Bijlagen bij COM(2004)194 - Sluiting van een overeenkomst over de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 3 december 2003 tot en met 2 december 2007, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst met de Regering van Mauritius inzake de visserij in de wateren van Mauritius

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling over de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 3 december 2003 tot en met 2 december 2007, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van Mauritius inzake de visserij in de wateren van Mauritius

A. Brief van de regering van de Republiek Mauritius:

Mijnheer,

Onder verwijzing naar het op 11 september 2003 geparafeerde protocol houdende vaststelling, voor de periode van 3 december 2003 tot en met 2 december 2007, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie heb ik de eer u mede te delen dat de regering van de Republiek Mauritius bereid is dit protocol met ingang van 3 december 2003 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding overeenkomstig artikel 7 van genoemd protocol, op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap bereid is hetzelfde te doen.

In dit laatste geval dient de eerste jaarlijkse tranche van de financiële tegenprestatie zoals vastgesteld in artikel 2 van het protocol, te worden betaald vóór 1 juni 2004.

Ik moge u verzoeken mij te willen bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing.

Hoogachtend,

Voor de regering van de Republiek Mauritius

B. Brief van de Gemeenschap

Mijnheer,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw schrijven van vandaag dat als volgt luidt:

"Onder verwijzing naar het op 11 september 2003 geparafeerde protocol houdende vaststelling, voor de periode van 3 december 2003 tot en met 2 december 2007, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie heb ik de eer u mede te delen dat de regering van de Republiek Mauritius bereid is dit protocol met ingang van 3 december 2003 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding overeenkomstig artikel 7 van genoemd protocol, op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap bereid is hetzelfde te doen.

In dit laatste geval dient de eerste jaarlijkse tranche van de financiële tegenprestatie zoals vastgesteld in artikel 2 van het protocol, te worden betaald vóór 1 juni 2004.

Ik moge u verzoeken mij te willen bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing."

Ik heb de eer u te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing.

Hoogachtend,

Voor de Raad van de Europese Unie


PROTOCOL

TOT VASTSTELLING, VOOR DE PERIODE VAN 3 DECEMBER 2003 TOT EN MET 2 DECEMBER 2007, VAN DE VANGSTMOGELIJKHEDEN EN DE FINANCIËLE TEGENPRESTATIE, ALS BEDOELD IN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP EN DE REGERING VAN MAURITIUS INZAKE DE VISSERIJ IN DE WATEREN VAN MAURITIUS

Artikel 1

1. Op grond van artikel 2 van de overeenkomst worden voor een periode van vier jaar, ingaande op 3 december 2003, de volgende vangstmogelijkheden toegekend:

- vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: vergunningen voor 41 vaartuigen;

- vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: vergunningen voor 49 vaartuigen;

- vaartuigen die vissen met lijnen: vergunningen voor 25 brt/maand gemiddeld op jaarbasis.

2. Uitsluitend vaartuigen van de Gemeenschap met een geldige vergunning die in het kader van dit protocol en volgens de in bijlage omschreven voorschriften is afgegeven, mogen vissen in de visserijzone van Mauritius.

Artikel 2

1. De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie bedraagt voor bovengenoemde periode 487 500 euro per jaar.

2. Deze tegenprestatie heeft betrekking op een hoeveelheid van 6 500 ton in de wateren van Mauritius te vangen vis per jaar. Als vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Mauritius een grotere hoeveelheid vis vangen, wordt bovengenoemd bedrag verhoogd met 75 euro per ton extra gevangen vis. Het totaalbedrag van de door de Gemeenschap betaalde financiële tegenprestatie voor tonijn en tonijnachtigen mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbele van het in lid 1 genoemde bedrag.

3. Het eerste gedeelte van de financiële tegenprestatie (292 500 euro per jaar) wordt overgemaakt op een rekening op naam van de Schatkist die na de inwerkingtreding van dit protocol aan de delegatie van de Europese Commissie op Mauritius zal worden medegedeeld. De eerste tranche moet uiterlijk 1 juni 2004 worden betaald en het restbedrag wordt ieder jaar in gelijke tranches betaald op de datum waarop het protocol verjaart. De besteding van deze vergoeding valt uitsluitend onder de bevoegdheid van Mauritius.

4. Een ander deel van de financiële tegenprestatie (195 000 euro per jaar) is bestemd voor de financiering van de in artikel 3 van dit protocol bedoelde acties.

Artikel 3

1. Om te zorgen voor de ontwikkeling van een duurzame en verantwoorde visserij zullen beide partijen, in hun beider belang, een partnerschap aanmoedigen dat vooral is gericht op de bevordering van een betere kennis van de visserij- en andere biologische hulpbronnen, visserijtoezicht, ontwikkeling van de niet-industriële visserij, visserijgemeenschappen en opleiding.

2. Het tweede deel van de financiële tegenprestatie (195 000 euro per jaar) wordt besteed aan de financiering van de volgende acties, volgens de onderstaande verdeling:

a) wetenschappelijke en technische programma's ter verbetering van de kennis en het beheer van de visserij en de natuurlijke hulpbronnen in de visserijzone van Mauritius: 150 000 euro;

b) studiebeurzen en praktijkopleidingen met betrekking tot de verschillende wetenschappelijke, technische en economische aspecten van de visserij en deelname aan internationale bijeenkomsten op het gebied van de visserij: 30 000 euro.

c) toezicht, controle en bewaking, met inbegrip van het satellietvolgsysteem (VMS): 15 000 euro.

3. De in lid 2, onder a) en c), genoemde bedragen worden het eerste jaar uiterlijk op 1 juni 2004 en de daaropvolgende jaren uiterlijk op 1 april aan het voor visserij bevoegde ministerie van Mauritius ter beschikking gesteld nadat een gedetailleerde jaarlijkse programmering met een tijdschema en de doelstellingen voor elke doelgerichte actie bij de Europese Commissie is ingediend. Deze bedragen worden overgemaakt op een rekening op naam van de Schatkist die na de inwerkingtreding van dit protocol aan de delegatie van de Europese Commissie op Mauritius zal worden medegedeeld.

4. Het onder b) genoemde bedrag wordt ter beschikking gesteld van het voor visserij bevoegde ministerie van Mauritius en gestort op de bankrekeningen van de bevoegde autoriteiten van Mauritius naarmate er uitgaven worden gedaan.

5. Het voor visserij bevoegde ministerie van Mauritius doet de aldaar gevestigde delegatie van de Europese Commissie jaarlijks, uiterlijk drie maanden na de datum waarop het protocol verjaart, een gedetailleerd verslag toekomen over de uitvoering van deze acties en de bereikte resultaten. De Europese Commissie behoudt zich het recht voor de voor visserij bevoegde autoriteiten om alle aanvullende inlichtingen omtrent de resultaten te verzoeken en de betrokken betalingen in het licht van de daadwerkelijke uitvoering van de acties te herzien.

Artikel 4

Indien de Gemeenschap de in de artikelen 2 en 3 genoemde bedragen niet tijdig betaalt, kan Mauritius de toepassing van dit protocol schorsen.

Artikel 5

Indien de uitoefening van de visserijactiviteiten in de visserijzone van Mauritius als gevolg van ernstige omstandigheden, natuurverschijnselen daaronder niet begrepen, onmogelijk is, kan de Europese Gemeenschap, zo mogelijk na overleg met de andere partij in het kader van de gemengde commissie als bedoeld in artikel 8 van overeenkomst, de betaling van de financiële tegenprestatie schorsen.

De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de situatie weer normaal is en nadat beide partijen in het kader van de gemengde commissie als bedoeld in artikel 8 van de overeenkomst hebben bevestigd dat de situatie hervatting van de visserijactiviteiten weer toelaat.

De geldigheidsduur van de op grond van artikel 4 van de overeenkomst aan vaartuigen van de Gemeenschap verleende vergunningen wordt verlengd voor een periode die gelijk is aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten.

Artikel 6

De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van Mauritius inzake de visserij in de wateren van Mauritius wordt hierbij ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit protocol.

Artikel 7

Dit protocol, met inbegrip van de bijlage, treedt in werking op de datum van ondertekening.

Het is van toepassing met ingang van 3 december 2003.


BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE WATEREN VAN DE MAURITIUS DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP

1. Formaliteiten voor het aanvragen en de afgifte van vergunningen

De vergunningen tot uitoefening van de visserij in de wateren van Mauritius door vaartuigen van de Gemeenschap worden volgens onderstaande regels aangevraagd en afgegeven:

a) De Europese Commissie dient via de delegatie van de Europese Commissie op Mauritius ten minste 20 dagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij de autoriteiten van Mauritius een door de reder opgestelde aanvraag in voor elk vaartuig waarmee hij op grond van deze overeenkomst wil gaan vissen. De aanvragen worden ingediend op de daartoe door Mauritius verstrekte formulieren, waarvan een model als aanhangsel 1 is bijgevoegd.

b) Elke vergunning wordt aan de reder verleend voor één bepaald vaartuig. Op verzoek van de Europese Commissie mag, en in geval van overmacht moet, de vergunning voor een vaartuig worden vervangen door een vergunning voor een ander vaartuig van de Gemeenschap.

c) De vergunningen worden door de autoriteiten van Mauritius afgegeven aan de delegatie van de Europese Commissie op Mauritius.

d) De vergunning moet steeds aan boord zijn. Na ontvangst van de kennisgeving van de betaling van het voorschot dat door de Europese Commissie aan de autoriteiten van Mauritius wordt toegezonden, wordt het vaartuig evenwel op een lijst geplaatst die aan de visserijcontrole-instanties van Mauritius wordt meegedeeld. In afwachting van de officiële vergunning kan per fax een kopie daarvan worden toegezonden die dan aan boord moet worden bewaard en op grond waarvan het vaartuig wordt gemachtigd de visserij uit te oefenen totdat het originele document aankomt.

e) De autoriteiten van Mauritius delen vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst mee welke regeling voor de betaling van de visrechten geldt, en met name welke bankrekening en munteenheid in dit verband dienen te worden gebruikt.

f) De reders stellen een gemachtigde aan die op Mauritius woonachtig moet zijn en die onder meer bevoegd is de reders in juridische procedures te vertegenwoordigen. De reders delen de naam en het adres van hun gemachtigde mee aan de autoriteiten van Mauritius.

2. Geldigheidsduur van de vergunningen en wijze van betaling

1) Voorschotten

De geldigheidsduur van de vergunningen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug bedraagt één jaar. Verlenging is mogelijk.

De visrechten worden vastgesteld op 25 euro per ton in de wateren van Mauritius gevangen vis.

Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen worden de vergunningen afgegeven nadat een jaarlijks bedrag van 2 000 euro per vaartuig als voorschot is betaald; dit bedrag komt overeen met de rechten voor 80 ton op jaarbasis in de wateren van Mauritius gevangen tonijn.

Voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden de vergunningen afgegeven na betaling aan Mauritius, als voorschot, van een jaarlijks bedrag van 1 550 euro voor elk vaartuig van meer dan 150 brt en van 1 100 euro voor elk vaartuig van 150 brt of minder. Deze bedragen komen overeen met de rechten voor respectievelijk 62 ton en 44 ton op jaarbasis in de wateren van Mauritius gevangen vis.

Vergunningen voor vaartuigen die met lijnen vissen, hebben een geldigheidsduur van een jaar, zes maanden of drie maanden. Het visrecht wordt pro rata temporis bepaald op basis van een recht van 80 euro per brt en per jaar.

2) Eindafrekening

Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug wordt aan het einde van elk kalenderjaar door de Europese Commissie de eindafrekening van de voor een bepaald vangstjaar verschuldigde visrechten vastgesteld op basis van de vangstaangiften die door de reders zijn gedaan en die zijn bevestigd door de wetenschappelijke organisaties die bevoegd zijn om de vangstgegevens te verifiëren, zoals IRD (Instituut voor onderzoek en ontwikkeling), IEO (Spaans Instituut voor oceanografie), IPIMAR (Instituto Nacional das Pescas e do Mar) of een andere door de autoriteiten van Mauritius aangewezen internationale visserijorganisatie in de Indische Oceaan.

Deze eindafrekening moet uiterlijk op 15 maart van het daaropvolgende jaar aan de autoriteiten van Mauritius worden toegezonden. De autoriteiten van Mauritius reageren binnen 30 dagen na ontvangst van deze eindafrekening. Deze wordt daarna aan de reders toegezonden.

De reders komen hun financiële verplichtingen binnen 30 dagen na ontvangst van de afrekening na.

Wanneer het totaal van de voor de werkelijke visserijactiviteiten verschuldigde bedragen kleiner is dan het betaalde voorschot, kan het verschil niet door de reder worden teruggevorderd.

3. Overlading

Vaartuigen mogen, voorzover dit in hun belang is, hun vangsten in Mauritius overladen.

Alle overladingen in een haven van Mauritius worden 48 uur van tevoren gemeld aan de autoriteiten van Mauritius.

4. Vangstaangiften

De vaartuigen die op grond van de overeenkomst in de wateren van Mauritius mogen vissen, moeten hun vangstgegevens mededelen aan de autoriteiten van Mauritius en een afschrift ervan doen toekomen aan de delegatie van de Europese Commissie op Mauritius. Zij gaan hierbij als volgt te werk.

Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen wordt een visserijlogboek ingevuld volgens het model van aanhangsel 2. Voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug wordt een visserijlogboek ingevuld volgens het model van aanhangsel 3. Voor vaartuigen die vissen met lijnen, wordt een visserijlogboek ingevuld volgens het model van aanhangsel 4.

De visserijlogboeken moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig of de vertegenwoordiger van de rederij worden ondertekend. Bovendien moeten zij worden ingevuld voor alle vaartuigen waarvoor een vergunning is afgegeven, ook als zij niet hebben gevist.

Deze visserijlogboeken moeten uiterlijk 45 dagen na elke visserijcampagne aan de autoriteiten van Mauritius worden toegezonden.

5. Communicatie

Vissersvaartuigen van meer dan 50 brt delen ten minste een (1) uur voor het binnenvaren en/of het verlaten van de wateren van Mauritius, en tijdens het vissen in de wateren van Mauritius om de drie dagen, aan een radiostation (waarvan de naam, de roepnaam en de frequentie zullen worden vermeld in de vergunning), per fax (nr. 230-208-1929) of via e-mail (fish@intnet.mu) hun positie en de hoeveelheden aan boord gehouden vangsten mee.

6. Waarnemers

Vissersvaartuigen van meer dan 50 brt nemen op verzoek van de autoriteiten van Mauritius een door hen aangewezen waarnemer aan boord. Aan de waarnemer dient alle medewerking te worden verleend die nodig is voor de uitvoering van zijn taken zoals hieronder beschreven, en moet met name toegang worden verleend tot plaatsen en documenten. Hij mag niet langer aan boord blijven dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak. Waarnemers genieten aan boord de status van officier.

Zolang de waarnemer aan boord is, worden hem passend logies en passende maaltijden verstrekt. Het salaris en sociale bijdragen van de waarnemer zijn voor rekening van de autoriteiten van Mauritius.

De haven waarin hij aan boord gaat, en de voorwaarden van zijn verblijf aan boord worden in onderling overleg vastgesteld tussen de reder of diens gemachtigde en de autoriteiten van Mauritius.

Als een vissersvaartuig dat een waarnemer van Mauritius aan boord heeft, de wateren van Mauritius verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk naar Mauritius kan terugkeren; de hiermee gemoeide kosten zijn voor rekening van de reder.

De reder betaalt via zijn gemachtigde aan de regering van Mauritius 14 euro voor iedere dag die een waarnemer aan boord van een vaartuig in de visserijzone van Mauritius doorbrengt.

Tijdens zijn verblijf aan boord:

- observeert de waarnemer de visserijactiviteiten van de vaartuigen;

- controleert hij de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

- noteert hij gegevens over het gebruikte vistuig;

- verifieert hij de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten in de visserijzone van Mauritius;

- stelt hij een activiteitenverslag op dat aan de autoriteiten van Mauritius wordt bezorgd.

Hierbij:

- zorgt de waarnemer ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen;

- gaat hij zorgvuldig om met de inventaris en de installaties van het vaartuig, en bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.

7. Controles

Vaartuigen laten eveneens andere met inspectie en controle belaste ambtenaren van Mauritius aan boord en staan hen bij de uitoefening van hun taken.

8. Aanmonstering van zeelieden

Tien (10) zeelieden uit Mauritius zullen aanmonsteren op de EG-vloot.

Voor op vaartuigen van de Gemeenschap aangemonsterde lokale zeelieden wordt in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van Mauritius een arbeidsovereenkomst opgesteld tussen de eigenaar van het vaartuig of diens vertegenwoordiger en de zeeman en/of diens vakbond of vertegenwoordiger. Deze overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij een sociale-zekerheidsregeling, met inbegrip van een levens-, ziekte- en ongevallenverzekering. De bezoldiging van de lokale zeelieden mag niet lager zijn dan die welke wordt toegepast voor de lokale bemanningen, en mag in geen geval lager zijn dan de IAO-normen.

De ondertekenaars van de overeenkomst en de autoriteiten van Mauritius krijgen een kopie van de overeenkomst.

Wanneer de arbeidsovereenkomst is aangegaan met de gemachtigde van de eigenaar van een vaartuig, moet daarin de naam van de eigenaar van het vaartuig en de vlaggenstaat worden vermeld.

De eigenaar van het vaartuig garandeert de aangemonsterde plaatselijke zeelieden levens- en werkomstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van de zeelieden uit de EG.

Als deze zeelieden niet worden aangemonsterd, betalen de reders een forfaitair bedrag dat overeenkomt met het loon van de niet aangemonsterde zeelieden gedurende de visserijcampagne in de wateren van Mauritius. Als de visserijactiviteiten minder dan een maand duren, betalen de reders een bedrag dat overeenkomt met een maandsalaris.

9. Visserijzones

Om negatieve effecten voor de kleinschalige visserij op Mauritius te voorkomen, mogen vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug uit de Gemeenschap niet vissen binnen vijftien (15) zeemijl vanaf de basislijn of binnen een straal van drie (3) zeemijl rondom door Mauritius geplaatste visconcentratie-installaties, waarvan de geografische positie wordt gemeld aan de vertegenwoordigers of gemachtigden van de reders.

Vaartuigen die met lijnen vissen, mogen alleen vissen op hun traditionele visgronden, namelijk Soudan Bank en East Soudan Bank.

10. Levering aan de tonijnconservenindustrie

Tonijnvissers uit de Gemeenschap moeten ernaar streven een gedeelte van hun vangst aan de tonijnconservenindustrie op Mauritius te verkopen tegen een prijs die in overleg tussen de reders uit de Gemeenschap en de eigenaren van de tonijnconservenindustrie op Mauritius wordt vastgesteld.

11. Sancties

Onverminderd de sancties waarin de wet van Mauritius voorziet, kan het niet-naleven van de voorschriften van het protocol en deze bijlage leiden tot schorsing, intrekking of niet-verlenging van de visserijvergunning van het betrokken vaartuig. Voordat een van deze sancties wordt opgelegd nemen de autoriteiten van Mauritius de ernst van de overtreding in aanmerking en passen zij het proportionaliteitsbeginsel toe. Schorsing of intrekking van een vangstvergunning zal voor de toepassing van hetgeen is bepaald onder b) in het gedeelte inzake het aanvragen en de afgifte van vergunningen, als overmacht worden beschouwd.

De delegatie van de Europese Commissie en de gemachtigde van de reder op Mauritius worden binnen 24 uur schriftelijk ervan in kennis gesteld wanneer een vergunning wordt geschorst, ingetrokken of niet wordt verlengd.

12. Procedure bij aanhouding van vaartuigen

1) Kennisgeving

De voor de visserij bevoegde autoriteit van Mauritius stelt de delegatie van de Europese Commissie op Mauritius en de vlaggentaat binnen ten hoogste 48 uur schriftelijk ervan in kennis wanneer een vaartuig uit de Gemeenschap dat de vlag voert van een lidstaat van de Gemeenschap en in het kader van de visserijovereenkomst opereert, in de visserijzone van Mauritius is aangehouden, en verstrekt een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding. De delegatie en de vlaggenstaat worden tevens op de hoogte gehouden van het verloop van de ingeleide procedures en van de getroffen sancties.

2) Afwikkeling van de aanhouding

Overeenkomstig de geldende visserijwetgeving en de in het kader daarvan genomen besluiten, kan de overtreding worden geregeld:

a) via een schikking; het bedrag van de toegepaste geldboete wordt in dat geval bepaald met inachtneming van de in de wetgeving van Mauritius vastgestelde minimum- en maximumwaarden;

b) ofwel langs gerechtelijke weg, indien de zaak niet via een schikking kan worden geregeld, overeenkomstig de wetgeving van Mauritius.

3) Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning gemachtigd om de haven te verlaten zodra:

a) bij een schikking, aan de desbetreffende verplichtingen is voldaan, hetgeen moet blijken uit de overlegging van een bewijs van betaling;

b) ofwel bij een gerechtelijke procedure, in afwachting van de voltooiing ervan een bankwaarborg is verstrekt, hetgeen moet blijken uit de overlegging van een bewijs van borgstelling.


Aanhangsel 1

AANVRAAG VOOR EEN VERGUNNING VOOR EEN BUITENLANDS VISSERSVAARTUIG

Naam van de aanvrager : ....................

Adres van de aanvrager : ....................

....................

Naam en adres van de bevrachter van het vaartuig indien deze niet de aanvrager is: ....................

....................

Naam en adres van de vertegenwoordiger op Mauritius : ....................

....................

Naam van het vaartuig : ....................

Vaartuigtype: ....................

Land van registratie : ....................

Registratiehaven en -nummer : ....................

Op het vaartuig aangebrachte identificatietekens : ....................

Roepletters en frequentie van de radio : ....................

Faxnummer van het vaartuig : ....................

Lengte van het vaartuig : ....................

Breedte van het vaartuig : ....................

Motortype en -vermogen : ....................

Brutoregistertonnage : ....................

Nettoregistertonnage : ....................

Minimumaantal bemanningsleden voor volledige bemanning : ....................

Meestal uitgeoefend type van visserij : ....................

Soorten waarop zal worden gevist : ....................

....................

Gewenste geldigheidsduur : ....................

Ondergetekende verklaart dat bovenstaande gegevens juist zijn.

Datum : .................... Handtekening : ....................


Bijlage 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


AANHANGSEL 3: VANGSTAANGIFTE VOOR VAARTUIGEN DIE VISSEN MET DE DRIJVENDE BEUG

Naam van het vaartuig: _______________ Naam van de kapitein: ___________________

Datum van uitzetten: ____/____/____ Begin visreis: _____/_____/_____/ om: _____

Visreis nr. : ________ Uitzetting nr.: _____________

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* VDK

** met kop, zonder kieuwen

Vermeld het in aanmerking genomen gewicht (VAT, VDK, IN GEHELE STAAT) als uw ramingen gelden voor een ander type gewicht dan gevraagd.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Aanhangsel 4 Visserij met lijnen

Maand //

Jaar //

Naam van het vaartuig : .................... Motorvermogen: .................... Vismethode:..............................

Vlaggenstaat: .................... Brutotonnage (GT): .................... Aanvoerhaven: ....................

>RUIMTE VOOR DE TABEL>