Bijlagen bij COM(2007)537 - Follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2005 (samenvatting) - Aanbevelingen van de Raad

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij de subsidieovereenkomst zijn gevoegd en moeten door de auditeurs gecertificeerd worden. Voorts heeft de Commissie in 2007 de richtsnoeren voor begunstigden bekendgemaakt.

Wat de nationale agentschappen betreft, zijn in de besluiten tot ontwikkeling van de nieuwe generatie programma's op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd een omvattende reeks verificaties en controles opgenomen met betrekking tot de naleving van procedures en internecontrolemechanismen om zowel de regelmatigheid en de wettigheid van de verichtingen als het bestaan en de subsidiabiliteit van de activiteiten te garanderen en te verifiëren.

I) EXTERN OPTREDEN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 39-46)

Zoals door de Raad werd aanbevolen, blijft de Commissie streven naar een verbetering van de werking van zowel de interne als externe controles, de verslaglegging over het beheer en de toezicht- en controlesystemen. De Commissie zal ernaar streven het huidige mechanisme voor risico-analyse verder te versterken en beter te communiceren over de grondslag van haar analyses. De Commissie is zich bewust van de risico's op het niveau van de organisatie die met de uitvoering van het project is belast en heeft in de voorbije jaren een aantal maatregelen genomen om de potentiële gevolgen te verzachten. In deze maatregelen is het gebruik en de verbetering van gestandaardiseerde contractbepalingen opgenomen. Begin 2006 werden bijvoorbeeld de gestandaardiseerde subsidieovereenkomsten en dienstencontracten op basis van vergoedingen herzien. Thans omvatten zij gestandaardiseerde criteria waarvan auditeurs gebruik dienen te maken bij verificaties van uitgaven die voorafgaand aan de definitieve betalingen door de begunstigden van communautaire middelen dienen te worden ingediend. Deze criteria werden herzien met het oog op een grondigere verificatie van de naleving van de contractbepalingen, met inbegrip van die welke betrekking hebben op procedures voor overheidsopdrachten. Het gemeenschappelijk Relex-informatiesysteeem (CRIS) maakt het mogelijk de relevante analyses uit te voeren, onder meer naar type van uitvoerende organisatie of wijze van beheer. Het systeem wordt permanent verbeterd en verfijnd, overeenkomstig de evoluerende beheersbehoeften.

J) PRETOETREDINGSSTRATEGIE (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 47-52)

Zoals door de Raad werd aanbevolen, zal de Commissie nauwgezet toezicht blijven uitoefenen op de doeltreffende werking van de nationale toezicht- en controlesystemen voor programma-uitgaven in het kader van de pretoetredingsstrategie en zal zij met name een strikte controle uitoefenen op de betaalorganen van SAPARD en IPARD. In het kader van het programma Phare heeft de Commissie maatregelen genomen om de subsidiabiliteit van BTW-uitgaven te verduidelijken en heeft zij de meeste einddeclaraties van de nationale autoriteiten ontvangen en behandeld. Tezamen met de Raad betreurt de Commissie de verdere vertragingen in de erkenningsprocedure voor Phare en ISPA in het kader van het uitgebreid gedecentraliseerd uitvoeringssysteem (EDIS). Om een goed financieel beheer van de middelen te kunnen waarborgen, diende de Commissie evenwel aan te dringen op verdere verbeteringen van de nationale administratieve structuren vooraleer een EDIS-erkenning kon worden verleend.

K) ADMINISTRATIEVE UITGAVEN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 53-62)

De Commissie heeft nota genomen van de aanbevelingen van de Raad in verband met de administratieve uitgaven. Wat de NAP (de nieuwe bezoldigingsapplicatie) betreft, kan elke ordonnateur, indien hij hierom verzoekt, beschikken over alle rapporten, maar het behoort tot de verantwoordelijkheid van de ordonnateurs in elke instelling om hun eigen controles vast te stellen. Het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) voert haar eigen controles uit, met inbegrip van enkele controles achteraf. Op basis van de ervaring van de voorbije jaren is het PMO van oordeel dat de huidige controles voldoende zijn en is het PMO momenteel niet van plan zijn controles achteraf te versterken. Wat de vergoeding van tijdens een dienstreis gemaakte kosten betreft, wordt de handleiding voor dienstreizen ("Guide to missions" – de interne regels van de Commissie voor dienstreizen van haar personeelsleden) momenteel herzien om rekening te houden met de opmerking van de Rekenkamer. Volgens de planning zullen de nieuwe regels begin 2008 worden goedgekeurd.

Onder deze rubriek heeft de Raad ook aanbevelingen in verband met de regelgevende agentschappen opgenomen. De Commissie deelt de bezorgdheid van zowel de Raad als het Europees Parlement over het goed bestuur en de betere reglementering van de agentschappen. Zij is van oordeel dat met de goedkeuring van het ontwerp interinstitutioneel akkoord betreffende een kader voor Europese regelgevende agentschappen (COM(2005)59) in aanzienlijke mate zou kunnen worden tegemoet gekomen aan de meeste knelpunten waarop de aandacht werd gevestigd, zoals effectrapportage, kosten-batenoverwegingen, evaluatie en jaarlijkse verslaglegging. Derhalve hoopt de Commissie dat de Raad in de nabije toekomst met betrekking tot dit belangrijk vraagstuk verdere vooruitgang kan boeken. De Commissie eerbiedigt de autonomie van de regelgevende agentschappen volledig, maar blijft ondertussen uitgebreid advies en ondersteuning aan deze agentschappen verlenen. De overeenkomsten inzake het dienstverleningsniveau die in 2006 op het vlak van beheer en opleiding[4] met talrijke regelgevende agentschappen werden afgesloten, zijn hiervan een belangrijk voorbeeld. Zoals door de Raad werd aanbevolen, heeft de Commissie voor de eerste maal bij het voorontwerp van begroting voor het begrotingsjaar 2008 een overzichtsdocument van de agentschappen opgenomen. De Commissie heeft ook toegezegd dat zij een meta-evaluatie van de bestaande gedecentraliseerde agentschappen zal indienen.

L) FINANCIËLE INSTRUMENTEN EN BANKACTIVITEITEN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 63-65)

De Commissie neemt de nodige maatregelen om de aanbevelingen van de Raad ten uitvoer te leggen met betrekking tot het beheer, de follow-up en de afsluiting van programma's die betrekking hebben op financiële verrichtingen, zoals MEDIA II en ECIP en de achterstand weg te werken inzake onderzoeksprogramma's op het gebied van steenkool. Voorts werd op 16 januaru 2007 een herziene tripartiete overeenkomst tussen de Rekenkamer, het Europees Investeringsfonds en de Europese Commissie ondertekend.

II. SPECIALE VERSLAGEN VAN DE REKENKAMER (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 66-84)

De Raad heeft een reeks aanbevelingen gedaan aan de Commissie met betrekking tot de speciale verslagen die door de Rekenkamer in 2005 en 2006 werden bekendgemaakt. De antwoorden van de Commissie op deze aanbevelingen kunnen in het werkdocument van de Commissie (punten 66-84) worden gevonden.

III. EUROPESE ONTWIKKELINGSFONDSEN (EOF) (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 85-87)

De Commissie heeft nota genomen van de aanbevelingen van de Raad in verband met de Europese Ontwikkelingsfondsen. In de loop van de voorbije jaren zijn er continu verbeteringen aangebracht aan de belangrijkste toezicht- en controlesystemen van de Commissie, onder andere op basis van de aanbevelingen van de Rekenkamer. Verdere verbeteringen zullen tot stand komen overeenkomstig het Actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader van de Commissie, waarin de belangrijkste lacunes die in het controlekader werden vastgesteld, aan de orde komen. Dit omvat het formaliseren en harmoniseren van de presentatie van de internecontrolestrategieën, met als doel een overzicht te verstrekken van het internecontroletraject en de daarmee verband houdende verantwoordelijkheidsketen en te tonen hoe de gerelateerde risico's worden aangepakt. Wat het verslag betreffende het financieel beheer van het EOF betreft, heeft de Commissie in het verslag 2006 de knelpunten aangepakt waarop de Raad de aandacht had gevestigd.

* * *

[1] Zie ook artikel 147 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

[2] Kwijtingen voor de algemene begroting 2005 en voor de begrotingen 2005 van het EOF, de bureaus en de agentschappen.

[3] Zie aanbeveling 62.

[4] Zie ook de andere voorbeelden die in punt 56 van het werkdocument aan de orde komen.