Bijlagen bij COM(1998)490 - Nationale procedures voor de inning en de controle van de BTW - Derde verslag van de Commissie [artikel 12 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89]

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 16 van het tweede verslag artikel 12.

5

Het SCAF heeft ondcr andcre een volledige studie over de BTW-fraude in Europa uitgevoerd. Deze behandelt 479 fraudegevallen (door de lidstaten geselecteerd uit de belangrijkste gevallen in termen van gefraudeerde bedragen en fraudemechanismen), die in totaal een fraude van 573 miljoen ECU aan belasting vertegenwoordigen. Deze gevallen worden bijzonder gedetaillcerd onderzocht op basis van verscheidene parameters (gegevens over de belastingplichtige, soorten fraude en fraudemechanismen, opsporingswijze, samenwerking, enz.) dankzij wclke een vrij goed overzicht kan worden verkregen.

6

Er worden verschillende definitics gebruikt ter aanduiding van dit soort vennootschappen, die worden opgericht voor frauduleuze doeleinden, maar tegelijkertijd normale vennootschappen moeten lijkcn: feniks, schermvennootschappen, spookvcnnootschappen, taxi vennootschappen, slapende vennootschappen, flltervennootschappen, postbussen, en/..    ‘

7

Het besluitvormingsproces van een eenmanszaak is antlers dan dat van een kapitaalvennootschap met bestuurs- en controleorgancn.

8

   Sommige lidstaten hebben hun werkzaamheden betreffende de controle op de BTW gei'ntegreerd met of nauw afgestemd op andere belastingen, bijvoorbeeld: de directe belastingen, de kohierbelasting, accijnzen, douancheffingen. Dit kan het opsporen van alle vormen van BTW-fraude die een gevolg zijn van de fraude in deze andere sectoren, vergemakkelijken. Immers, het beheer van de BTW wordt in de meeste lidstaten steeds meer gei'ntegreerd in de directe belastingen, zoals uit de voorgaande verslagen inzake artikel 12 is gebleken.

9

   Het huidige stelsel wordt gekenmerkt door grote verschillen bij de toepassing van de BTW-regels in de lidstaten.

10

   Opgemerkt zij dat met alle onderstaande aanbevelingen niet alle leemten kunnen worden opgevuld, aangezien deze voortvloeien uit de vaak zeer ingewikkelde mechanismen van het bestaande BTW-stelsel en slechts een nieuw BTW-stelsel, dat gebaseerd is op dc bcginselen die worden uiteengezet in het werkprogramma van de Commissie - (een gemeenschappelijk BTW-stelsel - een programma voor de interne markt (COM(96) 328 def.) - in staat zal zijn de vrijwillige vervulling van de verplichtingen en de controleerbaarheid van het stelsel aanzienlijk te verbeteren.

11

   De beslissing om de fiscale verplichtingen niet correct te vervullen, vloeit voort uit ingewikkelde factoren van verschillende aard en oorsprong. Zo is economisch gezien het onmiddellijke voordeel van de fraude aanvaardbaar afhankelijk van het bedrag dat in de toekomst eventueel op het spel zou kunnen staan ingeval van ontdekking van deze fraude. Andere belemmeringen voor de vrijwillige vervulling van de verplichtingen kunnen worden gevormd door de algemene belastingdruk, de ingcwikkeldheid en de billijkheid van het belastingstelsel, de betrekkingen tussen de overheid en de belastingplichtigen, de zwakke punten van de controle en de sancties, de waardering van het gebruik van de belastingen door de overheid, en/..

12

Op de sludicbijeenkomst Matthaeus-Tax hetreffende “De sancties op BTW-gebied” (Viterbo - IT -dec. 1996) werd gewezen op dc rol van het stelsel van sancties (die soepel, doeltreffend en cvcnrcdig zouden moeten zijn) om de belastingplichtigen ertoe aan te zetten hun verplichtingen spontaan te vervullen.

13

Het vraagstuk is ingewikkelder, want hut gaat om dc algemcne beginselen die aan het controlestelscl ten grondslag liggen en met name om de controlemethode. De combinatie met de controle van de directe belastingen, de gecontroleerde periode (een of meer jaren), de grondigheid van de verificaties, de fysieke controles van de voorraden, boekhoudkundige analyses, formelc controles, enz., zijn sterk van invloed op de gemiddelde duur van een controle en derhalve op het aantal controles als de beschikbare middelen gelijk blijven. Daarom hebben sommige lidstaten soepele procedures ontwikkeld die erop gericht zijn het gebruik van de middelen te optimaliseren doordat de methode en de grondigheid van de controle kunnen worden aangepast aan het geval in kwestie.

14

Uit de door het SCAF uitgevoerde studie over fraude is gebleken dat een goed stelsel van registratie van de gegevens over de fraude een essentieel instrument is dat zeer belangrijk is voor de analyse van de werking van het eigenlijke stelsel, alsmede om de redenen voor de fraude te beoordelen. Bovendien maakt de heterogene structuur van de nationale registratiestelsels het zeer moeilijk zich een algemeen idee van de ontwikkeling van de fraude in de Gemeenschap te vormen.

15

   In beide bovengenoemde gevallen kunnen de belangrijke activiteiten van de ondememing, ook al zijn ze recent en van korte duur, reeel zijn, maar worden gestimulccrd door de concurrentievoordelen die door de gehele handelsketen worden verkregen wegens de ten onrechte binnengerijfde BTW-voordelen (verlaging van de kostprijzen en van de verkoopprijzen).

16

   Deze noodzaak werd zeer duidelijk geillustreerd tijdens de gezamenlijke conference OESO/HM Customs & Excises over “De informatic- en inlichtingenstelsels op het gebied van indirecte belastingen” - Gatwick (UK) 17-19 maart 1997.

De SCAF-studie bevesligt het nut van deze externc inlichtingen, want in een kwart van de gevallen werd melding gemaakt van samenwerking met andere (nationale of buitcnlandse) administraties of diensten voor de bclastingcontrolc.

17

De conclusies van de studiebijeenkomst Matthaeus-Tax te Malmo laten geen twijfel bestaan over het feit dat de geautomatiseerde controletechnieken steeds belangrijker zullen worden voor de opsporing van fraude.

18

Deze argumenten zijn ontwikkeld en nadet uitgewerkt ter gelegenheid van de studiebijeenkomst Matthacus-Tax “Registratie en schrapping” die in jnni 19‘>7 te Athene plaatsvond.

19

   Studiebijeenkomst Matthaeus-Tax te Madrid over de contTole van de facturen, december 1996.

20

   Zie in dit verband de eerste twee verslagen van de Commissie ingevolge artikel 14 van Verordening nr. 218/92 [documenten COM(94)262 def. van 23.6.1994 en COM(96)681 def. van 8.1.1997].

21

   Bij voorbeeld, het midden- en kleinbedrijf is vaak onderworpen aan een vereenvoudigde belastingregeling met aangiften die minder gedetailleerd zijn en betrekking hebben op langere belastingperiodes.

22

   Vergaderingen te Helsinki, SCAF, Conferenties van de Europese BTW-controleurs, studiebijeenkomsten Matthaeus-Tax, Conferentie OESO/HM C&E, enz.

23

   Nuttig kan in het algemeen zijn informatie betreffende de contracten inzake telefoon, fax, elektriciteit, enz., het register van de wagens, de Kamers van Koophandel, de douane, de diensten van de burgerlijke stand, de beroepsorganisaties, enz., alsmede alle andere informatie die specifiek is voor elke sector. Voor de bouw bijvoorbeeld kan toegang tot de gegevens van de voor de afgifte van bouwvergunningen bevocgdc instanties, of tot de gegevens in de kadasters of de hypothcckregisters nuttig blijken.

24

Zie het tweede verslag van de Commissie overeenkomstig artikel 14 van Verordening nr. 218/92 - COM(%)681 def. van 8januari 1997, biz. 5. In het verslag worden een gehele reeks belemmeringen voor de bijstand bij de inning opgesomd: het gebrek aan harmonisatie van de wettclijke of praktische beperkingen met betrekking tot het beslag tot tenuitvoerlegging, de voorschriften op grond waarvan het mogclijk is de verantwoordelijkheid voor de invordering bij de bestuurders van de debiteurondcrnemingen te leggen, de verjaringstermijnen voor de inning, de regels betreffende het bankgeheim, enz. Voorstellcn om deze onbevredigende situatie te verbeteren, worden momenteel voorbereid door de Commissie, die in de nabije toekomst wijzigingen op Richtlijn 76/308/EEG van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering zal voorstellen.