Bijlagen bij COM(2001)541 - Resultaten van de meerjarige oriëntatieprogramma's voor de vissersvloten aan het einde van 2000

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I van Beschikking 97/413/EG van de Raad zijn genoemd.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

d) Cumulatieve visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

4C4 Boomkorvaartuigen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4C6 Pelagische trawlers

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Denemarken

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

De voor de visserij-inspanning verstrekte gegevens waren algemene gegevens, die niet zijn gespecificeerd per vlootsegment.

Spanje

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

Frankrijk

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

De overcapaciteit in tonnage die nu blijkens het vlootregister in de segmenten 4F2 (Trawlers 0-30 m), 4F9 (Ringzegen, Middellandse Zee) en 4FB (Ringzegen, internationale wateren) bestaat, zal waarschijnlijk verdwijnen nadat de resultaten van hermeting in de doelstellingen verdisconteerd zijn.

Voor diverse segmenten zijn er, wat de tonnage betreft, tussen de situatie volgens het vlootregister en de situatie zoals die door Frankrijk in het jaarlijks verslag is meegedeeld, aanzienlijke verschillen; deze kunnen voortkomen uit het feit dat het GT*-totaal in het vlootregister, zoals hierboven al is aangegeven, uit een mix van GT- en brt-waarden bestaat.

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

Frankrijk heeft besloten een beheersregeling voor de visserij-inspanning in vier vlootsegmenten in te stellen, maar de diensten van de Commissie hebben bedenkingen gemaakt ten aanzien van de doeltreffendheid van sommige bepalingen van de inspanningsbeheersregelingen, met name het verbod op de visserij in weekenden in segment 4F8.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

4F3 Trawlers > 30 meter

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4F6 Pelagische trawlers > 50 meter

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4F8 Middellandse Zee trawlers

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4F9 Middellandse Zee ringzegens: Visserijtak F1: tonijn

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4F9 Middellandse Zee ringzegens: Visserijtak F2: kleine pelagische visserij

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Griekenland

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

Ierland

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

N.B.: De doelstellingen voor het segment 4G1 zijn aan het begin van MOP IV verhoogd om rekening te houden met de capaciteit van nog niet geregistreerde vaartuigen. De registratie van deze vaartuigen is nog niet voltooid, want ongeveer 400 op een totaal van 1.000 aanvragen zijn nog niet afgewikkeld. De capaciteit van dit segment is in de tabel derhalve onderschat. Volgens de Ierse autoriteiten is de situatie aan het einde van 2000 voor het pelagische segment (4G2) 22.804 GT en 41.520 kW.

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

4G2 Pelagische trawl

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4G3 Boomkor

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Italië

In de MOP IV-beschikking voor Italië is in een voetnoot bij de doelstellingentabel vermeld dat de cijfers vatbaar waren voor herziening in het licht van de conclusies van een werkgroep die de Commissie en de Italiaanse autoriteiten zouden oprichten om de gegevens betreffende de Italiaanse vloot te onderzoeken, welke op het tijdstip van vaststelling van de beschikking onbetrouwbaar werden geacht.

Op basis van de resultaten van de werkgroep is het Italiaanse MOP gewijzigd bij Beschikking 2000/279/EG [6] van 30 maart 2000. Hoewel wordt aangenomen dat de herziene cijfers een juistere afspiegeling van de situatie van de Italiaanse vloot zijn, worden nieuwe herzieningen gepland.

[6] PB L 90 van 12.4.2000, blz. 12.

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

In het jaarlijks verslag verklaart Italië de globale doelstellingen te hebben gehaald inzake tonnage, maar niet inzake vermogen. In de bovenstaande tabel zijn er voor bepaalde segmenten zeer grote verschillen tussen de gegevens in het vlootregister en de door Italië in het verslag verstrekte gegevens. Deze kunnen het gevolg zijn van het feit dat nog niet alle vaartuigen bij het goede segment van het communautair vlootregister zijn ingedeeld, aangezien het verschil tussen het aantal door Italië gedeclareerde vaartuigen en het aantal dat in het vlootregister staat, slechts 13 is.

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

Nederland

a) Situatie van de vloot

Toen dit verslag werd opgesteld, hadden de Nederlandse autoriteiten het jaarlijks verslag over de uitvoering van het MOP IV nog niet ingediend, noch hadden zij de informatie in het vlootregister bijgewerkt in het licht van de nieuwe segmentering van hun vloot. Bijgevolg is de informatie in de onderstaande tabel geen getrouwe weergave van de situatie van de diverse segmenten van de Nederlandse vloot. Met name kan worden vastgesteld dat nog geen vaartuigen zijn ingedeeld bij de nieuwe segmenten 4J6 en 4J7.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

4J2 Pelagische trawlers

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4J3 Kotters > 221 kW

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4J4 Eurokotters < 221 kW

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Portugal

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

Verenigd Koninkrijk

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

Voor segment 4N5 (Lijnen en ander staand vistuig) zal de tonnagedoelstelling waarschijnlijk worden gehaald als de resultaten van hermeting worden verdisconteerd. Wat de situatie van de segmenten 4N6 (Schelp-/schaaldieren (passief)) en 4N2 (Pelagische trawl en ringzegen) betreft, zijn er significante verschillen tussen de gegevens die het Verenigd Koninkrijk in het jaarlijks verslag heeft verstrekt en die van het vlootregister. In het vlootregister geregistreerde vaartuigen die in geen enkel MOP IV-segment zijn ondergebracht, kunnen een gedeeltelijke verklaring vormen. De meerderheid van deze 917 nergens ondergebrachte vaartuigen is volgens de autoriteiten van het VK evenwel aan de vloot onttrokken, aangezien het totale aantal in het jaarlijks verslag gedeclareerde actieve vaartuigen veel kleiner is dan het aantal volgens het vlootregister. Dit, plus het feit dat de autoriteiten van het VK de resultaten van hermeting hebben verdisconteerd, is een mogelijke verklaring voor de conclusie van het jaarlijks verslag dat de doelstellingen inzake totale capaciteit zijn gerealiseerd.

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

4N2 Pelagische visserij: visserijtak F1. Noordzeeharing

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4N2 Pelagische visserij: visserijtak F2. Westelijke pelagische soorten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4N2 Pelagische visserij: visserijtak F3. Atlantisch-Scandinavische haring

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

NB: Een voetnoot bij de tabel met de doelstellingen van de MOP-beschikking stelt dat de doelstellingen voor deze visserijtak voor herziening in het licht van de ontwikkeling van de visserij vatbaar zijn.

4N2 Pelagische visserij: visserijtak F4. Blauwe wijting

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

NB: Een voetnoot bij de tabel met de doelstellingen van de MOP-beschikking stelt dat de doelstellingen voor deze visserijtak voor herziening in het licht van de ontwikkeling van de visserij vatbaar zijn.

4N3 Boomkorvaartuigen: visserijtak F1. Platvis IV

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4N3 Boomkorvaartuigen: visserijtak F2. Platvis VII, VI

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4N4 Demersale trawl, ringzegen, nephropstrawl

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4N8 Verre visserij

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Zweden

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

Voor segment 4M3 (Trawlers en ringzegen) zullen de tonnagedoelstellingen waarschijnlijk gehaald worden na verdiscontering van de resultaten van hermeting.

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)

4M4 Bodemtrawlers

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Finland

a) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Ontwikkeling van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

Er zijn geen gegevens verstrekt over de visserij-inspanning.


Conclusies

In de eerste vier jaren van MOP IV is de communautaire vloot ingekrompen met 49983 GT en 459866 kW, hetgeen overeenkomt met een inkrimping van de vlootcapaciteit met ongeveer 2,5%, respectievelijk 5,9%. De inkrimping in tonnage is wellicht een onderschatting omdat geen rekening is gehouden met de voortgang van de hermeting van vaartuigen in GT-eenheden tijdens de verslagperiode. Dit verklaart ook gedeeltelijk waarom in het vorige jaarverslag over de resultaten van het MOP IV per eind 1999 de vermindering van de tonnage iets groter (4%) is geschat. Op 1 januari 2001 lag de tonnage van de communautaire vloot reeds circa 17 % onder de einddoelstelling van MOP IV en het motorvermogen 12% onder de einddoelstelling.

De redenen hiervoor zijn uitvoerig besproken in het verslag van de Commissie aan de Raad met het oog op de voorbereiding van een tussentijdse herziening van MOP IV [7]. De door MOP IV opgelegde verminderingen waren zo gering (ongeveer 3% in capaciteit over een periode van vijf jaar) dat de communautaire vloot als geheel de einddoelstellingen reeds had gehaald voordat het programma van start ging. Een vermindering van 3% in capaciteit over een periode van vijf jaar is zeker onvoldoende om de toename van de visserij-inspanning als gevolg van de technologische vooruitgang in dezelfde periode te compenseren en moet worden gezien in het licht van de wetenschappelijke adviezen volgens welke de Europese vloot momenteel een overcapaciteit van ongeveer 40 % heeft.

[7] COM(2000) 272 def. van 10.5.2000.

Niettegenstaande het bescheiden karakter van de MOP-verminderingen, zijn heel wat lidstaten er niet in geslaagd hun specifieke doelstellingen in sommige vlootsegmenten te halen. Sommige lidstaten hebben de capaciteit van bepaalde niet aan de MOP-voorschriften voldoende segmenten zelfs nog verder uitgebreid. Dat dit verslag zich - conform het uitgangspunt - tot de feitelijke vaststelling van dergelijke situaties beperkt en er niet dieper op ingaat, betekent niet dat de Commissie passief toeziet. De Commissie beraadt zich momenteel op maatregelen tegen diverse lidstaten omdat zij onvoldoende hebben gedaan om hun verplichtingen in het kader van het meerjarig oriëntatieprogramma na te komen.