Bijlagen bij COM(2008)731 - VoorGewijzigde begroting nr. 11 bij de begroting 2008 - Staat van uitgaven per afdeling : afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bijgevoegd.

1. Inleiding

Dit voorontwerp van gewijzigde begroting (VOGB) nr. 11 voor 2008 heeft betrekking op de volgende punten:

- Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor een bedrag van 7,6 miljoen euro in vastleggings- en betalingskredieten, als gevolg van een ernstige droogteperiode op Cyprus.

- Een dienovereenkomstige verlaging van de betalingskredieten met 7,6 miljoen euro van begrotingsonderdeel 13 04 02 - Cohesiefonds.

2. Beschikbaarstelling uit het EU-Solidariteitsfonds

2.1. Cyprus: Droogte

Cyprus heeft te lijden gehad onder een droogteperiode die ernstige gevolgen heeft gehad voor de levensomstandigheden, de economie en het natuurlijke milieu. Naar aanleiding van deze crisissituatie dienden de autoriteiten van Cyprus een verzoek in om financiële steun uit het Solidariteitsfonds van de EU.

De Commissie heeft het verzoek grondig getoetst aan Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002[3], en met name aan de artikelen 2, 3 en 4 daarvan. De belangrijkste punten van de beoordeling kunnen als volgt worden samengevat:

1. Hoewel de bepalingen van Verordening (EG) nr. 2012/2002 mogelijk niet zijn bedoeld om te reageren op een zich langzaam voltrekkende ramp, kan toch op deze verordening een beroep worden gedaan bij elke grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden, het natuurlijke milieu of de economie van een begunstigde staat als bedoeld in artikel 2, lid 1, mits de ramp voldoet aan de criteria van artikel 2, lid 2, en het verzoek om hulpverlening tijdig overeenkomstig artikel 4, lid 1, wordt ingediend. Geen van deze voorwaarden sluit noodzakelijkerwijze zich langzaam voltrekkende rampen zoals droogte uit.

2. Het verzoek om hulpverlening uit het Solidariteitsfonds werd door de Commissie op 1 juli 2008 ontvangen. De Cypriotische autoriteiten verstrekten op 16 oktober 2008 aanvullende informatie. Volgens artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 moet het verzoek uiterlijk 10 weken na de datum waarop de eerste met de ramp verband houdende schade zich heeft voorgedaan, worden ingediend. Tegen de achtergrond van een driejarige periode van ongewoon schaarse regenval bereikte de droogte op het einde van het regenseizoen in april 2008 haar hoogtepunt. De Commissie is daarom van oordeel dat 22 april 2008, namelijk tien weken vóór ontvangst van het verzoek, kan worden aanvaard als begindatum van de grote ramp. Het verzoek dat bij de Commissie op 1 juli 2008 werd ingediend, voldoet bijgevolg aan de in artikel 4, lid 1, gestelde termijnvoorwaarde.

3. Er is sprake van een natuurramp. De Cypriotische autoriteiten schatten de totale directe schade na 22 april 2008 op 176,15 miljoen euro. Aangezien dit bedrag boven de drempel van 0,6% van het BNI (84,67 miljoen euro) uitkomt, kan de gebeurtenis worden aangemerkt als grote ramp die onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 2012/2002 valt. De totale directe schade dient als basis voor de berekening van het bedrag van de financiële steun. Deze financiële steun mag alleen worden gebruikt voor noodacties inzake eerste levensbehoeften zoals gedefinieerd in artikel 3 van de verordening.

4. De Commissie stelt ook vast dat de crisis het hele grondgebied van het land heeft getroffen en er vanaf april/mei 2008 door de overheid belangrijke noodmaatregelen tegen werden genomen. Deze noodmaatregelen omvatten de beperking van de watervoorziening voor particulier en industrieel gebruik, de uitvoering van een noodplan om de toevoer van ontzilt water te verhogen en transport van water uit Griekenland.

5. De autoriteiten van Cyprus hebben gewezen op de ernstige gevolgen voor de levensomstandigheden, het natuurlijke milieu en de economie. Eind april en in de volgende maanden is melding gemaakt van ernstige schade aan de landbouw, steeds meer naarmate het teeltseizoen vorderde en het oogstseizoen naderde. De waterschaarste zal naar verwachting ook gevolgen hebben voor het toerisme dat voor de economie van Cyprus van groot belang is. De droogte had ook ernstige gevolgen voor de infrastructuur voor watervoorziening en begin mei 2008 kwam ernstige schade aan het licht die was veroorzaakt door de onderbreking van de watertoevoer. Het milieu had ook ernstig te lijden, aangezien de fragiele ecologische situatie van het eiland erg gevoelig is voor droogte vanwege het gevaar van woestijnvorming. In het verzoek wordt de schade in detail beschreven.

6. De kosten voor noodacties inzake eerste levensbehoeften, die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 in aanmerking worden genomen, zijn, opgesplitst volgens het soort actie, door de Cypriotische autoriteiten geraamd op 59,45 miljoen euro. De hoofdmoot van de kosten van de acties betreft het vervoer van water uit Griekenland en onmiddellijke investeringen in de infrastructuur voor watervoorziening om veilig te stellen dat ook bij een onderbreking van de watertoevoer het waterdistributienetwerk blijft functioneren. In de uitvoeringsovereenkomst zullen de categorieën maatregelen die uit het Fonds worden gefinancierd, duidelijk worden omschreven.

7. De Cypriotische autoriteiten verklaarden ook dat de in aanmerking komende schade niet wordt gedekt door verzekeringen.

8. De Cypriotische autoriteiten verklaarden dat voor de vergoeding van particuliere schade, vooral in de landbouw, zou worden gezocht naar communautaire steun indien hiervoor in andere financiële instrumenten van de Gemeenschap een passende rechtsgrondslag bestaat. De Commissie noteert echter dat het gemeenschappelijke landbouwbeleid en meer bepaald het beleid inzake plattelandsontwikkeling niet de mogelijkheid bieden om landbouwers te vergoeden voor schade ten gevolge van natuurrampen. In het kader van hun programma’s voor plattelandsontwikkeling hebben de lidstaten de mogelijkheid om steun te verlenen voor het herstel van de landbouwproductie waaraan door natuurrampen schade werd berokkend en ook voor passende preventieve maatregelen. Het operationele programma voor plattelandsontwikkeling van Cyprus voorziet niet in een dergelijke maatregel en tot dusver hebben de Cypriotische autoriteiten niet verzocht hun programma in deze zin te wijzigen.

Om de hier uiteengezette redenen wordt daarom voorgesteld het verzoek van Cyprus om de droogte te erkennen als een “grote ramp”, te aanvaarden en een beroep op het Solidariteitsfonds toe te staan.

2.2. Financiering

Het totale jaarlijkse budget van het Solidariteitsfonds bedraagt 1 miljard euro. In 2008 is al 273 191 197 euro uitgetrokken voor eerdere steunverzoeken, zodat er nog 726 808 803 euro beschikbaar is.

Aangezien solidariteit de belangrijkste rechtvaardiging voor de oprichting van het Fonds was, is de Commissie van mening dat de steun van het Fonds progressief moet zijn. Dit betekent, gelet op de praktijk tot dusverre, dat het deel van de schade dat de drempel overstijgt (0,6% van het BNI of 3 miljard euro in prijzen van 2002, indien dit bedrag lager is) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. In het verleden werden de toewijzingen voor grote rampen vastgesteld op 2,5% van de totale directe schade onder de drempel en 6% van de schade boven de drempel. Voor buitengewone regionale rampen geldt 2,5% van de totale directe schade als norm. De methode voor het berekenen van de steun uit het Solidariteitsfonds wordt beschreven in het jaarverslag over het Solidariteitsfonds 2002-2003 en is goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement.

Voor dit geval wordt voorgesteld dezelfde percentages toe te passen en de volgende steunbedragen toe te wijzen:

(EUR) |

Directe schade | Drempel | Bedrag op basis van 2,5% | Bedrag op basis van 6% | Voorgesteld totaal steunbedrag |

Cyprus/droogte | 176 150 000 | 84 673 000 | 2 116 825 | 5 488 620 | 7 605 445 |

Totaal | 7 605 445 |

Na deze steunverlening blijft ten minste 25% van het EU-Solidariteitsfonds beschikbaar om de behoeften tot het einde van het begrotingsjaar te dekken, zoals voorgeschreven door artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002.

Omdat bij begrotingsonderdeel 13 04 02 – Cohesiefonds meer kredieten dan nodig beschikbaar zijn, zijn er geen nieuwe betalingskredieten nodig voor de financiering van de betalingen uit het EU-Solidariteitsfonds aan Cyprus. Er kan dus een bedrag van 7,6 miljoen euro worden overgeboekt van begrotingsonderdeel 13 04 02 naar begrotingsonderdeel 13 06 01 om de behoeften voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU te dekken. Deze herschikking is mogelijk omdat de betalingen in het kader van het Cohesiefonds voor de periode 2007-2013 grotendeels verband houden met grote projecten. Maar grote projecten moeten worden goedgekeurd bij afzonderlijke besluiten van de Commissie voordat er tussentijdse betalingen kunnen worden verricht. Omdat dit jaar waarschijnlijk niet veel projecten worden ingediend en goedgekeurd, worden voor 2008 geen grote tussentijdse betalingen verwacht.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER

Financieel kader Rubriek/subrubriek | Financieel kader 2008 | Begroting 2008 (incl. GB 1-7/2008 en VOGB 8-10/2008) | VOGB 11/2008 | Begroting 2008 + GB 1-7/2008 + VOGB 8-11/2008 |

|VK |BK |VK |BK |VK |BK |VK |BK | | 1. DUURZAME GROEI | | | | | | | | | | 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid |10 386 000 000 | |11 086 000 000 |9 718 739 600 | | |11 086 000 000 |9 718 739 600 | |1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid |47 267 000 000 | |47 255 948 720 |36 024 082 504 |0 |-7 605 445 |47 255 948 720 |36 016 477 059 | | Totaal | 57 653 000 000 | |58 341 948 720 | 45 742 822 104 | 0 |-7 605 445 | 58 341 948 720 | 45 735 216 659 | | Marge[4]

| | |-188 948 720 | | | |-188 948 720 | | | 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN | | | | | | | | | | waarvan marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen |46 217 000 000 | |41 006 490 000 |40 889 550 500 | | |41 006 490 000 |40 889 550 500 | | Totaal | 59 193 000 000 | |56 314 715 538 | 53 220 588 053 | | |56 314 715 538 | 53 220 588 053 | | Marge | | |2 878 284 462 | | | |2 878 284 462 | | | 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID | | | | | | | | | | 3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid |747 000 000 | |730 274 000 |533 196 000 | | |730 274 000 |533 196 000 | |3b. Burgerschap |615 000 000 | |888 034 197 |941 144 203 |7 605 445 |7 605 445 |895 639 642 |948 749 678 | | Totaal | 1 362 000 000 | |1 618 308 197 | 1 474 340 203 | 7 605 445 | 7 605 445 | 1 625 913 642 | 1 481 945 648 | | Marge[5]

| | |16 883 000 | | | |16 883 000 | | | 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER[6]

|7 002 000 000 | | 7 311 218 000 | 7 847 128 400 | | |7 311 218 000 | 7 847 128 400 | | Marge | | | -70 000 000 | | | | -70 000 000 | | | 5. ADMINISTRATIE[7]

|7 380 000 000 | |7 279 207 193 | 7 279 767 193 | | |7 279 207 193 | 7 279 767 193 | | Marge | | | 177 792 807 | | | | 177 792 807 | | | 6. COMPENSATIE | 207 000 000 | |206 636 292 | 206 636 292 | | |206 636 292 | 206 636 292 | | Marge | | | 363 708 | | | | 363 708 | | | TOTAAL | 132 797 000 000 | 129 681 000 000 | 131 072 033 940 | 115 771 282 245 | | |131 079 639 385 | 115 771 282 245 | | Marge | | |2 814 375 257 | 14 499 126 952 | 7 605 445 | 0 | 2 814 375 257 | 14 506 732 397 | |

[1] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

[2] PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9.

[3] Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3.

[4] Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering wordt niet begrepen in de berekening van de marge onder rubriek 1a. Het flexibiliteitsinstrument is aangesproken voor een bedrag van 200 miljoen euro.

[5] Het bedrag voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).

[6] De marge voor 2008 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp. Het flexibiliteitsinstrument is aangesproken voor een bedrag van 70 miljoen euro.

[7] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 77 miljoen euro aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.