Bijlagen bij COM(2012)624 - Nota van wijzigingen nr. 1 bij de begroting 2013, Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bijgevoegd.

1. Inleiding

De nota van wijzigingen nr. 1 (NvW 1) bij de ontwerpbegroting 2013 (OB 2013) heeft betrekking op:

– het bijwerken per begrotingsonderdeel van de geraamde behoeften voor landbouwuitgaven. In deze NvW wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met de gevolgen van de regelgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van de OB 2013, de herziene prognoses voor de behoeften aan bepaalde rechtstreekse betalingen, alsmede alle voorgestelde besluiten die naar verwachting het komende begrotingsjaar een aanzienlijk effect zullen sorteren;

– het actualiseren van de situatie betreffende de internationale visserijovereenkomsten.

De budgettaire gevolgen van deze aanpassingen zijn dat ten opzichte van de ontwerpbegroting 2013 de vastleggingskredieten en de betalingskredieten met respectievelijk 25,1 miljoen EUR dalen.

2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen

2.1.        Inleiding en overzichtstabel

De NvW 1 wordt aan de begrotingsautoriteit gezonden overeenkomstig artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) waarin is bepaald dat "de Commissie […] de ontwerpbegroting in de loop van de procedure [kan] wijzigen totdat het in punt 5 bedoelde bemiddelingscomité bijeen wordt geroepen."

Net als de OB zelf is ook de NvW 1 gebaseerd op de behoeften van de gehele EU. Het moet worden beklemtoond dat kredieten voor door het ELGF (Europees Landbouwgarantiefonds) gefinancierde landbouwuitgaven dienen te worden beschouwd als prognoses, en niet als streefcijfers voor de uitgaven. De werkelijke uitgaven zullen met name afhangen van de werkelijke marktomstandigheden, van de werkelijke wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar en van het tempo van de betalingen door de lidstaten. Overeenkomstig de rechtsgrondslag zal welk bedrag ook dat een lidstaat op grond van de verordeningen en met inachtneming van de maxima van het financieel kader moet betalen, volledig worden vergoed, voor zover de nodige begrotingsmiddelen beschikbaar zijn[3].

Omwille van de duidelijkheid en transparantie zijn sommige toelichtingen bij de begroting geactualiseerd.

In deze NvW 1 worden de totale kredieten voor rubriek 2 in 2013 geraamd op 60 282 miljoen EUR, waarmee deze wat de vastleggingskredieten betreft 1 007 miljoen EUR beneden het desbetreffende maximum van het meerjarig financieel kader blijven.

De vastleggingskredieten voor landbouwuitgaven (inclusief uit hoofde van door het ELGF gefinancierde veterinaire en visserijuitgaven) bedragen 44 101 miljoen EUR. De daling met 30 miljoen EUR ten opzichte van de OB 2013 is het nettoresultaat van de hoger dan verwachte bestemmingsontvangsten die worden overgeboekt van 2012 en de herziene prognoses voor 2013 voor zowel de te besteden kredieten als de nieuwe bestemmingsontvangsten. De betalingskredieten van het ELGF worden met hetzelfde bedrag verlaagd tot een totaal van 44 083 miljoen EUR.

Wat de internationale visserijovereenkomsten betreft, wordt in de NvW 1 een verhoging voorgesteld van de vastleggings- en betalingskredieten voor begrotingsartikel 11 03 01 Internationale visserijovereenkomsten met 18,5 miljoen EUR, alsook een verlaging van de vastleggingskredieten en de betalingskredieten voor de reserve met 13,8 miljoen EUR, hetgeen resulteert in een nettoverhoging met 4,7 miljoen EUR.

In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de impact van NvW 1 op rubriek 2:

|| OB 2013 || NvW 1/2013 || Verschil

in miljoen EUR || (a) || (b) || (c)=(b)-(a)

|| VK || BK || VK || BK || VK || BK

Maximum financieel kader || 61 289,0 || || 61 289,0 || || 0 ||

marge || 981,5 || || 1 006,6 || || +25,1 ||

Totaal kredieten rubriek 2 || 60 307,5 || 57 964,9 || 60 282,4 || 57 939,8 || -25,1 || -25,1

waarvan: || || || || || ||

Landbouwuitgaven (marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen)[4] || 44 130,3 || 44 112,9 || 44 100,5 || 44 083,1 || -29,8 || -29,8

Internationale visserij en zeerecht[5] || 149,0 || 148,2 || 153,7 || 152,9 || +4,7 || +4,7

|| || || || || ||

2.2.        Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) (marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen)

2.2.1      Algemeen beeld

Met de NvW 1 wordt ernaar gestreefd de landbouwbegroting te baseren op de meest actuele economische gegevens en de meest actuele stand van zaken op het gebied van de regelgeving. Tegen de maand september beschikt de Commissie over een eerste indicatie omtrent de omvang van de productie in 2012 en de vooruitzichten voor de landbouwmarkten, en daarmee over de basisinformatie die nodig is om een betrouwbare raming van de budgettaire behoeften in 2013 te kunnen maken.

Net als de vorige keren heeft de Commissie al haar ramingen van landbouwuitgaven per begrotingsonderdeel opnieuw zorgvuldig bezien. In deze NvW 1 wordt niet alleen rekening gehouden met de marktfactoren, maar ook met de impact van alle regelgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van de OB en met voorstellen van de Commissie.

De kredieten voor het ELGF zijn met 30 miljoen EUR verlaagd. Dit is het nettoresultaat van verschillende factoren: de iets hogere behoeften voor hoofdstuk 05 02 Interventies op de landbouwmarkten (+ 59 miljoen EUR) en voor hoofdstuk 05 03 Rechtstreekse steun (+ 5 miljoen EUR), extra buitengewone behoeften voor hoodstuk 05 07 Audit van de landbouwuitgaven (+ 106 miljoen EUR) en een wijziging in het niveau van de in 2013 beschikbare bestemmingsontvangsten van het ELGF. Wat de bestemmingsontvangsten betreft, wordt ervan uitgegaan dat geen beroep zal moeten worden gedaan op een in 2012 ontvangen bedrag van 230 miljoen EUR om de uitgaven in dat jaar te dekken en dat dit bedrag dus van 2012 naar 2013 kan worden overgeboekt. Ten tweede verwacht de Commissie een lichte afname van de bestemmingsontvangsten die in 2013 zullen worden gegenereerd (‑ 30 miljoen EUR). Deze afname is het resultaat van dalingen bij de superheffing voor melk (‑ 41 miljoen EUR, gebaseerd op de meest recente gegevens van de lidstaten), de verwachte ontvangsten als gevolg van terugvorderingen wegens onregelmatigheden (- 5 miljoen EUR) en de verwachte bedragen die voortvloeien uit de conformiteitsgoedkeuring (- 11 miljoen EUR). Deze afname wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door een verwachte toename van de overgebleven middelen van het Fonds voor de suikerherstructurering (+ 27,2 miljoen EUR). In totaal bedraagt de totale toename van beschikbare bestemmingsontvangsten 200,2 miljoen EUR.

Als gevolg daarvan bedragen de totale vastleggingskredieten die voor door het ELGF gefinancierde landbouwuitgaven zijn gevraagd 44 101 miljoen EUR, hetgeen minder is dan in de OB 2013 (‑ 30 miljoen EUR), waardoor de marge onder het submaximum van het ELGF nu 838 miljoen EUR bedraagt. De nieuwe marge voor rubriek 2 bedraagt in totaal 1 007 miljoen EUR.

2.2.2      Specifieke opmerkingen

05 02 Interventies op de landbouwmarkten (kredieten - 41 miljoen EUR)

behoeften in ontwerpbegroting:                                                                                                              3 212 miljoen EUR

gevraagde kredieten in ontwerpbegroting:                                                                                          2 812 miljoen EUR

geraamde in 2013 beschikbare bestemmingsontvangsten in ontwerpbegroting:                            400 miljoen EUR

behoeften na nota van wijzigingen:                                                                                                        3 271 miljoen EUR

gevraagde kredieten na nota van wijzigingen:                                                                                    2 771 miljoen EUR

geraamde beschikbare bestemmingsontvangsten in 2013 na nota van wijzigingen:                      500 miljoen EUR

De hypothesen die aan deze NvW 1 ten grondslag liggen, sluiten over het algemeen aan bij de beoordeling op het moment van de opstelling van de OB 2013 met gunstige vooruitzichten voor de meeste landbouwmarkten. In de NvW1 voorgestelde wijzigingen zijn meestal technisch van aard en hebben betrekking op kleine bedragen. De algehele behoeften voor interventiemaatregelen op de landbouwmarkten nemen toe met 59 miljoen EUR in vergelijking met de OB 2013. Verwacht wordt evenwel dat een aanvullend bedrag aan bestemmingsontvangsten ten belope van 100 miljoen EUR beschikbaar zal zijn voor hoofdstuk 05 02, waardoor in vergelijking met de OB 2013 de gevraagde kredieten met 41 miljoen EUR kunnen worden verminderd.

Hierna worden de belangrijkste aanpassingen kort toegelicht. Aan het eind van dit hoofdstuk is een tabel met een volledig overzicht van de aanpassingen (op het niveau van de begrotingsartikelen) opgenomen.

Voor olijfolie zijn na een daling van de marktprijzen onder de reactieprijs en om het vraagstuk van de hoge voorraden in sommige lidstaten, die de markt voor olijfolie in geheel Europa beïnvloeden, te kunnen oplossen, in februari 2012[6] en mei 2012[7] regelingen voor particuliere opslag opgestart. De financiële gevolgen van deze regelingen op de OB 2013 worden geraamd op 17 miljoen EUR en worden gefinancierd met middelen van begrotingspost 05 02 06 03 (met een vermelding "p.m." in de OB 2013).

Wat groenten en fruit betreft, liggen de geraamde behoeften voor de operationele programma's van telersverenigingen (begrotingspost 05 02 08 03) iets hoger (+ 19 miljoen EUR) dan de in de OB 2013 opgenomen prognoses, en dit na een geactualiseerde beoordeling van de mate waarin werkelijk wordt gebruikgemaakt van de maatregelen, waarbij rekening wordt gehouden met de geraamde financiële gevolgen van de herziening van sommige opnemingsbedragen die vanaf 1 juli 2012[8] van kracht is en de mogelijke gedeeltelijke terugbetaling met middelen uit de EU-begroting van nationale financiële bijstand die door sommige lidstaten overeenkomstig artikel 103 sexies, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is verleend. Ten opzichte van de in de OB 2013 opgenomen bedragen zijn de in de NvW 1 voorgestelde kredieten juist verminderd met 81 miljoen EUR omdat naar aanleiding van geactualiseerde ontvangstenramingen een extra bedrag van 100 miljoen EUR ontvangsten aan deze post is toegewezen.

De voorlopige uitvoeringscijfers voor 2012 wijzen op een hogere uitvoeringsgraad van de nationale steunprogramma's in de wijnsector dan hetgeen oorspronkelijk in de OB 2013 is verondersteld. Om rekening te kunnen houden met de recentste nieuwe gegevens wordt in de NvW 1 voorgesteld de middelen voor begrotingspost 05 02 09 08 met 20 miljoen EUR te verhogen.

Voor melk en zuivelproducten wordt in NvW 1 voorgesteld de kredieten met 8 miljoen EUR te verhogen voor de schoolmelkregeling (begrotingspost 05 02 12 08) overeenkomstig de voorlopige uitvoeringscijfers in 2012 die erop wijzen dat ten opzichte van 2011 in de lidstaten sterker van de regeling is gebruikgemaakt. Bijgevolg zijn de veronderstellingen van de OB 2013 herzien en wordt er nu een hoger bedrag voorgesteld.

Voor de rundvleesscector zijn de geraamde behoeften voor uitvoerrestituties voor vlees en levende dieren (begrotingsposten 05 02 13 01 en 05 02 13 04) met een bedrag van 22 miljoen EUR neerwaarts bijgesteld om rekening te houden met de recente aanpassing van het niveau van de uitvoerrestituties. Momenteel worden geen uitvoerrestituties toegekend, waardoor de verlaagde bedragen die in de NvW 1 worden voorgesteld alleen bestemd zijn voor betalingen voor reeds afgegeven uitvoercertificaten.

Voorgesteld wordt de kredieten voor artikel 05 02 15 (varkensvlees, eieren en pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten) te verhogen met 10 miljoen EUR. Als gevolg van een verlaging van het niveau van de uitvoerrestituties zijn geactualiseerde ramingen voor uitvoerrestituties voor eieren (begrotingspost 05 02 15 04) verminderd met 1 miljoen EUR. De behoeften voor uitvoerrestituties voor pluimvee (begrotingsonderdeel 05 02 15 05) zijn evenwel opwaarts bijgesteld met 9 miljoen EUR, waarbij rekening is gehouden met de recentste gegevens voor de marktsituatie in deze sector. Ten slotte zal een bedrag van 2 miljoen EUR dat in de OB 2013 oorspronkelijk was voorzien voor begrotingsonderdeel 05 07 02 (Geschillenbeslechting) worden gefinancierd met middelen van begrotingspost 05 02 15 07 (Buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt) naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie ten gunste van een lidstaat[9].

05 03 Rechtstreekse steun (kredieten - 95 miljoen EUR)

behoeften in ontwerpbegroting:                                                                                                           41 960 miljoen EUR

gevraagde kredieten in ontwerpbegroting:                                                                                        41 027 miljoen EUR

geraamde in 2013 beschikbare bestemmingsontvangsten in ontwerpbegroting:                            933 miljoen EUR

behoeften na nota van wijzigingen:                                                                                                      41 965 miljoen EUR

gevraagde kredieten na nota van wijzigingen:                                                                                  40 932 miljoen EUR

geraamde beschikbare bestemmingsontvangsten in 2013 na nota van wijzigingen:                   1 033 miljoen EUR

Ten opzichte van de OB 2013 worden in de NvW 1 de gevraagde kredieten voor hoofdstuk 05 03 neerwaarts bijgesteld met 95 miljoen EUR. De wijziging is hoofdzakelijk het gevolg van een toename van de bestemmingsontvangsten met 100,2 miljoen EUR, terwijl in de bijgewerkte raming van de behoeften wordt uitgegaan van een geringe stijging met 5,2 miljoen EUR. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de bedrijfstoeslagregeling (BTR) en de regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB).

In de NvW 1 wordt voorgesteld de totale kredieten voor BTR (begrotingspost 05 03 01 01) te verlagen met 105 miljoen EUR ten opzichte van de OB 2013. Zoals hierboven reeds uiteengezet, zijn de aan deze begrotingspost toegewezen ontvangsten met 100,2 miljoen EUR gestegen, terwijl de behoeften zijn verminderd met ongeveer 4,8 miljoen EUR. Ten opzichte van de OB 2013 wordt voor de in de NvW 1 voorgestelde aanpassingen rekening gehouden met zowel de cijfers van de voorlopige uitvoering voor 2012 als de aan Italië verleende machtiging om naar aanleiding van een aardbeving[10] in 2012 enige voorschotten te betalen uit BTR-middelen voor 2013[11].

Voor het REAB (begrotingspost 05 03 01 01) wordt in de NvW 1 voorgesteld de begrotingskredieten te verhogen met 20 miljoen EUR, waarvan 13 miljoen EUR overeenstemt met de herziene prognoses over de uitvoering, waarbij rekening wordt gehouden met de wijziging van de oppervlakte cultuurgrond in het kader van de REAB in een lidstaat en de cijfers van de voorlopige uitvoering voor 2012. Het resterende bedrag van 7 miljoen EUR is nodig als gevolg van het besluit van een lidstaat om een maatregel voor specifieke gekoppelde steun op grond van artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 (begrotingspost 05 03 01 05) niet toe te passen.

Voorgesteld wordt de begrotingskredieten voor de specifieke steun op grond van artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/20099 te verlagen met 7 miljoen EUR voor ontkoppelde steun (begrotingspost 05 03 01 05) en met 2 miljoen EUR voor gekoppelde steun (begrotingspost 05 03 02 44). Het eerste bedrag is terug te voeren op het besluit van een lidstaat om een maatregel op grond van artikel 68, waardoor de begroting van het REAB met hetzelfde bedrag wordt verhoogd, niet toe te passen. Het tweede bedrag is ook terug te voeren op de voorschotten die Italië gemachtigd is in 2012 naar aanleiding van een aardbeving uit te betalen met middelen voor rechtstreekse steun van het begrotingsjaar 2013.

Er zijn nog enkele andere wijzigingen voor begrotingsonderdelen binnen dit hoofdstuk, maar de aanpassingen zijn heel beperkt, in het bijzonder voor de begrotingsonderdelen met betrekking tot gekoppelde rechtstreekse steun. Een beknopte toelichting is opgenomen in de tabel op het einde van deze afdeling.

05 07 Audit van de landbouwuitgaven (kredieten + 106 miljoen EUR)

gevraagde kredieten in ontwerpbegroting:                                                                                             - 47 miljoen EUR

gevraagde kredieten na nota van wijzigingen:                                                                                       + 59 miljoen EUR

De kredieten voor hoofdstuk 05 07 01 moeten worden verhoogd met een bedrag van 108,3 miljoen EUR naar aanleiding van een positieve correctie die tot stand moet komen in het kader van de conformiteitsgoedkeuringsprocedure (begrotingspost 05 07 01 07) als gevolg van een arrest van Hof van Justitie in zaak C-24/11P ten gunste van Spanje.

Voor begrotingspost 05 07 01 06 wordt naar aanleiding van de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen (waarvoor het bedrag in de OB 2013 op basis van de gemiddelde uitvoeringsgraad in de voorbije jaren en zonder hierbij de jaren in aanmerking te nemen die gekenmerkt werden door buitengewone omstandigheden, met 56 miljoen EUR is verminderd) in de NvW 1 geen wijziging van de kredieten voorgesteld, ondanks het feit dat de voorlopige uitvoeringscijfers van de begroting 2012 voor het tweede opeenvolgende jaar een positief saldo laten zien. De opname van voorlopige uitvoeringscijfers voor 2012 voor de berekening van het gemiddelde zou hebben geresulteerd in een vermindering van het negatieve bedrag dat de Commissie in de OB 2013 had opgenomen. In deze fase van de begrotingsprocedure voor 2013 geeft de Commissie de voorkeur eraan om de berekening van het statistisch gemiddelde van de uitvoering van vorig jaar niet te actualiseren. Deze actualisering zal slechts tot stand komen in het kader van de OB 2014 na een grondige analyse van de cijfers over de definitieve uitvoering.

Ten slotte wordt in de NvW 1 voorgesteld de in de OB 2013 gevraagde kredieten ten belope van 2,2 miljoen EUR voor begrotingspost 05 07 02 (Geschillenbeslechting) te annuleren om gevolg te kunnen geven aan het arrest van Hof van Justitie in zaak T-135/200 ten gunste van Italië. De financiële gevolgen van het arrest worden wegens zijn oorsprong gefinancierd met middelen van begrotingspost 05 02 15 07 (uitzonderlijke marktondersteunende maatregelen in de slachtpluimveesector).

Aanpassingen op het niveau van het begrotingsartikel

Code || Begrotingsonderdeel || OB 2013 || NvW 1 || verschil || Opmerkingen

(in miljoen EUR) || (in miljoen EUR) || (in miljoen EUR)

Interventies op de landbouwmarkten

05 02 01 || Granen || 0,1 || 0,2 || +0,1 || Een zeer beperkte verhoging voor post 05 02 01 02 voor resthoeveelheden granen uit interventievoorraden ten opzichte van OB 2013.

05 02 03 || Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten || 10,0 || 8,0 || -2,0 || Daling als gevolg van lagere exportrestituties voor eiproducten.

05 02 06 || Olijfolie || 45,1 || 62,1 || +17,0 || Verhoging voor particuliere opslag (post 05 02 06 03) met 17 miljoen EUR als gevolg van besluiten van de Commissie om de markten in sommige producerende EU-landen te ondersteunen.

05 02 08 || Groenten en fruit || || || || Extra behoeften ten belope van 19 miljoen EUR als gevolg van de grotere vraag naar actiefondsen voor telersverenigingen (post 05 02 08 03) wegens hogere terugbetaling van nationale steun en extra middelen voor marktondersteunende maatregelen (extra middelen voor het uit de markt nemen van producten). Een hoger bedrag aan bestemmingsontvangsten zal voor deze begrotingspost (+ 100 miljoen EUR) worden gebruikt.

|| --- Kredieten || 692,0 || 611,0 || -81,0

|| --- Behoeften || 1 092,0 || 1 111,0 || +19,0

05 02 09 || Wijnbouwproducten || 1 051,6 || 1 071,6 || +20,0 || Verhoging met 20 miljoen EUR voor de nationale steunprogramma's voor de wijnsector (05 02 09 08) naar aanleiding van herziene prognoses over de uitvoering van de programma's.

05 02 10 || Afzetbevordering || 59,0 || 61,0 || +2,0 || Verhoging voor afzetbevordering gefinancierd door lidstaten (05 02 10 01) met betrekking tot het netto-effect van twee nieuwe afzetbevorderingsbesluiten in 2012 waarvan de effecten in 2013 in toenemende mate voelbaar zullen zijn en van een daling van de uitvoeringsgraad van vorige besluiten.

05 02 11 || Overige plantaardige producten/Overige maatregelen || 226,0 || 233,0 || +7,0 || POSEI-maatregelen (05 02 11 04) stijgen met 7 miljoen EUR als gevolg van meer middelen voor marktmaatregelen POSEIMA en POSEIDOM op basis van de uitvoering in 2012.

05 02 12 || Melk en melkproducten || 75,2 || 83,2 || +8,0 || De middelen voor de schoolmelkregeling (05 02 12 08) stijgen met 8 miljoen EUR om rekening te houden met het feit dat in de loop van 2012 in de lidstaten een groter beroep op de regeling is gedaan.

05 02 13 || Rundvlees || 29,1 || ‑{}‑7,1 || -22,0 || Een daling met 19 miljoen EUR voor uitvoerrestituties voor vlees (05 02 13 01) en met 3 miljoen EUR voor uitvoerrestituties voor levende dieren (05 02 13 04) die kunnen worden toegeschreven aan bijgewerkte ramingen voor hoeveelheden en uitvoerrestituties.

05 02 15 || Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten || 104,0 || 114,0 || +10,0 || Een verhoging met 9 miljoen EUR voor exportrestituties voor pluimvee (05 02 15 05), met 2 miljoen EUR voor uitzonderlijke steunmaatregelen (05 02 15 07) naar aanleiding van een arrest van het Hof van Jusititie ten gunste van Italië (zaak T-135/2007) en een vermindering met 1 miljoen EUR voor uitvoerrestituties voor eieren (05 02 15 04).

Rechtstreekse steun

05 03 01 || Ontkoppelde rechtstreekse steun || || || || De behoeften voor de bedrijfstoeslagregeling (BTR, 05 03 01 01) zijn afgenomen met 4,8 miljoen EUR, waarbij rekening is gehouden met de cijfers van de voorlopige uitvoering voor 2012  en de aan Italië verleende machtiging om naar aanleiding van een aardbeving in 2012 voorschotten te betalen uit BTR-middelen voor 2013. De kredieten voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB: 05 03 01 02) stijgen met 20 miljoen EUR naar aanleiding van de wijziging in oppervlakte cultuurgrond in het kader van de REAB in een lidstaat, de cijfers van de voorlopige uitvoering voor 2012 en de overboeking van 7 miljoen EUR van de specifieke ontkoppelde steun uit hoofde van artikel 68 (05 03 01 05) naar de REAB. Daarnaast stijgen de bestemmingsontvangsten voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS) met 100,2 miljoen EUR.

|| --- Kredieten || 38 168,0 || 38 076,0 || -92,0

|| --- Behoeften || 39 100,8 || 39 109,0 || -8,2

05 03 02 || Andere rechtstreekse steun || 2 857,9 || 2 854,9 || -3,0 || Aanpassingen als gevolg van gewijzigde behoeftenhypothesen: - Vermindering met 1 miljoen EUR voor begrotingspost 05 03 02 13 (schapen- en geitenpremie) - Vermindering met 1 miljoen EUR voor begrotingspost POSEI (05 03 02 50) in verband met POSEIDOM, terwijl de middelen voor de begrotingspost 05 03 02 52 - Eilanden in de Egeïsche Zee met 1 miljoen EUR stijgt. - De specifieke steun op grond van artikel 68 (05 03 02 44) daalt met 2 miljoen EUR als gevolg van voorschotten die naar aanleiding van een aardbeving door Italië in 2012 met de middelen voor rechtstreekse betalingen voor 2013 zijn uitbetaald.

Audit van de landbouwuitgaven

05 07 01 || Controle van de landbouwuitgaven || -49,2 || 59,1 || +108,3 || Verhoging van de kredieten voor begrotingspost 05 07 01 07 om rekening te houden met de financiële gevolgen van een arrest van het Hof van Justitie ten gunste van Spanje (zaak C-24/11P).

05 07 02 || Geschillenbeslechting || 2,2 || p.m. || -2,2 || Daling met 2,2 miljoen EUR omdat de betaling als gevolg van een arrest van het Hof van Justitie ten gunste van Italië (T-135/2007) tot stand komt met middelen uit begrotingspost 05 02 15 07.

2.3.        Internationale visserijovereenkomsten

Zoals bepaald in punt B van bijlage II bij het Interinstitutioneel Akkoord, heeft de Commissie de meest recente beschikbare gegevens met betrekking tot de visserijovereenkomsten bestudeerd. Teneinde de actuele stand van zaken weer te geven, dus de recente sluiting van bilaterale overeenkomsten met Groenland[12], Madagaskar en Kiribati[13] met financiële bijdragen die de vorige niveaus overschrijden, stelt de Commissie voor de vastleggings- en betalingskredieten voor begrotingsartikel 11 03 01 – Internationale Visserijovereenkomsten te verhogen met 18,5 miljoen EUR.

Om rekening te houden met de gesloten bovenvermelde overeenkomsten, de recentste analyse van de nog betaalbaar te stellen bedragen (RAL), de geraamde bedragen voor de aanvullende vangsten alsook de geactualiseerde informatie over de visserijovereenkomsten waarover wordt onderhandeld of die worden onderzocht, wordt ook voorgesteld de reserve 40 02 41 te verlagen met 13,8 miljoen EUR voor zowel vastleggings- als betalingskredieten.

2.4.        Wijzigingen in de nomenclatuur en toelichting bij de begroting

Voor de volgende hoofdstukken, artikelen en posten is de toelichting bij de begroting gewijzigd (uitleg tussen haken):

Hoofdstuk 05 02 – Interventies op de landbouwmarkten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Hoofdstuk 05 03 – Rechtstreekse steun (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Artikel 11 03 01 – Internationale visserijovereenkomsten (wijziging in de toelichting bij de begroting: tabel)

Post 6 7 0 1 – Goedkeuring van de ELGF-rekeningen – Bestemmingsontvangsten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Post 6 7 0 2 – Onregelmatigheden in het kader van het ELGF – Bestemmingsontvangsten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Post 6 7 0 3 – Extra heffing van melkproducenten — Bestemmingsontvangsten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Post 6 8 0 1 – Tijdelijke herstructureringsheffing – Bestemmingsontvangsten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

3. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader

Financieel kader Rubriek/subrubriek || Financieel kader 2013 || Ontwerpbegroting 2013 || Nota van wijzigingen 1/2013 || OB 2013 + NvW 1/2013

VK || BK || VK || BK || VK || BK || VK || BK

1. DUURZAME GROEI || || || || || || || ||

1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid || 15 623 000 000 || || 16 032 047 846 || 13 522 811 245 || || || 16 032 047 846 || 13 522 811 245

1b. Samenhang voor groei en werkgelegenheid || 54 524 000 000 || || 54 498 949 037 || 48 975 034 163 || || || 54 498 949 037 || 48 975 034 163

Totaal || 70 147 000 000 || || 70 530 996 883 || 62 527 845 408 || || || 70 530 996 883 || 62 527 845 408

Marge1 || || || 116 003 117 || || || || 116 003 117 ||

2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN || || || || || || || ||

Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen || 48 574 000 000 || || 44 130 348 610 || 44 112 931 204 || -29 800 000 || -29 800 000 || 44 100 548 610 || 44 083 131 204

Totaal || 61 289 000 000 || || 60 307 511 416 || 57 964 879 132 || -25 070 000 || -25 070 000 || 60 282 441 416 || 57 939 809 132

Marge2 || || || 981 488 584 || || || || 1 006 558 584 ||

3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID || || || || || || || ||

3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 1 661 000 000 || || 1 392 227 200 || 928 328 376 || || || 1 392 227 200 || 928 328 376

3b. Burgerschap3 || 715 000 000 || || 689 414 000 || 646 271 750 || || || 689 414 000 || 646 271 750

Totaal || 2 376 000 000 || || 2 081 641 200 || 1 574 600 126 || || || 2 081 641 200 || 1 574 600 126

Marge || || || 294 258 800 || || || || 294 258 800 ||

4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER4 || 9 595 000 000 || || 9 467 168 711 || 7 311 588 051 || || || 9 467 168 711 || 7 311 588 051

Marge || || || 391 946 289 || || || || 391 946 289 ||

5. ADMINISTRATIE 5 || 9 095 000 000 || || 8 544 418 496 || 8 545 518 496 || || || 8 544 418 496 || 8 545 518 496

Marge || || || 636 581 504 || || || || 636 581 504 ||

TOTAAL || 152 502 000 000 || 143 911 000 000 || 150 931 736 706 || 137 924 431 213 || -25 070 000 || -25 070 000 || 150 906 666 706 || 137 899 361 213

Marge || || || 2 420 378 294 || 6 182 568 787 || || ||  2 445 448 294 || 6 207 638 787

1      Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a (500 miljoen EUR).

2      Na de overgang van modulatie op plattelandsontwikkeling en van katoen en wijn voor de herstructurering in de respectieve regio’s (3 635,0 miljoen EUR).

3      Het bedrag van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie is opgenomen bij de desbetreffende rubrieken, zoals bepaald in het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).

4      De marge voor 2013 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR).

5      Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR aan bijdragen van de personeelsleden in het pensioenstelsel.

[1]               PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

[2]               COM(2012) 300.

[3]               Artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad.

[4]               Uitgaven van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF), inclusief 27,2 miljoen EUR vastleggings- en betalingskredieten onder titel 11 Visserij en maritieme zaken en 274,7 miljoen EUR vastleggingskredieten en 251,7 miljoen EUR betalingskredieten onder titel 17 Gezondheidszorg en consumentenbescherming.

[5]               Hoofdstuk 11 03 (zonder technische bijstand).

[6]               Uitvoeringsverordening (EU) nr. 111/2012 van de Commissie van 9 februari 2012 tot opening van de inschrijvingsprocedure voor de vaststelling van steun voor de particuliere opslag van olijfolie.

[7]               Uitvoeringsverordening (EU) nr. 430/2012 van de Commissie van 22 mei 2012 tot opening van de inschrijvingsprocedure voor de vaststelling van steun voor de particuliere opslag van olijfolie.

[8]               Uitvoeringsverordening (EU) nr. 701/2012 van de Commissie van 30 juli 2012 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft.

[9]               Uitvoeringsverordening (EU) nr. 660/2012 van de Commissie van 19 juli 2012 inzake bepaalde marktondersteunende maatregelen in de slachtpluimveesector in Italië.

[10]             Uitvoeringsbesluit C(2012) 5762 van de Commissie van 17 augustus 2012 houdende machtiging tot het betalen van voorschotten in 2012 in het kader van de bedrijfstoeslagregeling aan landbouwers in sommige streken van Italië die door een aardbeving zijn getroffen.

[11]             De in de bijlagen van Verordening (EG) nr. 73/2009 opgenomen middelen voor rechtstreekse betalingen zijn vastgesteld voor het kalenderjaar N, waarbij het effect op de begroting zich normaliter voordoet in het jaar N+1. De middelen voor het kalenderjaar 2012 zouden dus in normale omstandigheden in het begrotingsjaar 2013 worden uitbetaald.

[12]             Het besluit van de Raad inzake de voorlopige toepassing (vanaf 1 januari 2013) van de overeenkomst is op 16 juli 2012 vastgesteld (nog niet bekendgemaakt in het PB).

[13]             De Commissie is van oordeel dat de besluiten van de Raad inzake de voorlopige toepassing van beide overeenkomsten met ingang van 1 januari 2013 in werking zullen treden.