Bijlagen bij COM(2000)738 - Resultaten van de meerjarige oriëntatieprogramma's voor de vissersvloten aan het einde van 1999

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1 van Beschikking 97/413/EG van de Raad zijn genoemd.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

Eenheden (x 1.000 GT-dagen, resp. 1.000 kW-dagen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4C4 Boomkorvaartuigen

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4C6 Pelagische trawlers

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Denemarken

a) Capaciteitsdoelstellingen

Er is geen informatie verstrekt over de vaartuigen die sinds het begin van MOP IV zijn hermeten in GT, en de GT-doelstellingen zijn dus ongewijzigd gelaten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

Denemarken heeft verklaard dat het verschil tussen de in hun verslag vermelde GT-cijfers en de aan het vlootregister ontleende cijfers een gevolg is van het feit dat in het verslag ramingen van de GT zijn gebruikt in gevallen waarvoor in het register alleen BRT-cijfers beschikbaar waren. Volgens de communautaire wetgeving hadden de ramingen van de GT in feite aan het vlootregister moeten worden gemeld. Het door Denemarken verstrekte cijfer moet als het meest betrouwbare worden beschouwd.

Voor 1.1.1998 en 1.1.1999 zijn de verschillen in vermogen tussen de door Denemarken verstrekte cijfers en die welke aan het vlootregister zijn ontleend, vooral toe te schrijven aan het in het verslag opgegeven maximumvermogen en het naar beneden afgestelde vermogen in het vlootregister. Als dat afgestelde motorvermogen een juiste weergave is van het feitelijke vermogen, moeten de gegevens van het vlootregister als de meest betrouwbare worden beschouwd. Voor 1.1.2000 heeft Denemarken het afgestelde motorvermogen verstrekt.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

De voor de visserij-inspanning verstrekte gegevens waren algemene gegevens, die niet zijn gespecificeerd per vlootsegment.

Spanje

a) Capaciteitsdoelstellingen

Er is geen informatie verstrekt over de vaartuigen die sinds het begin van MOP IV zijn hermeten in GT, en bijgevolg zijn de GT-doelstellingen ongewijzigd gelaten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Frankrijk

De MOP IV-beschikking is gewijzigd bij Beschikking 1999/442/EG [8] van 7 juni 1999 om de doelstellingen vast te stellen voor de segmenten die in de Franse overzeese departementen vissen. Die mogelijkheid was reeds voorzien in een voetnoot bij de tabel van de doelstellingen in de vroegere beschikking.

[8] PB L 172 van 8.7.1999, blz. 45.

a) Capaciteitsdoelstellingen

Frankrijk heeft een lijst verstrekt van alle vaartuigen die vissen vanaf hun thuishaven op het vasteland en die sinds het begin van MOP IV zijn hermeten. Daarvan zijn alleen de vaartuigen die op 1.1.1997 actief waren, gebruikt om voor elk vlootsegment het verschil in de situatie op 1.1.1997 te berekenen dat uitsluitend toe te schrijven is aan de omschakeling van BRT-eenheden op GT-eenheden. De doelstellingen voor 31.12.1996 zijn in dezelfde verhouding aangepast en de doelstellingen voor 31.12.2001 zijn op grond van deze gegevens opnieuw berekend.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

N.B.: Voor de DOM - overzeese departementen - is een verhoging van de capaciteit voorzien. De tussentijdse doelstellingen zijn daarom ook de einddoelstellingen.

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen zijn overschreden.

b) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen zijn overschreden.


c) Visserij-inspanning

Frankrijk heeft besloten een beheersregeling voor de visserij-inspanning in vier vlootsegmenten in te stellen, maar de diensten van de Commissie hebben bedenkingen gemaakt ten aanzien van de doeltreffendheid van sommige bepalingen van de regelingen voor het beheer van de visserij-inspanning, met name het verbod op de visserij in weekenden in segment 4F8.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

(x 1.000 GT-dagen, resp. 1.000 kW-dagen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4F3 Trawlers > 30 meter

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4F6 Pelagische trawlers > 50 meter

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4F8 Middellandse Zee trawlers

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4F9 Middellandse Zee ringzegens: Visserijtak F1: tonijn

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4F9 Middellandse Zee ringzegens: Visserijtak F2: kleine pelagische visserij

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Griekenland

a) Capaciteitsdoelstellingen

Er is geen informatie verstrekt over de vaartuigen die sinds het begin van MOP IV zijn hermeten in GT, en de GT-doelstellingen zijn derhalve ongewijzigd gelaten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

In de door Griekenland meegedeelde tonnagegevens zijn de totalen voor vaartuigen waarvoor een BRT-meting beschikbaar was en die waarvoor een GT-waarde beschikbaar was afzonderlijk vermeld. Er is geen totaal vermeld waarvoor is uitgegaan van een GT-waarde indien deze beschikbaar was en van een BRT-waarde indien de GT-waarde niet beschikbaar was. Daarom zijn de tonnagegevens van Griekenland niet opgenomen in onderstaande tabel.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Ierland

a) Capaciteitsdoelstellingen

Er is geen informatie verstrekt over de vaartuigen die sinds het begin van MOP IV zijn hermeten in GT en daarom zijn de GT-doelstellingen ongewijzigd gelaten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

N.B.: De doelstellingen voor het segment 4G1 zijn aan het begin van MOP IV verhoogd om rekening te houden met de capaciteit van nog niet geregistreerde vaartuigen. De registratie van deze vaartuigen is nog niet voltooid, want ongeveer 400 op een totaal van 1.000 aanvragen zijn nog niet afgewikkeld. De capaciteit van dit segment is in de tabel derhalve onderschat.

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen zijn overschreden.


c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

(x 1.000 GT-dagen, resp. 1.000 kW-dagen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4G2 Pelagische trawl

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4G3 Boomkorvaartuigen

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Italië

In de MOP IV-beschikking voor Italië is in een voetnoot bij de doelstellingentabel verklaard dat de cijfers zouden worden herzien in het licht van de conclusies van een werkgroep die door de Commissie en de Italiaanse autoriteiten zou worden opgericht om de gegevens betreffende de Italiaanse vloot die, toen de beschikking werd vastgesteld, onbetrouwbaar werden geacht, te herzien.

Op basis van de resultaten van de werkgroep, is het Italiaanse MOP gewijzigd bij Beschikking 2000/279/EG [9] van 30 maart 2000. Er dient evenwel op te worden gewezen dat de herziene cijfers weliswaar de situatie van de vloot beter weergeven, maar dat verdere herzieningen zijn gepland voor eind 2000.

[9] PB L 90 van 12.4.2000, blz. 12.

a) Capaciteitsdoelstellingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

In de onderstaande tabel zijn er zeer grote verschillen voor bepaalde segmenten tussen de gegevens in het vlootregister en de door Italië verstrekte gegevens. Deze vloeien voort uit het feit dat de indeling van de vaartuigen in het juiste segment in het communautaire vlootregister nog niet voltooid is.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen zijn overschreden.


c) Visserij-inspanning


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Nederland

In 1999 heeft de Commissie tegen Nederland een inbreukprocedure ingeleid omdat dit land de in het MOP III (1992-1996) vastgestelde doelstellingen voor 31 december 1996 niet had bereikt. In verband met deze actie is een grondig onderzoek uitgevoerd over de gegevens van de Nederlandse vloot in het verleden en de mogelijkheid voor extra vangstmogelijkheden. Naar aanleiding van deze onderzoeken hebben de Nederlandse autoriteiten verzocht om (i) een herziening van de in het MOP I voor 31 december 1986 vastgestelde doelstellingen, en bijgevolg ook om een herziening van de in de MOP's II-IV vastgestelde doelstellingen en (ii) een verhoging van de doelstellingen voor het pelagische segment teneinde de extra vangstmogelijkheden in derde landen en internationale wateren te benutten.

De Commissie bestudeert momenteel deze verzoeken met het oog op een eventuele wijziging van MOP IV voor Nederland in het laatste kwartaal van 2000.


a) Capaciteitsdoelstellingen

Bij de vaststelling van de MOP IV-beschikking voor Nederland konden de doelstellingen voor de segmenten 4J1 en 4J5 niet worden vastgesteld, omdat er onvoldoende gegevens waren om de kleine vaartuigen in te delen in vaartuigen die gebruik maken van passief vistuig en vaartuigen die gebruik maken van actief vistuig. Deze doelstellingen zullen later dit jaar worden vastgesteld, wanneer de MOP IV-beschikking wordt gewijzgd.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen zijn overschreden.

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

(x 1.000 GT-dagen, resp. 1.000 kW-dagen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4J2 Pelagische trawlers

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4J3 Kotters > 221 kW

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4J4 Eurokotters < 221 kW

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Portugal


a) Capaciteitsdoelstellingen

Portugal heeft een lijst verstrekt van de vaartuigen die sinds het begin van MOP IV zijn hermeten. Op basis van de vaartuigen op deze lijst die op 1.1.1997 actief waren, is voor elk vlootsegment het verschil in de situatie op 1.1.1997 berekend dat uitsluitend is toe te schrijven aan de overschakeling van BRT-eenheden op GT-eenheden. De doelstellingen voor 31.12.1996 zijn in dezelfde verhouding aangepast en de doelstellingen voor 31.12.2001 zijn dienovereenkomstig herberekend.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verenigd Koninkrijk


a) Capaciteitsdoelstellingen

Het Verenigd Koninkrijk heeft een lijst verstrekt van alle vaartuigen die actief waren op 1 januari 1997 en die sinds die datum zijn hermeten in GT. Het verschil ten opzichte van de situatie op 1.1.1997 dat uitsluitend was toe te schrijven aan de overschakeling van BRT-eenheden op GT-eenheden is berekend voor elk vlootsegment. De doelstellingen voor 31.12.1996 zijn in dezelfde verhouding aangepast en de doelstellingen voor 31.12.2001 zijn dienovereenkomstig herberekend.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen zijn overschreden.

c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

(x 1.000 GT-dagen, resp. 1.000 kW-dagen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4N2 Pelagische visserij: Visserij F1. Noordzeeharing

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4N2 Pelagische visserij: Visserij F2. Westelijke pelagische soorten

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4N2 Pelagische visserij: Visserij F3.Atlantisch-Scandinavische haring

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

NB: Een voetnoot bij de tabel met de doelstellingen van de MOP-beschikking stelt dat de doelstellingen voor deze visserijtak aan herziening onderworpen zijn naargelang de ontwikkeling van de visserij.


4N2 Pelagische visserij: Visserij F4. Blauwe wijting

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

NB: Een voetnoot bij de tabel met de doelstellingen van de MOP-beschikking stelt dat de doelstellingen voor deze visserijtak aan herziening onderworpen zijn naargelang de ontwikkeling van de visserij.


4N3 Boomkorvaartuigen: Visserij F1. Platvis IV

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4N3 Boomkorvaartuigen: Visserij F2. Platvis VII, VI

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4N4 Demersale trawl, ringzegens, Nephrops

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

4N8 Verre visserij

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Zweden

Om rekening te houden met de overschakeling door een aantal vaartuigen van de industrievisserij op de visserij voor menselijke consumptie, heeft Zweden verzocht om een overdracht van capaciteit van de doelstellingen van het bodemtrawlsegment naar die van het segment pelagische trawlvisserij. Omdat dit geen gevolgen zou hebben voor de totale doelstellingen van het MOP en de wijziging zou leiden tot een betere kwaliteit van de producten en een beter gebruik van de beschikbare visbestanden, is de MOP IV-beschikking voor Zweden gewijzigd bij Beschikking 1999/446/EG [10] van de Commissie van 14 juni 1999.

[10] PB L 175 van 10.7.1999, blz. 63.


a) Capaciteitsdoelstellingen

Zweden heeft een lijst verstrekt van de vaartuigen die sinds het begin van MOP IV zijn hermeten. De gegevens van de vaartuigen op die lijst die op 1.1.1997 actief waren, zijn gebruikt om voor elk vlootsegment het verschil in de situatie op 1.1.1997 te berekenen dat uitsluitend is toe te schrijven aan de overschakeling van BRT-eenheden op GT-eenheden. De doelstellingen voor 31.12.1996 zijn in dezelfde verhouding aangepast en de doelstellingen voor 31.12.2001 zijn dienovereenkomstig herberekend.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen zijn overschreden.


c) Visserij-inspanning

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

d) Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen

(x 1.000 GT-dagen, resp. 1.000 kW-dagen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4M4 Bodemtrawlers

GT-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

// kW-dagen (x 1.000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Finland

Omdat de Finse autoriteiten nieuwe gegevens hadden verstrekt over de samenstelling van hun vloot, moest een kleine correctie in de verdeling van de vaartuigen in vlootsegmenten worden aangebracht. De MOP IV-beschikking voor Finland is daarom gewijzigd bij Beschikking 1999/448/EG [11] van de Commissie van 14 juni 1999.

[11] PB L 175 van 10.7.1999, blz. 68.


a) Capaciteitsdoelstellingen

Finland heeft een lijst verstrekt van de vaartuigen die sinds het begin van MOP IV zijn hermeten. De gegevens van de vaartuigen op deze lijst die op 1.1.1997 actief waren, zijn gebruikt om voor elk vlootsegment het verschil in de situatie op 1.1.1997 te berekenen dat uitsluitend is toe te schrijven aan de overschakeling van BRT-eenheden op GT-eenheden. De doelstellingen voor 31.12.1996 zijn in dezelfde verhouding aangepast en de doelstellingen voor 31.12.2001 zijn dienovereenkomstig herberekend.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Situatie van de vloot

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Visserij-inspanning

Er zijn geen gegevens verstrekt over de visserij-inspanning.


Conclusies

In de eerste drie jaren van MOP IV is de communautaire vloot ingekrompen met 82.439 GT en 447.148 kW, hetgeen neerkomt op een inkrimping van de vlootcapaciteit met ongeveer 4 %, respectievelijk 5,6 %. Op 1 januari 2000 lag de tonnage van de communautaire vloot reeds 17 % onder de einddoelstelling van MOP IV en lag het motorvermogen ongeveer 6 % onder de einddoelstelling daarvoor.

Deze cijfers lijken te bevestigen dat het MOP erin geslaagd is de vlootcapaciteit te verminderen. Bij nader inzicht blijkt evenwel dat deze verminderingen tot stand zijn gekomen omdat sommige lidstaten de door het MOP opgelegde verminderingen ruimschoots hebben overschreden, terwijl andere ver onder hun verminderingsdoelstelling zijn gebleven. De lidstaten die de vereiste verminderingen hebben overschreden moeten daarvoor andere redenen hebben gehad dan de MOP-doelstellingen, terwijl die die er niet in zijn geslaagd de vereiste verminderingen te verwezenlijken, blijkbaar weinig rekening gehouden hebben met de MOP-doelstellingen.

De redenen hiervoor zijn uitvoerig besproken in het onlangs gepubliceerde verslag van de Commissie aan de Raad met het oog op de voorbereiding van een tussentijdse herziening van MOP IV [12]. De door MOP IV opgelegde verminderingen waren zo gering (ongeveer 3 % in capaciteit over een periode van vijf jaar) dat de communautaire vloot als geheel de einddoelstellingen reeds had gehaald voordat het programma van start ging. Een vermindering van 3 % in capaciteit over een periode van vijf jaar zou zeker onvoldoende zijn om de stijging van de visserij-inspanning als gevolg van de technologische vooruitgang in dezelfde periode te compenseren en moet worden gezien in het licht van de wetenschappelijke adviezen volgens welke de Europese vloot momenteel een overcapaciteit heeft van ongeveer 40 %.

[12] COM(2000)272 def. van 10.5.2000.

In verband hiermee is het ook interessant te zien dat, met uitzondering van Italië en Griekenland, de landen die ervoor hadden gekozen hun doelstellingen te verwezenlijken via een vermindering van de capaciteit, hun doelstellingen in alle segmenten hebben bereikt, terwijl de landen die hebben gekozen voor een vermindering van zowel activiteit als capaciteit er in een of meer segmenten niet in geslaagd zijn hun capaciteitsdoelstellingen te bereiken. Bovendien wordt nog steeds betwijfeld of in verscheidene van de betrokken landen de inspanningsregelingen wel volstaan om een werkelijke en permanente vermindering van de activiteit te bewerkstelligen.

Hoewel de MOP's niet de rechtstreekse oorzaak van het grootste deel van de verminderingen van de vlootcapaciteit in de jongste jaren lijken te zijn geweest, is het feit dat in het kader van het Financieel Instrument voor de Oriëntatie van de Visserij overheidssteun wordt verleend voor de vernieuwing en de modernisering van de vissersvloot, een stimulans om de doelstellingen te bereiken, althans voor sommige lidstaten.

Daarom is het meten van de vlootcapaciteit en de controle daarop van groot belang. De in dit verslag geschetste resultaten lijken erop te wijzen dat de samenhang tussen de gegevens in het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen en die in de nationale registers is verbeterd, maar zeker nog niet volmaakt is. Meer verbeteringen worden verwacht, naarmate de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor deze samenhang groter zal worden, omdat zij rechtstreeks toegang krijgen tot het communautaire register via de FRONT-applicatie.

Een groter probleem is het meten van de capaciteit zelf. De problemen die zich voordoen bij het toetsen van de tonnage van de vloot aan de doelstellingen van het MOP naarmate de vloot wordt hermeten, zijn in dit verslag duidelijk in het licht gesteld. Er doen zich echter misschien minder opvallende, maar daarom niet minder moeilijke problemen voor in verband met de meting en de controle van het vermogen van de vaartuigen. Wanneer men bedenkt dat een verschil van 1 % in de capaciteit kan beslissen of een vaartuig al dan niet in aanmerking komt voor overheidssteun voor modernisering en vernieuwing, is het duidelijk hoe belangrijk een betrouwbare capaciteitsmeting is.