Bijlagen bij COM(2007)458 - Jaarrekeningen van het 6e, 7e, 8e en 9e Europees ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2006

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage IV bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, dat voor de ACS-landen voorziet in middelen voor macro-economische steunmaatregelen en steun aan programma’s en projecten (A-budget) en in middelen voor onvoorziene behoeften zoals noodhulp, initiatieven voor schuldverlichting en steun ter vermindering van de gevolgen van instabiliteit van de exportopbrengsten (B-budget)[12]. Wat de regio’s betreft, werd de presentatie gebaseerd op de regionale programmering overeenkomstig hoofdstuk 2 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst (regionale indicatieve programma’s en intra-ACS-samenwerking).

6e EOF

Gelet op de voortgang van het 6e EOF heeft de Commissie besloten het 6e EOF per 31 juli 2006 af te sluiten (Besluit PE/2006/1669 van 31 augustus 2006).

De openstaande saldi van de globale vastleggingen (projecten) en de afzonderlijke vastleggingen (contracten) zijn naar het 9e EOF overgedragen onder een specifieke nomenclatuur waarmee de overgedragen bedragen alsook hun aanwending kunnen worden nagegaan.

Het eindsaldo van het 6e EOF is vastgesteld op 7 338 721 709,34 EUR ten opzichte van een geactualiseerde toewijzing vóór afsluiting van 7 390 827 625,32 EUR. Op 31 juli 2006 was deze toewijzing uitgevoerd in financieringsbesluiten (projecten), afzonderlijke vastleggingen (contracten) en betalingen ten belope van respectievelijk 7 390 827 625,32 EUR (100%), 7 364 906 152, 14 EUR (99,64 %) en 7 338 721 709,34 EUR (99,29 %).

Het bij afsluiting „nog uit te voeren” saldo, dat naar het 9e EOF werd overgedragen, beloopt 52,105 miljoen EUR, bestaat uit 26,184 miljoen EUR (nog te betalen) en 25,921 miljoen EUR (nog te contracteren) en betreft een portefeuille van 86 projecten en 193 afzonderlijke vastleggingen die naar het 9e EOF zijn overgedragen. Wat de toewijzingen betreft, is het bedrag van 52 105 915,98 miljoen EUR als volgt verdeeld:

Indicatieve programma's (subsidies en speciale leningen) | 48 099 835,28 EUR |

Niet-programmeerbare steun (hulp aan vluchtelingen en risicodragend kapitaal) | 3 662 617,80 EUR |

Restbedragen 4e EOF | 343 462,90 EUR |

De jaarcijfers met betrekking tot het 6e EOF zijn opgenomen in de jaarrekeningen 2006 onder 6e EOF voor de periode van 1 januari tot en met 31 juli 2006 en onder het 9e EOF voor de periode van 1 augustus tot en met 31 december 2006.

9e EOF

De ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, die de lidstaten van de Europese Gemeenschap en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) op 23 juni 2000 in Cotonou hebben ondertekend, is op 1 april 2003 in werking getreden.

Het besluit betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee (LGO) met de Europese Gemeenschap (Besluit 2001/822/EG), dat op 27 november 2001 door de Raad van de Europese Unie werd aangenomen, is op 2 december 2001 in werking getreden.

De Overeenkomst van Cotonou werd gesloten voor een periode van twintig jaar met een herzieningclausule en een financieel protocol voor elke periode van vijf jaar. Het eerste financieel protocol (dat door het 9e EOF wordt gefinancierd) bestrijkt echter de periode tot eind 2007[13], na rekening te hebben gehouden met de restbedragen van eerdere EOF's[14]. Het tweede financieel protocol (dat door het 10e EOF zal worden gefinancierd) kan worden gewijzigd (en zal in feite zes jaar bestrijken[15]).

Het bedrag voor het 9e EOF werd vastgesteld op 13 800 miljoen EUR, waarvan 13 500 miljoen EUR bestemd is voor de ACS-landen overeenkomstig het eerste financieel protocol bij de Overeenkomst van Cotonou, 175 miljoen EUR voor de LGO (krachtens het besluit van de Raad van de Europese Unie betreffende de associatie van de LGO) en 125 miljoen EUR gereserveerd is voor de Europese Commissie ter dekking van de kosten in verband met de uitvoering van het 9e EOF (krachtens het Intern Akkoord van het 9e EOF).

Het budget langetermijnontwikkeling ten voordele van de ACS-staten bestaat uit twee delen:

- een A-budget dat bestemd is voor macro-economische steunmaatregelen, sectoraal beleid en programma's en projecten ter ondersteuning van de bijstand van de Gemeenschap en dat overeenkomt met de toewijzing voor de nationale indicatieve programma's en de structurele aanpassing van de eerdere EOF's;

- een B-budget dat dient ter dekking van onvoorziene behoeften zoals noodhulp, bijdragen aan initiatieven voor schuldverlichting en steun ter vermindering van de gevolgen van instabiliteit van de exportopbrengsten en algemeen gesproken overeenkomt met de toewijzingen Stabex, Sysmin en spoedhulp van de eerdere EOF's.

Van het totale bedrag van het 9e EOF dat voor de ACS-staten is gereserveerd, is in de loop van de jaren 2004 en 2005 na een onderzoek van de Raad van de EU en op basis van een voorstel van de Europese Commissie een bedrag van 1 miljard EUR vrijgegeven:

- 250 miljoen EUR is vrijgegeven op basis van een besluit van de Raad (2004/289/EG van 22 maart 2004) en toegewezen aan het fonds voor intra-ACS-samenwerking (natuurlijke hulpbronnen) ter financiering van de oprichting van een waterfaciliteit;

- 18 miljoen EUR is vrijgegeven op basis van een besluit van de Raad (10752/2005 van 19 juli 2005) en toegewezen aan het budget ter ondersteuning van de langetermijnontwikkeling met het oog op de financiering van het nationale indicatieve programma van Timor-Leste in de periode 2006-2007;

- 482 miljoen EUR is vrijgegeven op basis van een besluit van de ACS-EG-Raad van ministers (nr. 6/2005 van 22 november 2005) en toegewezen aan het budget ter ondersteuning van de langetermijnontwikkeling (352 miljoen EUR), ter ondersteuning van de regionale samenwerking en integratie (48 miljoen EUR) en de investeringsfaciliteit (82 miljoen EUR). Deze middelen zijn toegewezen voor de financiering van het Europese Energie-initiatief (220 miljoen EUR), de bijdragen tot de financieringsfaciliteit voor verzekeringsregelingen voor de internationale handel in basisproducten (25 miljoen EUR), de aanpassing aan de nieuwe EU-voorschriften inzake sanitaire en fytosanitaire controles op veevoeder en voedingsmiddelen (30 miljoen EUR), de versterking van de Afrikaanse Unie (50 miljoen EUR) en een bijdrage tot het Versneld initiatief inzake onderwijs voor iedereen (63 miljoen EUR), de strijd tegen aids, malaria en tuberculose (62 miljoen EUR) en de exploitatiekosten van het COB en het TCLP (32 miljoen EUR);

- 250 miljoen EUR is vrijgegeven op basis van een besluit van de ACS-EG-Raad van ministers (nr. 7/2005 van 22 november 2005 en rectificatie van 1 februari 2006) en toegewezen aan het budget ter ondersteuning van de langetermijnontwikkeling (185 miljoen EUR), ter ondersteuning van de regionale samenwerking en integratie (24 miljoen EUR) en de investeringsfaciliteit (41 miljoen EUR). Deze middelen zijn ook toegewezen aan de financiering van de maatregel in verband met de waterfaciliteit.

De toewijzingen aan het 9e EOF ten behoeve van de ACS-staten, rekening houdende met de vrijgeving van het voorwaardelijke bedrag van 1 miljard EUR en met de toewijzingen die direct door de EIB worden beheerd, kunnen als volgt worden samengevat:

EUR | Toewijzing 9e EOF | Vrijgeving voorwaardelijk bedrag van 1 miljard EUR | Niet-vrijgegeven toewijzingen (door EIB beheerd) | Vrijgegeven toewijzingen OLAS (beheer EG) |

Langetermijn-ontwikkeling | 10 000 000 000 | (1 000 000)(1) | (186 850 000) (Rentebonificaties) | 9 812 150 000 |

Regionale toewijzing | 1 300 000 000 | 1 300 000 000 |

Investerings-faciliteit | 2 200 000 000 | (2 037 000.000) | 163 000 000 |

Totaal | 13 500 000 000 | (1 000 000) | (2 223 850 000) | 11 275 150 000 |

(1) Besluit nr. 7/2005 van de ACS-EG-Raad van ministers van 22 november 2005 bevat een afrondingsfout. In afwachting van de rectificatie van dit besluit is een bedrag van 1 miljoen EUR op het voorwaardelijke bedrag van 1 miljard EUR nog niet vrijgegeven.

Bij Besluit 2005/599/EG van de Raad van 21 juni 2005 is een budget van 90 miljoen EUR binnen de intra-ACS-toewijzing aan de financiering van de devolutie toegewezen.

De middelen van het 9e EOF ten behoeve van de LGO werden, met inachtneming van de middelen die rechtstreeks door de EIB worden beheerd, als volgt toegewezen.

EUR | Toewijzing 9e EOF | Niet-vrijgegeven toewijzingen (door EIB beheerd) | Vrijgegeven toewijzingen OLAS |

Langetermijn-ontwikkeling | 127 100 000 | 127 100 000 |

Reserve C | 17 900 000 | (1 000 000) (Rentebonificaties) | 16 900 000 |

Regionale toewijzing | 8 000 000 | 8 000 000 |

Studies en technische bijstand | 2 000 000 | 2 000 000 |

Investeringsfaciliteit | 20 000 000 | (20 000 000) | 0 |

TOTAAL | 175 000 000 | (21 000 000) | 154 000 000 |

De niet-toegewezen reserve C ten behoeve van de LGO is gevormd ter financiering van humanitaire hulp, spoedhulp, hulp aan vluchtelingen en schommelingen in de exportopbrengsten, en komt overeen met het B-budget voor de ACS-landen.

Voorts werden in uitvoering van Besluit E/982/2003 van de Commissie van 16 juni 2003 alle restbedragen van de EOF's van vóór de inwerkingtreding van de Overeenkomst van Cotonou alsmede alle na die datum vrijgemaakte bedragen voor uit hoofde van deze Fondsen lopende projecten naar het 9e EOF overgedragen. Voor alle aldus naar het 9e EOF overgedragen middelen die voordien waren toegewezen aan het indicatieve programma van een ACS-staat of -regio, werd de toewijzing aan die staat of regio gehandhaafd. De niet-toegewezen middelen daarentegen werden overgedragen naar reserves waaruit zal worden geput bij een nieuwe programmering in het kader van het 9e EOF.

De bijgevoegde tabellen betreffende de besluiten, gedelegeerde kredieten en betalingen vermelden nettocijfers . Alleen in tabel 2.7. worden de vastgelegde en vrijgemaakte en de betaalde en teruggevorderde bedragen apart opgevoerd.

TOEWIJZINGEN PER 31 DECEMBER 2006

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

GECONSOLIDEERDE REKENINGEN

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

STAND PER LAND EN PER INSTRUMENT

6e EOF

Toelichtingen op de beheersrekeningen die in het aanhangsel zijn opgenomen:

19. In de tabellen 3.1.1 tot en met 3.1.8 betekent het cijfer „0,00” dat het desbetreffende bedrag tussen –4 999 EUR en 4 999 EUR ligt.Als geen cijfer is vermeld, is het desbetreffende bedrag gelijk aan nul.Landen met een nulsaldo in alle kolommen zijn niet in de tabellen opgenomen.

20. In alle tabellen verwijst de rubriek „Alle ACS-landen” naar projecten die verschillende landen bestrijken, doch niet uit hoofde van de regionale samenwerking worden gefinancierd.

21. In alle tabellen omvat de rubriek „Adm.- en financieringskosten” met EOF-rente gefinancierde projecten die naar een financieringsinstrument werden overgeheveld (subsidies, structurele aanpassingsfaciliteit), met uitzondering van één bedrag van 1 miljoen EUR dat uit de toewijzing „subsidies” is gefinancierd en waaronder bankkosten en wisselkoersverschillen worden geboekt.

22. In de eerste kolom van de tabellen 3.1.1 en 3.1.2 is de toewijzing voor „Regionale samenwerking” (856,41 miljoen EUR) gelijk aan het streefdoel van de Commissie voor regionale samenwerking alleen voor ACS-staten (912,23 miljoen EUR) minus de overboekingen in 2000, 2001 en 2002 naar de algemene reserve overeenkomstig de overgangsmaatregelen (d.w.z. 1 miljoen EUR, 1,36 miljoen EUR en 0,16 miljoen EUR) en een overboeking van 28,9 miljoen EUR naar het 9e EOF ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou in 2003, 6,9 miljoen EUR in 2004, 2,18 miljoen EUR in 2005 en 15,2 miljoen EUR in 2006.

23. De bedragen van de toewijzingen zijn steeds gelijk aan de bedragen van de besluiten, aangezien de niet-vastgelegde bedragen werden overgedragen naar het 9e EOF ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (Besluit van de Commissie van 16 april 2003).

7e EOF

Toelichtingen op de beheersrekeningen die in het aanhangsel zijn opgenomen:

24. In de tabellen 3.1.1 tot en met 3.1.8 betekent het cijfer „0,00” dat het desbetreffende bedrag tussen –4 999 EUR en 4 999 EUR ligt.Als geen cijfer is vermeld, is het desbetreffende bedrag gelijk aan nul.Landen met een nulsaldo in alle kolommen zijn niet in de tabellen opgenomen.

25. In alle tabellen verwijst de rubriek „Alle ACS-landen” naar projecten die verschillende landen bestrijken, doch niet uit hoofde van de regionale samenwerking worden gefinancierd.

26. In alle tabellen omvat de rubriek „Adm.- en financieringskosten” met EOF-rente gefinancierde projecten die naar een financieringsinstrument werden overgeheveld (subsidies, structurele aanpassingsfaciliteit).

27. In de eerste kolom van de tabellen 3.2.1 en 3.2.2 is de toewijzing voor „Regionale samenwerking” (1 093,75 miljoen EUR) als volgt samengesteld:

Streefdoel Commissie regionale samenwerking (alleen ACS-staten) 1 125,00

Overschrijding streefdoel 67,90

Overdrachten van niet-toegewezen middelen ter financiering van het bijstandsprogramma voor ACS-landen voor hun integratie in de WHO 10,00

Overdracht naar de algemene reserve in 2000 overeenkomstig de overgangsmaatregelen (8,50)

Overdracht naar de algemene reserve in 2001 overeenkomstig de overgangsmaatregelen (2,20)

Overdracht naar de algemene reserve in 2002 overeenkomstig de overgangsmaatregelen (0,70)

Overdracht naar het 9e EOF in 2003 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (49,10)

Overdracht naar het 9e EOF in 2004 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (5,92)

Overdracht naar het 9e EOF in 2005 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (8,26)

Overdracht naar het 9e EOF in 2006 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (34,41)

Totaal op 31 december 2006 1 093,75

28. Alle bedragen van de toewijzingen zijn steeds gelijk aan de bedragen van de besluiten, aangezien de niet-vastgelegde bedragen naar het 9e EOF werden overgedragen ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (Besluit van de Commissie van 16 april 2003).

8e EOF

Toelichtingen op de beheersrekeningen die in het aanhangsel zijn opgenomen:

29. In de tabellen 3.3.1 tot en met 3.3.8 betekent het cijfer „0,00” dat het desbetreffende bedrag tussen -4 999 EUR en 4 999 EUR ligt.Als geen cijfer is vermeld, is het desbetreffende bedrag gelijk aan nul.Landen met een nulsaldo in alle kolommen zijn niet in de tabellen opgenomen.

30. In alle tabellen verwijst de rubriek „Alle ACS-landen” naar projecten die verschillende landen bestrijken, doch niet uit hoofde van de regionale samenwerking worden gefinancierd.

31. In alle tabellen omvat de rubriek „Adm.- en financieringskosten” met EOF-rente gefinancierde projecten die naar een financieringsinstrument werden overgeheveld (subsidies, structurele aanpassingsfaciliteit).

32. In de derde kolom van de tabellen 3.3.1 en 3.3.2 is de toewijzing voor „Regionale samenwerking” (1 398,12 miljoen EUR) als volgt samengesteld:

Streefdoel Commissie regionale samenwerking (alleen ACS-staten) 1 300,00

Besluit nr. 3/2000 van de Raad ter verzekering van de continuïteit van een aantal activiteiten voor de inwerkingtreding van het 9e EOF 306,00

Besluit nr. 10/2001 van de Raad van 20 december 2001 inzake de aanwending van niet-toegewezen middelen van het 8e EOF 180,70

Overdracht naar de algemene reserve in 2000 overeenkomstig de overgangsmaatregelen (68,00)

Besluit nr. 3/2002 van de Raad van 23 december 2002 inzake de aanwending van niet-toegewezen middelen van het 8e EOF 54,20

Overdracht naar het 9e EOF in 2003 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (317,33)

Overdracht naar het 9e EOF in 2004 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (5,01)

Overdracht naar het 9e EOF in 2005 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (31,62)

Overdracht naar het 9e EOF in 2006 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (20,83)

Totaal per 31 december 2006 1 398,12

33. Alle bedragen van de toewijzingen zijn steeds gelijk aan de bedragen van de besluiten, aangezien de niet-vastgelegde bedragen naar het 9e EOF werden overgedragen ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (Besluit van de Commissie van 16 april 2003).

9e EOF

Toelichtingen op de beheersrekeningen die in het aanhangsel zijn opgenomen:

34. In de tabellen 3.4.1 tot en met 3.4.8 betekent het cijfer „0,00” dat het desbetreffende bedrag tussen -4 999 EUR en 4 999 EUR ligt.Als geen cijfer is vermeld, is het desbetreffende bedrag gelijk aan nul.Landen met een nulsaldo in alle kolommen zijn niet in de tabellen opgenomen.

35. In alle tabellen werden de gegevens gepresenteerd volgens de gebruikte financiële middelen (A-budget, B-budget en uitvoeringskosten) en het soort project (macro-economische steun, sectoraal beleid, spoedhulp enz.).

Alle EOF’s

De desbetreffende tabellen zijn te vinden in bijlage 2.

ANDERE BEHEERSINFORMATIE

[pic]

TABEL 4.1.2

OVERZICHT VAN SLAPENDE VASTLEGGINGEN „NOG BETAALBAAR TE STELLEN” („RESTE A LIQUIDER” OF AFGEKORT „RAL”)

36. Stabex-projecten (miljoen EUR)

Land | Projecten | Bedrag RAL |

8e EOF | Mauritanië | Stabex 98 pijlinkvis, inktvis en zeekatten | 14,75 |

Rwanda | Vrijdom artikel 195 a - koffie | 0,43 |

Senegal | Vrijdom artikel 195 a - olie | 2,45 |

Soedan | Stabex 98 - katoen | 4,83 |

Tanzania | Vrijdom artikel 195 a – groene koffie | 1,01 |

Togo | Vrijdom artikel 195 a - cacao | 0,08 |

Togo | Vrijdom artikel 195 a - koffie | 0,33 |

Togo | Vrijdom artikel 195 a - katoen | 0,66 |

Totaal | 24,55 |

37. EIB-projecten (miljoen EUR)

Land | Projecten | Bedrag RAL |

7e EOF | Jamaica | Water en riolering Port Antonio | 15,00 |

Tuvalu | DBT II globale lening | 0,20 |

8e EOF | Botswana | Watertoevoer Francistown | 2,10 |

Barbados | Ontwikkeling luchthaven Barbados | 1,54 |

Kameroen | Tsjaad Kameroen olie-exportsysteem | 9,35 |

Tsjaad | Tsjaad Kameroen olie-exportsysteem | 6,25 |

Tsjaad | Globale lening financiële sector | 0,50 |

Dom. Republiek | Financiële sector GL II A | 4,51 |

Dom. Republiek | Financiële sector GL II B | 3,44 |

Ethiopië | Ontwikkeling Bank van Ethiopië | 25,00 |

Guinee | Autonome haven van Conakry | 12,00 |

Guyana | Krachtproject | 20,00 |

Guyana | Iped II | 0,46 |

Malawi | Mijnproject Kangankunde | 0,30 |

Mauritius | Rioolproject Plaines Wilhems | 7,6 |

Mozambique | Motraco II | 0,58 |

Saint Lucia | Bank of St. Lucia GL | 3,00 |

Saint Lucia | Bank of Saint Lucia GL | 0,84 |

Swaziland | Motraco II | 1,75 |

Swaziland | SEB III maguga | 7,00 |

Trinidad en Tobago* | Carribean microfinance Ltd | 4,00 |

9e EOF (ex 6e EOF) | Mozambique | Motraco II | 1,17 |

Totaal | 126,80 |

[pic]

[pic]

Tabel 4.2.3

Cofinanciering door Italië

In 1985 sloot de Europese Commissie met de Italiaanse regering een akkoord voor de cofinanciering van ontwikkelingsprojecten die door de Commissie worden beheerd.

Het akkoord is sindsdien via briefwisseling tussen de Italiaanse regering en de voor ontwikkelingssamenwerking bevoegde commissaris verlengd tot en met 31 december 2004.

Vervolgens heeft de Commissie bij schriftelijke procedure E/1588/2004 een besluit aangenomen betreffende de tenuitvoerlegging van het cofinancieringskaderakkoord. Dit besluit legt het budgettair en reglementair kader vast voor de verbintenissen uit hoofde van het akkoord. Zo bepaalt het besluit van de Commissie dat de cofinanciering door de Commissie geschiedt met inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement van het EOF en dat dezelfde gedelegeerde en gesubdelegeerde ordonnateurs als voor het EOF gemachtigd zijn om de bijdrage van Italië aan de cofinanciering te beheren. De gedelegeerd ordonnateur is eveneens bevoegd om de passende definitieve termijn voor de tenuitvoerlegging overeenkomstig de geldende regels te bepalen.

In 2006 was de situatie van de Italiaanse middelen die door de Commissie worden beheerd voor projecten in de ACS-landen als volgt (in euro).

Projectnr. | Land | Project | Saldo | Bijdrage | Betalingen | Saldo |

31.12.2005 | 31.12.2006 |

ITA COF | 1 | BURUNDI | REG. - Ruzizi II | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 2 | KAAPVERDIË | Luchthaven | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 3 | ACS | ACS - Fiere | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 4 | ACS | ACS - Fiere | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 5 | TOGO | CIMAO | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 6 | GUINEE-BISSAU | M'Pack road | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 7 | ACS | ACS - Fiere | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 8 | ZAÏRE | Technische bijstand Ofida | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 9 | ZAMBIA | Sysmin II | 438 254,02 | 0,00 | 0,00 | 438 254,02 |

ITA COF | 10 | TANZANIA | Musoma road | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 11 | ZAÏRE | Parco Virunga | 155 561,80 | 0,00 | 0,00 | 155 561,80 |

ITA COF | 12 | GUINEE-BISSAU | Farimbrug | 3 034,20 | 0,00 | 0,00 | 3 034,20 |

ITA COF | 13 | SOEDAN | Suiker | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 14 | SOEDAN | Staaltoevoer | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 15 | ZAÏRE | Technische bijstand Kivu | 202 332,84 | 0,00 | 0,00 | 202 332,84 |

ITA COF | 16 | ZAÏRE | Drinkwater | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 17 | TANZANIA | Spoorweg | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 18 | DOMINICA | Droger | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 19 | ACS | ACS - Fiere | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 20 | BURKINA FASO | DIAPER II | 35 326,10 | 0,00 | 0,00 | 35 326,10 |

ITA COF | 21 | MAURITIUS | Schoeisel | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 22 | BOTSWANA | K. luchthavent | 160 586,01 | 0,00 | 0,00 | 160 586,01 |

ITA COF | 23 | SOMALIË | Somalië - P. bovine | 1 694 318,41 | 0,00 | 0,00 | 1 694 318,41 |

ITA COF | 24 | GUINEE-BISSAU | Olie-invoer | 194 860,96 | 0,00 | 0,00 | 194 860,96 |

ITA COF | 25 | MALI | Nioro | 169 812,57 | 0,00 | 0,00 | 169 812,57 |

ITA COF | 26 | ANGOLA | Boavida ziekenhuis | 161 422,54 | 0,00 | 0,00 | 161 422,54 |

ITA COF | 27 | TANZANIA | Ziekenhuis P. | 9 592,49 | 0,00 | 0,00 | 9 592,49 |

ITA COF | 28 | DJIBOUTI | IGADD voedselproject | 3 031,61 | 0,00 | 0,00 | 3.031,61 |

ITA COF | 29 | SEYCHELLEN | Technische bijstand | 51 073,21 | 0,00 | 0,00 | 51 073,21 |

ITA COF | 30 | ACS | ACS – Fiere | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 31 | BURUNDI | Rutana Kankuzo | 154 846,04 | 0,00 | 0,00 | 154 846,04 |

ITA COF | 32 | CONGO | Kinkala B. weg | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 33 | GUI. CONAKRY | Fouta Djalon | 305 162,33 | 0,00 | 0,00 | 305 162,33 |

ITA COF | 34 | SENEGAL | Nationale weg nr.°2 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 35 | ZAÏRE | Film Kivu | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 36 | BURKINA FASO | Technische bijstand | 89.763,43 | 0,00 | 0,00 | 89 763,43 |

ITA COF | 37 | Rente van cofinanciering | 13 871.143 | 6 732 041,00 | 10 895 830,00 | 9 707 353 |

ITA COF | 38 | TANZANIA | Pemba haven | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 39 | ANGOLA | Lubango weg | 200 500,00 | 0,00 | 0,00 | 200 500,00 |

ITA COF | 40 | Administratieve uitgaven | 408 419,64 | 609 749,31 | 533 617,23 | 484 551,70 |

ITA COF | 41 | MOZAMBIQUE | Technische bijstand | 78 963,69 | 0,00 | 0,00 | 78 963,69 |

ITA COF | 42 | MOZAMBIQUE | Maputo | 14 387,00 | 0,00 | 0,00 | 14 387,00 |

ITA COF | 43 | MOZAMBIQUE | Vluchtelingen | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 44 | MADAGASKAR | Manambery brug | 65 250,91 | 0,00 | 0,00 | 65 250,91 |

ITA COF | 45 | MOZAMBIQUE | Hulp aan kinderen | 11 295,81 | 0,00 | 0,00 | 11 295,81 |

ITA COF | 46 | ANGOLA | Ministerie sociale bijstand | 497,94 | 0,00 | 0,00 | 497,94 |

ITA COF | 47 | ACS | ACS-Conf. na Lome IV | 2 708,00 | 0,00 | 0,00 | 2 708,00 |

ITA COF | 48 | ANGOLA | MKB | 27 750,00 | 0,00 | 0,00 | 27 750,00 |

ITA COF | 49 | SADC | MKB-workshop | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |

ITA COF | 50 | SOMALIË | Rehabilitatie | 13 966 188,24 | 4 981 063,00 | 1 675 657,20 | 17 271 594,04 |

ITA COF | 51 | TANZANIA | Bogamoyo weg | 1 636 461,45 | 0,00 | 250 156,92 | 1 386 304,54 |

ITA COF | 52 | SOMALIË | PACE | 478 535,75 | 0,00 | 0,00 | 478 535,75 |

TOTAAL | 34 591 079,99 | 12 322 853,31 | 13 355 261,35 | 33 558 671,95 |

In totaal zijn sedert de ondertekening van het bovengenoemde akkoord 52 projecten in ACS-landen door Italië gecofinancierd, waarvan één project „Tanzania” in de loop van het jaar is afgesloten en het andere „Rehabilitatie Somalië” nog steeds aan de gang is.

In het kader van het programma „Rehabilitatie Somalië” is geen enkel nieuw contract of aanhangsel ondertekend. Er zijn echter verschillende subsidievoorstellen in voorbereiding na een in 2006 gedane oproep tot het indienen van voorstellen, die in 2007 concrete vorm moeten aannemen.

FINANCIËLE INFORMATIE EIB

INVESTERINGSFACILITEIT: WINST- EN VERLIESREKENING

(x 1 000 EUR)

Toelichting-gen | Tot en met 31.12.2006 | Tot en met 31.12.2005 |

Rente en soortgelijke baten | 23 816 | 12 376 |

van leningen | 21 556 | 12 117 |

van rentesubsidies | 162 | - |

van kasmiddelen | 2 098 | 259 |

Rentelasten en soortgelijke lasten | (2 493) | (1 103) |

van derivaten | (2 483) | (1 103) |

van overige bronnen | (10) | - |

Nettorentebaten | 21 323 | 11 273 |

Nettobaten van honoraria en provisies | 5 | 4 366 | 708 |

Financiële transacties |

Nettoresultaten van financiële transacties | 6 | (153) | 1 008 |

Waardeverminderingsverlies op leningen en investeringen in aandelen | 9 | (1 823) | (1 918) |

Speciale bijdrage van de lidstaten voor algemene administratiekosten | 7 | 33 913 | 32 455 |

Algemene administratiekosten | 7 | (33 913) | (32 455) |

Nettowinst voor het jaar | 23 713 | 11 071 |

De toelichtingen verwijzen naar de toelichtingen bij de financiële staten.

INVESTERINGSFACILITEIT: BALANS

(x 1 000 EUR)

Toelichting-gen | 31.12.2006 | 31.12.2005 |

ACTIVA |

Geldmiddelen en kasequivalenten | 8 | 190 780 | 194 916 |

Afgeleide financiële instrumenten | 12 | 8 473 | - |

Leningen en investeringen in aandelen | 9 |

Leningen | 338 997 | 196 731 |

waarvan toegerekende rente | 3 784 | 2 722 |

Investeringen in aandelen | 66 449 | 30 886 |

Door contribuanten te storten bedragen | 10 | 103 913 | 92 455 |

Overige activa | 11 | 1 365 | 351 |

Totaal activa | 709 977 | 515 339 |

PASSIVA |

Afgeleide financiële instrumenten | 12 | - | 5 584 |

Aan derden verschuldigde bedragen | 13 | 134 425 | 115 655 |

Uitgestelde baten | 14 | 7 908 | 186 |

Overige passiva | 15 | 1 463 | - |

Totaal passiva | 143 796 | 121 425 |

AAN DE LIDSTATEN TOE TE SCHRIJVEN EIGEN VERMOGEN |

Afgeroepen faciliteitsbijdrage van de lidstaten | 16 | 515 000 | 370 000 |

Ingehouden winsten | 41 184 | 17 471 |

Reserve reële waarde | 9 997 | 6 443 |

Totaal eigen vermogen | 566 181 | 393 914 |

Totaal passiva en middelen van lidstaten | 709 977 | 515 339 |

De toelichtingen verwijzen naar de toelichtingen bij de financiële staten.

INVESTERINGSFACILITEIT: KASSTROOMOVERZICHT

(x 1 000 EUR)

Tot en met 31.12.2006 | Tot en met 31.12.2005 |

Kasstromen van bedrijfsactiviteiten |

Winst voor het begrotingsjaar | 23 713 | 11 071 |

Aanpassingen |

Waardevermindering op investeringen in aandelen | 130 | 1 918 |

Waardevermindering op leningen | 1 693 | - |

Gekapitaliseerde rente | (4 303) | (1 978) |

Toename overgangs- en regularisatierekeningen | 8 038 | 468 |

Winst op bedrijfsactiviteiten | 29 271 | 11 479 |

Netto-uitkeringen lening | (157 004) | (107 817) |

Aflossingen | 3 585 | 863 |

Reële waarde derivaten | (14 057) | 5 441 |

Toename voorafbetalingen en toegerekende baten van leningen | (1 062) | (2 404) |

Toename investeringen in aandelen | (31 965) | (5 854) |

Opbrengsten van investeringen in aandelen | 25 | - |

Toename andere activa | (1 014) | (351) |

Toename andere passiva | 1 463 | - |

Nettogeldmiddelen van bedrijfsactiviteiten | (170 758) | (98 643) |

Kasstromen van financieringsactiviteiten |

Betalingen lidstaten | 145 000 | 210 000 |

Toe-/afname door contribuanten te storten bedragen | (11 458) | (32 455) |

Nettotoename bedragen verschuldigd uit hoofde van rentesubsidies | 17 312 | 78 200 |

Toename aan derden verschuldigde bedragen | 1 458 | 32 455 |

Nettogeldmiddelen van financieringsactiviteiten | 152 312 | 288 200 |

Gevolgen van wisselkoerswijzigingen voor leningen en investeringen in aandelen | 14 310 | (6 431) |

Samenvattende staat van kasstromen |

Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin begrotingsjaar | 194 916 | 11 790 |

Nettogeldmiddelen van bedrijfsactiviteiten | (170 758) | (98 643) |

Nettogeldmiddelen van financieringsactiviteiten | 152 312 | 288 200 |

Gevolgen van wisselkoerswijzigingen voor leningen en investeringen in aandelen | 14 310 | (6 431) |

Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde begrotingsjaar | 190 780 | 194 916 |

INVESTERINGSFACILITEIT: OVERZICHT VAN DE WIJZIGINGEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

(x 1 000 EUR)

Voor het jaar geëindigd op 31.12.2006 | Faciliteits-bijdrage lidstaten | Ingehouden winsten | Reserve reële waarde op voor verkoop beschikbare investering | Totaal eigen vermogen |

Per 31 december 2004 | 160 000 | 6 400 | (899) | 165 501 |

Faciliteitsijdrage lidstaten afgeroepen in de loop van het jaar | 230 000 | - | - | 230 000 |

Faciliteitsbijdrage lidstaten geschrapt tijdens het jaar | (20 000) | - | - | (20 000) |

Nettowinst voor het jaar | - | 11 071 | - | 11 071 |

Wijziging reële waarde tijdens het jaar | - | - | 7 342 | 7 342 |

Per 31 december 2005 | 370 000 | 17 471 | 6 443 | 393 914 |

Faciliteitsbijdrage lidstaten afgeroepen in de loop van het jaar | 145 000 | - | - | 145 000 |

Nettowinst voor het jaar | - | 23 713 | - | 23 713 |

Wijziging reële waarde tijdens het jaar | - | - | 3 554 | 3 554 |

Per 31 december 2006 | 515 000 | 41 184 | 9 997 | 566 181 |

TOELICHTINGEN BIJ DE FINANCIËLE STATEN

Algemene informatie

De investeringsfaciliteit (de „faciliteit”) werd opgericht in het kader van de Overeenkomst van Cotonou (de „Overeenkomst”) betreffende steun voor samenwerking en ontwikkeling, die door de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan („de ACS-staten”) en de Europese Unie en haar lidstaten op 23 juni 2000 werd gesloten en op 25 juni 2005 werd herzien.

De faciliteit wordt beheerd door de EIB. Krachtens de voorwaarden van de Overeenkomst mag een bedrag van maximaal 2 200 miljoen EUR voor de ACS en 20 miljoen EUR voor de LGO (overeengekomen bij Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO met de Europese Gemeenschap) voor de financiering van de faciliteit worden uitgetrokken. Binnen het kader van de Overeenkomst beheert de EIB tevens leningen die uit haar eigen middelen worden toegekend. Alle andere middelen en instrumenten van de Overeenkomst worden door de Europese Commissie beheerd.

Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging

- Grondslag voor de voorbereiding

De financiële staten van de faciliteit zijn opgemaakt in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), die door de Europese Unie zijn goedgekeurd.

De toegepaste grondslagen voor financiële verslaglegging zijn in overeenstemming met de IFRS en de algemene beginselen van Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen, gewijzigd bij Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 en Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen („de richtlijnen”).

- Belangrijke beoordelingen en ramingen

Bij het opmaken van de financiële staten in overeenstemming met de IFRS moet een beroep worden gedaan op bepaalde essentiële ramingen. Bij het toepassen van de grondslagen voor financiële verslaglegging van de faciliteit moet het management ook beoordelingen maken. Indien er sprake is van een hogere mate van beoordeling of complexiteit of indien veronderstellingen en ramingen voor de financiële staten van belang zijn, wordt dit bekendgemaakt.

Onder meer in volgende gevallen werd een beroep gedaan op beoordelingen en ramingen:

Reële waarde van financiële instrumenten

Wanneer de reële waarde van financiële activa en financiële passiva in de balans niet uit actieve markten kan worden afgeleid, wordt de waarde bepaald met gebruikmaking van uiteenlopende waarderingstechnieken, waaronder mathematische modellen. De input voor deze modellen wordt waar mogelijk uit waarneembare markten gehaald. Is dit niet mogelijk, dan is er een zekere mate van beoordeling vereist voor de vaststelling van de reële waarde. Onder meer de liquiditeit en – voor de modellen – inputgegevens als correlatie en volatiliteit van langdurige derivaten worden daarbij beoordeeld.

Waardeverminderingsverlies op leningen en voorschotten

Op elke verslagleggingsdatum neemt de faciliteit haar probleemleningen en –voorschotten onder de loep teneinde te beoordelen of er in de winst- en verliesrekening een voorziening voor waardevermindering moet worden opgevoerd. Om het niveau van de voorziening te bepalen is met name een beoordeling van het management vereist voor de raming van het bedrag en het tijdsschema van toekomstige kasstromen. Dergelijke ramingen zijn gebaseerd op veronderstellingen over een aantal factoren en de uiteindelijke resultaten kunnen uiteenlopen, met toekomstige wijzigingen van de voorziening tot gevolg. Naast specifieke voorzieningen voor afzonderlijke belangrijke leningen en voorschotten voert de faciliteit ook een collectieve voorziening voor waardevermindering op voor blootstellingen die afzonderlijk genomen weliswaar geen specifieke voorziening vereisen, doch die een grotere kans op niet-nakoming vertonen dan bij toekenning. Deze collectieve voorziening is gebaseerd op alle verslechteringen van de interne rating van de lening of investering sedert de datum van toekenning of verwerving. Deze interne ratings houden rekening met factoren als verslechteringen van het landenrisico en de industrie of technologische veroudering, en met vastgestelde structurele zwakheden of verslechtering van kasstromen.

Waardering van investeringen in niet-beursgenoteerde aandelen

Bij de waardering van investeringen in niet-beursgenoteerde aandelen wordt normaal gesproken met een van volgende gegevens rekening gehouden:

- recente zakelijke en objectieve markttransacties tussen onafhankelijke partijen;

- actuele reële waarde van andere instrumenten die in wezen hetzelfde zijn;

- de verwachte kasstromen die gedisconteerd zijn met behulp van actuele rentevoeten die gelden voor instrumenten met soortgelijke voorwaarden en risicokenmerken; of

- andere waarderingsmodellen.

De bepaling van de kasstromen en discontofactoren voor investeringen in niet-beursgenoteerde aandelen vereist een belangrijke raming. De faciliteit stemt de waarderingstechnieken op gezette tijden op elkaar af en toetst hun geldigheid hetzij aan de prijzen van waarneembare actuele markttransacties in hetzelfde instrument, hetzij aan andere beschikbare waarneembare marktgegevens.

Waardevermindering op investeringen in aandelen

In het kader van de faciliteit is bepaald dat voor verkoop beschikbare investeringen in aandelen als in waarde verminderd worden beschouwd wanneer hun reële waarde aanzienlijk of langdurig beneden kosten is gedaald of wanneer er andere aanwijzingen van waardevermindering voorhanden zijn. Om te bepalen of een vermindering aanzienlijk of langdurig is, is een beoordeling vereist.

- Wijziging van de grondslagen voor financiële verslaglegging

De grondslagen voor financiële verslaglegging zijn dezelfde als in het vorige begrotingsjaar, met de volgende uitzonderingen:

De faciliteit heeft de wijziging aangenomen van IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering voor financiële- garantiecontracten (gepubliceerd in augustus 2005). Deze norm vereist dat financiële-garantiecontracten die niet als verzekeringscontracten kunnen worden beschouwd, in eerste instantie tegen reële waarde worden opgenomen en vervolgens geherwaardeerd worden tegen het hoogste van de volgende bedragen: het bedrag dat overeenkomstig IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa is bepaald, en het bedrag dat oorspronkelijk is opgenomen verminderd met, in voorkomend geval, de geaccumuleerde afschrijvingen die zijn opgenomen in overeenstemming met IAS 18 Opbrengsten.

Voorts zijn er bepaalde nieuwe normen, wijzigingen en uitleggingen van bestaande normen gepubliceerd, die verplicht zijn voor de boekhoudperiodes van de faciliteit die aanvangen op1 maart 2006 of daarna. De faciliteit heeft die echter nog niet vroegtijdig goedgekeurd. Het gaat om:

- IFRS 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffing (van toepassing op verslagperioden die aanvangen op 1 januari 2007 of daarna): de norm vereist dat de faciliteit informatie verschaft aan de hand waarvan de gebruikers het belang van de financiële instrumenten van de faciliteit kunnen beoordelen alsook de aard en de omvang van de risico's die uit deze financiële instrumenten voortvloeien;

- de wijziging van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening (van toepassing op verslagperioden die aanvangen op of na 1 januari 2007): deze wijziging vereist dat de faciliteit nieuwe informatie verschaft aan de hand waarvan de gebruikers van de financiële staten de doelstellingen, het beleid en de processen voor het beheer van kapitaal van de faciliteit kunnen beoordelen;

- IFRIC 9 (van toepassing op verslagperioden die aanvangen op 1 juni 2006 of daarna): deze uitlegging stelt vast dat de datum voor de beoordeling van het bestaan van in contracten besloten derivaten de datum is waarop een entiteit voor het eerst partij bij het contract wordt, met pas een herbeoordeling indien het contract zodanig wordt gewijzigd dat de kasstromen aanzienlijk worden gewijzigd. De faciliteit is nog steeds het effect van deze uitlegging aan het evalueren en verwacht dat de goedkeuring van deze uitlegging geen effect zal hebben op de financiële staten van de faciliteit wanneer deze in 2007 wordt toegepast.

- Overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging

In de balans zijn de activa en passiva opgenomen in dalende volgorde van liquiditeit en wordt geen onderscheid gemaakt tussen vlottende en niet-vlottende posten.

1) Omrekening vreemde valuta

Voor de presentatie van haar financiële staten gebruikt de faciliteit de euro (EUR), die ook de functionele en rapportagemunteenheid is.

Overeenkomstig IAS 21 worden transacties in vreemde valuta omgerekend tegen de wisselkoers van de datum van de transactie.

Financiële activa en passiva die in andere valuta dan de euro zijn uitgedrukt, worden in euro omgerekend tegen de wisselkoers van de datum van de balans. De winst of het verlies uit een dergelijke omrekening wordt in de winst- en verliesrekening opgevoerd.

Niet-monetaire posten die worden geboekt tegen in een vreemde munteenheid uitgedrukte historische kosten, worden omgerekend tegen de wisselkoers van de datum van de transactie. Niet-monetaire posten die worden geboekt tegen de in een vreemde munteenheid uitgedrukte reële waarde, worden omgerekend tegen de wisselkoers van de datum waarop de waarde werd bepaald.

Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit de vereffening van transacties tegen een andere koers dan die van de datum van de transactie, en niet-gerealiseerde wisselkoersverschillen op in vreemde valuta uitgedrukte monetaire activa en passiva die niet zijn vereffend, worden in de winst-en-verliesrekening opgevoerd.

De winst-en-verliesrekeningen worden maandelijks in euro omgerekend tegen de aan het einde van de maand geldende wisselkoers.

2) Geldmiddelen en kasequivalenten

In het kader van de faciliteit worden lopende rekeningen of kortetermijndeposito's met oorspronkelijke looptijden van drie maanden of minder als kasequivalenten beschouwd.

3) Ander financiële activa dan derivaten

Financiële activa worden geboekt op basis van de valutadatum.

- Leningen

Door de faciliteit verstrekte leningen worden bij de activa van de faciliteit opgenomen wanneer de geldmiddelen aan de lener zijn uitgekeerd. Door de faciliteit verstrekte leningen worden in eerste instantie tegen kosten (netto uitgekeerde bedragen) opgenomen, dat wil zeggen de reële waarde van de geldmiddelen waarmee de lening wordt verstrekt inclusief transactiekosten, en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd, waarbij de methode van het effectief rendement wordt gehanteerd, verminderd met een voorziening voor waardevermindering of oninbaarheid.

- Investeringen in aandelen

Na aanvankelijke waardering worden deze directe en indirecte investeringen in aandelen, die als voor verkoop beschikbare financiële investeringen worden ingedeeld, vervolgens tegen reële waarde geboekt.

a. Risicokapitaalfondsen

De reële waarde van elk risicokapitaalfonds wordt gebaseerd op de door het fonds gerapporteerde intrinsieke waarde, voorzover deze waarde is berekend volgens een internationale waarderingsnorm die geacht wordt in overeenstemming te zijn met de IFRS. De faciliteit mag evenwel overgaan tot een aanpassing van de door het fonds gerapporteerde intrinsieke waarde indien er factoren zijn die de waardering kunnen beïnvloeden.

Indien er geen internationaal erkende waarderingsnorm werd toegepast, wordt de waardering verricht op basis van de onderliggende portefeuille.

b. Directe investeringen in aandelen

De reële waarde van de investering wordt gebaseerd op de meest recente beschikbare financiële staten, waarbij – indien van toepassing – opnieuw hetzelfde model wordt gebruikt als het model dat bij de verwerving van de participatie werd gebruikt.

Niet-gerealiseerde winsten of verliezen op investeringen in aandelen worden verwerkt in het eigen vermogen tot de verkoop, de inning of de afstoting van de investering of totdat is vastgesteld dat de investering een waardevermindering heeft ondergaan. Indien vastgesteld wordt dat een voor verkoop beschikbare investering in waarde is verminderd, worden de gecumuleerde niet-gerealiseerde winsten of verliezen die voordien in de rubriek eigen vermogen waren verwerkt, in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Voor investeringen in niet-beursgenoteerde aandelen wordt de reële waarde bepaald aan de hand van erkende waarderingstechnieken. Deze investeringen worden tegen kosten verwerkt wanneer de reële waarde niet op betrouwbare wijze kan worden gemeten.

- Garanties

Financiële garanties worden in eerste instantie tegen reële waarde in de nettobalans onder de rubriek „Overige passiva” opgenomen. Na de aanvankelijke opname worden de verplichtingen van de faciliteit uit hoofde van elke garantie geherwaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: de geamortiseerde premie en de best mogelijke raming van de middelen die nodig zijn om te voldoen aan financiële verplichtingen die uit de garantie voortvloeien.

Elke toename van het passief in verband met financiële garanties wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de post „Uitgave kredietverlies”. De ontvangen premie wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de post „nettobaten van honoraria en provisies” over de levensduur van de garantie berekend volgens de lineaire methode.

4) Waardevermindering van financiële activa

De faciliteit beoordeelt bij elke balansdatum of er voldoende objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat financiële activa een waardevermindering hebben ondergaan. Financiële activa worden geacht een waardevermindering te hebben ondergaan indien, en alleen indien, er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn van een waardevermindering als resultaat van één of meer gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de eerste opname van de activa en die een effect hebben op de geraamde toekomstige kasstromen van de financiële activa of de groep financiële activa dat op betrouwbare wijze kan worden geraamd. Aanwijzingen van waardevermindering kunnen zijn dat de lener of een groep van leners aanzienlijke financiële moeilijkheden ondervindt, in gebreke blijft en rente of hoofdsommen niet betaalt, de waarschijnlijkheid dat zij failliet zullen worden verklaard of een andere financiële reorganisatie zullen ondergaan, of dat waarneembare gegevens erop wijzen dat er een meetbare daling is in de geraamde toekomstige kasstromen, zoals wijzigingen in betalingsachterstallen of in de economische omstandigheden die met niet-nakoming samengaan.

Voor de aan het einde van het begrotingsjaar uitstaande leningen die tegen geamortiseerde kosten zijn geboekt, komen waardeverminderingen tot stand wanneer er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat het risico bestaat dat de uitgeleende bedragen geheel of gedeeltelijk niet volgens de oorspronkelijke contractuele voorwaarden of de overeenstemmende waarde zullen kunnen worden geïnd. Indien er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat er zich een waardevermindering heeft voorgedaan, wordt het verlies gewaardeerd als het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en de actuele waarde van de geraamde toekomstige kasstromen. De boekwaarde van het actief wordt verminderd door middel van een voorziening en het bedrag van het verlies wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Rentebaten worden nog steeds toegerekend op de verminderde boekwaarde volgens de effectieve rentevoet van de lening. Leningen worden samen met de daarmee samenhangende voorziening afgeschreven indien er geen realistische vooruitzichten op toekomstige inning bestaan. Indien het bedrag van het geraamde waardeverminderingsverlies in een volgend jaar toe- of afneemt ingevolge een gebeurtenis die zich na de opname van de waardevermindering voordoet, wordt het eerder geboekte waardeverminderingsverlies verhoogd of verlaagd door de voorziening aan te passen.

Aangezien de faciliteit voor elke lening een kredietrisicobeoordeling uitvoert, is er geen behoefte aan een voorziening voor collectieve waardevermindering.

Voor de voor verkoop beschikbare investeringen in aandelen beoordeelt de faciliteit bij elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat een investering een waardevermindering heeft ondergaan. Objectieve aanwijzingen kunnen bestaan in een aanzienlijke of langdurige daling van de reële waarde van de investering beneden kosten. Zijn er aanwijzingen van een waardevermindering voorhanden, dan wordt het gecumuleerde verlies (gewaardeerd als het verschil tussen de kosten van verwerving en de actuele reële waarde, min de waardevermindering op de betrokken investering die reeds eerder in de winst-en-verliesrekening was opgenomen) uit het eigen vermogen gehaald en in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Waardeverminderingsverliezen op investeringen in aandelen worden niet via de winst-en-verliesrekening teruggenomen. Toenames van hun reële waarde na waardevermindering worden direct in het eigen vermogen opgenomen.

In het kader van haar risicobeheer gaat de EIB ten minste eenmaal per jaar na of haar financiële activa een waardevermindering hebben ondergaan. De hieruit voortvloeiende aanpassingen leiden onder meer tot het ontbinden van de disagio in de winst-en-verliesrekening tijdens de gehele levensduur van het activum en tot alle aanpassingen die zijn vereist met betrekking tot een herbeoordeling van de aanvankelijke waardevermindering.

5) Afgeleide financiële instrumenten

Derivaten omvatten cross-currency swaps en cross-currency renteswaps.

De faciliteit mag in de uitoefening van haar normale activiteiten swapovereenkomsten sluiten om specifieke krediettransacties, luidend in andere valuta dan de euro die actief worden verhandeld, tegen het risico van wisselkoersschommelingen af te dekken.

Per 31 december 2006 en 2005 heeft de faciliteit evenwel geen dekkingstransacties aangegaan overeenkomstig de IFRS-regels. Bijgevolg zijn alle afgeleide financiële instrumenten in de winst-en-verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerd. De reële waarde wordt hoofdzakelijk bepaald op grond van contante-waardeberekeningen, optiewaarderingsmodellen en prijsnoteringen van derden.

Derivaten worden tegen reële waarde als activa geboekt wanneer hun reële waarde positief is en als passiva wanneer hun reële waarde negatief is. Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, worden in „Nettoresultaten van financiële transacties” opgenomen.

6) Bijdragen

Bijdragen van de lidstaten worden in de balans als te innen schuldvorderingen beschouwd met ingang van de datum van het besluit van de Raad waarin de door de lidstaten te betalen financiële bijdragen aan de faciliteit worden vastgesteld.

7) Rente van leningen

Rente van door de faciliteit verstrekte leningen wordt geboekt in de winst-en-verliesrekening (rente en soortgelijke baten) en in de balans (leningen en voorschotten) volgens het toerekeningsbeginsel met gebruikmaking van de effectieve rentevoet, die het tarief is met behulp waarvan de geraamde toekomstige kasstromen of ontvangsten tijdens de verwachte levensduur van de lening exact naar de nettoboekwaarde van de lening wordt gedisconteerd. Zodra de boekwaarde van een lening door een waardeverminderingsverlies verminderd is, blijven de rentebaten opgenomen met gebruikmaking van de oorspronkelijke effectieve rentevoet die op de nieuwe boekwaarde wordt toegepast.

8) Rentesubsidies

Het beheer van de rentesubsidies namens de lidstaten is een onderdeel van de activiteiten van de faciliteit.

Het deel van de bijdragen van de lidstaten dat aan de betaling van rentesubsidies wordt toegewezen, wordt niet opgevoerd in het eigen vermogen van de faciliteit, maar wordt ingedeeld als „aan derden verschuldigd bedrag”.

9) Rentebaten van kasmiddelen

Krachtens de voor de faciliteit geldende voorwaarden en overeenkomstig het Financieel Reglement van toepassing op het 9e EOF worden de middelen die de EIB namens de faciliteit ontvangt, bijgeschreven op een rekening op naam van de Commissie. De rente van deze deposito’s die door de faciliteit bij de EIB worden geplaatst, wordt niet in de boekhouding van de faciliteit opgenomen, aangezien deze direct aan de Europese Commissie wordt betaald.

Terugbetalingen van hetzij hoofdsom of rente, hetzij provisies op financiële transacties, en rente van deze terugbetalingen worden in de boekhouding van de faciliteit opgenomen.

10) Honoraria, provisies en dividenden

Honoraria die werden ontvangen met betrekking tot diensten die over een bepaalde periode werden verstrekt worden als ontvangsten opgenomen zodra de diensten zijn verstrekt. Provisies worden uitgesteld en als ontvangsten opgenomen met gebruikmaking van de methode van de effectieve rentevoet met betrekking tot periode van de uitkering tot de terugbetaling van de betrokken lening.

Dividenden van investeringen in aandelen worden bij ontvangst opgenomen.

11) Fiscale bepalingen

Het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, gehecht aan het Verdrag van 8 april 1965 tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, bepaalt dat de eigendommen, fondsen en bezittingen van de Europese Gemeenschappen vrijgesteld zijn van alle directe belastingen.

12) Herindeling van cijfers van vorige jaren

Waar nodig werden voor het maken van vergelijkingen bepaalde cijfers van vorige jaren heringedeeld teneinde in overeenstemming te zijn met de wijzigingen die in de presentatie van dit jaar werden aangebracht.

Risicobeheer

1) Kredietrisico

In deze rubriek zijn de financiële gegevens opgenomen over de door de faciliteit gedane investeringen.

In de onderstaande tabel wordt de risicopositie van de faciliteit per soort kredietnemer weergegeven.

Uitgekeerde financieringen (x 1 000 EUR) |

2006 | 2005 |

Particuliere kredietnemers | 378 428 | 225 174 |

Openbare kredietnemers (landen) | 23 234 | - |

Totaal | 401 662 | 225 174 |

In de onderstaande tabel wordt de risicopositie van de faciliteit per gehanteerd investeringsinstrument weergegeven.

Uitgekeerde financieringen (x 1 000 EUR) |

2006 | 2005 |

Senior leningen (uitgekeerde financieringen) | 226 392 | 111 671 |

waarvan globale leningen | 96 841 | 50 314 |

Achtergestelde leningen en quasi-aandelenkapitaal | 108 821 | 82 617 |

Investeringen in aandelen | 66 449 | 30 886 |

Totaal | 401 662 | 225 174 |

In de onderstaande tabel wordt de risicopositie van de faciliteit per sector weergegeven.

Uitgekeerde financieringen (x 1 000 EUR) |

2006 | 2005 |

Infrastructuur | 1 693 | 3 683 |

Industrie | 182 783 | 140 597 |

Energie | 38 291 | - |

Diensten | 33 618 | 11 548 |

Landbouw | 9 349 | 6 500 |

Diensten (financiële activiteiten) | 39 087 | 12 532 |

Globale leningen | 96 841 | 50 314 |

Totaal | 401 662 | 225 174 |

2) Renterisico

In de onderstaande tabel wordt de risicopositie van de faciliteit per renterisico weergegeven.

Uitgekeerde bedragen (x 1 000 EUR) |

2006 | 2005 |

Vaste rentevoet | 170 790 | 92 150 |

Variabele rentevoet | 164 423 | 102 138 |

Renteloze investeringen | 66 449 | 30 886 |

Totaal | 401 662 | 225 174 |

3) Liquiditeitsrisico

In de onderstaande tabel worden de activa en passiva van de faciliteit naar looptijd ingedeeld op grond van de resterende periode tot contractuele vervaldag.

Liquiditeitsrisico (x 1 000 EUR) | Tot 3 maanden | 3-12 maanden | 1-5 jaar | Meer dan 5 jaar | Totaal |

ACTIVA |

Geldmiddelen en kasequivalenten | 190 780 | - | - | - | 190 780 |

Afgeleide financiële instrumenten | - | - | 1 558 | 6 915 | 8 473 |

Leningen en investeringen in aandelen |

Leningen | 1 945 | 1 518 | 15 714 | 319 820 | 338 997 |

Investeringen in aandelen | - | - | - | 66 449 | 66 449 |

Door contribuanten te storten bedragen | 103 913 | - | - | - | 103 913 |

Overige activa | 1 365 | - | - | - | 1 365 |

Totaal activa | 298 003 | 1 518 | 17 272 | 393 184 | 709 977 |

PASSIVA |

Aan lidstaten verschuldigde bedragen | (134 425) | - | - | - | (134 425) |

Uitgestelde baten | - | - | - | (7 908) | (7 908) |

Overige passiva | (1 463) | - | - | - | (1 463) |

Totaal passiva | (135 888) | - | - | (7 908) | (143 796) |

Nettoliquiditeitspositie per 31.12.2006 | 162 115 | 1 518 | 17 272 | 385 276 | 566 181 |

Nettoliquiditeitspositie per 31.12.2005 | 174 110 | 397 | 2 192 | 217 215 | 393 914 |

4) Valutarisico

In de onderstaande tabel worden de activa en passiva van de faciliteit per valuta weergegeven.

Wisselkoersrisico (x 1 000 EUR) | EUR | USD | CAD | ACS/LGO valuta | Totaal |

ACTIVA |

Geldmiddelen en kasequivalenten | 190 549 | 231 | - | - | 190 780 |

Afgeleide financiële instrumenten | 8 473 | - | - | - | 8 473 |

Leningen en investeringen in aandelen |

Leningen | 141 075 | 176 214 | - | 21 708 | 338 997 |

Investeringen in aandelen | 18 541 | 32 427 | 3 356 | 12 125 | 66 449 |

Door contribuanten te storten bedragen | 103 913 | - | - | - | 103 913 |

Overige activa | - | 965 | - | 400 | 1 365 |

Totaal activa | 462 551 | 209 837 | 3 356 | 34 233 | 709 977 |

PASSIVA |

Aan derden verschuldigde bedragen | (134 425) | - | - | - | (134 425) |

Uitgestelde baten | (7 908) | - | - | - | (7 908) |

Overige passiva | (1 463) | - | - | - | (1 463) |

Totaal passiva | (143 796) | - | - | - | (143 796) |

Valutapositie per 31.12.2006 | 318 755 | 209 837 | 3 356 | 34 233 | 566 181 |

Valutapositie per 31.12.2005 | 273 874 | 100 367 | - | 19 673 | 393 914 |

VERBINTENISSEN |

Niet-uitgekeerde leningen en investeringen in aandelen | 717 974 | 149 820 | - | - | 867 794 |

Aangesproken garanties | - | - | - | 7 925 | 7 925 |

Niet-aangesproken garanties | 63 875 | - | - | - | 63 875 |

781 849 | 149 820 | - | 7 925 | 939 594 |

Krachtens de Overeenkomst van Cotonou kan de faciliteit financiële transacties uitvoeren, luidend in andere valuta dan de euro, en hierbij een valutarisico lopen. Wanneer evenwel een geschikte swapmarkt bestaat, mag de faciliteit een swapovereenkomst sluiten om transacties tegen het risico van wisselkoersschommelingen af te dekken.

Segmentinformatie

Overeenkomstig IAS 14 is het eerste segment van de faciliteit bedrijfseconomisch en het tweede segment geografisch.

De activiteit van de faciliteit bestaat hoofdzakelijk uit bankzaken en financieel beheer.

Bankzaken zijn investeringen in projecten, met het oog op de ondersteuning van investeringen in particuliere en commercieel geleide publieke entiteiten. De belangrijkste investeringsproducten zijn leningen, investeringen in aandelen en garanties.

Financieel beheer omvat het investeren van de liquiditeitsoverschotten en het beheren van het valutarisico waaraan de faciliteit is blootgesteld.

Met het oog op het intern beheer zijn de activiteiten van de faciliteit in vijf regio's opgesplitst.

Eerste verslagleggingsbasis – bedrijfseconomisch segment (x 1 000 EUR)

Per 31.12.2006 | Schatkist | Bankieren | Totaal |

Inkomsten van segmenten | 2 098 | 26 084 | 28 182 |

Uitgaven en lasten van segmenten | (2 646) | (1 823) | (4 469) |

Winst voor het jaar | 23 713 |

Segment activa | 200 067 | 405 997 | 606 064 |

Niet-toegewezen activa | 103 913 |

Totaal activa | 709 977 |

Segment passiva | 1 128 | 8 243 | 9 371 |

Niet-toegewezen passiva | 134 425 |

Totaal passiva | 143 796 |

Verbintenissen | 939 594 | 939 594 |

Tweede verslagleggingsbasis – geografisch segment (x 1 000 EUR)

Per 31.12.2006 | Inkomsten (*) | Totaal activa | Totaal passiva | Verbintenissen |

Caribisch gebied en Stille Oceaan | 4 217 | 42 558 | - | 69 801 |

Centraal- en Oost-Afrika | 2 216 | 56 713 | 7 707 | 296 819 |

Regionaal Afrika en ACS-staten | 2 536 | 54 944 | - | 192 882 |

Zuidelijk Afrika en Indische Oceaan | 12 990 | 161 006 | 51 | 124 241 |

West-Afrika en Sahel | 2 502 | 75 509 | 150 | 255 851 |

Overige (**) | - | 319 247 | 135 888 | - |

Totaal | 24 461 | 709 977 | 143 796 | 939 594 |

(*) Inkomsten bestaan uit de nettobaten van de bedrijfseconomische activiteiten van de faciliteit (bijvoorbeeld rente en soortgelijke baten van leningen en rentesubsidies, nettobaten van honoraria en provisies, plus respectievelijk min de gerealiseerde winst of het geleden verlies op leningen en investeringen in aandelen).

(**) Onder het geografische segment „Overige” vallen het aan/van de lidstaten of de EIB te betalen of te ontvangen bedrag en de geldmiddelen en kasequivalenten van de faciliteit.

Nettobaten van honoraria en provisies (x 1 000 EUR)

De voornaamste onderdelen van nettobaten van honoraria en provisies zijn als volgt:

2006 | 2005 |

Honoraria en provisies op leningen en investeringen in aandelen | 4 168 | 684 |

Garantievergoeding | 198 | 24 |

4 366 | 708 |

Nettoresultaten van financiële transacties (x 1 000 EUR)

De voornaamste onderdelen van nettobaten van effectenhandel en valutatransacties zijn als volgt:

2006 | 2005 |

Nettoresultaat van wisselkoersschommelingen | (14 210) | 6 449 |

Overgang op waardering van reële waarde derivaten | 14 057 | (5 441) |

(153) | 1 008 |

Algemene administratiekosten (x 1 000 EUR)

De algemene administratiekosten zijn de werkelijke kosten die door de EIB worden gemaakt bij het beheer van de faciliteit verminderd met de baten uit de standaard taxatievergoedingen die direct door de EIB aan de cliënten van de faciliteit in rekening worden gebracht.

2006 | 2005 |

Werkelijke kosten van de EIB | 35 413 | 33 364 |

Baten van taxatievergoedingen ten laste van klanten van de faciliteit | (1 500) | (909) |

Netto algemene administratiekosten | 33 913 | 32 455 |

Bij besluit van de Raad van 8 april 2003 hebben de lidstaten ermee ingestemd de door de Bank gedane uitgaven voor het beheer van de faciliteit volledig te dekken gedurende de eerste vijf jaar van het 9e EOF.

Geldmiddelen en kasequivalenten (x 1 000 EUR)

Voor het opmaken van het kasstroomoverzicht bevatten de geldmiddelen en kasequivalenten de volgende saldi met minder dan drie maanden looptijd vanaf de datum van verwerving.

De geldmiddelen en kasequivalenten kunnen worden opgesplitst tussen middelen ontvangen van lidstaten die nog niet uitgekeerd zijn en middelen die zijn verkregen uit de bedrijfseconomische en financiële activiteiten van de faciliteit.

2006 | 2005 |

Ontvangen maar nog niet uitgekeerde bijdragen van lidstaten | 69 720 | 155 523 |

Middelen uit de financiële en bedrijfseconomische activiteiten | 121 060 | 39 393 |

190 780 | 194 916 |

Leningen en investeringen in aandelen (x 1 000 EUR)

Leningen | Investeringen in aandelen | Totaal |

Per 1.1.2006 | 194 009 | 30 886 | 224 895 |

Reële waarde herwaardering | - | 3 554 | 3 554 |

Waardevermindering | (1 693) | (130) | (1 823) |

Wijziging afgeschreven kosten | (316) | - | (316) |

Uitkeringen | 157 004 | 31 965 | 188 969 |

Gekapitaliseerde rente | 4 303 | - | 4 303 |

Aflossingen | (3 585) | (25) | (3 610) |

Wisselkoersbewegingen | (14 509) | 199 | (14 310) |

Per 31.12.2006 | 335 213 | 66 449 | 401 662 |

Per 31 december 2006 ondergingen twee transacties een waardevermindering voor in totaal 1,8 miljoen EUR. Een van de transacties betrof een lening in Mauritanië voor een waardevermindering van 1,7 miljoen EUR.

Investeringen in beursgenoteerde bedrijven vertegenwoordigen 15,2 miljoen EUR van de totale investeringen in aandelen.

Door contribuanten te storten bijdragen (x 1 000 EUR)

De voornaamste onderdelen van door contribua nten te storten bedragen zijn als volgt:

2006 | 2005 |

Afgeroepen maar nog niet betaalde bijdragen | 70 000 | 60 000 |

Speciale bijdrage voor algemene administratiekosten | 33 913 | 32 455 |

103 913 | 92 455 |

Overige activa

De voornaamste onderdelen van overige activa zijn als volgt:

2006 | 2005 |

Rente op nog niet geïnde leningen | 551 | 351 |

Door de EIB te betalen bedragen | 814 | - |

1 365 | 351 |

Afgeleide financiële instrumenten (x 1 000 EUR)

Per 31.12.2006 | Overeenkomst nominaal bedrag | Positieve reële waarde |

Cross-currency swaps | 114 597 | 6 046 |

Cross-currency renteswaps | 86 963 | 2 427 |

8 473 |

Per 31.12.2005 | Overeenkomst nominaal bedrag | Negatieve reële waarde |

Cross-currency swaps | 59 176 | 3 979 |

Cross-currency renteswaps | 21 089 | 1 605 |

5 584 |

Aan derden verschuldigde bedragen (x 1 000 EUR)

De voornaamste onderdelen van aan derden verschuldigde bedragen zijn als volgt:

2006 | 2005 |

Netto algemene administratiekosten aan EIB te betalen | 33 913 | 32 455 |

Nog niet uitgekeerde rentesubsidies | 100 512 | 83 200 |

134 425 | 115 655 |

Uitgestelde baten

De voornaamste onderdelen van uitgestelde baten zijn als volgt:

2006 | 2005 |

Uitgestelde rentesubsidies | 7 687 | - |

Uitgestelde provisies voor leningen en investeringen in aandelen | 221 | 186 |

7 908 | 186 |

Overige passiva

De voornaamste onderdelen van overige passiva zijn als volgt:

2006 | 2005 |

Vergoeding te betalen aan de Commissie in verband met de bijdragerekening | 696 | - |

Aan de EIB terug te betalen bedragen | 767 | - |

1 463 | - |

Faciliteitsbijdrage lidstaten (x 1 000 EUR)

In verband met de bijdrage van de lidstaten aan de faciliteit is een bedrag van 625 miljoen EUR afgeroepen, waarvan 555 miljoen EUR betaald is. Van deze bijdrage is een bedrag van 515 miljoen EUR toegewezen aan de middelen van de faciliteit als zodanig, terwijl 110 miljoen EUR zijn uitgetrokken voor de financiering van rentesubsidies.

De situatie van de faciliteitsbijdragen van de lidstaten op 31 december 2006 is als volgt:

Lidstaat | Bijdrage aan de faciliteit | Bijdrage rentesubsidies | Totaal bijgedragen | Afgeroepen en niet betaald (*) |

Oostenrijk | 13 648 | 2 914 | 16 562 | 1 855 |

België | 20 188 | 4 312 | 24 500 | 2 744 |

Denemarken | 11 021 | 2 354 | 13 375 | 1 498 |

Finland | 7 622 | 1 628 | 9 250 | 1 036 |

Frankrijk | 125 145 | 26 730 | 151 875 | 17 010 |

Duitsland | 120 304 | 25 696 | 146 000 | 16 352 |

Griekenland | 6 437 | 1 376 | 7 813 | 875 |

Ierland | 3 193 | 682 | 3 875 | 434 |

Italië | 64 581 | 13 794 | 78 375 | 8 778 |

Luxemburg | 1 494 | 319 | 1 813 | 203 |

Nederland | 26 883 | 5 742 | 32 625 | 3 654 |

Portugal | 4 995 | 1 068 | 6 063 | 679 |

Spanje | 30 076 | 6 424 | 36 500 | 4 088 |

Zweden | 14 060 | 3 002 | 17 062 | 1 911 |

Verenigd Koninkrijk | 65 353 | 13 959 | 79 312 | 8 883 |

TOTAAL | 515 000 | 110 000 | 625 000 | 70 000 |

(*) Op 18 december 2006 heeft de Raad het bedrag vastgesteld van de financiële bijdragen die door elke lidstaat uiterlijk op 19 januari 2007 dienen te worden betaald.

Vastleggingen (x 1 000 EUR)

De vastleggingen van de faciliteit zijn als volgt:

2006 | 2005 |

Niet-uitgekeerde leningen | 779 241 | 489 310 |

Niet-uitgekeerde vastlegging met betrekking tot investeringen in aandelen | 88 552 | 81 572 |

Aangesproken garantie | 7 925 | 5 347 |

Niet-aangesproken garantie | 63 876 | 36 453 |

939 594 | 612 682 |

Latere gebeurtenissen

Er hebben zich geen materiële gebeurtenissen na de balansdatum voorgedaan die aanleiding zouden geven tot de bekendmaking of wijziging van de financiële staten per 31 december 2006.

Op voorstel van het beheerscomité heeft het directiecomité deze financiële staten op 13 maart 2007 onderzocht en heeft het besloten deze ter goedkeuring voor te leggen aan de raad van bestuur op zijn bijeenkomst op 5 juni 2007.

AANHANGSEL – OVERZICHT PER LAND EN PER INSTRUMENT

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[pic]

[1] PB L 83 van 1.4.2003, blz. 1.

[2] PB L 325 van 20.11.1986, blz. 42.

[3] PB L 266 van 21.9.1991, blz. 1.

[4] PB L 191 van 7.7.1998, blz. 53.

[5] PB L 156 van 18.6.2005, blz. 19.

[6] PB L 156 van 29.5.1998, blz. 3.

[7] PB L 198 van 6.8.2003, blz. 8.

[8] PB L 48 van 18.2.2006, blz. 19.

[9] PB L 48 van 18.2.2006, blz. 21.

[10] PB L 48 van 18.2.2006, blz. 20.

[11] PB L 48 van 18.2.2006, blz. 21.

[12] De niet-toegewezen middelen van de eerdere EOF's omvatten tevens de resterende Sysmin-middelen die bij Besluit nr. 3/2000 van de ACS-EG-Raad van ministers op 410,926 miljoen EUR werden vastgesteld. Bij Besluit nr. PE410/2001 van de Commissie werden deze middelen opgenomen in de programmering van de nationale indicatieve budgetten (deel B) uit hoofde van het financieel protocol bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst.

[13] Besluit 2005/446/EG van de Raad van 30 mei 2005 (PB L 156 van 18.6.2005, blz. 19).

[14] Bijlage I, punt 5, van de Overeenkomst van Cotonou.

[15] Bijlage 1a(1) en bijlage 1b [tweede financieel protocol (thans meerjarig financieel kader genoemd) bij de Overeenkomst van Cotonou].