procedure voor het verrichten van deze follow-up in de toekomst wordt momenteel ontwikkeld. Zowel OLAF als het Cvt is vastberaden om op dit vlak tot een goede samenwerking te komen. De wettigheid van de onderzoeken die door OLAF zijn geopend ten tijde van de reorganisatie op 1.2.2012 was het voorwerp van verslag 3/2014 van het Cvt van 20.1.2015. OLAF heeft zijn opmerkingen op het verslag van het Cvt op 9.2.2015 meegedeeld; deze waren als bijlage gevoegd bij het Cvt-verslag dat op 12.2.2015 aan de instellingen is toegezonden. In zijn jaarverslag verstrekt OLAF statistieken over de duur van onderzoeken. Overigens heeft de directeur-generaal van OLAF het Cvt gevraagd een omstandig advies uit te brengen over de statistieken van OLAF; het Comité heeft dit advies opgenomen in zijn werkprogramma voor 2015.

* * *


(1) De kwijting voor de algemene begroting van de EU voor 2013, de speciale verslagen van de Europese Rekenkamer in het kader van de kwijting aan de Commissie, de kwijting voor het Europees Ontwikkelingsfonds en de kwijting voor de EU-agentschappen. Documentreferenties P8_TA-PROV(2015)0118, P8_TA-PROV(2015)0119, P8_TA-PROV(2015)0120 en P8_TA-PROV(2015)0130 , respectievelijk beschikbaar via de volgende internetlink: http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=20150429&secondRef=TOC&language=en
(2) Documentreferenties 5303/15 ADD 1, 5303//1/15 REV 1, 5304/15, 5305/15, 5305/15 ADD 1, 5306/15, 5306/15 ADD 1, 5549/15, gepubliceerd op: http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/cont/discharge-2013.html
(3)

     Ares(2015)971353 van 4.3.2015.

(4)

     Zie §§ 2, 10, 12, 26-27, 34-35, 40, 44-45, 58, 91, 94, 103, 110, 137-138, 141, 143-144, 148, 152, 156,    169, 218, 222, 224, 268-269, 271, 282-283, 290, 294-295, 297 van het SWD over de resoluties van het EP.

(5)

     Zie § 50 van het SWD over de aanbeveling van de Raad.

(6)

     COM(2014)688 final.

(7)

     COM(2014)618 final.

(8)

     COM(2015)279 final.

(9)

     Te vinden op: http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-2013-0319&language=NL&ring=A7-2013-0189

(10)

     COM (2015)10 final.

(11)

     Artikel 32, lid 3, en artikel 59, lid 1, FR, artikel 125, lid 7, van de VGB, en artikel 24 van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake het plaatsen van overheidsopdrachten.